Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat ter zake van het ten laste gelegde aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (Tbs) met voorwaarden zal worden opgelegd met de door de reclassering geadviseerde voorwaarden. De officier van justitie vordert voorts oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Tevens heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid gevorderd van deze maatregelen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft afgifte van een zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg bepleit. Noch Tbs met voorwaarden, noch een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel is opportuun.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting de psychiatrische- en psychologische rapportage, de reclasseringsrapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzettelijke brandstichting in een slaapkamer van een woning, waarbij niet alleen gevaar voor goederen voorzienbaar was, maar ook levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen in de woning.
Brandstichting is een zeer ernstig feit, vanwege de verstrekkende gevolgen die het met zich mee kan brengen. Door de brand is grote schade aangericht aan de woning.
Zoals hiervoor is overwogen is de bewezenverklaarde brandstichting niet aan verdachte toe te rekenen, omdat zij bij het plegen daarvan verkeerde in een psychose en op grond daarvan ontoerekeningsvatbaar.
Gezien de aard en ernst van verdachtes psychische stoornissen, de aard en ernst van het haar ten laste gelegde feit en het feit dat zij zich voorheen verschillende keren geneigd heeft getoond zich aan behandeling te onttrekken, achten de psychiaters en de psycholoog het geïndiceerd dat verdachte in eerste instantie klinisch wordt behandeld en dat deze behandeling plaatsvindt in een gesloten forensisch-psychiatrische setting.
Die behandeling en begeleiding lijken slechts haalbaar wanneer deze plaatsvinden binnen een gedwongen kader.
Bovengenoemde behandeling en begeleiding zouden gerealiseerd kunnen worden in het kader van de maatregel Tbs met voorwaarden. De rapporteurs vinden een zorgmachtiging een minder passend kader dan een Tbs met voorwaarden.
De rechtbank heeft tevens kennis genomen van de adviezen van de reclassering van de afdeling
Jeugdbescherming & Reclassering van het Leger des Heils d.d. 20 januari 2022 en 18 februari 2022. De reclassering vindt dat een ambulante behandeling ontoereikend is om de risico’s in te perken.
De reclassering acht een klinische opname, waar reeds mee gestart is in het kader van een schorsing van de preventieve hechtenis, geïndiceerd om aan de delictgerelateerde factoren te werken en de kans op recidive te doen verminderen.
Tijdens de langdurige klinische behandeling dient te worden gewerkt aan copingvaardigheden, het adequaat leren omgaan met negatieve gedachten en gevoelens, (neiging tot) middelengebruik, psycho-educatie en egoversterking. Het is van belang dat veroordeelde zicht krijgt op de gestelde problematiek, de daaraan gebonden risico’s en deze leert te herkennen. De reclassering is ook van mening dat het kader van een zorgmachtiging te fragiel is voor het inzetten van deze klinische delictgerelateerde behandeling.
Geadviseerd wordt, in overeenstemming met de pro Justitia rapporteurs, verdachte een Tbs met voorwaarden op te leggen, zodat langdurige nazorg is te garanderen.
De maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden (hierna Tbs-maatregel)
Bij de beantwoording van de vraag of aan de verdachte een Tbs-maatregel moet worden opgelegd, stelt de rechtbank voorop dat deze maatregel aan een verdachte kan worden opgelegd wanneer de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen dit vereist. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat bij de verdachte tijdens het begaan van het feit een stoornis van de geestvermogens bestond en het door de verdachte begane feit een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
De stoornis van de verdachte en het daaruit voortkomende recidiverisico is naar het oordeel van de rechtbank zodanig dat het vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord is om de verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. Ter onderbouwing van dit oordeel wijst de rechtbank op hetgeen de gedragsdeskundigen naar voren hebben gebracht omtrent de stoornis van de verdachte en het daarmee samenhangende recidiverisico bij het uitblijven van een behandeling, hetgeen de reclassering heeft geadviseerd en de aard en ernst van het bewezenverklaarde feit. In het licht van het voornoemde concludeert de rechtbank dat de veiligheid van anderen vereist dat aan de verdachte de Tbs-maatregel wordt opgelegd. De verdachte heeft zich ter zitting bereid verklaard tot naleving van de voorwaarden. Aan de overige wettelijke vereisten is tevens voldaan.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd terzake van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Het gaat tevens om een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Mocht de behandeling niet goed verlopen omdat verdachte de voorwaarden niet naleeft, dan kan worden bevolen dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd. In dat geval is de duur van de maatregel ongemaximeerd.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal, op grond van artikel 38 lid 6 Sr, de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden bevelen zodat direct kan worden overgegaan tot de uitvoering van de voorwaarden. Naar het oordeel van de rechtbank moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte, als zij niet wordt behandeld, weer een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Zorgmachtiging geen passend kader
De rechtbank acht, gelet op voornoemde rapportages, een zorgmachtiging geen passend kader, en zal dus niet overgaan tot heropening van het onderzoek teneinde een zorgmachtiging te laten voorbereiden. De rechtbank is daarbij van oordeel, gelet op de geadviseerde behandeling in het forensisch kader en de duur van de behandeling, dat een zorgmachtiging niet toereikend is voor het terugbrengen van het recidiverisico, mede gezien de ernst van de complexiteit van verdachte toestandsbeeld in combinatie met diverse sociaal maatschappelijke problemen. Verdachte heeft zich in het verleden meerdere malen aan behandelingen onttrokken. Meer dan bij een zorgmachtiging staat bij Tbs (met voorwaarden) bescherming van de maatschappij op de voorgrond, onder andere door een specifieke behandeling die gericht is op delictpreventie. Daarnaast kan, beter dan in een civiel kader, in het kader van een Tbs met voorwaarden ook na het klinische traject met passende voorwaarden beveiliging van de maatschappij voldoende worden gewaarborgd.
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM)
De reclassering heeft geadviseerd om verdachte een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen. De officier van justitie heeft dit advies bij zijn eis overgenomen. De rechtbank ziet echter geen aanleiding voor het tevens opleggen van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38z Wetboek van Strafrecht. De rechtbank stelt vast dat de aan de verdachte op te leggen Tbs met voorwaarden maximaal negen jaar kan duren. Op basis van de rapportages kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden vastgesteld dat de begeleiding en behandeling in het kader van die Tbs onvoldoende tijd en garanties bieden om de kans op herhaling tot aanvaardbare proporties terug te brengen.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.