Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het verdere procesverloop
2.Verzoeken
3.Beoordeling
4.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 5 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de zorgregeling voor hun minderjarige kind na een mediationtraject. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 augustus 2022 hebben partijen ingestemd met mediation om hun communicatie te verbeteren. De rechtbank had eerder, op 20 september 2022, de beslissing over de zorgregeling aangehouden in afwachting van de uitkomsten van de mediation. De rechtbank ontving verschillende e-mailberichten van het mediationbureau en van beide ouders, waarin zij hun standpunten uiteenzetten.
De man verzocht de rechtbank om de zorgregeling zoals overeengekomen in het ouderschapsplan te handhaven, met een dwangsom van € 250,- per dag voor de vrouw indien zij de regeling niet naleeft. Daarnaast vroeg hij om informatie over de ontwikkelingen van hun kind, met eenzelfde dwangsom. De rechtbank oordeelde dat de man geen verzoek had ingediend voor een reiskostenvergoeding, waardoor zij enkel kon beslissen over de zorgregeling. De rechtbank stelde vast dat het in het belang van het kind was dat beide ouders betrokken zijn bij het halen en brengen van het kind. De rechtbank besloot dat de vrouw het kind op zondag om 17.00 uur moet ophalen, in plaats van om 19.00 uur, en legde een dwangsom op van € 100,- per dag voor het niet naleven van deze verplichting, tot een maximum van € 5.000,-.
De rechtbank benadrukte dat partijen vrij zijn om onderling andere afspraken te maken, maar dat de huidige regeling in het belang van het kind is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.