Op 27 maart 2020 heeft [gedaagde] [eiser] laten weten dat het Amerikaanse kenteken (de "title")dat nodig is voor de export naar Nederland kwijt is, dat de huidige eigenaar een nieuwe heeft aangevraagd maar dat hij deze nog niet heeft gekregen omdat er nog een lening van $ 500 op het voertuig zit van de vorige (overleden) eigenaar. [gedaagde] schrijft dat uitgezocht wordt hoe het kenteken verkregen kan worden. Hij heeft ook gewezen op de mogelijkheid om via de verscheper een kenteken te regelen voor $ 950, maar [eiser] heeft aangegeven dat dit hem te duur is. [gedaagde] heeft [eiser] een indicatie gegeven van de kosten die met het transport gemoeid zijn ( 400,00 voor transport binnen de VS, 1.600,00 voor een plek in de container en 350,00 voor demontage van de spatborden en wielen) en desgevraagd van zijn bemiddelingskosten ( 500 - 750). Ook heeft [gedaagde] aangegeven dat het verkrijgen van het kenteken wel een aantal weken gaat duren en heeft hij [eiser] gevraagd of hij die tijd wil nemen. [eiser] heeft daarop geantwoord dat dit geen probleem is.
Op 28 maart 2020 heeft [gedaagde] de auto gekocht voor $ 5.500,00. Hij heeft [eiser] op 28 maart2020 een factuur verzonden voor een bedrag van 5.786,50. De factuur is uitgesplitst in de koopsom van 5.000,00 en 650,00 bemiddelingskosten en vermeerderd met de btw.
Op 13 mei 2020 heeft [gedaagde] laten weten dat het kenteken er nog niet is maar dat dit bij deDMV (de Amerikaanse RDW) klaar ligt en dat hij het kenteken daar moet ophalen. Ook schrijft hij dat vanwege Covid-19 de DMV nog gesloten is. Op 26 mei 2020 laat hij weten dat hij een manier heeft gevonden het kenteken per aangetekende post te ontvangen en dat het wachten daarop is. Op 12 juni 2020 laat [gedaagde] [eiser] weten dat hij zelf de volgende dag naar de DMV zal rijden. Op 27 juni 2020 laat hij weten dat het nog niet gelukt is, dat hij de verkoper van de auto nergens kan vinden en dat het voertuig nog op een afgesloten parkeerterrein staat. Op 28 juni 2020 heeft [gedaagde] geschreven dat hij zijn handen er vanaf heeft getrokken en het aan iemand anders (een bounty hunter) overlaat om de verkoper te vinden.
Op 25 augustus 2020 heeft [eiser] laten weten dat hij alle vertrouwen in de aankoop heeft verlorenomdat hij telkens niets meer hoort. Hij schrijft:
Ik begrijp dat er Corona is, maar dit loopt toch een beetje de spuigaten uit. Ik zou dan ook graag de samenwerking willen stop zetten en mijn geld terug willen, dan zoek ik volgend jaar verder ().Op 26 augustus 2020 heeft [gedaagde] geantwoord dat hij dat jammer vindt en dat de kosten die gemoeid waren met het alsnog leveren van de truck voor hem enorm zijn opgelopen. Hij schrijft dat beide partijen een risico lopen en dat hij hoopt dat ze het samen netjes kunnen regelen, zodat hij niet alleen voor de kosten hoeft op te draaien. [eiser] heeft geantwoord dat hij niet voor niets een bedrijf heeft benaderd om de aanschaf voor hem te regelen zodat het risico van extra kosten volgens hem bij [gedaagde] ligt. Hij schrijft:
"Ik vind het stom als ik moet tegemoet moet komen voor iets wat ik niet gehad heb".
[gedaagde] heeft een creditnota voor een bedrag van 4.500,00 verstuurd. [eiser] heeft dit bedrag
Uiteindelijk heeft [gedaagde] op 19 januari 2021 het kenteken ontvangen en is het voertuig inNederland aangekomen. [gedaagde] heeft het voertuig op markplaats te koop aangeboden.
[eiser] heeft [gedaagde] verzocht om teruggave van het volledige bedrag dat hij in maart 2020heeft betaald, bij gebreke waarvan hij aangifte zal doen van oplichting.
[eiser] heeft op diverse plekken op Facebook zijn verhaal gedaan en [gedaagde] een
"vuile oplichter"genoemd.