Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 juni 2022,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het bericht van de rechtbank van 3 november 2022 aan mr. Van Boetzelaer en mr. De Jongh waarin de rechtbank Kinderopvang Zien heeft uitgenodigd op de mondelinge behandeling een demonstratie van het softwareprogramma Kindplanner te geven en waarin de rechtbank de advocaten een zittingsagenda heeft doen toekomen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 november 2022 met inbegrip van de pleitnota’s van mr. Van Boetzelaer en mr. De Jongh.
2.De feiten
1.Definities en Interpretaties
Bijlage 5;
Omzet) lager is dan EUR 1.636.000, dan zal de Koopprijs euro voor euro met een bedrag gelijk aan het verschil tussen EUR 1.636.000 en de Omzet worden verlaagd, met een maximum van EUR 25.000 (het
Kortingsbedrag). De Omzet is door de Vennootschap in het jaar 2021 daadwerkelijk gefactureerde omzet en wordt vastgesteld op basis van de jaarrekening 2021 van de Vennootschap.
Berekening), tenzij Verkoper het niet eens is met de Berekening conform het hierna in artikel 3.4.2. bepaalde. Als de Lening niet maandelijks wordt afgelost als gevolg van een Tekortkoming (zoals gedefinieerd in de Leningsovereenkomst), dan zal Verkoper het Kortingsbedrag aan Koper binnen 10 werkzagen na daartoe strekkend verzoek van Koper voldoen op een door Koper aan te wijzen bankrekening.
de Garanties).
Schade).
8.Beperkingen van aansprakelijkheid
Bijlage 1beperkt tot een bedrag gelijk aan de Koopprijs. Ten aanzien van Inbreuken op de overige garanties (inclusief fiscale garanties) is de aansprakelijkheid van Verkoper jegens Koper beperkt tot 10% (tien procent) van de Koopprijs.
Bijlage 8aan deze Overeenkomst is gehecht (het
Rapport).
Huisvestingsinvesteringen), en die Huisvestingsinvesteringen binnen die termijn vaststellen (Verkoper is gerechtigd om voor eigen rekening zelf een deskundige in te schakelen om de noodzakelijke aanpassingen in kaart te brengen). Als Verkoper en Koper het niet eens worden over de Huisvestingsinvesteringen dan zullen zij binnen 5 werkdagen na het in de eerste zin genoemde overleg een deskundige aanwijzen die de Huisvestingsinvesteringen zo spoedig mogelijk bindend zal vaststellen (als Verkoper al een deskundige had ingeschakeld, dan zullen die deskundige en de auteur van het Rapport gezamenlijk een derde-deskundige aanwijzen). De kosten van deze deskundige worden door Verkoper en Koper elk voor de helft gedragen.
6. Onderneming en activa
Vergunningen), en de Vergunningen zijn volledig van kracht. De Vennootschap heeft haar bedrijf steeds uitgeoefend in overeenstemming met de Vergunningen en de daaraan verbonden voorschriften.
Werknemers). De vermelding in dat overzicht van het loon, de emolumenten, (pre-)pensioen en VUT-verplichtingen en de andere arbeidsvoorwaarden van de Werknemers is juist en niet-misleidend. De Vennootschap heeft geen andere verplichtingen jegens Werknemers of vroegere werknemers dan die in voormeld overzicht in de Verstrekte Informatie staan opgenomen.
2. Lening
Lening).
Rente). De Rente geldt voor de volledige Looptijd (zoals hierna gedefinieerd).
Opeisingsgrond) voordoen:
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
De eiswijzigingen
Nadat Kinderopvang Zien de aandelen van kinderopvang De Torteltuin van [eiser] op 6 april 2021 geleverd heeft gekregen, zijn tussen partijen meerdere geschilpunten ontstaan. Kinderopvang Zien is van mening dat zij op basis van de koopovereenkomst aanspraak kan maken op een kortingsbedrag vanwege een tegenvallende omzet en op een vergoeding van de investeringen die zij in de huisvesting heeft moeten doen. Daarnaast betoogt Kinderopvang Zien dat sprake is van inbreuken op de garanties die [eiser] aan haar heeft verstrekt. Anders dan [eiser] heeft gegarandeerd, meent Kinderopvang Zien dat De Torteltuin zich niet aan de geldende wet- en regelgeving heeft gehouden doordat sprake was van overbezetting op de groepen en van een ontoelaatbare ‘beroepskracht-kind-ratio’ (hierna: bkr). Ter onderbouwing van dit standpunt beroept Kinderopvang Zien zich op data die zij verkregen heeft uit het softwaresysteem Kindplanner, waarin alle administratie van De Torteltuin wordt bijgehouden. Verder stelt Kinderopvang Zien dat De Torteltuin voorafgaand aan de overname, in strijd met de verstrekte garanties, een deel van haar personeel niet conform de cao betaalde en dat een deel van het personeel niet over de juiste opleiding beschikte. Kinderopvang Zien stelt [eiser] aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van de inbreuken op de garanties. [eiser] betwist dat sprake is van inbreuken op de garanties, en wijst bovendien op de beperking van haar aansprakelijkheid zoals overeengekomen in de koopovereenkomst. [eiser] is daarbij van mening dat Kinderopvang Zien de aflossingen uit hoofde van de geldleningsovereenkomst onterecht heeft opgeschort, en maakt aanspraak op volledige terugbetaling van de lening, die na de vermindering van eis nog € 215.792,10 bedraagt. Tot slot vordert [eiser] schadevergoeding (nader op te maken bij staat) van Kinderopvang Zien vanwege een schending van het geheimhoudingsbeding.
“de eerste dag na de volledige kalendermaand na de leveringsdatum”(artikel 4.2. geldleningsovereenkomst). Kinderopvang Zien heeft terecht opgemerkt dat dit inhoudt dat zij de eerste termijn in juni 2021 diende te betalen.
overbezetting. Daarnaast is overbezetting mogelijk indien de aanwezige groepssamenstelling op zichzelf toelaatbaar is, maar dat niet is omdat er te weinig beroepskrachten op een groep staan ingedeeld. In dat geval is óf het aantal kinderen te hoog, óf het aantal beroepskrachten te laag. Deze vorm van overbezetting wordt hierna aangeduid als
ontoelaatbare bkr. Indien vast komt te staan dat bij De Torteltuin sprake was van overbezetting of een ontoelaatbare bkr op grond van de rekenregels zoals weergegeven in bijlage 1 onderdeel a bij het Bkk, heeft De Torteltuin niet in overeenstemming gehandeld met de toepasselijke wet- en regelgeving en kan Kinderopvang Zien aanspraak maken op de schade die voortvloeit uit de inbreuk op deze garantie conform het bepaalde in artikel 7.6. van de koopovereenkomst.
daadwerkelijkin strijd handelde met de wet- en regelgeving. Daarvan is pas sprake indien vast komt te staan dat in werkelijkheid teveel kinderen op een groep aanwezig waren of te weinig beroepskrachten op een groep aanwezig waren. Of daarvan sprake is, volgt niet per definitie uit het gegeven hoeveel kinderen op een bepaalde dag stonden ingepland. De mogelijkheid bestaat immers dat een kind, hoewel het wel stond ingepland, feitelijk niet aanwezig was. Dat geldt temeer nu in de periode 2020 als gevolg van de Coronapandemie kinderen vaker dan gebruikelijk afwezig zullen zijn geweest in verband met bijvoorbeeld quarantaine. De rekenregels in bijlage 1, onderdeel a, bij het Bkk op grond waarvan de maximale grootte van de groep en de het minimale aantal beroepskrachten volgt, gaan uit van het aantal
aanwezigekinderen. Dat betekent dat geen sprake is van een overtreding indien er teveel kinderen of te weinig beroepskrachten zijn
ingeplandmaar feitelijk sprake is van een toelaatbaar scenario doordat er minder kinderen of meer beroepskrachten
aanwezigwaren.
altijd als pedagogisch medewerker[is]
ingezet”, terwijl [eiser] ten aanzien van [werknemer 5] heeft erkend dat zij niet uitsluitend op de BSO werd ingezet. Dat [eiser] , zoals zij aangevoerd heeft, de diploma’s van de medewerkers heeft laten controleren door het ‘Fonds Collectieve Belangen’, doet aan het voorgaande niet af. [eiser] heeft immers zelf de garantie verstrekt dat de toepasselijke cao’s altijd juist zijn nageleefd en draagt daarvoor dus zelf de verantwoordelijkheid. De rechtbank gaat ook voorbij aan de stelling van [eiser] dat Kinderopvang Zien de opleidingskosten ten aanzien van [werknemer 5] nodeloos heeft gemaakt, aangezien haar arbeidsovereenkomst een half jaar na de overname al eindigde en Kinderopvang Zien dus niet aan deze werknemer gebonden was. Kinderopvang Zien heeft in dat kader voldoende onderbouwd dat het economisch de meest efficiënte oplossing was [werknemer 5] een opleiding aan te bieden, gelet op de personeelstekorten in de kinderopvang en de kosten en duur van het werven van nieuw personeel. Met [werknemer 5] is bovendien overeengekomen dat zij de opleiding in haar eigen tijd zou volgen.
en(b) het totaal van de voor vergoeding in aanmerking komende schade de som van € 5.000,- niet overschrijdt. In het slot van artikel 8.5. is echter bepaald dat indien de laatste som (dat wil zeggen € 5.000,-) wordt overschreden, de volledige schade door [eiser] wordt vergoed. De rechtbank onderschrijft de lezing van Kinderopvang Zien dat, nu de schade de som van € 5.000,- overschrijdt, [eiser] gehouden is de volledige schade als gevolg van inbreuken op de garanties te voldoen, zij het tot een maximum van € 140.000,-.
5.De beslissing
1 februari 2023voor een akte aan de zijde van [eiser] , zoals is overwogen in rechtsoverweging 4.13.,
1 februari 2023voor een akte aan de zijde van Kinderopvang Zien, zoals is overwogen in rechtsoverweging 4.25.,