ECLI:NL:RBNNE:2022:677
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake mijnbouwschade onder de Tijdelijke wet Groningen
In deze bestuursrechtelijke procedure heeft eiser, eigenaar van een woonhuis in Groningen, een aanvraag ingediend voor schadevergoeding op basis van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) vanwege vermeende schade aan zijn woning door mijnbouwactiviteiten. De aanvraag werd door het Instituut Mijnbouwschade Groningen afgewezen, omdat er geen zichtbare fysieke schade was vastgesteld. Eiser heeft bezwaar gemaakt en het bestreden besluit, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, is door hem aangevochten bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 16 februari 2022 is de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigden aanwezig waren, evenals een deskundige van het schade-expertisebureau NIVRE.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade, die bestaat uit een oneffenheid in de wand van de trapopgang, niet als fysieke schade kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft besloten om geen nader onderzoek te laten uitvoeren naar de oneffenheid achter het behang, omdat de deskundigen geen bewijs van fysieke schade hebben kunnen vaststellen. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat de oneffenheid het gevolg is van mijnbouwactiviteiten. De rechtbank concludeert dat verweerder zorgvuldig heeft gehandeld en het beroep ongegrond verklaart.
De uitspraak is gedaan door mr. T.F. Bruinenberg en is openbaar uitgesproken op 7 maart 2022. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak in beroep te gaan bij de Raad van State.