ECLI:NL:RBNNE:2022:651

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
18/261757-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte voor medeplegen en medeplichtigheid aan diefstallen met geweld

Op 8 maart 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van en medeplichtigheid aan twee diefstallen met geweld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. De zaak was gebaseerd op een incident dat plaatsvond op 13 december 2020 in Groningen, waar de verdachte samen met een medeverdachte een afspraak had gemaakt met een slachtoffer om een mobiele telefoon te kopen. Tijdens deze afspraak vond er een diefstal met geweld plaats. De officier van justitie stelde dat de verdachte de medeverdachte naar de plaats delict had gebracht en hem weer had opgehaald, en dat hij betrokken was bij het bellen van het slachtoffer om hem naar buiten te lokken. De verdediging betoogde echter dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal en dat hij vrijgesproken moest worden.

De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte had meegewerkt aan de diefstal. De rechtbank concludeerde dat de samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte niet voldoende was om te spreken van medeplegen. De rechtbank wees ook de vorderingen van de benadeelde partijen af, omdat de verdachte niet betrokken was bij het schadeveroorzakend handelen. De rechtbank besloot ook dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke veroordelingen moesten worden afgewezen, omdat de verdachte niet was veroordeeld voor de nieuwe feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/261757-21 vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18/930129-18 vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 10/159090-19

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

8.maart 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], thans gedetineerd te [instelling].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 maart 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. Th. Martens, advocaat te Assen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. A. Hertogs.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 13 december 2020, in de gemeente Groningen, op of aan de openbare weg, de Bedumerstraat, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, 2 mobiele telefoons (Iphone), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
  • zich, terwijl verdachte of zijn mededader in het bezit was van een schaar, althans een scherp en/ofpuntig voorwerp, naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te begeven, en/of
  • met een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in/op/tegen het lichaam van die
[slachtoffer 1] te steken/snijden/prikken, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of overigedelen van het lichaam te slaan en/of te stompen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 december 2020, in de gemeente Groningen, op of aan de openbare weg, de Bedumerstraat, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om 2 mobiele telefoons (Iphone), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader, toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
  • zich, terwijl verdachte of zijn mededader in het bezit was van een schaar, althans een scherp en/ofpuntig voorwerp, naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben begeven, en/of
  • met een/die schaar, althans een/dat scherp en/of puntig voorwerp, in/op/tegen het lichaam van die[slachtoffer 1] heeft/hebben gestoken/gesneden/geprikt, en/of
  • die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of overigedelen van het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 13 december 2020, in de gemeente Groningen, op of aan de openbare weg, de Bedumerstraat, 2 mobiele telefoons (Iphone), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan die
[medeverdachte], toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
  • zich, terwijl hij, [medeverdachte], in het bezit was van een schaar, althans een scherp en/of puntigvoorwerp, naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te begeven, en/of
  • met een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in/op/tegen het lichaam van die
[slachtoffer 1] te steken/snijden/prikken, en/of
  • die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of overigedelen van het lichaam te slaan en/of te stompen, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 13 december 2020, in de gemeente Groningen en/of Assen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door - samen met die [medeverdachte] naar de woonplaats en/of de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te rijden en/of die [medeverdachte] daar naar toe te vervoeren, en/of
  • zijn, verdachtes, telefoon ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte] voor het maken van
(een) (nadere) afspra(a)k(en) met die [slachtoffer 1] ten behoeve van de koop van een telefoon, en/of
  • naar die [slachtoffer 1] te bellen en te zeggen dat zijn broertje het adres niet kon vinden, en/of
  • met die [medeverdachte] van de plaats van het misdrijf weg te rijden;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 13 december 2020, in de gemeente Groningen, op of aan de openbare weg, de Bedumerstraat, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om 2 mobiele telefoons (Iphone), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte], toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
  • zich, terwijl hij, [medeverdachte], in het bezit was van een schaar, althans een scherp en/of puntigvoorwerp, naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft begeven, en/of
  • met een/die schaar, althans een/dat scherp en/of puntig voorwerp, in/op/tegen het lichaam van die[slachtoffer 1] heeft gestoken/gesneden/geprikt, en/of
  • die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of overigedelen van het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 13 december 2020, in de gemeente Groningen en/of Assen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • samen met die [medeverdachte] naar de woonplaats en/of de woning van die [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2] te rijden en/of die [medeverdachte] daar naar toe te vervoeren, en/of
  • zijn, verdachtes, telefoon ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte] voor het maken van
(een) (nadere) afspra(a)k(en) met die [slachtoffer 1] ten behoeve van de koop van een telefoon, en/of
- naar die [slachtoffer 1] te bellen en te zeggen dat zijn broertje het adres niet kon vinden, en/of- met die [medeverdachte] van de plaats van het misdrijf weg te rijden;
2.
hij op of omstreeks 18 november 2020 te Oude Pekela, gemeente Pekela, op of aan de openbare weg, de Burgemeester van Weringstraat, althans op of aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (merk Samsung), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd methet oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
  • een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan en/of te houden in de richting vandie [slachtoffer 3], en/of
  • ( dicht) achter/naast die [slachtoffer 3] te gaan staan en/of (vervolgens) die [slachtoffer 3] vast tepakken en/of achterover te trekken, en/of- (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in/op/tegen de hals van die [slachtoffer 3] te plaatsen/drukken/duwen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 18 november 2020 te Oude Pekela, gemeente Pekela, op of aan de openbare weg, de Burgemeester van Weringstraat,althans op of aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (merk Samsung), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander dan aan
[medeverdachte] en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
  • een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan en/of te houden in de richting vandie [slachtoffer 3], en/of
  • ( dicht) achter/naast die [slachtoffer 3] te gaan staan en/of (vervolgens) die [slachtoffer 3] vast tepakken en/of achterover te trekken, en/of
  • ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in/op/tegen de hals van die
[slachtoffer 3] te plaatsen/drukken/duwen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 18 november 2020, te Oude Pekela, gemeente Pekela en/of in de gemeente Assen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • samen met die [medeverdachte] naar de woonplaats van die [slachtoffer 3] en/of naar de met die[slachtoffer 3] afgesproken locatie te rijden en/of die [medeverdachte] daar naar toe te vervoeren, en/of
  • zijn, verdachtes, telefoon ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte] voor het maken van(een) (nadere) afspra(a)k(en) met die [slachtoffer 3] ten behoeve van de koop van een telefoon, en/of - met die [medeverdachte] van de plaats van het misdrijf weg te rijden.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde.
Zij heeft veroordeling voor het onder 1 primair ten laste gelegde gevorderd en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Bewezen kan worden dat verdachte de medeverdachte met de auto naar de plaats delict heeft gebracht. Nadat de medeverdachte een diefstal met geweld had gepleegd, heeft verdachte hem ook weer met de auto vervoerd. Opvallend is dat verdachte zijn auto niet voor het huis van aangever heeft geparkeerd, maar ergens verderop. Daarbij komt dat aangever heeft verklaard dat hij vlak voor de diefstal met geweld werd gebeld door een andere man dan de medeverdachte. Dit gebeurde met het telefoonnummer van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij zijn telefoon wel eens uitleende, maar zijn telefoon nooit aan iemand meegaf. Het kan dan ook niet anders dan dat verdachte degene is geweest die naar aangever heeft gebeld. Verdachte heeft tijdens dat telefoongesprek tegen aangever gezegd dat zijn broertje het huis van aangever niet kon vinden. Op die manier heeft verdachte aangever naar buiten gelokt en daarmee heeft hij een uitvoeringshandeling verricht. Dat brengt mee dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte. Het medeplegen van het onder 1 primair ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank acht met de officier van justitie en de raadsman het onder 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.
Ook van het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair en 1 meest subsidiair ten laste gelegde zal de rechtbank verdachte vrijspreken. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Op 13 december 2020 is verdachte samen met de medeverdachte vanuit Assen in de richting van Groningen gereden. Vervolgens heeft de medeverdachte met de telefoon van verdachte naar aangever gebeld om een afspraak met hem te maken voor het kopen van zijn mobiele telefoon. Op het moment dat de medeverdachte in de straat van aangever stond, werd aangever nogmaals gebeld door de telefoon van verdachte. Aangever heeft verklaard dat dit iemand anders was dan de medeverdachte.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet eenduidig is vast te stellen dat het verdachte is geweest die op dat moment met aangever heeft gebeld. Verdachte heeft dit ontkend en de resultaten van het onderzoek sluiten niet buiten redelijke twijfel uit dat een ander bij dit incident betrokken is geweest.
Om als medepleger te kunnen worden aangemerkt moet sprake zijn geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen ter verwezenlijking van een gezamenlijk crimineel doel. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van verdachte van voldoende gewicht is. Naar het oordeel van de rechtbank levert het brengen en halen van de medeverdachte en het uitlenen van een telefoon onder de gegeven omstandigheden niet de vereiste bijdrage om te kunnen spreken van medeplegen.
Verdachte moet van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken, nu medeplegen niet kan worden bewezen.
Van het onder 1 meer subsidiair en 1 meest subsidiair ten laste gelegde moet verdachte ook worden vrijgesproken. Hoewel het brengen en halen van een medeverdachte en het uitlenen van een telefoon aan een medeverdachte kunnen duiden op het behulpzaam zijn bij een misdrijf, zijn er geen aanknopingspunten voor het feit dat verdachte had moeten of kunnen weten dat zijn hulp zou leiden tot de poging tot diefstal met geweld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het opzet op het gronddelict niet kan worden vastgesteld op grond van bovengenoemde feiten.
Er is daarmee niet voldaan aan de dubbele opzet die vereist is voor een bewezenverklaring van medeplichtigheid.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 1], tot een bedrag van € 2.711,48 ter zake van materiële schade en € 5.000,- tervergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
[slachtoffer 2], tot een bedrag van € 598,32 ter vergoeding van materiële schade en € 2.000,- tervergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen geheel kunnen worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en met toepassing van hoofdelijkheid. Subsidiair heeft zij zich op het standpunt gesteld dat de vordering enigszins gematigd moet worden, gelet op de rol van verdachte bij het strafbare feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gelet op de door hem bepleite algehele vrijspraak primair aangevoerd dat de benadeelde partijen in hun vorderingen niet ontvankelijk dienen te worden verklaard. Subsidiair heeft hij matiging van de vorderingen bepleit.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewijsbaar dat deze verdachte betrokken is geweest bij het schadeveroorzakend handelen. De benadeelde partijen zullen daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling 18/930129-18

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 31 januari 2019, gewezen door de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland te Assen, is verdachte veroordeeld tot -voor zover hier van belangeen gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen, waarvan 224 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Bij beslissing van de meervoudige kamer d.d. 25 februari 2020 is een gedeelte van deze voorwaardelijk opgelegde straf, groot 60 dagen, ten uitvoer gelegd.
De officier van justitie heeft bij vordering d.d. 9 december 2021 de tenuitvoerlegging gevorderd van de resterende voorwaardelijk opgelegde straf.
Nu verdachte wordt vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, kan niet worden geoordeeld dat de verdachte de algemene voorwaarde heeft overtreden. Daarom zal de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling 10/159090-19

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 7 oktober 2019, gewezen door de politierechter in de rechtbank Rotterdam te Dordrecht, is verdachte veroordeeld tot -voor zover hier van belang- een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
De officier van justitie heeft bij vordering d.d. 9 december 2021 de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij voormeld vonnis voorwaardelijk opgelegde straf.
Nu verdachte wordt vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, kan niet worden geoordeeld dat de verdachte de algemene voorwaarde heeft overtreden. Daarom zal de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair,
1 meest subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Ten aanzien van feit 1
Bepaalt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in hun vordering niet ontvankelijk zijn en dat deze vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18.930129-18 :

Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen d.d. 31 januari 2019.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

10.159090-19:

Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, d.d. 7 oktober 2019.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Zwarts, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. L.W. Janssen, rechters, bijgestaan door mr. K.E. van Rhijn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 maart 2022.