Bijlage
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 8:81
1. Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningen-rechter van de bestuursrechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
1. Indien het verzoek wordt gedaan indien beroep bij de bestuursrechter is ingesteld en de voorzieningenrechter van oordeel is dat na de zitting, bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, kan hij onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak. (…)
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.1
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (…)
1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
e. een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen,
g. houtopstand te vellen of te doen vellen,
(…)
geldt een zodanige bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, wordt de omgevingsvergunning geweigerd indien:
c. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening (…)
2. In gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, en wordt de vergunning op de grond, bedoeld in het eerste lid, onder c, slechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 niet mogelijk is.
1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:
(…)
2°.in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (…)
Besluit omgevingsrecht
Bijlage II
Artikel 4
Voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking:
1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan (…)
Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
Ingevolge artikel 4:11, eerste lid, van de APV is het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de volgende houtopstand(en) te vellen of te doen vellen:
a. houtopstand op terreinen met recreatiewoningen gelegen in bos met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld;
b. bomen in een houtwal of houtsingel, laanstructuur of op brinken binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 4:10 sub h;
c. bomen zijnde erfbeplanting als bedoeld in artikel 4:10 sub g met een dwarsdoorsnede van meer dan 30 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld;
d. bomen die staan vermeld op de lijst met waardevolle en monumentale bomen;
e. bomen buiten de bebouwde kom die deel uitmaken van een zelfstandige eenheid met een oppervlakte kleiner dan 10 are of rijbeplanting van minder dan 20 bomen gerekend over het totaal aantal rijen;
f. een houtopstand die ter uitvoering van een herplantplicht als bedoeld in lid 3 of artikel 4:12b is geplant.
Ingevolge artikel 4:12 van de APV moet de vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.
Ingevolge artikel 4:12a van de APV kan de vergunning in afwijking van artikel 1:8 de vergunning worden geweigerd op grond van:
a. de monumentale waarde van de houtopstand;
b. de natuurwaarde van de houtopstand;
c. de landschappelijke waarde van de houtopstand;
d. de waarde van de houtopstand voor het dorpsschoon;
e. de leeftijd van de houtopstand;
f. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;
g. de waarde van de houtopstand als speelobject en/of voor de recreatie.
Bestemmingsplan “Turfweg 10a en De Ring 15 Leutingewolde”
Artikel 4 Wonen
De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen, in de vorm van een woning;
b. aan huis verbonden werkactiviteiten en/of een bed & breakfast;
c. hobbymatig agrarisch gebruik en hobbymatig houden van dieren;
met de daarbij behorende:
e. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
f. tuinen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en watergangen, straten en paden;
h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2Woningen
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
(…)
f. de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste 3,5 m, respectievelijk 9 m, dan wel ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen;
Artikel 6 Waarde - Archeologie 2
De voor “Waarde - Archeologie 2 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1699.BP082-vg01/r_NL.IMRO.1699.BP082-vg01.html)” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische waarden.
De archeologische waarden, archeologische verwachtingswaarden en de bijzondere terreinen en gebieden zijn aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld, die als bijlage bij de regels is gevoegd.
8.1Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
8.1.1Bouwregel
Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied”, met het oog op de drinkwaterwinning, drinkwaterproductie en drinkwaterdistributie, alsmede de bescherming van de grondwaterkwaliteit de volgende aanvullende regels:
a. in afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de drinkwaterwinning, drinkwaterproductie en drinkwaterdistributie;
b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de drinkwaterwinning, drinkwaterproductie en drinkwaterdistributie geldt de volgende regel:
1. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2 m bedragen.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering, met uitzondering van de bouwmogelijkheden die in dit bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt.