ECLI:NL:RBNNE:2022:832
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van diefstal in vereniging na onvoldoende bewijs
Op 15 maart 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 23 mei 2021, waarbij de verdachte samen met een of meer anderen een kluis zou hebben gestolen uit een supermarkt in Groningen. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.M. Suurmeijer, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. M.H.G. Scharenborg. Tijdens de zitting op 1 maart 2022 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de officier van justitie veroordeling eiste op basis van camerabeelden en telefoongesprekken tussen de verdachte en een medeverdachte. De medeverdachte was op heterdaad aangehouden, maar weigerde de identiteit van de tweede persoon te onthullen.
De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Er waren geen directe sporen of duidelijke identificatie van de verdachte op de camerabeelden. De rechtbank oordeelde dat de indirecte bewijsmiddelen, zoals het signalement van de tweede persoon en het huren van de bus, niet voldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal te bewijzen. De rechtbank concludeerde dat er alternatieve scenario's mogelijk waren en dat de bewijslast niet was voldaan.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten, omdat het niet wettig en overtuigend bewezen was dat hij betrokken was bij de diefstal. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.