ECLI:NL:RBNNE:2022:5552
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door het Uwv over herzieningsverzoek
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op zijn herzieningsverzoek van 20 augustus 2021. De rechtbank Noord-Nederland heeft op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer LEE 22/1631. De rechtbank overweegt dat, indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, zij uitspraak doet met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tenzij een onderzoek ter zitting noodzakelijk wordt geacht. In dit geval achtte de rechtbank een zitting niet nodig.
De rechtbank stelt vast dat eiser in zijn ingebrekestelling van 28 april 2022 en in zijn beroepschrift van 16 mei 2022 heeft aangegeven dat hij nog geen besluit heeft ontvangen op zijn herzieningsverzoek. Echter, de rechtbank constateert dat verweerder dit verzoek heeft betrokken bij de uitspraak op bezwaar van 3 november 2021, waaruit blijkt dat er al op het herzieningsverzoek is beslist. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet in gebreke is, omdat er reeds een besluit is genomen. Dit betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Awb.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Bastin, rechter, in aanwezigheid van A.J. Kinds, griffier, en is openbaar uitgesproken op 28 juni 2022. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen, en er is een mogelijkheid voor verzet binnen zes weken na verzending.