d.d. 30 augustus 2018, opgenomen op pagina 365 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
V (vraag verbalisant): Je heb eerder verklaard dat je escortadvertenties plaatste op speurders.nl. Wat voor namen gebruikte jij dan?
A (antwoord verdachte): Gewoon vrouwennamen.
V: Dan krijg je contact. Wat doe je dan?
A: Er volgt een gesprekje. Dan noem ik het tarief en dan vraag ik om een borg. Ik noem bij het tarief 100 à 150 euro per uur en ik vraag dan om een borg van 100 à 150 euro.
V: En als er geld wordt overgemaakt, wat doe je dan met die mensen? Heb je dan nog contact?
A: Heel soms wel. Dan vraag ik om nog meer geld. Dan zei ik dat ik de borg niet had ontvangen of dat de borg geen 250 euro was maar 1.250 euro. Ik vertelde een verhaal dat ik werd vastgehouden in Bulgarije. Ik heb ook vaak gezegd dat als mensen mij geld zouden geven dat ik hun dan meer geld terug zou geven. Ik liet het geld overmaken op een bankrekening van een Iraanse man [verdachte] die het dan overmaakte naar mijn moeder. Zij maakte het over naar Marokko waar ik toen zat. [verdachte] is een goeie vriend van mij van vroeger. Zijn achternaam is [verdachte] ofzo. Hij heeft mij wel eens aangesproken met de vraag of het allemaal wel goed kwam en dat hij niet meer wilde.
V: Hoe kwam jij aan het geld dan?
A: In het begin ging hij het overmaken via Western Union naar mij. Daarna maakte hij het over naar mijn moeder.
V: Heeft hij het geld ook wel eens gepind en aan je gegeven?
A: Ja, misschien 2 à 3 keer.
V: [verdachte] heeft verklaard dat hij ook geld heeft overgemaakt naar goksites voor jou.
A: Ik heb wel gegokt via het account van [verdachte] bij UNIBET. Dit was gekoppeld aan zijn bankrekening.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft zijn bankrekening ter beschikking gesteld aan medeverdachte [medeverdachte 1] zonder na te vragen waarom [medeverdachte 1] zijn eigen bankrekening was geblokkeerd. Vervolgens werden er geldbedragen gestort op de bankrekening van verdachte met onder meer de opmerking “ [naam] , geef me mijn geld terug, oplichter”. Volgens verdachte wilde [medeverdachte 1] geld naar zijn moeder sturen. Verdachte heeft echter niet alleen via zijn bankrekening geld overgemaakt naar de moeder van [medeverdachte 1] , maar ook naar [medeverdachte 1] zelf en naar medeverdachte [medeverdachte 2] . Ook heeft verdachte geld voor [medeverdachte 1] gepind en heeft hij geld voor [medeverdachte 1] overgemaakt naar goksites.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de bedragen die op zijn rekening werden gestort, afkomstig waren van een misdrijf. De rechtbank acht daarom het meermalen plegen van schuldwitwassen bewezen. Het dossier bevat bankafschriften betreffende de rekening van verdachte, waarop de door oplichting verkregen bedragen werden gestort in de periode 15 augustus 2017 tot en met 25 oktober 2017. De rechtbank zal daarom de pleegperiode hierop aanpassen.