ECLI:NL:RBNNE:2022:963
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke weigering BOSA-subsidie en het recht op gehoord worden in bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Manege onder de Linde en de Minister voor Medische Zorg over de gedeeltelijke weigering van een subsidie op grond van de Subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA). De rechtbank heeft vastgesteld dat de Minister in zijn primaire besluit van 22 september 2020 een subsidie van € 12.424,21 heeft verleend, maar dat in het bestreden besluit van 19 februari 2021 het bezwaar van de eiseres ongegrond is verklaard. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij aanvoert dat de Minister ten onrechte de factuurdatum als uitgangspunt heeft genomen voor de subsidiabiliteit van de onderhoudskosten.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 26 januari 2022, waarbij partijen zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft het onderzoek op 11 februari 2022 gesloten. De rechtbank overweegt dat de Minister de hoogte van de subsidie heeft vastgesteld op basis van een vaste gedragslijn, waarbij onderhoudskosten worden gerelateerd aan de looptijd van het onderhoudscontract. Eiseres heeft niet aangetoond dat alle werkzaamheden binnen de subsidieperiode zijn uitgevoerd, en de rechtbank volgt de Minister in zijn standpunt dat hij niet verplicht was om contact op te nemen met de onderhoudsbedrijf.
De rechtbank concludeert dat de Minister ten onrechte heeft afgezien van het horen van eiseres over haar bezwaarschrift, ondanks haar verzoek daartoe. De rechtbank oordeelt echter dat dit gebrek kan worden gepasseerd, omdat eiseres niet is benadeeld. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, maar draagt de Minister wel op het griffierecht van € 360,- aan eiseres te vergoeden.