ECLI:NL:RBNNE:2022:5573
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis inzake ontbinding en ontruiming van huurovereenkomst wegens achterstallige huurbetalingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 13 september 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een verstekvonnis. De opposant, die de huur van een woning niet tijdig en volledig had voldaan, had verzet ingesteld tegen het eerder gewezen verstekvonnis van 3 augustus 2021, waarin de huurovereenkomst was ontbonden en ontruiming was bevolen. De opposant stelde dat zij de huur had opgeschort vanwege ernstige gebreken aan het gehuurde, maar deze stelling werd niet onderbouwd. De kantonrechter oordeelde dat het verzet tijdig en op de juiste manier was ingesteld, maar dat de opposant niet had aangetoond dat er sprake was van de gestelde gebreken. De kantonrechter bevestigde dat de huurovereenkomst terecht was ontbonden en dat de opposant de achterstallige huurpenningen verschuldigd was. De termijn voor ontruiming werd vastgesteld op twee weken na betekening van het vonnis. De kantonrechter wees ook de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat deze niet aan de wettelijke eisen voldeed. De proceskosten werden toegewezen aan de geopposeerde partij.