Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2022;
- het B8-formulier d.d. 16 augustus 2022 met producties 31 t/m 50 van mr. Mujic-Uuldriks;
- het B16-formulier d.d. 29 augustus 2022 van mr. Van Mourik;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 augustus 2022 met inbegrip van de pleitaantekeningen van beide advocaten.
2.De feiten
A positive study advice, because you have completed the propaedeutic phase, or because you have earned at least 45 ECTS;
A binding negative study advice, which means that you cannot continue with your degree programme.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Inleiding
tijdens de nominale cursusduur. Verder is in Deel B bepaald dat van een bijzondere omstandigheid sprake is bij een overlijden van een familielid in de eerste graad, terwijl in Deel A ‘bijzondere familieomstandigheden’ voldoende zijn om van een bijzondere omstandigheid te spreken. Volgens [eiser] is dit onderscheid dat de RUG in beide regelingen hanteert discriminerend.
treftvoor de financiële ondersteuning bij studievertraging door bijzondere omstandigheden van een bij die instelling ingeschreven student. In artikel 7.51d WHW is vervolgens bepaald dat het instellingsbestuur voorzieningen
kan treffenvoor de financiële ondersteuning van de student die (kort gezegd) niet voldoet aan het nationaliteitsvereiste zoals bedoeld in artikel 2.2. van de Wet Studiefinanciering 2000. Op grond van deze wettelijke bepalingen dient de RUG op grond van de wet voorzieningen te treffen voor (kort gezegd) nationale studenten, terwijl zij voorzieningen
kantreffen voor internationale studenten. Voor zover de RUG in Deel B van de Regeling Profileringsfonds strengere voorwaarden heeft gesteld aan het aanwezig zijn van een ‘bijzondere omstandigheid’, vindt dit onderscheid dus zijn rechtvaardiging in de wet. Op grond van de WHW hoefde de RUG immers geen voorzieningen voor de internationale student te treffen, maar komt haar de vrijheid toe daarover zelf te beslissen. Van discriminatie door de RUG is daarom geen sprake. Indien [eiser] van mening was geweest dat de WHW zelf discriminerend is, had hij een aanvraag voor toekenning van financiële ondersteuning uit het Profileringsfonds kunnen indienen, waarna hij bij afwijzing daarvan zijn zienswijze had kunnen laten toetsen in een bezwaar- en/of beroepsprocedure.
2.228,00(2 punten × tarief IV)