De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard vanwege het ontbreken van het wettelijk vereiste schadevergoedingsformulier. Subsidiair heeft hij aangevoerd dat de post met betrekking tot het uit een enveloppe weggenomen geld niet kan worden toegewezen, nu die post niet is onderbouwd. Ook de toekomstige schade bestaande uit tandartskosten kan niet worden toegewezen, aangezien onvoldoende vaststaat dat deze schade zal ontstaan. Met betrekking tot de gevorderde kosten van mantelzorg is sprake van onnodig gemaakte kosten, aangezien er een Wmo-beschikking bij de gemeente aangevraagd had kunnen worden. Ten slotte dienen de verhuiskosten te worden afgewezen, omdat de benadeelde partij ook voor het strafbare feit al wilde verhuizen.
Oordeel van de rechtbank
Ontvankelijkheid
De rechtbank stelt vast dat de advocaat van het slachtoffer voorafgaand aan de zitting een schadeonderbouwing heeft ingezonden, waaruit volgt dat het slachtoffer zich als benadeelde partij wil voegen in verband met geleden schade door de door verdachte gepleegde feiten. Ter terechtzitting heeft zij in aanvulling hierop, na een verweer van de raadsman van verdachte, alsnog het hiertoe vastgestelde en door de benadeelde ondertekende formulier, ingediend.
De rechtbank overweegt dat het eerste lid van art. 51g Sv – voor zover hier van belang –
voorschrijft dat voeging voor aanvang van de terechtzitting plaatsvindt door middel van een door de Minister van Veiligheid en Justitie vastgesteld formulier. Het derde lid van deze bepaling maakt daarnaast mogelijk dat voeging pas ter terechtzitting plaatsvindt en dat deze opgave ook mondeling gedaan kan worden. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de omstandigheid dat de benadeelde partij zich voorafgaand aan de terechtzitting niet met het vastgestelde formulier heeft gevoegd niet aan de ontvankelijkheid van de vordering in de weg staat. De benadeelde partij kan aldus worden ontvangen in de door haar ingediende vordering.
Materiële schade
De benadeelde partij heeft materiële schade gevorderd bestaande uit directe zaakschade, kosten voor ziekenhuisverblijf, reis-en parkeerkosten, medische kosten, kosten voor huishoudelijke hulp/mantelzorg en verhuiskosten.
Directe zaakschade
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat het vermiste verjaardagsgeld uit een enveloppe van de zoon van de benadeelde partij het rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de overige gestelde zaakschade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair en feit 2 primair bewezen verklaarde. Dit gedeelte van de vordering, waarvan de hoogte niet door of namens verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021.
Ziekenhuiskosten en reis- en parkeerkosten
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade aan ziekenhuiskosten en reis- en parkeerkosten heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair en feit 2 primair bewezen verklaarde. Dit gedeelte van de vordering, waarvan de hoogte niet door of namens verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021.
Medische kosten
De rechtbank overweegt ten aanzien van de betwiste medische kosten die bestaan uit toekomstige tandartskosten het volgende. Naar het oordeel van de rechtbank is op dit moment onvoldoende onderbouwd dat in de toekomst alle elementen zullen moeten worden vervangen. Wel is uit de ter terechtzitting door de benadeelde partij gegeven toelichting gebleken dat inmiddels één element is vervangen. Deze schade merkt de rechtbank aan als rechtstreekse schade van de gepleegde feiten. De rechtbank zal deze kostenpost van
€ 2.500,00 dan ook toewijzen tot een bedrag van € 500,00 en zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Naar het oordeel van de rechtbank is verder voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de overige gestelde schade aan medische kosten heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair en feit 2 primair bewezen verklaarde. Dit gedeelte van de vordering, waarvan de hoogte niet door of namens verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021.
Kosten voor huishoudelijke hulp/mantelzorg
Anders dan de raadsman heeft betoogd, staat naar het oordeel van de rechtbank aan toewijzing van dit gedeelte van de vordering niet in de weg dat de benadeelde partij geen Wmo-beschikking heeft aangevraagd, nadat zij door het handelen van verdachte plotseling is geconfronteerd met deze schade.
De rechtbank is van oordeel dat de oppaskosten van € 150,00 voor de hond van de mantelzorger in een te ver verwijderd verband staan tot de gepleegde feiten. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dit gedeelte niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de overige gestelde schade aan kosten voor huishoudelijke hulp/mantelzorg heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair en feit 2 primair bewezen verklaarde. Dit gedeelte van de vordering, waarvan de hoogte niet door of namens verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021.
Verhuiskosten
Ten slotte overweegt de rechtbank ten aanzien van de gevorderde verhuiskosten het volgende. De omstandigheid dat de benadeelde partij wellicht voorafgaand aan de door verdachte gepleegde geweldsfeiten de wens had om op enig moment naar een andere woning te verhuizen doet er naar het oordeel van de rechtbank niet aan af dat deze schade in dit strafproces kan worden toegewezen. Verdachte heeft door het plegen van de feiten namelijk veroorzaakt dat de benadeelde partij in haar woning geconfronteerd bleef met hetgeen haar door verdachte is aangedaan. Dat de benadeelde partij daarom heeft moeten verhuizen is voldoende aannemelijk geworden, mede gelet op de onderbouwing daarvan door een verklaring van een psycholoog.
De rechtbank is evenwel van oordeel dat de benadeelde partij in de post ‘overige nota’s ivm verhuizing’ niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu deze onvoldoende is onderbouwd, gelet op de mogelijke dubbeltelling met de overige gevorderde onderdelen onder de noemer ‘verhuiskosten’.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de overige gestelde schade aan verhuiskosten heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair en feit 2 primair bewezen verklaarde. Dit gedeelte van de vordering, waarvan de hoogte niet of niet voldoende door of namens verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021.
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 15.000,-- aan immateriële schadevergoeding gevorderd. Uit de bijlagen bij het voegingsformulier en uit het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat de geweldsuitbarsting van verdachte vergaande gevolgen voor de benadeelde partij heeft gehad en nog steeds heeft. Er is sprake van een ernstig geweldsmisdrijf dat heeft geleid tot ernstig lichamelijk en psychisch letsel. Naar het oordeel van de rechtbank is derhalve voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair en feit 2 primair bewezen verklaarde.
Gelet op de ernst van de feiten, de gevolgen hiervan voor de benadeelde partij en rekening houdend met de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen aan smartengeld toekennen, acht de rechtbank het gevorderde bedrag billijk. De gevorderde immateriële schadevergoeding zal dan ook worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van 3 augustus 2021.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel, te vermeerderen met de wettelijke rente, opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
Veroordeling in de kosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.