In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 14 december 2022, wordt het beroep van eisers tegen de vaststelling van de hoogte van door derde-partij geleden planschade beoordeeld. De zaak betreft een omgevingsvergunning die is verleend aan eisers voor de bouw van een woning, waarbij derde-partij, eigenaar van een tegenovergelegen perceel, schadevergoeding heeft aangevraagd. De rechtbank oordeelt dat derde-partij ten tijde van de aankoop van haar woning op de hoogte was van de mogelijkheid van woningbouw op het perceel van eisers. Dit betekent dat zij rekening had moeten houden met de gevolgen voor de waarde van haar woning. De rechtbank concludeert dat de schade voorzienbaar was en dat het verzoek om planschade daarom afgewezen had moeten worden. Het beroep van eisers wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit van het college wordt vernietigd en de rechtbank herroept het primaire besluit van 28 september 2021. Tevens wordt het college veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan eisers.