13.15uur. Ze stond aan de straat. Ik zag dat zij een luxe tas bij zich had en twee boodschappentassen, model bigshopper vol met spullen.
Ik hoorde van [medeverdachte 1] dat ze daar weg moest want ze waren er achter gekomen wat voor werk ze deed. Het was wel een heel verhaal. Ik ben geneigd om wanneer iemand om hulp vraagt deze te bieden, en heb haar onderdak geboden. Ik heb haar naar Havelte gebracht, naar mijn woning. Ik ben toen zelf doorgereden naar Groningen, naar Overschild.
Toen ik op zaterdag 17 april 2021 omstreeks 19.15 uur terug kwam bij mijn woning in Havelte trof ik [medeverdachte 1] aan. We hebben vooral veel gesproken. De gesprekken gingen met name over haar achtergrond en haar familie. Ze heeft ook een kind met een ex-vriend. Ik vermoed dat alles wel gelogen was. Ze was er op uit dat ze geld van mij kon lenen. Ik heb zaterdag geen seks met haar gehad. [medeverdachte 1] heeft wel telefonisch contact gehad in de tijd dat zij bij mij was. Zij heeft veel gesprekken gehad, ook met ene [naam 1] uit Assen. Ze vertelde dat hij nog veel geld van haar kreeg, 20.000 euro zou hij nog van haar krijgen. Ze vertelde dat ze met hem ook haar zoon had. Dat was eigenlijk wel het moment dat ik het raar begon te vinden. Er kwamen steeds meer verhalen en meer dingen bij. Het kwam er op neer dat ik haar daar mee moest helpen. Ik heb daar niet bevestigend op gereageerd.
[medeverdachte 1] is boven in de slaapkamer gaan slapen. Ik ben toen beneden op mijn eigen slaapkamer gaan slapen. Op deze slaapkamer staat ook de kluis.
Op zondag 18 april 2021 maakte [medeverdachte 1] mij wakker rond 10 uur, 10.30 uur. Ik ben toen rustig uit bed gegaan en richting woonkamer gegaan. [medeverdachte 1] was toen ook in de woonkamer, ik zag wel dat ze heel druk was met haar telefoon. Ze was met name druk met haar ex [naam 1] en [naam 2] haar zoontje. Ze vertelde dat ze hem alleen kon ophalen als ze 10.000 euro had. Ze had eindeloos veel verhalen. Het komt er op neer dat ik haar moest betalen. Ze gaf aan dat ze geld moest verdienen omdat ik haar het geld niet wilde geven. Ze vertelde dat ik ook voor de nacht moest betalen, ik gaf aan dat ik haar niet daarvoor had laten komen, maar dat zij mij vroeg om haar te helpen.
Ik stelde voor dat ik [medeverdachte 1] wel een onkostenvergoeding wilde geven van 500 euro. Ze begon wel heel erg over het feit dat ik haar moest betalen, terwijl we daar niets over hadden afgesproken. Ik ben toen naar de kluis in mijn slaapkamer gelopen en heb daar 500 euro uit gehaald, ik heb dit geldbedrag aan [medeverdachte 1] gegeven.
Op een gegeven moment rond, 12.45 uur vermoed ik, hoorde ik dat de deurbel van de voordeur ging. Ik heb de deur ernaast open getrokken en zei, dat de deur open was en gaf aan dat ze binnen konden komen. Ik hoorde dat de man vroeg of hij binnen mocht komen. Ik heb hem binnen gelaten en ik zag dat hij bleef staan in de woonkamer. Ik hoorde dat hij zei dat we een probleem hadden en dat we het er maar even over moesten hebben. Op dat moment kwam er een tweede persoon binnen. Deze manspersoon kwam via de tuindeuren de woonkamer binnen. De deuren waren dicht maar niet afgesloten.
De man die aanbelde kan ik als volgt omschrijven als
- Typische Drentse, Overijsselse gokhalexploitant- Hij gaf zich uit als [medeverdachte 2] .
De tweede manspersoon kan ik als volgt omschrijven:
- Hij kwam zo uit een rapclip zo'n instagram figuur- Hij gaf zich uit als [verdachte] .
Beide mannen staan op dat moment in de woonkamer, ik vroeg aan hen beiden of ze even
wilden gaan zitten. Ik zag dat ze dit ook deden. Ik hoorde dat ik van alles verkeerd had gedaan en ik moest overal voor betalen. Ik moest 1.500 euro sowieso betalen. Met name [medeverdachte 2] voerde hierin het woord.
[verdachte] begon over 10.000 euro. [medeverdachte 2] zei letterlijk tegen mij dat ik [medeverdachte 1] van het werk had gehouden. [verdachte] zei het allemaal op een wat onduidelijk manier. Ik wist niet zo goed wat hij nou precies wilde. [medeverdachte 1] stond hier de hele tijd bij, ze bleef in de hoek van de woonkamer staan. Ze zei verder niets en bemoeide zich niet met het gesprek. Ik voelde wel de dreiging en de angst die er van beide mannen uit ging.
Ik hoorde dat [medeverdachte 2] zei dat hij niet de hele dag de tijd had, hij was wel chagrijnig. Ze probeerden van alles in mijn schoenen te schuiven. Ik hoorde dat hij zei dat hij voor zijn meisjes kwam, hieruit maakte ik op dat hij de pooier van [medeverdachte 1] was. Ik merkte dat de toon vervelend werd. Ik probeerde maar mee te doen en gaf aan dat ik wel 1.500 euro zou geven. Ik liep toen naar de slaapkamer om geld uit de kluis te pakken. Ik heb de kluis geopend, ik heb er 2 x 500, in totaal 1.000 euro uit gehaald.
Ik zag dat het geld werd geteld door [verdachte] , hij gaf aan dat het te weinig was. Ik heb toen mijn beurs gepakt en daar zat nog 350 euro in. Dit was te weinig en ik wilde toen wederom naar de kluis om daar 150 euro uit te halen.
Toen ik voor de laatste keer geld uit de kluis wilde pakken uit mijn slaapkamer gaf ik de laatste 150 euro aan [verdachte] . Ik kreeg toen een harde trap achter in mijn rug. Ik voelde dat er iemand tegen mijn rechterkaak sloeg. Dit ging bijna gelijktijdig.
[medeverdachte 3] bevond zich in de woonkamer, samen met [verdachte] . Door de trap of de klap op mijn kaak kwam ik ten val. Ik voelde dat ik op mijn rechterzijde terecht kwam. Toen ik op de grond lag voelde ik dat er werd geschopt tegen mijn rug, door wie en hoe weet ik niet.
Op dat moment zag ik dat er een donkere, zwarte Antilliaan bovenop mij ging zitten. Ik voelde dat hij mijn hoofd achterover duwde. Hij deed dit met veel kracht. Ik weet niet waar hij mij achterover duwde. Het leek op een soort wurggreep. Ik kreeg op dat moment moeite met ademen, er werd druk op mijn keel uitgeoefend, alsof hij mijn hoofd naar achteren duwde. Ik kreeg het toen wel erg benauwd voor mijn leven. Het zijn momenten dat ik echt heel bang was. Ik hoorde dat de donkere Antilliaan tegen mij riep dat ik de code moest geven van de kluis. Hij sprak in het Nederlands naar mij. Ik heb toen de code genoemd van de kluis.
Ik hoorde dat het gelukt was, ik weet niet wie dit zei. Toen ik hoorde dat het gelukt was ging de donkere Antilliaan van mij af. Ik weet niet waar de rest was gebleven. Ik denk dat het achteraf gezien met voorbedachte rade is geweest. Het was goed doordacht. Ze zijn volgens mij via de deur van de bijkeuken de woning uit gegaan. De donkere Antilliaan ging als laatste weg.
Er lag ongeveer 9.000 euro aan contanten in de kluis. Het lag geopend in mijn kluis, het waren coupures van 50 euro. Normaal gesproken zit het in een etuitje. Maar omdat ik al geld uit de kluis gehaald had voor [medeverdachte 1] lag het nu los er in. Ik doe veel aan invoer van Duitse auto's. Er lag nu een opbrengst in van mijn eigen Jeep die ik recentelijk had verkocht.
Ook hebben ze mijn tas meegenomen, deze stond op de eettafel. Het is een zwarte rugtas, zwart met een wit motiefje er op van het merk Eastpak. Volgens mij was hij 200 euro. In de rugzak zat een mes, een buckknife. Het is een bijzondere staalsoort, met houten handvat, het is een mes wat je openklapt. Uitgeklapt is het ongeveer 16 centimeter. Aan een (1) zijde een snijkant. Het zit in een bruinleren etui, typisch Amerikaans. Een gele lakdiktemeter voor auto's, een Rayban bril, zilverkleurig montuur. Mijn portemonnee met rijbewijs, identiteitskaart, pasfoto's van mijzelf en kinderen. Mijn bankpassen, kentekencards [kenteken] , van een Fiat Doblo, en een [kenteken] , van een Mercedes Sprinter, en een RDW bedrijfsvoorraadpas. In de tas zat ook mijn telefoon, een Samsung.
Ik denk dat ze rond 13.15 uur à 13.30 uur de woning verlaten hebben. Ik heb eerst gedoucht. Ik heb mijn kleren uitgetrokken. Ik denk dat ik urine heb laten lopen. Ik heb zelf niet gemerkt dat ik mijn urine heb laten lopen. Ik denk dat het van het schoppen komt.
2. een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 20 april 2021, opgenomen op pagina 74 e.v. van voornoemd dossier en inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer] :
V: Hoeveel geld is er totaal weggenomen?
A: Tussen de 7.000 en 9.000 euro denk ik.
V: Je hebt gisteren verteld dat je jouw Jeep verkocht hebt, aan wie heb jij deze verkocht?
A: Ik heb hem verkocht aan een Jeep handelaar. Het was een Jeep uit 1988. Hij is contant betaald in het eerste kwartaal van 2021.
V: Wanneer was dit?
A: Februari, maart. Zoiets, eerste kwartaal van dit jaar.
V: Wat was de opbrengst van de verkoop?
A: 9.250 euro. Het kenteken van de auto is: [kenteken] .
V: In welke coupures is er betaald?
A: Briefjes van 50 euro. Dit geld lag in de kluis. Er lag ook nog wel wat ander geld van verkochte auto's.
3. een proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juni 2021, opgenomen op pagina 268 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende ontvangst email aangever [slachtoffer] :
Uit onderzoek is gebleken dat de volgende goederen zijn weggenomen:
• Geld, tussen de € 7.000,- en € 9.000,- (€ 50,- coupures)
• Rugtas, zwart aan de binnenkant en achterkant, voorkant wit fijn ruitmotief waardoor de kleur grijs ontstaat, van het merk Eastpak. De tas is voorzien van zwarte middelbandjes. • Mes, een buckknife (bijzondere staalsoort met houten handvat) in bruinleren etui
• Gele lakdiktemeter voor auto’s
• Zilverkleurige Rayban bril
• Bruine gladleren portemonnee met rijbewijs, id-kaart, pasfoto’s, bankpassen
( [rekeningnummer] / [rekeningnummer] / [rekeningnummer] ), 2 kentekencards ( [kenteken] en [kenteken] ) en een RDW bedrijfsvoorraadpas
• Zwarte telefoon merk Samsung Galaxy A51 - Imei [nummer] / [nummer] met het telefoonnummer [telefoonnummer]
• Drone DJI Mavic Mini Fly More Combo.
4. een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 5 juli 2021, opgenomen op pagina 84 e.v. van voornoemd dossier en inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
V: Uit het onderzoek is gebleken dat er ook een laptop en e- sigaretten zijn weggenomen. Mis je deze ook?
A: Klopt, ja, die is weg inderdaad, dat klopt. Het is een wat ouder ding. Ik heb daar geen gegevens meer van. Ik ben in elk geval een wat oudere laptop kwijt.
Ik heb haar een e-sigaret gegeven. Daarnaast hebben ze mijn eigen ook meegenomen. Dit waren beide witte iqos sigaretten.
V: Zijn er mensen naar buiten gegaan voordat de mishandeling begon?
A: Nee, daar ben ik vrij zeker van. Pas toen het mishandelen door ging en ik op de grond lag zijn [verdachte] en [medeverdachte 3] naar de gang gelopen. Vanuit daar kun je naar de voordeur of naar de slaapkamer. Aan het begin van de mishandeling waren zij er bij.
V: Weet je dat zeker?
A: Absoluut.
V: Door wie ben jij aangeraakt tijdens de overval?
A: Volgens mij alleen door die man die bovenop mij zat. Ik weet dat alleen niet zeker omdat ik niet alles meer mee kreeg door de pijn.
V: Voor de duidelijkheid, de man die bovenop jou zat was de negroïde man toch?
A: Ja, en dat was volgens mij dezelfde man als die mij de trap in mijn rug gaf en de slag op mijn kaak.
Ik weet nog wel dat toen ik die kaakslag kreeg en die eerst trap [medeverdachte 3] en [verdachte] voor mij stonden. Ook [medeverdachte 1] stond in de hoek bij de kast. Ik bedoel daar mee de kast recht achter in de woning. [verdachte] zat voor de open haard. [medeverdachte 3] die stond bij de eettafel.
V: Kan het zijn dat een van de andere mannen jou toch heeft aangeraakt?
A: Dat zou kunnen zijn maar dat weet ik niet zeker. Het ging nogal hard op enig moment.
V: Tijdens het onderzoek is ook naar voren gekomen dat jij [medeverdachte 1] uit wilde kopen. Hoe zit dat precies?
A: Dat is mij niet bekend. Uit wilde kopen? Zij heeft tegen mij gezegd dat ze een vriend had die haar bedreigde. Daar had ze ook een kind bij. Ze wilde geld van mij lenen. Het verhaal werd steeds vreemder. Ze wilde geld van mij lenen en op enig moment werd het mij wel duidelijk dat dit niet goed ging komen. Ik moest met haar mee naar [plaats] om te pinnen.
V: Wat voor afspraken zijn er gemaakt over een bedrag van 10.000 euro voorafgaand aan de overval?
A: Niets. Wat mij betreft niet. Zij probeerde mij in een hoek te drijven om dat geld te lenen. Ik wilde dat niet want dan wist ik zeker dat ik het niet terug zou krijgen.
V: Klopt het dat jij dit bedrag wilde betalen?
A: Ja en nee. Het veranderde. Het verhaal wijzigde steeds. Ik ben best bereid om mensen te helpen. Omdat het verhaal steeds veranderde ben ik van mening hierover veranderd.
V: Aan wie zou je dit bedrag betalen?
A: Aan haar. Zij zei dat ze geld nodig had om haar ex van haar lijf te houden. En ze had er een kind bij, die wilde ze zien.
V: Waar zou je dit bedrag betalen?
A: Daar zijn geen afspraken over gemaakt maar zij wilde dat ik met haar naar [plaats] ging.
V: [medeverdachte 1] verklaart dat je via de speaker hebt gesproken met een man en dat jij toen hebt gezegd dat je die 10.000 euro wel wilde betalen en daarover afspraken hebt gemaakt. Klopt dat?
A: Zij zat wel de hele tijd op de telefoon en te bellen. Er is wel zoiets geweest maar ik heb zeker niet toegezegd dat ik zou betalen.
O: Verbalisanten laten het geluidsfragment horen van de overval.
V: Wie horen we hier?
A: De eerste stem is [verdachte] . Je hoort aan mijn stem dat ik hier al heel bang ben.
Ik heb niet aan [medeverdachte 1] gevraagd om terug te komen. Ze heeft mij benaderd. We hebben ook geen seks gehad dat weekend.
‘s Avonds begon ze nadat ik eten had gemaakt opeens dat dit haar allemaal geld zou kosten. Toen dacht ik al, dit klopt niet. Zij kwam met een hulpvraag bij mij, ik heb haar niet gevraagd...
V: Wat is de reden dat je toch 1.000 euro betaalde.
A: Omdat ik hartstikke bang was... Dat is het gewoon...
V: Wat voor afspraak voor 12 uur was er?
A: Ik ben nergens partij in geweest. [medeverdachte 1] kwam hier mee dat het geld voor 12 uur ergens moest zijn. Zij heeft dat benoemd. Maar er is zo veel gezegd, daarom weet ik niet alles meer.
O: Het geluidsfragment vervolgt.
A: Voor de duidelijkheid, ik heb nooit een afspraak gemaakt...
Het sloeg nergens op, maar ik was nog bereid om haar te betalen wat ze was misgelopen...
O: Einde geluidsfragment.
V: Hoe lang is dit voordat het geweld gebruikt wordt?
A: Vlak daarvoor. Hierna loop ik naar de kluis om er geld uit halen tussen de 300 en 500 euro. Ik had die ochtend al 1.000 euro in mijn portemonnee gedaan omdat ik dit al aan voelde komen. Ik heb het geld aan één van de drie personen gegeven. Op dat moment kreeg ik ergens een trap. Vlak daarna.
5. een Forensisch Geneeskundig Letselverslag d.d. 22 april 2021 betreffende [slachtoffer] , opgemaakt door forensisch arts M.S.P. Löwik, GGD Drenthe, inhoudende:
Medische informatie is opgevraagd bij orthopedisch chirurg drs. J.H. Nijman (zie bijlage B).
In het medische dossier zijn de volgende bevindingen vermeld.
(…)
Op de CT-scan werden de volgende bevindingen gezien:
Een gebroken 10e rib aan de linkerzijde met een klaplong.
Een gebroken naar links uitstekende ruggenwervelbotje laag in de rug (processus transversus L2).
In de urine werd bloed aangetroffen, dit werd geduid bij een kneuzing van de nier(en).
Betrokkene werd opgenomen ter controle en voor pijnstilling. Op 19-4 werd er opnieuw een foto gemaakt van de longen om te beoordelen of de klaplong toegenomen was. Op 19-4 en 20-4 was de klaplong toegenomen en hierop is op 20-4 een ontluchtingsbuisje (thoraxdrain) geplaatst, deze werd op 22-4 verwijderd.
Op 22-4 werd betrokkene vanuit het ziekenhuis naar huis ontslagen.
Inschatting genezingsduur:
De uitwendig waargenomen letsels zoals bloeduitstortingen en schaafwonden zullen naar verwachting binnen 1-2 weken genezen. De genezingsduur van de gebroken ruggenwervel is naar verwachting tussen de 3 en 6 weken. De genezingsduur van ribbreuk met klaplong zal naar verwachting 2-3 maanden duren. Verwachting (blijvende) beperking:
De uitwendig waargenomen letsels zullen naar alle waarschijnlijkheid volledig genezen, met uitzondering van eventueel nog te vormen littekens.
De breuken zullen naar verwachting geen blijvende beperkingen geven.
Een doorgemaakte klaplong geeft een verhoogd risico op het opnieuw ontwikkelen van een klaplong op dezelfde locatie, indien dit het geval is, gebeurt dit meestal binnen 2 jaar.
6. een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) d.d. 22 juni 2021, opgenomen op pagina 538 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende een onderzoek naar biologische sporen en DNAonderzoek naar aanleiding van een woningoverval in Havelte op 18 april 2021:
Onderzoek naar biologische sporen.
Blouse AAOO4494NL van getuige [slachtoffer] .
Op verzoek van de politie is de blouse aan de voorzijde ter hoogte van de beschadigingen rond de knoopsluiting bemonsterd. De bemonsteringen zijn gericht op het verzamelen van DNA van diegene(n) die op deze plaatsen met de blouse in aanraking is geweest. De bemonsteringen zijn als
AAOO4494NL#01 (rechtervoorpand) en AAOO4494NL#02 (linkervoorpand) veiliggesteld voor een DNAonderzoek.
De bemonsteringen AAOO4494NL#01 en #02 van de blouse zijn onderworpen aan een DNAonderzoek.
Tabel 2 Resultaten, interpretatie en conclusie van het (vergelijkend) DNA-onderzoek
SIN DNA kan afkomstig zijn van Bewijskracht
(omschrijving)
AAOO4494NL#01 Minimaal vier personen:
(rechtervoorpand * getuige [slachtoffer] * niet berekend blouse) * verdachte [verdachte] * meer dan 1 miljard * minimaal twee andere personen * niet van toepassing
AAOO4494NL#02 Minimaal vijf personen:
(linkervoorpand * getuige [slachtoffer] * niet berekend blouse) * verdachte [medeverdachte 4] * meer dan 1 miljard * minimaal drie andere personen * niet van toepassing
AAOO4494NL#01 (rechtervoorpand).
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van vier niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van getuige [slachtoffer] .
DNA-mengprofiel AAOO4494NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van getuige [slachtoffer] , verdachte [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van getuige [slachtoffer] en drie willekeurige onbekende personen.
AAOO4494NL#02 (linkervoorpand).
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van vijf niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van getuige [slachtoffer] .
DNA-mengprofiel AA004494NL#02 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van getuige [slachtoffer] , verdachte [medeverdachte 4] en drie willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van getuige [slachtoffer] en vier willekeurige onbekende personen.
7. een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) d.d. 16 augustus 2021, opgenomen op pagina 584 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende een onderzoek naar biologische sporen en DNAonderzoek naar aanleiding van een woningoverval in Havelte op 18 april 2021:
Tabel 3 Resultaten, interpretatie en conclusie van het (vergelijkend) DNA-onderzoek
SIN DNA kan afkomstig zijn van Bewijskracht
(omschrijving)
AAOO4494NL#02 Minimaal vijf personen
(linkervoorpand * getuige [slachtoffer] * niet berekend blouse) * verdachte [verdachte] * zie NFI-rapport * verdachte [medeverdachte 4] * zie NFI-rapport
* verdachte [medeverdachte 3] * meer dan 1 miljard * minimaal twee onbekende personen * niet van toepassing
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek:
AA004494NL#02 (linkervoorpand blouse)
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van vijf niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van getuige [slachtoffer] . DNA-mengprofiel AA004494NL#02 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van getuige [slachtoffer] , verdachte [medeverdachte 3] en drie willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van getuige [slachtoffer] en vier willekeurige onbekende personen.
8. een proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 april 2021, opgenomen op pagina 106 e.v. met bijlage, inhoudende een Whatsapp contact tussen [slachtoffer] en [medeverdachte 1] :
17-04-2021 10:33 - + [telefoonnummer] : Ik word bij mn slaapplek eruit gezet denk je dat ik een dagje bij jou kan zijn?
17-04-2021 10:33 - + [telefoonnummer] : Dan zorg ik zo snel mogelijk voor een slaapplek
17-04-2021 10:33 - + [telefoonnummer] : Als het niet kan snap ik dat ook
17-04-2021 10:34 - + [telefoonnummer] : ©V
17-04-2021 10:34 - [slachtoffer] : Geen probleem. Kan ook wel langer, als je mij kunt verdragen tenminste
17-04-2021 10:35 - [slachtoffer] : Ik ben nu ff aan het werk in mijn bedrijf in Steenwijk, laatje even weten hoe laatje deze kant op wilt komen? Dan ben ik er voor je.
17-04-2021 10:36- [slachtoffer] : ©
17-04-2021 10:36 - + [telefoonnummer] : Oké dat is lief van jou ben je erg dankbaar moet even kijken hoe ik wel kan werken vandaag anders heb ik niks dus dat moet ik even uitzoeken
17-04-2021 10:36 - + [telefoonnummer] : Kusje
17-04-2021 10:37 - [slachtoffer] : Laat lekker joh, ik betaal je wel wat als je krap zit
17-04-2021 10:38 - + [telefoonnummer] : Nee jij doet al genoeg
17-04-2021 10:38 - [slachtoffer] : Ok maar wees voorzichtig. Van mij hoeft het niet....
17-04-2021 10:39 - [slachtoffer] : Ga lekker chillen in mijn huis zou ik zeggen. Ik moet wat dingen regelen logistiek vandaag
17-04-2021 10:39 - [slachtoffer] : Nu Rogat, vanmiddag Overschild GR en Vries Drenthe
17-04-2021 10:40 - + [telefoonnummer] : Dan zie ik je nog niet voorlopig
17-04-2021 10:40 - [slachtoffer] : Kan wel, ik ben tot 15u hier in de buurt
17-04-2021 10:40 - + [telefoonnummer] : Kan je me halen in [plaats]?
17-04-2021 10:40 - [slachtoffer] : Ik ga nu even naar Meppel, dan ben ik van 11.30-15u hier in Steenwijk
17-04-2021 10:41 - [slachtoffer] : Ja, dat kan wel.
17-04-2021 10:41 - [slachtoffer] : Rond 13u?
17-04-2021 10:41 - [slachtoffer] : Stuur maar adres
17-04-2021 10:41 - [slachtoffer] : Ik ga nu ff rijden
17-04-2021 10:41 - + [telefoonnummer] : Oké tot zo V ©
…
17-04-2021 17:18 - + [telefoonnummer] : Pff wat moet ik doen schat 17-04-2021 17:18 - + [telefoonnummer] : Moet ik klanten gewoon afzeggen?
17-04-2021 17:18 - [slachtoffer] : Ja graag!
17-04-2021 17:18 - [slachtoffer] : Blijf bij me
17-04-2021 17:20 - [slachtoffer] : Stop er mee schatje, alsjeblieft
17-04-2021 17:20 - + [telefoonnummer] : Even kijken en hoe doen we dat met het schuld
…
17-04-2021 17:21 - [slachtoffer] : Praten we zo ff over?
17-04-2021 17:21 - + [telefoonnummer] : Is goed.
9. een proces-verbaal van bevindingen onderzoek GSM [verdachte] d.d. 29 juni 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] en opgenomen op pagina 421 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van de verbalisant:
Op 18 april 2021 om 11.58 uur is er middels de voicerecorder van de Iphone een gesprek opgenomen. Dit blijkt een gesprek te zijn in de woning waar de overval heeft plaatsgevonden. Het blijkt het gesprek te zijn voorafgaand aan de mishandeling van aangever/slachtoffer [slachtoffer] .
Bij dit gesprek zijn vier personen te horen, namelijk
[slachtoffer] = aangever [slachtoffer] ,
[verdachte] = verdachte [verdachte] (noemt zichzelf bij het gesprek [verdachte] )
[medeverdachte 3] = verdachte [medeverdachte 2] (noemt zichzelf bij het gesprek [medeverdachte 3] )
[medeverdachte 1] = verdachte [medeverdachte 1] .
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb meerdere dagen in verhoor gezeten met verdachte [medeverdachte 2]
. Ik herken zijn stem voor 100 procent in de persoon die zich [medeverdachte 3] noemt en te horen is op deze opname.
Deze opname is hieronder letterlijk uitgewerkt:
[verdachte] . Maar ja, eeh. . ik begrijp dat het jou overrompeld. Eeeh... maareeh.. maar het zou toch op de een of andere.. Links of rechtsom. Ja, wat gaat er nou gebeuren. Dus jij zegt, je hebt niks met haar. Zij zegt, ze had wel wat met jou.
[slachtoffer] : ik heb niks met haar. Zij kiest er gewoon voor om haar leven op haar eigen manier te leven. Als ik vervolgens wordt geconfronteerd met allerlei dingen die er bij komen. Ja, ik weet niet hoe ik daar mee om moet gaan. Begrijp je. Hoe is jouw naam?
[verdachte] : [verdachte]
[slachtoffer] : [verdachte] , ik ben [slachtoffer] . Jouwe?
[medeverdachte 2] : [medeverdachte 2]
[slachtoffer] : [medeverdachte 2] , oké. Jullie komen uit [plaats]?
[verdachte] : ik kom eeh. Ik kom zelf uit Rotterdam.
[slachtoffer] : Oké, Rotterdam.
[verdachte] : ja. Dus eeh..
[medeverdachte 1] : dit is anders dan dat jij tegen mij zei. Je wilde mij dan .. je hebt mij dan hebt mij duizend gegeven. En je wilde dan dat ik één van deze dagen terug kwam in de avond. Om nog een paar uurtjes met jou wat te doen. Het is dan sowieso al niet een redelijke prijs want.
[slachtoffer] : als jij dat wilt.
[medeverdachte 1] : en ik bedoel, in de nacht betaal je sowieso al meer. Ik bedoel als jij dan nog wil dat ik nog terug kom. Dan zou je sowieso ook gewoon die prijs moeten betalen.
[slachtoffer] : ja, nou ja goed, jij zei gisteravond dat je een klant miste van zeshonderd en één van vierhonderd toch.
[medeverdachte 1] : ja, klopt, want jij hebt gezegd dat dat allemaal wel opgelost zou worden. Dat is nu uiteindelijk niet gebeurd.
[slachtoffer] : dat heb dan ik nu toch gedaan.
[verdachte] : voor mij, kijk wat jullie hebben dat boeit me effe helemaal niks. Dat kunnen jullie straks bespreken. Dat boeit me niet. Maar de afspraak van 12 uur dat wordt niet geregeld. Dus..
[slachtoffer] : nee, ja. Ik bedoel, ik heb, laat ik het zo zeggen. Ik heb niet het idee dat de intentie die [medeverdachte 1] zei te hebben. Dat ze die ook kan waar maken. Nee, dat idee heb ik niet.
[verdachte] : nou ja, dus je zegt met andere woorden. Het wordt niet geregeld.
[slachtoffer] : nee
[verdachte] : oké... ja.... ik vind het wel apart dat je dan ... dat je haar eeh.. wel eerst eeh.. zo’n gevoel geeft en daarna gewoon zegt van fucked nee.
[slachtoffer] : nou ja, ik ken haar uiteindelijk net, ja. Hoe lang zijn we bij elkaar geweest. Nou een uur of zes, zeven.
[medeverdachte 1] : wel wat langer hoor
[slachtoffer] : nou, ik ben een poos weggeweest ‘s middags.
[medeverdachte 1] : ja, misschien 3, 4 uurtjes niet geweest hoor.
[slachtoffer] : van vier tot zeven, ja.
[medeverdachte 1] : ja. Dus dat is niet heel lang, dat je er niet bent geweest.
[slachtoffer] : nee, maar goed. Laten we wel wezen dat we echt bij elkaar zijn geweest, gesproken dat is nog geen halve... etmaal.
…
[medeverdachte 2] : jongens, we kunnen hier uren discussiëren, wat is de oplossing. Wat gaan we oplossen, wat gaan we doen. Ik heb meer te doen, ik heb meer meisjes die aan het werk zijn. ...
[verdachte] : ja kijk, ik dacht eeh.. we komen met deze heer er gewoon normaal uit. Maar hij heeft een afspraak gemaakt om twaalf uur. Twaalf uur is er niks, niks gekomen. Eeh. Tja, dan is het ook uit mijn handen zeg maar.
[medeverdachte 2] : dus wat is je bedoeling. Wat is de bedoeling van het hele zaakie.
[slachtoffer] : nou, ik vind in de eerste plaats. Dat jullie hier zonder dat ik daarvan op de hoogte ben, komen. Vind ik eigenlijk niet zo eeh.. dat had je toch ook even kunnen aankondigen. Dat ...
[medeverdachte 2] : ik heb je nummer niet dus ik kon je niet bellen.
[slachtoffer] : Sorry
[verdachte] : ik heb je nummer ook niet, dus ik kon je niet bellen.
[slachtoffer] : nee, maar ik bedoel dat het [medeverdachte 1] toch kunnen doen.
[verdachte] : Ja maar [medeverdachte 1] heeft alleen een locatie. Altijd als ze ergens is dan stuurt ze een locatie.
[slachtoffer] : oké
[verdachte] : dus.
[slachtoffer] : [medeverdachte 1] wist niet dat jullie hier zouden komen.
[verdachte] : nee, nee. Dat is ons initiatief ja.
[slachtoffer] : oké, maar wat willen jullie dan?
[verdachte] : nou, we hadden een afspraak om twaalf uur maar jij zegt dat je die dus niet gaat nakomen.
[slachtoffer] : die kan ik niet nakomen, nee.
[verdachte] : oké dan eeh. Dan moet daar een andere oplossing voor komen......Heel simpel. Eeh......ja, joh.
[medeverdachte 2] : En nu, wat heb jij gehad. Duizend euro.
[medeverdachte 1] : duizend, ja [verdachte] : van wanneer.
[medeverdachte 1] : ... duizend euro voor een nacht is sowieso niet het bedrag wat ik moet krijgen voor een overnachting
[medeverdachte 2] : kunnen jullie dat samen kort sluiten of... moet ik dat...
[slachtoffer] : Wat wil je?
[medeverdachte 1] : ja, gewoon eigenlijk het volledige bedrag van de overnachting sowieso [slachtoffer] : dat is?
[medeverdachte 1] : dat is vijftienhonderd. Hij heeft me duizend gegeven, moet sowieso nog vijfhonderd boven op
[slachtoffer] : dat is ook de reden dat je [medeverdachte 2] er bij hebt gehaald omdat je. ..
[medeverdachte 1] : ik heb niemand er bij gehaald.
[medeverdachte 2] : ze heeft niemand er bij gehaald. Als het mij te lang duurt ga ik er zelf heen. Het maakt me niks uit waar of wie het is.
[verdachte] : kijk het gaat er om dat je een afspraak om 12 uur hebt gemaakt. Daar gaat dit allemaal om. Je hebt een afspraak gemaakt. Zij zegt, ik heb een nieuwe vriend, nou leuk, leuk allemaal. Dat moet je allemaal zelf weten.
[medeverdachte 2] : dat vinden wij allemaal prima.
[verdachte] : dat moet je zelf weten, zij weet dat...
[slachtoffer] : ik heb gesprekken met haar gehad, waar ik dat helemaal niet naar, op heb geënt. Ik heb gezegd van, je kunt, als je dat wilt, als je in de problemen zit dan kun je hier blijven en dan kunnen we dan kijken of wij samen kunnen leven. ( [medeverdachte 1] praat er door heen, ntv)
[medeverdachte 1] : ja, over dat. Maar je hebt wel gezegd datje mij ging helpen met die tien, sowieso met die tien als eerste, en je hebt gezegd. Dat die ander gedeeld wordt en dan later. En aan het van de dag, een half uur voordat deze heren er zijn, zeg je mij dat je het niet gaat geven.
[verdachte] : ja, dat stukje. Dat vraag ik .... En dan zeg jij van, ja ze geeft mij niet de juiste indruk. Maar wat voor indruk moet ze jou geven dan?
[medeverdachte 1] : hij wil... omdat ik ook zei dat ik hiermee wilde stoppen. Dat ik ook ech... .ging proberen om zeg maar...
[verdachte] : ik hoop dat je er mee stopt maar ik wil gewoon mijn zooi hebben, klaar. Die, wat jij kwijt hebt gemaakt. Dat is alles. Ja, en als dat eeh.. Ja, eerst bracht je het zo dat jullie al eeh.., dat je verliefd bent. En dit en dat. Dus ik denk je hebt een nieuwe relatie. Qua dat stukje.
[medeverdachte 1] : ja.
[verdachte] : oké, maar dat is dus niet zo. Dat zegt hij.
[medeverdachte 1] : ja
[verdachte] : dan weet je ook gelijk hoe hij... ja., ik weet niet wat hij allemaal wel of niet tegen jou heeft gezegd. Maar dan weet je ook hoe hij er ook over denkt. Dus ja..
[medeverdachte 1] : maar ja, ik weet niet of je dat zo kan regelen. Dat dat hele bedrag op tafel komt.
[slachtoffer] : ik wil best eeh... vijfhonderd betalen, maar ik wil ook wel graag dat jullie gaan. Eigenlijk.
[medeverdachte 2] : dat is geen probleem. Als jij het verder met haar kort kunt sluiten dan zijn wij weg.
[slachtoffer] : ja.
[medeverdachte 2] : zie ons niet als vijand hé.
[slachtoffer] : het komt op mij wel intimiderend over. eeh..
[medeverdachte 2] : ja, maar dat is niet zo. Kijk als wij andere intenties hebben dan komen wij met andere intentie binnen.
[verdachte] : dan ga ik niet zo naast je op de bank zitten.
[medeverdachte 2] : oké maar dat is het nu niet. Hoef je geen stress van te hebben. Komt voor jou een beetje raar over, logisch. Zou ik ook hebben.
10. een proces-verbaal van bevindingen van de doorzoeking van de woning van verdachte
[verdachte] aan [straatnaam] te [plaats] op 7 juni 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] en opgenomen op pagina 287 e.v. van voornoemd dossier (met bijlage goederen), inhoudende:
Bij de doorzoeking werden onder andere de volgende goederen in beslag genomen:
• twee drones soortgelijk merk als de drone die is weggenomen bij overval;
• 2.470 euro contant;
• Buck knife, soortgelijk als weggenomen bij de overval;
• Ray-Ban bril in koker, soortgelijk als weggenomen bij de overval.
• 13x een mobiele telefoon (ook zwarte Samsung telefoons)
11. een proces-verbaal van bevindingen doorzoeking woning van verdachte [medeverdachte 2] aan[straatnaam] te [plaats] d.d. 7 juni 2021, opgenomen op pagina 296 van voornoemd dossier (met bijlage goederen), inhoudende:
In totaal werd in de woning een geldbedrag van 3110 euro in beslag genomen.
In de bijlage de in beslag genomen goederen waaronder:
€ 550,- (10x50, 2x20, 1x10)
€ 1.560,- (30x50, 2x20, 4x5)
€ 1.000,- (20x50)
12. een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2021, opgenomen op pagina 300 e.v. vanvoornoemd dossier, inhoudende:
Op maandag 7 juni 2021 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden op perceel [straatnaam] , [plaats] . Op de trap naar zolder werd een zakmes met foedraal van het merk Buck aangetroffen. Op dinsdag 8 juni 2021 heb ik, verbalisant [verbalisant 3] , nader onderzoek gedaan naar het inbeslaggenomen zakmes met foedraal. Hierbij zag ik het volgende:
Het zakmes is van het merk Buck. Dit staat zowel op het lemmet als op het handvat vermeld. Op het lemmet staat net boven het scharnierpunt het nummer 547 bedrukt.
Het zakmes is in opengevouwen toestand circa 22 cm groot. Het handvat is van hout voorzien van metalen delen. Het foedraal is van zwart leer. Het foedraal is van het merk Buck. Op de achterzijde van het foedraal staat het nummer 547 bedrukt.
Door het slachtoffer [slachtoffer] werd aan de politie een factuur en een foto overhandigd van de aankoop van het zakmes. Hieruit bleek dat het door hem aangekochte zakmes eveneens van het merk Buck nummer 547 betreft. Qua uiterlijk komt het op de foto van het slachtoffer afgebeelde zakmes met foedraal overeen met het inbeslaggenomen zakmes met foedraal.
13. een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2021, opgenomen op pagina 310 e.v. vanvoornoemd dossier, inhoudende:
Omstreeks 13:00 uur ben ik, verbalisant [verbalisant 4] , samen met collega [verbalisant 5] naar het bedrijf van aangever [slachtoffer] gereden om goederen die bij de doorzoeking zijn aangetroffen te tonen aan aangever [slachtoffer] . Over de volgende goederen verklaarde aangever [slachtoffer] het volgende:
Bril: Aangever vraagt of hij de bril mag opzetten.
Vervolgens verklaart hij: "Ja dit is mijn bril. Het hoesje waar hij nu inzit, zo'n soortgelijk hoesje heb ik voor mijn zonnebril."
Mes: Ja dat is hem, dit is mijn mes. Ik herken hem aan het handvat, de vorm en dikte.
14. een proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2021, opgenomen op pagina 316 e.v. vanvoornoemd dossier, inhoudende:
Op woensdag 9 juni 2021, omstreeks 11.54 uur, nam ik verbalisant [verbalisant 6] telefonisch contact op met aangever [slachtoffer] . Naar aanleiding van de goederen die door collega's aan hem waren getoond op dinsdag 8 juni 2021, vroeg ik aan hem of hij ook een brillenhoesje miste. Aangever [slachtoffer] gaf aan dat hij een hoesje van het merk Rayban in zijn tas had zitten die tijdens de overval op 18 april 2021 is weggenomen. Dat hoesje leek op het hoesje welke op dinsdag 8 juni 2021 aan aangever [slachtoffer] was getoond.
Aangever [slachtoffer] gaf tevens aan dat de bril die hij op dinsdag 8 juni 2021 opzette 100% zijn bril is. Deze bril zou ook in de tas hebben gezeten die op 18 april 2021 is weggenomen. Zijn bril heeft een sterkte van -1 en een kleine cilindrische afwijking. Hij gaf aan dat het niet anders kon zijn dan dat het zijn bril is. De bril zou in een blauwkleurige harde opberghoes hebben gezeten van het merk Rayban.
Deze bril is op maandag 7 juni 2021 tijdens de zoeking aangetroffen in een tuinhuisje achter de woning van verdachte [verdachte] op de [straatnaam] te [plaats].
15. een proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon [medeverdachte 3] d.d. 15 juni2021, opgenomen op pagina 395 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
Op 18 april 2021 worden diverse internetpagina's bezocht, namelijk:
15:54: Havelte - P2000alarm monitor;
15:56: Havelte - P2000alarm monitor;
20:09: dronekopenonline.nl;
20:12: mavicpilots.com;
20:12: Selling Mavic Mini - Reset? 1 DJI Mavic Drone Forum; 21:17:112 meldingen en 112 nieuws in Havelte - Oozo.nl.
16. een proces-verbaal van bevindingen Onderzoek foto's doorzoeking [straatnaam] te [plaats] d.d.25 juni 2021, opgenomen op pagina 439 e.v. van voornoemd dossier:
Tijdens deze doorzoeking werden in de woning verschillende ‘nieuwe’ goederen met kassabonnen aangetroffen. Van deze bonnen zijn foto’s gemaakt. Door mij, verbalisant, werd teneinde te achterhalen of na de overval / afpersing goederen contant zijn betaald een onderzoek verricht.
26 april 2021 te 17.37 uur werd € 200, - contant betaald
3 mei 2021 te 14.10 uur werd € 924,95 contant betaald
4 juni 2021 te 12.43 uur werd € 219,98 contant betaald
4 juni 2021 te 13.12 uur werd € 530, - contant betaald
6 juni 2021 te 12.33 uur werd € 144,99 contant betaald
6 juni 2021 te 13.04 uur werd € 219,98 contant betaald
6 juni 2021 te 13.30 uur werd € 115,94 contant betaald
6 juni 2021 te 14.30 uur werd € 2.550, - aan contanten gestort
Uit bovenstaande blijkt dat na de overval € 4.905,84 aan contant geld is uitgegeven.
17. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 juni 2021, opgenomen op pagina 651 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] :
A: Ik ben dus eerst inderdaad bij [slachtoffer] geweest, de 16e?
V: De 15e volgens hem...
A: Ik ben toen terug gekomen naar de auto naar [medeverdachte 4] . Hij vroeg hoe het was. Ik zei dat alles goed was gegaan. [medeverdachte 4] vroeg wat voor man het was. Ik had verteld dat hij een autozaak had.
A: ...Ik ben bij [verdachte] thuis gekomen, [medeverdachte 4] heeft [verdachte] apart genomen. Ik ben later op de avond door [medeverdachte 4] en [verdachte] apart genomen, we hebben om de tafel gezeten. Ze zeiden: "Aangezien je nog contact hebt met [slachtoffer] willen we weten wie hij is en wat hij precies heeft.”
Ik heb mijn telefoon aan [verdachte] aan gegeven, mijn werktelefoon, hij heeft de gesprekken met [slachtoffer] gevoerd, over het ophalen, ik was niet in de RB&B, ik was bij [verdachte] thuis. [verdachte] heeft mij in de ochtend geroepen, ik zou naar een klant, maar [verdachte] zei dat hij die wilde laten liggen, hij wilde zich contenteren op [slachtoffer] , ik vroeg wel waarom hij dat wilde, hij gaf aan dat het misschien een leuke sugardaddy kon zijn.
[verdachte] zei dat [medeverdachte 4] mij af zou zetten bij de [straatnaam] . [medeverdachte 4] heeft mij daar afgezet, met twee tassen, eten en kleren. [slachtoffer] heeft mij op gehaald. Ik had mijn werktefoon bij mij, dus ik kon zien wat er gecommuniceerd was. Dat wist ik van te voren niet, ik heb app contact met [verdachte] en Snapchat met [medeverdachte 4] gehad. Ik kreeg te horen dat ik moest doen alsof ik hem zag zitten en ik moest kijken wat hij deed. Ik ben met [slachtoffer] naar het bedrijf gegaan. Ik ben naar zijn huis gegaan. [verdachte] heeft nog via de video met mij gebeld. Hij vroeg hoe het ging. Hij stuurde mij op pad voor foto's uit gegevens van zijn computer en van zijn huis, of ik waardevolle spullen zag liggen. Ik heb een aantal foto's gestuurd, ik gaf ook aan dat het niet goed voor mij voelde. [medeverdachte 4] gaf aan dat ik het wel serieus moest nemen, geen grapjes moest maken. In Zwolle waren ze dus een heel verhaal aan het maken. Via de telefoon is gezegd dat ze veel voor mij hebben gedaan en dat daar wat tegenover stond.
Ik heb tegen [slachtoffer] verteld dat er mensen waren die geld van mij wilde hebben. [slachtoffer] wilde mij uitkopen van de jongens uit Zwolle, dat was geregeld, hij zei dat ik het bedrag de volgende dag zou krijgen, hij zou mee gaan, er is gezegd dat hij mij wel mocht brengen, maar hij een straat verderop moest gaan staan, [slachtoffer] kreeg de volgende dag wel twijfels over het hele verhaal, er is app contact geweest tussen [verdachte] en mij, er is gebeld, hij moest wel betalen. Ik zei dat [verdachte] het moest laten zitten, het had voor mij geen meerwaarde. Voor dat ik het wist, stond [medeverdachte 2] voor de deur, hij was eerst boos op mij, over de telefoon, [verdachte] kwam ook binnen, we hebben wel even gezeten om te praten.
Ze hebben inderdaad de indruk afgegeven dat ze een soort van pooier waren. [medeverdachte 2] gaf namelijk aan dat hij de hele dag niet de tijd had omdat hij meerdere dames zou hebben.
[verdachte] heeft de rol eerst op [medeverdachte 2] afgeschoven, wat ze zouden gaan doen. Hij vroeg aan mij; "Heb je die 500 euro bij je?" Ik gaf aan dat ik het geld had. Ik moest het tellen waar ze bij waren. Ze hebben tegen [slachtoffer] gezegd; "Je moet 10.000 euro betalen, dat heb je afgesproken, je wilde haar uitkopen".
[slachtoffer] zei dat hij dat niet wilde, dat hij de indruk had dat ik niet bij hem wilde blijven. Ik voelde de spanning op komen. [verdachte] zat te kijken op zijn telefoon en ik zag dat hij met [medeverdachte 4] contact had op de app. Ik vroeg zullen we hier weggaan. [verdachte] zei tegen mij; "Pakje spullen". Die heb ik gepakt, [slachtoffer] hebben ze naar de kluis gestuurd, tegen mij is toen gezegd dat ik naar buiten moest gaan.
[slachtoffer] is terug gekomen en heeft nog 15 euro gepakt. [medeverdachte 2] zei; "Ben je nu met deze dame een grapje aan het maken?" [slachtoffer] vroeg; "Hoezo? Ik heb niet meer geld liggen".
[medeverdachte 4] en een kale man kwamen naar binnen. [medeverdachte 4] zei dat ik in de auto moest gaan zitten. Ik ben in de auto gaan zitten. Ik zag [verdachte] eerst heel rustig lopen, toen heeft hij een sprintje getrokken. [medeverdachte 2] kwam er gelijk achter aan, paar seconden later. Ik hoorde [medeverdachte 2] nog zeggen; "Handel het goed af". Ik zat in de auto achterin, ik had de mijn spullen, het eten en drinken wat ik nog over had, in de kofferbak gedaan. Ik zag [medeverdachte 4] en die andere man half rennend naar buiten komen, ze hebben de kofferbak open gemaakt en daar wat ingelegd en ik weet niet wat. Toen we bij [verdachte] kwamen, was hij nog niet aanwezig. Ze hebben [verdachte] proberen te bellen, maar hij pakte niet op. Na 20 minuten kwamen [medeverdachte 2] en [verdachte] aan.
…
V: Jij vertelde dat jij van [verdachte] moest videobellen en foto's moest maken. Had je toen al de kluis gezien?
A: Nee, ik wist dat er een kluis was, de eerste keer toen [slachtoffer] het geld eruit haalde. Ik heb het bewust niet tegen [verdachte] gezegd, omdat ik bang was dat er problemen van gingen komen. Toen [slachtoffer] de tweede keer het geld eruit haalden, toen wij in de woonkamer zaten, hoorden ze het geluid van de kluis en werd dat genoemd.
V: En toen had je het opeens over een kale man. Want eerst kwam [verdachte] ...
A: Nee, eerst [medeverdachte 2] , die stond aan de deur.
V; Toen kwam [verdachte] , jullie hebben dat gesprek gehad...
A: Ja.
V: ...en toen kwam [medeverdachte 4] ?
A: Met nog een man naar binnen. En toen kreeg ik de zenuwen. Ik heb ook overgegeven, onderweg naar het huis van [verdachte] . [medeverdachte 2] zei dat ze het goed moesten afhandelen, daardoor kreeg ik wel het gevoel dat er wat zou gaan gebeuren.
V: Wie is die kale man?
V: Weet je hoe hij genoemd wordt?
A: Nee, dat niet.
Die man heeft tatoeages, ook in zijn gezicht.
...
O: Tijdens het doorlezen van de verklaring, geeft de verdachte aan dat de naam van de kale man met de tatoeages in zijn gezicht (bijlage 6) [medeverdachte 3] is. Hij woont in [plaats] , bij Veenendaal.
Ook verklaart ze nog dat er meer spullen van [slachtoffer] zijn weggenomen: een mini drone, een schoudertas en een zakmes. [medeverdachte 4] heeft dit mes bij zich, dat heeft de verdachte gezien.
Ook hadden ze een laptop met oplader erbij weggenomen van [slachtoffer] .
V: Weet je waar die spullen zijn gebleven?
A: [medeverdachte 4] had het zakmes en de e-sigaretten. [verdachte] had de drone, daarmee heeft hij onlangs nog gevlogen in [plaats]. En volgens mij moest [medeverdachte 2] ervoor zorgen dat rugtas met de laptop weg kwam. Ook zaten er nog pasjes in van [slachtoffer] ; dat moest ook weg. [medeverdachte 4] wilde kijken of hij daar nog wat mee kon doen, maar dat wilde [verdachte] niet, omdat ze dan misschien hieraan gelinkt konden worden.
18. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 juni 2021, opgenomen op pagina 674 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] :
A: [verdachte] wist wel dat er gestolen goederen in zijn huis lagen, hij heeft met die drone gevlogen. Hij heeft ook gezegd dat [medeverdachte 4] niks met de pasjes mocht doen, omdat het anders zou opvallen. En wat ook niet klopt is dat ik degene was die zelf aan gaf dat daar dure spullen lagen. Ik moest dat van hem vertellen. …
V: Er zijn twee drones aangetroffen.
A: De 1 is van [verdachte] en die andere is van [slachtoffer] .
V: Hoe zeker ben jij dat 1 van die drones van [slachtoffer] is.
A: Ik ben 90 procent er van zeker. [verdachte] vroeg laatst nog aan [medeverdachte 3] of ze met die drone konden vliegen en [medeverdachte 3] heeft toen aangegeven dat dit kon. Ik maakte hieruit op dat het dan de drone van [slachtoffer] is geweest.
V: Heb jij gezien dat die drone is meegenomen?
A: Nee ik was er niet bij toen die spullen werden meegenomen V: Wanneer wist jij dat er spullen waren weggenomen?
A: Die drone wist ik later, Die elektrische sigaretten viel mij gelijk op omdat ik die bij [slachtoffer] had gezien en er ook op gerookt had. En die laptop, die lag in de rugzak van [slachtoffer] , die moest [medeverdachte 2] laten verdwijnen. Bankpasjes en dat zakmes was ook van [slachtoffer] .
V: Wanneer heb jij die rugzak gezien?
A: Dat was diezelfde dag.
V: Hoe is dat gegaan met die spullen, jullie komen thuis en dan?
A: [medeverdachte 4] . [medeverdachte 3] en ik waren binnen en later kwamen [verdachte] en [medeverdachte 2] . Ik zag dat [medeverdachte 2] een tas in handen had. [verdachte] had alleen zijn zonnebril in zijn handen. [verdachte] kennende moet het 1 van Rayban zijn. Ik zag dat
[medeverdachte 2] de tas bij de bank plaatste, voor de tafel. Ik ben gaan douchen Toen ik boven mijn spullen wilde pakken om te douchen hoorde ik buiten paniek en [medeverdachte 4] zijn lach.
Er werd iets in de brand gestoken. Ik ben toen gaan douchen en toen kwam ik beneden. Ik zag op de bank een laptop liggen en die tas die [medeverdachte 2] mee naar binnen had genomen stond daar ook op de bank. Ik ben naar buiten gegaan heb een half sigaretje gerookt en toen werd ik door
[verdachte] naar binnen geroepen. Daar zaten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] ,
[medeverdachte 2] en ik, we zijn op de bank gaan zitten. [verdachte] zei dat er even gepraat moest worden. Er is mij heel duidelijk gezegd dat ik er met niemand over mocht spreken. Dit zei [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] deed er lacherig over. [medeverdachte 2] en [verdachte] zeiden beiden dat het niet zo was gegaan zoals het had horen te gaan. Ze zeiden dat we allemaal hetzelfde moesten vertellen bij de politie. Er was afgesproken dat ik zou zeggen dat ik mij onveilig zou voelen bij [slachtoffer] en dat [verdachte] toen naar mij toe is gekomen.
V: Wat kan je verder vertellen over die verdeling van die goederen?
A: Ik weet dat [medeverdachte 4] een mes heeft en hij wilde die pasjes maar dat mocht niet van [verdachte] . V: Wat kan je zeggen over het geld?
A: Ja nou ik heb daar zelf maar heel weinig van gezien. [verdachte] heeft mij geld gegeven, hij zei dat is van jou. Ik had van [slachtoffer] € 1.015, - gekregen en heb dit aan [verdachte] gegeven, dit doe ik altijd, hij bewaarde dit voor mij omdat hij bang was dat ik anders ging weglopen. Toen
[medeverdachte 2] weg was en iedereen zijn ding is gaan doen heeft [verdachte] mij een kleine € 500, - gegeven. Hij heeft hiervan € 250, - weer zelf voor mij bewaard.
V: Waar bewaarde hij dat geld van jou?
A: Van elke 1.000 maakte hij een rolletje en deed dit in een kistje.
V: Uit de verklaring van [slachtoffer] blijkt dat de volgende goederen zijn weggenomen:
Rugzak van het merk Eastpack
Bucknife in bruinieren etui
Gele lakdiktemeter
A: Die gele lakdiktemeter die heeft [verdachte] maar nu niet meer, die is naar iemand gegaan van de club. Ik weet niet wie.
...
V: We hebben nog wat vragen over dat uitkopen / € 10.000. Hoe is dat nou gegaan?
A: Ik heb [slachtoffer] verteld dat ik in de gedwongen prostitutie heb gezeten en dat die jongens achter mij aanzaten. [slachtoffer] vroeg mij wat zij nog van mij moesten hebben. Ik zei € 10.000.-.
[slachtoffer] zei dat hij dat bedrag wel wilde betalen maar dat ze het dan moesten komen halen.
Op een gegeven moment … was ik in gesprek met [verdachte] . Ik had [verdachte] gezegd dat [slachtoffer] met de hond aan het wandelen was. Op een gegeven moment vroeg [verdachte] aan mij of [slachtoffer] al weer terug was. Ik zei dat dit zo was en toen zei [verdachte] speel even mee en toen begon [verdachte] opeens te schreeuwen in mijn oor. Ik dacht wat is dit. [verdachte] zei toen tegen mij dat ik de telefoon op de luidspreker moest zetten en dat heb ik gedaan. [verdachte] zei toen dus jij gaat die € 10.000, - betalen. [slachtoffer] zei toen dat hij dat ging doen. Toen werd er gevraagd door [verdachte] op welk termijn [slachtoffer] kon betalen en toen heeft [slachtoffer] gezegd dat hij dat nog zou laten weten. En toen is erop gehangen.
…
V: Wie heeft [slachtoffer] mishandeld?
A: Ik denk zelf [medeverdachte 4] omdat hij last had van zijn knokkels. De dag voordat hij mij afzette bij de R&B had hij dat niet. Ik zag dat zijn knokkels open lagen.
19. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 juni 2021, opgenomen op pagina 724 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
A: Het begint met dat zij, [medeverdachte 1] , een klant had. Ze is er heengegaan en heengebracht.
V: Hoe is zij de eerste keer naar [slachtoffer] gegaan?
A: Ze werd meestal gebracht. Ze was veel met [medeverdachte 4] . Die reed haar overal heen. Hij heeft haar volgens mij daar naartoe gebracht.
V: En toen?
A: Voor mij is het ook verwarrend omdat ze er twee keer is geweest. De tweede keer is het mis gegaan. Dat weet ik alleen. Ze is er ook een keer eerder geweest. Ze vertelde dat hij dure horloges had en een autobedrijf had. Dat hij haar had meegenomen naar zijn gewone huis en het bedrijf. Dat was de dag voordat ik daar kwam en het mis ging.
A: De tweede keer was ik thuis. Ik was in [plaats] in de woning aan de [straatnaam] . Ik kreeg een bericht dat hij haar wilde kopen ofzo. Zodat hij haar kon ownen. Ik weet niet meer om welk bedrag het ging. Volgens mij 10 tot 15 duizend euro. Zoiets.
V: Kreeg je het bericht van haar?
A: Ze had schulden bij Marokkaanse jongens. Die wilden haar of haar familie wat aan doen. Dat bedrag was ongeveer hetzelfde als het bedrag wat ik zojuist noemde.
Hij wilde haar helpen met de schulden.
V: Hoe hoorde je dit allemaal?
A: Dit heb ik met [medeverdachte 1] besproken.
...
A: Ik krijg dan contact met een persoon die ik vroeg mij daar heen te brengen. Naar het park. Ik zei wat er aan de hand was. Ik heb [medeverdachte 4] ook op de hoogte gesteld. Hij kwam wat later aan bij het park. Ik heb niet gewacht op [medeverdachte 4] omdat ik dacht dat het uit de hand zou lopen ben ik alvast die kant op gegaan met de persoon die ik daarvoor gevraagd had. We kwamen aan bij het huisje en het was een doodlopend weggetje. Wij hebben de auto gedraaid aan het einde van het weggetje en vervolgens werd de auto geparkeerd naast het huisje. Ik zag dat [medeverdachte 4] uit de tegengestelde richting kwam rijden. Hij stopte even naast ons en gebaarde wat en vervolgens keerde hij zijn auto aan het einde van het pad en parkeerde zijn auto achter ons. De persoon met wie ik was gekomen is eerst naar het huisje toegelopen. Hij zou [medeverdachte 1] ophalen. Het was voor de veilheid voor ons en voor [medeverdachte 1] dat wij met wat meer mensen waren. De bestuurder ging eerst even kijken hoe die man was. Of die relaxed was of niet. Of we binnen mochten komen. Na ongeveer twee a drie minuten dacht ik dat het wel redelijk lang duurde. Ik stapte uit en dacht dat het de voordeur was waar ik naartoe liep. Ik kan mij herinneren dat ik een bel zocht. Ik liep om het huisje heen. Ik doe de deur open. De deur was open. Ik zie degene met wie ik was gekomen staan achter een bank. De man, [slachtoffer] , zit op een bank. Ik hoorde het gesprek over de situatie. Ik vroeg aan [slachtoffer] of ik binnen mocht komen. Ik mocht van [slachtoffer] binnenkomen en ik ging op de bank zitten. Ik zat links van [slachtoffer] en degene met wie ik was stond schuin achter mij. Ik raakte met [slachtoffer] in gesprek en hij vroeg wie ik was. Ik zei dat ik [verdachte] heette. Vervolgens kwam dat stukje ter sprake. Ik zei tegen hem dat er een afspraak was en dat hij niet was komen opdagen. Toen zei hij dat het kwam omdat hij er niet in geloofde dat hij haar mocht houden. Hij zei: "lk geloof niet dat zij bij mij gaat blijven". Ik zei dat het prima was dat hij dat niet wilde maar ze was wel een nacht gebleven. Hij vond dat hij haar had geholpen. Zij had hem gebeld zei hij en hij had haar opgehaald. [medeverdachte 1] vertelde tegen mij dat zij een nacht was gebleven en dingen had gedaan. Ik vond dat hij ervoor moest betalen.
A: [medeverdachte 1] zei zelf dat ze ervoor betaald wilde worden. Ze stond links van mij. Ook toen ik binnen kwam. Er werd over en weer tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer] gediscussieerd over het onderwerp wat we net besproken hebben. Er was een discussie over de betaling. Hij vroeg aan [medeverdachte 1] hoeveel ze wilde. Hij wilde aan [medeverdachte 1] 500 euro geven.
[medeverdachte 1] was het hier niet mee eens en ze had ook extra dingen gedaan die 50 euro per extra ding kosten. Bovendien gaf [medeverdachte 1] aan dat ze qua uurtarief al meer dan 500 euro moest krijgen. [medeverdachte 1] had volgens mij al 1.000 euro van [slachtoffer] gekregen.
Daarboven op kwam nog 1.250 euro. [medeverdachte 1] en [slachtoffer] kwamen 1.250 euro overeen en hij zei dat hij het zou gaan pakken maar dan wilde hij dat iedereen de woning zou verlaten. Dat zei hij wel duidelijk.
Hij begint vervelend te worden. Hij pakt geld. Hij komt iedere keer met 100 euro erbij. We kwamen op 2.250 euro. Een hele nacht plus extra’s. Hij gaf het geld aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 1] telde het geld na.
Ze zat op 300 euro bovenop de 500 euro die hij al had neergelegd. Hij had al 1.000 euro aan haar betaald en had ze ergens in haar tas gestopt. Hij moest eigenlijk nog 750 euro pakken. Hij was gewoon aan het kloten. Hij gaf 300 en later gaf hij 50 erbij. Ik heb [medeverdachte 4] gebeld of een appje gestuurd. Ik heb iets gestuurd als :"Alsjeblieft kom nu hier heen”. Dit stuurde omdat ik er klaar mee was. Ik vond dat hij het maar moest regelen.
[medeverdachte 1] heeft de voordeur open gedaan voor [medeverdachte 4] . Op het moment dat [medeverdachte 4] binnen kwam in de woonkamer toen gaf ik een korte samenvatting wat er gebeurd was. [medeverdachte 4] was met een vriend van mij.
Zover ik weet ben ik met degene met wie ik was weggereden. Wij zijn de woning uitgegaan via de tuindeur. Wij zijn tegelijk gegaan.
[medeverdachte 4] en die vriend zijn daar gebleven. Zij moesten de betaling nog afhandelen.
[medeverdachte 1] zou met [medeverdachte 4] meerijden zoals ze altijd doet.
...
V: Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat er vier mannen bij waren. Jij, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en een kale man genaamd [medeverdachte 3] . Ook [medeverdachte 2] heeft bij de RC verklaard dat hij er bij is geweest en dat hij via jou daar terecht is gekomen. Verder verklaarde hij dat er ruzie is ontstaan en dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] en nog iemand die hij niet kent in de woning achter zijn gebleven. Er zijn dus in totaal vier mannen bij betrokken. Wat wil je hierover verklaren?
A: Dat klopt. Ze zijn vrienden. Ik ken hem als [medeverdachte 4] en zijn echte naam is
[medeverdachte 4] . [medeverdachte 3] . Van [medeverdachte 2] wist ik niet dat hij [medeverdachte 2] heette.
V: Wie is [medeverdachte 4] ?
A: Dat is [medeverdachte 4] .
V: Wie is [medeverdachte 3] ?
A: [medeverdachte 3] . Ik ken hem al 8 jaar.
...
V: Wij hebben het vermoeden dat [medeverdachte 3] van 17 op 18 april 2021, de dag van de overval, bij jou heeft verbleven. Klopt dit?
A: Dat zou kunnen ja. [medeverdachte 3] is kind aan huis. Hij slaapt wel eens vaker bij mij in de schuur.
...
V: We hebben de IP-adressen van de advertentie waar [medeverdachte 1] mee adverteerde opgevraagd en hieruit blijkt dat we o.a. uitkomen bij het adres [straatnaam] in [plaats] . Wat wil je hierover verklaren?
A: Ja dat kan. Ze verbleef bij mij en zat op mijn wifi.
V: Wie bracht haar van en naar de klanten?
A: Ja [medeverdachte 4] .
V: Uit de politiesystemen blijkt dat [medeverdachte 4] samen met [medeverdachte 1] op 11 april 2021, 29 april 2021 en 13 mei 2021 zijn gecontroleerd door de politie en toen in een witte Opel Corsa voorzien van het kenteken [kenteken] reden. Was dit de auto waar [medeverdachte 1] vervoerd werd?
A: Ja.
V: Wat is jouw relatie met [medeverdachte 4] ?
A: Hij is een goede artiest en een goede vriend van mij. Hij is goede artiest en ken hem uit de muziekwereld.
V: Heeft hij ook bij jou verbleven?
A: Ja een aantal maanden tot aan het incident.
V: Waar sliep hij toen hij bij jou verbleef?
A: Op zolder.
V: Wat is zijn rol geweest met betrekking tot het prostitutiewerk van [medeverdachte 1] ?
A: Rondrijden.
V: Wat is jouw relatie met [medeverdachte 2] ?
A: Dat is ook een goede kennis van mij. Ik ken hem van Zwolle gewoon. Sinds een halfjaar ga ik met hem om. …
V: Hoe zijn jullie naar Havelte toegegaan?
A: Met [medeverdachte 2] . Gewoon met zijn auto. Die rode cabriolet. … V: Wie zat bij wie in de auto?
A: Ik zat bij [medeverdachte 2] in de auto en we zijn ook samen teruggekomen. Ik vermoed dat [medeverdachte 3] met [medeverdachte 4] is meegereden.
V: Wat voor afspraken hadden jullie van tevoren gemaakt?
A: Ik heb gewoon verteld wat er aan de hand was. [medeverdachte 2] bood aan om daar naar binnen te gaan. [medeverdachte 2] ziet er anders uit dan mij. Het is een nuchtere man. Als ik aan de deur zou komen dan zou men kunnen schrikken van mijn uiterlijk. Ik heb daar wel ervaring mee.
V: Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt dat er een man, hij heeft het over een man lijkend op een gokhalexploitant, voor de deur stond en dat hij, nadat hij die binnen had gelaten, zag dat een man, hij noemt het een instagramfiguur, via de tuindeuren de woonkamer binnen kwam. Klopt het dat het zo is gegaan?
A: Ja. Ik heb gevraagd of ik binnen mocht komen.
V: Waar waren de andere twee. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ?
A: Voor de woning. Ik gebaarde dat ze moesten blijven.
V: [medeverdachte 2] en jij zijn in de woning, wie heeft als eerste het woord gedaan?
A: [medeverdachte 2] was al aan het woord toen ik binnenkwam.
V: Hebben jullie je voorgesteld?
A: Ja. Ik heb mij voorgesteld als [verdachte] .
V: Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt dat jullie je hadden uitgegeven als [verdachte] en [medeverdachte 2] . Wat wil je hierover verklaren?
A: Oh oké. Ik dacht dat hij gewoon [medeverdachte 2] had gezegd.
V: Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt de man die zich uitgaf als [verdachte] , jij dus:
• Via de onafgesloten tuindeuren de woonkamer binnen kwam
• Samen met ‘ [medeverdachte 2] ’ het woord voerde. Het slachtoffer hoorde dat hij van alles verkeerd had gedaan en dat hij overal voor moest betalen. Het slachtoffer moest sowieso € 1.500, betalen;
• Begon over € 10.000,-
• Op een onduidelijke manier kenbaar maakte wat hij wilde. Het slachtoffer wist niet zo goed wat hij nou precies wilde;
• De eerste keer € 1.000, - van het slachtoffer aan heeft genomen, het geld telde en aan gaf dat het te weinig was
• Meerdere keren geld van het slachtoffer heeft aangenomen Wat wil je hierover verklaren?
A: De 10.000 euro is wel besproken. Dat ging over de afspraak op het station Stadshagen zoals ik net heb verklaard. Hij is verder met [medeverdachte 1] overeengekomen om alleen te betalen voor de nacht. …
V: Hoeveel geld heeft het slachtoffer afgegeven?
A: [medeverdachte 1] gaf aan dat het geregeld was. Dat was toen ik haar weer zag in mijn huis. Ze is met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] bij mij gekomen. Dan bedoel ik de 2.250 euro. Dat vertelde ze mij.
V: Wie heeft het geld in ontvangst genomen?
A: Zij zelf. Ze gaf bij mij thuis het geld om bij het spaargeld te leggen. Dat was 2.250 euro. Ik bewaarde het geld van [medeverdachte 1] in een kleine tas van Louis Vutton in rolletjes van 1.000 euro. Er zaten ten tijde van het incident nog 2.000 euro in deze tas.
V: Waar heb je de 2.250 euro van [medeverdachte 1] in gestopt?
A: In het tasje. Tussen het incident en de aanhouding heeft [medeverdachte 1] er nog wel geld van gebruikt.
V: Wat is de rol geweest van [medeverdachte 4] ?
A: Hij is denk wel degene geweest die het letsel heeft toegebracht bij het slachtoffer.
V: Hoe weet je dat?
A: Er gingen wel verhalen over hoe hij had geslagen en [medeverdachte 1] zei dat ze er misselijk van was geworden. [medeverdachte 4] heeft het mij zelf verteld. Ik vroeg of het goed was afgelopen. Ze zei dat ze misselijk was geworden van [medeverdachte 4] . Er had een worsteling plaatsgevonden. [medeverdachte 1] vertelde mij dat hij boven op hem lag. [medeverdachte 4] bovenop [slachtoffer] en dat [slachtoffer] een paar rake klappen had gekregen.
V: Wie heeft het slachtoffer mishandeld?
A: [medeverdachte 4] oftewel [medeverdachte 4] .
…
V: Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt dat de volgende goederen zijn weggenomen:
Rugzak van het merk Eastpack
Bucknife in bruinieren etui
Gele lakdiktemeter
Zilverkleurige Rayban bril
Portemonnee met rijbewijs, id-kaart, pasfoto’s, bankpassen, 2 kentekencards, RDW bedrijfsvoorraad pas
Zwarte telefoon merk Samsung
Tussen de 7.000 en 9.000 euro Wat wil je hierover verklaren?
A: Zo wow. Dat van die tas weet ik. Zwarte laptop en portemonnee ook. Dat gele ding ook. Ik vroeg aan [medeverdachte 4] wat dat was. Hij zei dat hij dat niet wist. Hij zat op de bank en was de tas aan het uitpakken. Ik wist op dat moment nog niet dat het de tas van [slachtoffer] was en toen ik het wist heb ik hem de woning uitgezet. Ik heb op mijn telefoon uitgezocht wat een lakdiktemeter was uit nieuwgierigheid.
V: Wie heeft deze goederen weggenomen?
A: [medeverdachte 4] kwam met die tas aanzetten. Ik ga er vanuit dat het [medeverdachte 4] was.
V: Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat er ook e-sigaretten en een laptop zou zijn weggenomen uit de woning. Wat wil je hierover verklaren?
A: Klopt volgens mij.
OV: Op 7 juni 2021 heeft bij jou thuis een doorzoeking plaatsgevonden. Bij deze doorzoeking zijn goederen inbeslaggenomen. Deze goederen willen we 1 voor 1 met je doornemen.
V: We hebben in je woning 2.470 euro aangetroffen. Van wie is dit geld?
A: 2.000 in tasje was van [medeverdachte 1] en het andere weet ik niet.
V: We tonen je een foto van een mes van het merk Buck547. Van wie is dit mes?
A: Ken ik niet.
V: Wil je afstand doen van dit mes?
A: Ja als het van hem is.
V: We tonen je een foto van een bril van het merk Rayban. Van wie is deze bril?
A: Is niet mijn Rayban bril.
V: Wil je afstand doen van deze bril?
A: Als die van [slachtoffer] is dan wel.
20. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 juli 2021, opgenomen op pagina 793 e.v. vanvoornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
V: Op welk moment heb jij het slachtoffer aangeraakt?
A: Ik heb het slachtoffer niet geraakt
V: Er is dus geen fysiek contact geweest tussen jou en het slachtoffer?
A: Nee.
V: Hoe kan er dan DNA van jou op het slachtoffer zitten?
A: I don’t know.
V: Op het overhemd rond de borststreek?
A: Ik zou het niet weten.
21. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 september 2021, opgenomen op pagina 938 e.v.van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 3] :
A: Ik ben meegevraagd door [verdachte] om een meisje, [medeverdachte 1] , die problemen had om die op te halen. Ik ben met [medeverdachte 4] meegereden. [verdachte] en [medeverdachte 2] waren al naar de woning gegaan. [medeverdachte 4] zei ik ga ook naar binnen en ben toen meegelopen. Ik heb in de gang gewacht. Op een gegeven moment kwam [medeverdachte 1] langs mij lopen hierna de rest en is iedereen weer weg gegaan.
V: [verdachte] vroeg je om mee te gaan, hoe ging dat?
A: Eigenlijk vroeg [verdachte] of ik mee ging. Ik ben bij [medeverdachte 4] in gestapt omdat
[verdachte] en [medeverdachte 2] al weg waren. In mijn beleving vroeg [medeverdachte 4] mij toen in te stappen. We zouden [medeverdachte 1] gaan ophalen. …
V: Dan staan jullie geparkeerd, [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn er niet en dan?
A: Wij hebben een poosje in de auto gewacht.
V: En toen?
A: [medeverdachte 4] was met zijn telefoon bezig en op een gegeven moment zei hij we gaan, of ik ga naar binnen. Ik ben met hem meegegaan.
A: Hij liep naar een kant van het huis en daarna naar de andere kant en ging daar naar binnen.
V: Een voordeur?
A: Weet ik niet, volgens mij is er geen voordeur. Hij liep eerst naar links van de woning en daarna naar rechts en daar ging hij naar binnen.
A: Ik liep eigenlijk gelijk achter hem aan naar binnen toe.
V: En toen?
A: Ik hoorde mensen praten. [medeverdachte 4] liep door. Bij binnenkomst kom je in de gang. Ik zag dat [medeverdachte 1] eraan kwam. [medeverdachte 4] liep door.
V: En jij?
A: Ik ben in de gang blijven wachten bij [medeverdachte 1] .
…
V: Hoe komt jouw DNA dan op het shirt van de aangever?
A: Dat weet ik niet.
…
V: Heb je anderen met spullen gezien?
A: Nee ik heb dat niet gezien. Ik heb zelf ook niks meegenomen.
V: Uit de zoekgeschiedenis van je telefoon lezen wij iets over een drone.
A: Ik heb niet op mijn telefoon gezocht. Ik heb geen code op om mijn telefoon. Die ligt daar vaak in de schuur. Hij is gekoppeld aan een JBL box. Zij maken allemaal gebruik van mijn telefoon om muziek af te spelen. Mogelijk dat de anderen met mijn telefoon gezocht hebben daar op.
22. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 augustus 2021, opgenomen op pagina 879 e.v. van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 4] :
V: Heb je zelf ook bijnamen?
A: [medeverdachte 4] . Mensen noemen mij zo.
...
V: Waar was jij op donderdagavond 15 april 2021, dit is een paar dagen voor de overval? [medeverdachte 1] is toen in Havelte geweest. Waar ben jij toen geweest?
A: Ik heb [medeverdachte 1] toen naar Havelte gebracht.
V: Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat zij die avond door jou naar het vakantiepark in Havelte is gebracht, dat ze daar seks met [slachtoffer] , het latere slachtoffer, heeft gehad, en dat ze met jou terug naar [plaats] is gereden. Wat wil je hierover verklaren?
A: Ja we spraken wel over de avond. Ze begon over het slachtoffer te praten over wat hij allemaal in zijn bezit had. Zij vertelde ook wel dat hij tegen haar had gezegd dat hij met haar verder wilde en dergelijke.
A: Ze vertelde dat hij een bedrijf had, auto’s en dat hij veel klokken had.
…
V: Je wordt verdacht van een overval (diefstal met geweld/afpersing) wat op zondag 18 april 2021 in Havelte heeft plaatsgevonden. Wie zijn er allemaal naar Havelte gegaan en in welke auto’s?
A: [verdachte] met [medeverdachte 2] , in de auto van [medeverdachte 2] . Een rode Peugeot. Ik ben met de witte auto gegaan. Zij reden gelijk weg. Die [medeverdachte 3] kwam bij mij in auto zitten. Eigenlijk vanuit het niets.
V: Waarom gingen jullie naar Havelte?
A: Ik ging om het meisje op te halen. …
V: Je wist dat [medeverdachte 1] daar zat?
A: Ja, [verdachte] zei dat hij, het slachtoffer, moeilijk deed. Dat hij haar niet wilde laten gaan. Ik zei toen dat ik haar wel wilde ophalen. We zijn daar met zijn allen heen gereden. Daar zei [verdachte] tegen mij dat ik moest wachten. Dat heb ik ook gedaan.
V: Wie nam het initiatief om daar naar toe te gaan, naar Havelte?
A: [verdachte] had het contact met [medeverdachte 1] . … V: Wie zou haar ophalen in eerste instantie?
A: Ik zou dat doen. Maar we hadden niet afgesproken wanneer.
V: Hoe en wanneer is [medeverdachte 1] naar Havelte gebracht op zaterdag 17 april?
A: Ik lag te slapen en [medeverdachte 1] maakte mij wakker. Zij vertelde dat zij in de stad afgezet wilde worden. Ik ben met haar naar de stad gegaan. In de auto vertelde zij dat die klant uit Havelte zou komen. Ik heb haar in de stad afgezet en ben weer weggegaan. …
V: Daarna gebeurt er niks. De volgende dag 18 april zegt [verdachte] / [verdachte] dan dat de klant [medeverdachte 1] niet wilde loslaten.
A: Dat klopt.
V: Jij moest toen van [verdachte] contact opnemen met [medeverdachte 2] ?
A: Ja, ik heb hem gebeld.
[medeverdachte 2] is gekomen en [verdachte] heeft toen apart met [medeverdachte 2] gesproken. Ik ben toen in de auto gestapt en ik wilde [medeverdachte 1] ophalen. …
V: Dus [medeverdachte 3] stapt bij jou in. Wie rijdt er dan vervolgens als eerst weg, [verdachte] en [medeverdachte 2] of [medeverdachte 3] en jij?
A: [verdachte] en [medeverdachte 2] . Ik wilde wegrijden en zag dat [verdachte] en [medeverdachte
2] ook hard wegreden. Ik wist niet waar zij heen reden. Daar hadden wij niet over gesproken. Ik wilde
[medeverdachte 1] ophalen. [medeverdachte 3] stapte vanuit het niets bij mij in. Ik wilde
[medeverdachte 1] ophalen en ben met [medeverdachte 3] weggereden in de richting van Havelte. Ik heb niet met [medeverdachte 3] gesproken over dat hij ineens bij mij in de auto zat. Ik wilde gewoon [medeverdachte 1] op gaan halen.
V: Op welke moment heb je dan in de gaten dat ook [verdachte] en [medeverdachte 2] naar Havelte rijden?
A: Toen ik daar aan kwam. Ik zag toen de auto van [medeverdachte 2] daar. In de auto zaten
[verdachte] en [medeverdachte 2] . Ze stonden voor het huis van het slachtoffer. …
A: Ik dacht wat doen zij hier? Ik wou uitstappen. [verdachte] vertelde mij dat ik moest blijven zitten en wachten. [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn vervolgens naar deur van de woning van het slachtoffer toe.
V: [medeverdachte 3] is ook bij jou in de auto blijven wachten?
A: Ja, in de auto.
V: Zij zijn binnen, [verdachte] en [medeverdachte 2] , hoelang duurde het voordat er iets gebeurde?
A: Ik zat al even in de auto, ik denk een kwartiertje ofzo. Ik weet niet precies hoelang.
V: En toen?
A: Ik werd geappt door [verdachte] dat ik naar binnen moest komen.
V: Wat zag je toen je binnenkwam?
A: Ik zag dat spanning hoog was. Het was chaotisch.
V: Hoe merkte je dat?
A: Door de manier waarop er gesproken werd. Ze spraken ook allemaal door elkaar heen. Ik hoorde het aan de stemmen. …
A: Die man komt op mij af. Ik zag dat hij agressief was. Hij kwam op mij aflopen met een bepaalde houding of hij mij wat aan wilde doen. Hij schreeuwde tegen mij. Ik weet niet wat. Voordat hij mij wat kon aandoen heb ik hem geslagen.
V: Hoe heb je hem geslagen?
A: Ik heb hem een klap in het gezicht gegeven en een trap tegen zijn benen.
V: Hoe heb jij het slachtoffer geslagen?
A: Met de vuist
V: Wat gebeurde er met het slachtoffer?
A: Op dat moment werd hij door een van de anderen beetgepakt. Ik wil geen namen noemen.
Diegene nam hem mee naar de grond toe. Ik zag toen nog wel dat er op het slachtoffer werd ingetrapt.
V: Jij hebt het slachtoffer neergeslagen nadat deze op jouw af kwam. Een van de anderen pakt dan het slachtoffer en werkt deze naar de grond. Gebeurde dit direct?
A: Ja
V: Dus het slachtoffer had eigenlijk geen tijd om te beseffen wat er gebeurde?
A: Klopt.
V: Wie waren er allemaal in de woning toen jij die klap en trap gaf?
A: Iedereen.
V: Dus zij hebben allemaal kunnen zien dat jij een trap en klap hebt gegeven aan het slachtoffer?
A: Ja, iedereen.
V: Degene die de man vastpakt, gaat die ook naar de grond met het slachtoffer?
A: Ja zijn gingen beiden naar de grond.
V: Hoe had diegene het slachtoffer vast?
A: Vanachter met zijn armen om zijn nek. Het was echt een greep.
V: Dan liggen ze samen op de grond en dan?
A: Dan wordt er door 2 man in getrapt op het slachtoffer. Ik was toen met [medeverdachte 1] bezig om haar spullen bij elkaar te pakken. Ik zag dat er elke keer op het slachtoffer werd ingetrapt. Ik was een beetje in shock en dacht wat gebeurt hier. Elke keer wanneer het slachtoffer wilde opstaan werd er weer getrapt. Ik ben vervolgens bovenop het slachtoffer gesprongen met de bedoeling om hem te beschermen zodat hij niet meer trappen kreeg.
V: Jij zegt dat 2 mannen op hem hebben ingetrapt?
A: Ja, diegene die hem vastpakte en de andere.
V: Naast jou zijn [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in de ruimte?
A: Dat klopt.
V: Wie heeft er geen geweld gebruikt?
A: [medeverdachte 2] .
V: [medeverdachte 2] heeft dus geen geweld gebruikt?
A: Klopt.
V: Wie ging als eerste weg?
A: [medeverdachte 2] , samen met [verdachte] . 30 seconden daarna ben ik ook weggegaan.
V: En [medeverdachte 1] ?
A: Die liep ook weg. Ik lag toen op die man. Nadat [medeverdachte 1] wegging ben ik van die man afgegaan.
V: En [medeverdachte 3] ?
A: Ook met hun.
V: Dus jij bent als laatste de woning uitgegaan?
A: Ja.
V: Duidelijk. 3 mensen hebben geweld gebruikt, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] niet. [verdachte] , [medeverdachte 3] en jij hebben geweld gebruikt. Waarom wil je niet vertellen wie, wat gedaan heeft?
A: Ik denk dat dat angst is.
...
V: Als ik naar jouw plattegrond kijk en naar de posities kijk van de personen wie waar staat. Dan kan het bijna niet anders dan dat [verdachte] het slachtoffer heeft vastgepakt. [medeverdachte 3] was immers aan de andere kant van de ruimte. Dat zou niet logisch zijn. Klopt het als ik hem invul dat [verdachte] het slachtoffer moet hebben vastgepakt?
A:
O: Verdachte knikt ‘Ja’
...
V: En hoe zit het met de gestolen goederen?
A: Toen ik bovenop het slachtoffer lag, renden de andere drie, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] naar een andere kamer. Ik heb niet gezien wat zij daar gedaan hebben. Het ging zo snel.
V: Heb jij gestolen spullen gezien?
A: Nee sowieso niet voordat we bij [verdachte] thuis waren. Daar heb ik ze pas voor het eerst gezien. Het was heel chaotisch.
V: Je zegt het is heel chaotisch. De anderen lopen de slaapkamer in, gaan daarna weg en dan?
A: Ik ben toen ook weggegaan. Ik ben naar buiten gegaan en ben samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] in de auto gestapt en weggereden. [medeverdachte 3] zat naast mij en [medeverdachte 1] achterin. [verdachte] en [medeverdachte 2] waren al weggereden in hun auto.
...
V: Hoe was het slachtoffer er aan toe op het moment dat jullie weggingen?
A: Dat weet ik niet. Heb ik niet kunnen zien.
V: Was hij bij bewustzijn?
A: Ja
V: Had hij verwondingen?
A: Ik heb wel bloed bij hem gezien, was wel blij dat hij nog leefde.
V: Is er zoveel geweld gebruikt dan?
A: Hij heeft wel heftige klappen gehad voor zover ik heb kunnen zien.
...
V: En vervolgens?
A: Kwamen er veel spullen tevoorschijn. Ze kwamen uit een tas maar hoe en wat weet ik niet.
V: uit welke auto?
A: Volgens mij uit de rode Peugeot van [medeverdachte 2] . Ik had geen goederen in de auto.
A: Ik was veel eerder dan [verdachte] in zijn woning. Ik was samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] .
V: En dan komen [verdachte] en [medeverdachte 2] later binnen met een tas met spullen?
A: Ja
V: Hoeveel tijd zat er tussen dat jij er bent en [verdachte] en [medeverdachte 2] komen?
A: Tien minuten, kwartiertje
V: Dan zijn jullie met zijn allen. Wat gebeurt er dan?
A: Ik vroeg wat er was gebeurd. We stonden in de woonkamer. [verdachte] zei dat er problemen waren met die man. Ik wilde mij er ook niet teveel mee bemoeien en ben buiten een jointje gaan roken. [medeverdachte 1] kwam ook bij mij. Kort hierna moesten [medeverdachte 1] en ik naar binnen komen. Toen zei [verdachte] van dat wanneer wij eventueel aangehouden zou worden wij allen moesten zeggen dat [medeverdachte 1] opgehaald moest worden en verder niet.
V: En die goederen?
A: Er is van alles alle kanten op gegaan. Ik zag op een gegeven moment een drone. Ik heb ook wel een mes gezien.
V: Welke goederen heb jij gezien?
A: Laptop, mes een drone en een tas. Een zwarte of grijze in ieder geval donkere tas. Het was een rugtas.
V: Heb jij geld gezien?
A: Ik heb gezien dat [verdachte] geld gaf aan [medeverdachte 1] . Ik weet niet hoeveel dit was. Ik stond buiten, zij binnen. Ik zag dit door het raam.
...
V: Je weet dat er DNA van jou is aangetroffen op het slachtoffer?
A: Ja dat zou gebeurd kunnen zijn toen ik bovenop hem lag.
V: Hoe lag het slachtoffer?
A: Op zijn zij. Ik had hem vast bij zijn armen en benen en duwde hem naar de grond.
23. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 juni 2021, opgenomen op pagina 834 e.v. van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
V: Zou jij ons vanaf begin af aan willen vertellen wat er die 18 april 2021 is voorgevallen?
A: Ja, ik kreeg telefoon van [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) of ik even mee wilde rijden en toen zijn we naar Havelte gereden. Die man wilde niet betalen en [medeverdachte 1] niet los laten zeg maar. Ik zei dat hij mij maar moest laten gaan omdat ik klein ben en niet zo'n grote indruk maak.
Ik heb aangebeld en werd binnen gelaten. Ik heb gezegd dat er problemen waren over geld en toen hebben we wat gepraat. Vervolgens kwam [verdachte] binnen en dat was het wel zo'n beetje.
V: Hoe verder?
A: Ik was aan het praten met hem maar wist het niet precies hoe dat ging met betalen enzo. Toen moest hij betalen dus ik vroeg aan [medeverdachte 1] hoeveel en toen zei ze 1.500 en dat heeft hij betaald en toen ben ik naar buiten gegaan.
V: Wie zijn allemaal betrokken bij het incident wat zondag 18 april 2021 in Havelte heeft afgespeeld?
A: Allemaal die jullie hebben aangehouden.
V: Wie zijn dat?
A: Ja [verdachte] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] en nog iemand maar ik weet niet hoe die heet.
...
V: Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat er vier mannen bij waren. Jij, [verdachte] , [medeverdachte 4] en een kale man genaamd [medeverdachte 3] . Ook jij hebt bij de RC verklaard dat er een jouw onbekende man bij was. Wat wil je hierover verklaren?
A: Niet veel. Ik heb hem misschien twee keer eerder gezien maar hoe hij heet. …
V: Waarom zijn jullie naar Havelte gereden, met andere woorden waarom vroeg [verdachte] jou mee?
A: Dat weet ik niet. Blijkbaar had hij geen vervoer. Omdat die man niet wilde betalen en hij [medeverdachte 1] vast hield.
V: Waar was je toen je door [verdachte] gevraagd werd mee te gaan?
A: Ik was thuis en toen ben ik dus naar hem toe gereden. … V: Wat heeft hij jou exact gevraagd om te gaan doen?
A: Niks, hij vroeg of ik mee wilde rijden. Onderweg vertelde hij wat er aan de hand was en toen bood ik aan om aan te bellen omdat dat minder bedreigend zou overkomen.
V: Wat was de intentie om in Havelte daar te gaan doen?
A: Die man, [slachtoffer] , laat mij binnen en ik vroeg of er een probleem was over betalen. Hij zei toen van alles en ik zei dat hij moest betalen en dat wilde hij ook wel.
...
V: Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt dat er een man, hij heeft het over een man lijkend op een gokhalexploitant, voor de deur stond en dat nadat hij die binnen had gelaten zag dat een man, hij noemt het een instagramfiguur, via de tuindeuren de woonkamer binnen kwam. Klopt het dat het zo is gegaan?
A: Ja.
V: Waarom hebben jullie je opgesplitst?
A: Dat weet ik niet.
V: Waar waren de andere twee, [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] ?
A: Ik neem aan buiten.
V: [verdachte] en jij zijn in de woning, wie heeft als eerste het woord gedaan?
A: ik was met die man aan het praten toen [verdachte] binnen kwam. Of aan het praten ik vroeg wat er was gebeurd zeg maar.
V: Hoe hebben jullie je voorgesteld?
A: Als [medeverdachte 3] maar ik had ook [medeverdachte 2] kunnen zeggen. [verdachte] noemde zich anders. Dat staat wel in het dossier.
V: Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt dat jullie je hadden uitgegeven als [verdachte] en [medeverdachte 3] . Wat wil je hierover verklaren?
A: Ja, als [verdachte] , dat klopt.
V: Wat heb jij in de woning gezegd of gedaan?
A: Ik heb gezegd dat er problemen waren met betalen en hij zei dat het klopte. Hij wilde niet betalen en zo ging het heen en weer. Hij wilde toen wel betalen en ik zei dat hij aan [medeverdachte 1] moest vragen hoeveel. Dat deed hij toen. [medeverdachte 1] zei toen dat hij 1500 moest betalen.
V:Heeft hij betaald?
A: Ja, ik neem aan van wel. Ik heb twee keer geld gezien.
V: Op welke momenten zag je dat geld dan?
A: Eén keer heeft hij geld ergens achter weg gepakt en dat was niet genoeg volgens [medeverdachte 1] en toen haalde hij weer wat en dat was genoeg en toen ging ik weg.
V: Wat werd er gezegd toen hij meer moest betalen?
A: [verdachte] zei dat het niet genoeg was en toen haalde hij nog wat uit een tas ofzo.
V: Aan wie gaf het slachtoffer het geld?
A: Aan [verdachte] en die zal het wel geteld hebben denk ik. [medeverdachte 1] had ook al geld volgens mij maar het ging allemaal door elkaar. …
...
V: Waarom ontstond er ruzie?
A: Weet ik niet. Ik ben er uit gelopen. Er was een schermutseling en toen ben ik eruit gelopen en is [verdachte] ook er uit gelopen en zijn we naar Zwolle gereden. …
Nadere bewijsmotivering ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
Op maandag 19 april 2021 te 15.40 uur wordt door aangever [slachtoffer] telefonisch melding gedaan van het feit dat hij op 18 april 2021 in zijn woning aan de [straatnaam] te Havelte is overvallen. Aangever is door het gebruikte geweld bij deze overval zwaar gewond geraakt en ligt op dat moment in het ziekenhuis in Heerenveen.
Verdachte [verdachte] wordt verweten dat hij deze overval tezamen met vier medeverdachten (
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ) heeft gepleegd.
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Aangever [slachtoffer] heeft op 15 april 2021 een escortmeisje ingehuurd ( [medeverdachte 1] ).
1
[medeverdachte 1] wordt na deze afspraak opgehaald bij de woning van aangever in Havelte door
[medeverdachte 4] .
2[medeverdachte 1] spreekt eerst met [medeverdachte 4] en later met [verdachte] over aangever. [verdachte] en [medeverdachte 4] hebben de indruk dat er bij aangever wat te halen valt en zij bedenken vervolgens een plan om een geldbedrag (10.000 euro) bij hem los te praten.
3
Met de telefoon van [medeverdachte 1] wordt op zaterdagochtend 17 april contact opgenomen met aangever. In het Whatsapp gesprek dat volgt tussen aangever en (naar hij aanneemt)
[medeverdachte 1] , geeft [medeverdachte 1] aan dat zij een probleem heeft omdat zij uit haar kamer is gezet en vraagt zij aangever om hulp. Aangever haalt [medeverdachte 1] op zaterdagmiddag 17 april op in Zwolle.
4Die avond vertelt [medeverdachte 1] een verhaal over gedwongen prostitutie, het moeten voldoen van een schuld van 10.000 euro, een ex-vriend die haar bedreigt en een kind dat zij alleen zou mogen zien na betaling die schuld. Er wordt gesproken over het uitkopen van [medeverdachte 1] door aangever. In de avond van 17 april en de ochtend van 18 april heeft [medeverdachte 1] ook veelvuldig telefonisch contact met anderen.
5
Hoewel er op dat moment geen concrete afspraken zijn gemaakt begint [medeverdachte 1] in de ochtend van 18 april bij aangever aan te dringen op betaling.
[verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] rijden dan rond het middaguur kort na elkaar in twee auto’s van Zwolle naar Havelte. Er wordt rond 12:45 uur door [medeverdachte 2] aangebeld bij de woning van aangever. [medeverdachte 2] gaat naar binnen en zegt tegen aangever dat ze een probleem hebben. [verdachte] komt iets later binnen via een tuindeur. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] wachten op dat moment buiten in de auto.
Door [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] wordt aangedrongen op betaling. In eerste instantie voert vooral [medeverdachte 2] het woord. Uit de woorden van [medeverdachte 2] maakte aangever op dat hij haar pooier is. Aangever pakt dan 1.000 euro uit de kluis. Het wordt niet genoeg bevonden en in etappes haalt aangever meer geld tevoorschijn.
In de telefoon van [verdachte] is een geluidsopname
6gevonden van een deel van het incident in Havelte. Het gesprek begint over de afspraak die zou zijn gemaakt om 12.00 uur. Dat is de afspraak over het uitkopen van [medeverdachte 1] . Aangever geeft aan dat hij daarvan afziet. [verdachte] zegt dan ‘dan moet daar een andere oplossing voor komen, heel simpel’. [medeverdachte 2] geeft dan aan dat ze een prijs moeten regelen. [medeverdachte 1] noemt een bedrag van 1.500 euro. Aangever geeft dan aan dat hij nog 500 euro kan betalen (boven op de 1.000 euro die hij dan al betaald heeft), maar dat hij vooral wil dat ze weggaan. De opname stopt dan.
Aangever gaat extra geld pakken. [verdachte] vraagt [medeverdachte 4] via de app om de woning binnen te komen. [medeverdachte 3] komt met [medeverdachte 4] mee naar binnen.
7
Aangever verklaart dat de mishandeling direct na het overhandigen van de laatste biljetten is begonnen. Aangever wordt in zijn rug getrapt en gaat tegen de grond. Iemand gaat op hem zitten en neemt hem in een wurggreep. Uit de bewijsmiddelen volgt dat dit door [medeverdachte 4] wordt gedaan. Ook wordt aangever op dat moment geslagen en geschopt. Aangever wordt gevraagd om de code van de kluis te geven. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 3] en [verdachte] aangever hebben geschopt en geslagen.
8
Nadat hij de code heeft gegeven hoort aangever iemand zeggen dat het gelukt is en dan gaat [medeverdachte 4] van hem af en verlaten de verdachten de woning. Eerst rijden [verdachte] en [medeverdachte 2] weg en kort erna [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] .
De buit bestaat uit een geldbedrag en de in de tenlastelegging genoemde goederen. Na de overval komen de verdachten samen in de woning van [verdachte] waar de buit wordt verdeeld en de verhalen op elkaar worden afgestemd.
9
In de woning van [verdachte] zijn het mes (buck-knife) en de bril van aangever teruggevonden alsmede een aantal aankoopbonnen waaruit blijkt dat [verdachte] na de overval voor een aanzienlijk bedrag contante uitgaven heeft gedaan.
10Door [verdachte] is voorts op internet naar informatie over een lakdiktemeter gezocht.
11
In de woning van [medeverdachte 2] is een geldbedrag van 3.110 euro aangetroffen en in beslag genomen.
12
Met de telefoon van [medeverdachte 3] zijn op de dag van de overval (onder meer) zoektermen gebruikt die te relateren zijn aan de weggenomen drone van aangever gelet op het type waar op gezocht is.
13
Aangever heeft door de mishandeling over zijn gehele lichaam letsel opgelopen en heeft enkele dagen in het ziekenhuis gelegen en medische behandeling ondergaan. Dit letsel is beschreven in de letselrapportage is naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als zwaar lichamelijk letsel.
14
Gelet op de verklaring van aangever (dat hij heel veel achter elkaar werd geraakt)
15, de verklaring van [medeverdachte 4] over het geweld
16, alsmede de aangetroffen DNA-sporen
17op de blouse van aangever, gaat de rechtbank ervan uit dat dit letsel aan aangever is toegebracht door
[medeverdachte 4] , [verdachte] en [medeverdachte 3] en dat alle verdachten hierbij aanwezig waren.
Gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang en verband bezien, en hetgeen daarover hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich onder feit 1 primair heeft schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld van een geldbedrag en diverse goederen en afpersing van de code van de kluis, met zwaar lichamelijk letsel als gevolg. Voorts blijkt naar het oordeel van de rechtbank in voldoende mate dat verdachte de onder 1 primair bewezen geachte feiten heeft medegepleegd met anderen omdat er ten aanzien van de diefstal met geweld en de afpersing sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . De rechtbank leidt deze nauwe en bewuste samenwerking af uit de verschillende verklaringen en uit de uiterlijke verschijningsvorm (de aanloop, de rolverdeling, de getalsmatige overmacht, de verdeling van de buit, het afstemmen van verklaringen) zoals hiervoor weergegeven. Gelet op haar rol en aandeel voorafgaand aan en ten tijde van de woningoverval merkt de rechtbank [medeverdachte 1] aan als medeplichtige.
Ten aanzien van het onder 2 en onder 3 ten laste gelegde
Nu verdachte de onder 2 en onder 3 ten laste gelegde feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 februari 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland metonderzoeksnummer: NN3R021047 / LAVERNE en proces-verbaalnummer: 2021100321/ 2021244322, opgemaakt en gesloten op 9 september 2021 door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende:
- een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van de doorzoeking vande woning van verdachte aan [straatnaam] te [plaats] op 7 juni 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] en opgenomen op pagina 289 e.v. (met bijlage goederen);
- een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek vuurwapens en munitie op 19 juli 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] en opgenomen op pagina 460 e.v. (met bijlagen);
- een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte op 6 juli 2021 te13:00 uur, opgemaakt door verbalisant en opgenomen op pagina 793 e.v..
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland met onderzoeksnummer: NN3R021047 / LAVERNE en proces-verbaalnummer: 2021100321/ 2021244322, opgemaakt en gesloten op 9 september 2021 door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende:
- een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van de doorzoeking van
de woning van verdachte aan [straatnaam] te [plaats] op 7 juni 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] en opgenomen op pagina 289 e.v. (met bijlage goederen), inhoudende:
Lijst van in beslag genomen goederen:
A-2-A-011 Poloshirt (politie) maat M.
- een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte op 6 juli 2021 te13:00 uur, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] en opgenomen op pagina 793 e.v., inhoudende:
V: We willen je eerst wat vragen over de aangetroffen polo van de politie. Aangezien deze enkel aan politiemedewerkers worden verstrekt en niet mogen worden weggegeven of uitgeleend verdenken we je wat dat betreft van heling.
V: Bij de doorzoeking in je woning is een polo shirt van de politie aangetroffen. Je hebt verklaard dat deze is gebruikt bij een clip. Klopt dat?
A: Ja.
V: Welke clip is dat?
A: Het nummer heet “schijt aan de buren” en daar is ook een politie auto gehuurd via de platenmaatschappij. Zij konden ook wat attributen huren. Die polo's zijn via marktplaats ofzo gegaan. Iemand bood die gewoon aan. Ik dacht dat het niet echt was tot ik het labeltje zag. Ik heb de polo dus zelf niet gekocht maar dat werd geregeld. Ik weet wel dat het een mooi shirt was. Ik wil niet kwijt welke platenmaatschappij dat heeft geregeld. Het is mijn verantwoording.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.