ECLI:NL:RBNNE:2022:529
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod van een vreemdeling met een strafrechtelijke veroordeling voor cocaïnehandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een Colombiaanse vreemdeling, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 9 februari 2021 een terugkeerbesluit genomen, waarbij de eiser werd opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod van tien jaar werd opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser geen verblijfsrecht heeft in Nederland of een andere EU-lidstaat en dat hij een gevaar vormt voor de openbare orde, gezien zijn veroordeling voor het medeplegen van het voorbereiden van de invoer van cocaïne. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder zijn persoonlijke omstandigheden en het evenredigheidsbeginsel, tegen de achtergrond van de Vreemdelingenwet en de Terugkeerrichtlijn gewogen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de eiser een daadwerkelijk en actueel gevaar vormt voor de openbare orde en dat het terugkeerbesluit en het inreisverbod niet onevenredig zijn. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard.