ECLI:NL:RBNNE:2022:4921
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen het Instituut Mijnbouwschade Groningen wegens niet verstreken beslistermijn
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) omdat hij van mening is dat het IMG niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor schadevergoeding wegens mijnbouwactiviteiten. De aanvraag is gedaan op 29 december 2020, en het IMG heeft bevestigd dat de beslistermijn vijftien maanden bedraagt, die op 29 januari 2022 is verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door het IMG loopt tot en met 29 april 2023, en dat deze termijn nog niet is verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft verder overwogen dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet sturen voordat hij beroep kan instellen. Aangezien de termijn voor het nemen van een besluit nog niet is verstreken, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen. De rechtbank kan ook niet ingaan op de verzoeken van eiser om het IMG te dwingen de schade op te nemen en te beoordelen, omdat dit buiten de reikwijdte van de huidige procedure valt.
De uitspraak is gedaan door mr. S. Dijkstra, rechter, en de griffier was N. Walstra. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of terugbetaling van het griffierecht. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.