In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) als verweerder en een eiser die schadevergoeding eiste voor mijnbouwschade aan zijn woning. De eiser had eerder schadevergoeding ontvangen voor aardbevingsschade, maar stelde dat er opnieuw schade was ontstaan door mijnbouwactiviteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade aan de betonvloer in de schuur waarschijnlijk het gevolg is van veenoxidatie, een proces dat kan optreden wanneer veenlagen droog komen te staan. De rechtbank oordeelde dat, hoewel niet kon worden uitgesloten dat trillingen van mijnbouwactiviteiten invloed hadden op de schade, de schade niet identiek was aan eerder behandelde schades door de NAM. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat de deskundigen van DOG en de adviseur Wiersum voldoende onderbouwd hadden dat de schade niet was verergerd door mijnbouwactiviteiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schadevergoeding die aan de eiser was toegekend, voldoende was om de schade te herstellen. De uitspraak benadrukt het wettelijk bewijsvermoeden dat van toepassing is bij schade door mijnbouwactiviteiten en de rol van deskundigen in het vaststellen van schadeoorzaken.