ECLI:NL:RBNNE:2022:5553
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding in belastingzaak met onbevoegdheid van de belastingrechter
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een verzoek tot schadevergoeding ingediend bij de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Eindhoven. Eiser verzocht om een schadevergoeding van € 200, omdat volgens hem de Belastingdienst niet had voldaan aan de kosten zoals bepaald in een eerdere uitspraak van de rechtbank. De inspecteur heeft op 21 april 2022 gereageerd op het verzoek van eiser, waarin hij aangaf dat hij op 25 februari 2022 de brief van eiser had ontvangen en dat hij op 3 februari 2022 uitvoering had gegeven aan de uitspraak van de rechtbank van 29 december 2021. De inspecteur beschouwde de brief van eiser als een klacht en verklaarde deze ongegrond.
Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de reactie van de inspecteur. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat een belastingrechter alleen bevoegd is om te oordelen over belastingaanslagen of voor bezwaar vatbare beschikkingen. De brief van de inspecteur van 21 april 2022 valt hier niet onder, waardoor de belastingrechter onbevoegd is om op het beroep van eiser te beslissen. Mocht eiser met zijn beroep ook hebben bedoeld om de rechtbank te verzoeken de inspecteur te veroordelen tot schadevergoeding, dan geldt hetzelfde; een vordering tot schadevergoeding kan enkel bij de burgerlijke rechter worden ingesteld.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft besloten om geen griffierecht te heffen, gezien de onbevoegdheid. De rechtbank heeft zich dan ook onbevoegd verklaard in deze zaak. De uitspraak is gedaan door rechter P.P.D. Mathey-Bal, in aanwezigheid van griffier A. Pavković, en is openbaar uitgesproken op 27 juli 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend bij deze rechtbank.