ECLI:NL:RBNNE:2022:4735

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
18-079342-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de productie van clefedron in een drugslaboratorium

Op 29 maart 2022 werd in de gemeente Smallingerland een synthetisch drugslaboratorium ontdekt waar clefedron werd geproduceerd. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachten, die betrokken waren bij de productie van deze verboden stof. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden voor het opzettelijk vervaardigen van clefedron en het voorbereiden van de productie ervan. De rechtbank baseerde haar oordeel op het bewijs dat de verdachte op meerdere dagen in het pand aanwezig was geweest en gebruik had gemaakt van beschermende kleding, wat duidde op zijn betrokkenheid bij het productieproces. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte voldoende bewezen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzet had op het delict en dat hij wist dat hij handelingen verrichtte in een drugslaboratorium. De straf werd gemotiveerd door de ernst van de feiten en de impact van synthetische drugs op de samenleving.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-079342-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 december 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats], wonende te [straatnaam], [woonplaats], thans gedetineerd te [instelling].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 november 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.C. Sneep, advocaat te Breda. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2022 tot en met 29 maart 2022, te Drachtstercompagnie, in elk geval in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, in een pand, gelegen aan of bij de [straatnaam], aldaar, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende clefedron (4chloormethcathinon, 4-CMC) en/of een of meerdere ander(e) stof(fen)/materia(a)l(en)/middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, zijnde clefedron en/of die een of meer ander(e) stof(fen)/materia(a)l(en)/middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 1 maart 2022 tot en met 29 maart 2022, te Drachtstercompagnie, in elk geval in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, in een pand, gelegen aan of bij de [straatnaam], aldaar, opzettelijk heeft/hebben vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC) en/of een of meerdere ander(e) stof(fen)/materia(a)l(en)/middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, (telkens) elk een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2022 tot en met 29 maart 2022, te Drachtstercompagnie, in elk geval in de gemeente Smallingerland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door materia(a)l(en) (te weten: (onder meer) (een) afdekzeil(en) en/of (een) volgelaatmasker(s) en/of handschoenen en/of chemische overall(s) en/of een of meer andere materialen) aan te schaffen en/of te vervoeren (voor/naar het pand aan de [straatnaam]) en/of kluswerkzaamheden te verrichten in het pand gelegen aan of bij de [straatnaam], althans handen spandiensten te verrichten (in en/of nabij voornoemd pand) ter uitvoering van de productie/het vervaardigen van clefedron en/of een of meerdere ander(e) stof(fen)/materia(a)l(en)/middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, zijnde clefedron en/of die een of meerdere ander(e) stof(fen)/materia(a)l(en)/middel(en) (telkens) (elk) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2 hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2022 tot en met 29 maart 2022, te Drachtstercompagnie, in elk geval in de gemeente Smallingerland , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen van clefedron (4chloormethcathinon, 4-CMC) en/of een of meerdere ander(e) stof(fen) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, toen aldaar in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam], aldaar, een of meer grondstof(fen), te weten (onder meer) (ongeveer)
  • 30 jerrycans van 20 liter alle geheel gevuld met methylamine, in totaal (ongeveer) 600 liter
  • 15 jerrycans van 20 liter alle geheel gevuld met ether, in totaal (ongeveer) 300 liter
  • 29 jerrycans van 20 liter alle geheel gevuld met tolueen, in totaal (ongeveer) 580 liter
  • 2 jerrycans van 20 liter beide geheel gevuld met zoutzuur, in totaal (ongeveer) 40 liter- 10 klemdekselvaten van 30 liter geheel of ten dele gevuld met wit poeder 2-broom-4
chloorpropiophenon en/of een of meer technische appara(a)t(en) en/of materia(a)l(en) (te weten onder meer (een) afdekzeil(en) en/of (een) volgelaatsmasker(s) en/of handschoenen en/of (een) chemische overall(s)) voor het vervaardigen van clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC) en/of een of meer ander(e) middel(en)/stof(fen) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de feiten 1 primair en 2 wettig en overtuigend te bewijzen, gelet op het proces-verbaal van bevindingen waarin het aantreffen van het drugslab is beschreven, het procesverbaal bevindingen ondersteuning LFO, het proces-verbaal forensisch onderzoek van de woning en de NFI-rapporten van 27 juni 2022 en 4 juli 2022.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen bijdrage heeft geleverd aan het tot stand brengen van het drugslab. Verdachte heeft verklaard dat hij drie keer in het pand aanwezig is geweest om te klussen. De aangetroffen kleding en de aangekochte klusmaterialen onderbouwen zijn rol als klusjesman.
Tevens heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van medeplegen. Verdachte heeft enkel een faciliterende rol gehad bij het gereed maken van het pand. Hij heeft geen werkzaamheden verricht bij het opzetten van het lab. Het oprichten van een drugslab vergt voorbereiding, kennis en een netwerk. Er zijn geen sporen van communicatie aangetroffen waaruit blijkt dat verdachte over een zodanig netwerk of zodanige kennis heeft beschikt. Verdachte heeft kluswerkzaamheden verricht aan het pand en heeft daarbij signalen zoals geur en aanwezige goederen genegeerd. De handelingen die verdachte heeft verricht, passen meer bij de rol van een katvanger.
De raadsman heeft voorts gesteld dat het aangetroffen drugslab nog niet volledig was ingericht en dat er om die reden ook geen voltooid delict is gepleegd. Op het moment van de aanhouding van verdachte was er geen productie en er is geen afgerond product aangetroffen. Omdat aan verdachte geen poging ten laste is gelegd, dient verdachte te worden vrijgesproken.

Oordeel van de rechtbank 1

Bewijsmiddelen
Op 29 maart 2022 omstreeks 19:11 uur, na een brandmelding door getuige [naam 1], hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] opdracht gekregen zich te begeven naar de
[straatnaam] te Drachtstercompagnie in de gemeente Smallingerland. Bij het arriveren bij de woning, zagen verbalisanten een persoon richting een blauwe auto lopen. Een andere persoon liep op het pad dat uitloopt op een weiland. De aanwezige brandweer deelde vervolgens aan de verbalisant mede dat er geen sprake was van een brand, maar waarschijnlijk een chemische reactie binnen een vermoedelijk drugslab. Verbalisant [verbalisant 1] keek in de woning en zag twee 1000 liter IBC vaten staan en rook een penetrante chemische lucht die vanuit de woning kwam. De verdachte en medeverdachte [medeverdachte] werden vervolgens aangehouden.
2
De getuige [naam 1] heeft verklaard dat hij bij het zien van rook uit het pand heeft geprobeerd de bewoners te waarschuwen door onder andere op ramen te bonken. Na enige tijd kwam er een man uit het pand. Deze man gaf bij de getuige aan dat zijn vriend een waterpijp had gerookt en dat daardoor de rook zou zijn ontstaan.
3Deze man bleek verdachte te zijn. Verdachte geeft later in zijn verklaring bij de politie aan dat hij dit tegen de getuige zei omdat hij bang was dat anders de brandweer zou komen. Als reden voor zijn angst benoemde hij dat iedereen die daar binnen zou komen, zou kunnen zien dat het een drugslab was.
4
De bevelvoerder van de brandweer, de heer [naam 2], heeft verklaard dat zijn eenheid de woning in ging en dat één van de leden van zijn eenheid hem een foto heeft laten zien van wat zij aantroffen. Op de foto zag hij dat er witte rook in de woning hing en dat er meerdere jerrycans stonden.
5
Naar aanleiding van de aanhouding van verdachte en de medeverdachte, zijn de voertuigen op naam van de verdachte en de medeverdachte bevraagd in het ANPR-systeem.
6De auto van medeverdachte
[medeverdachte] is onder meer op 29 maart 2022 om 13:52 uur door de ANPR bij Lelystad geregistreerd richting Oosterzee.
7Verdachte en medeverdachte verklaren ter zitting dat zij samen in de auto zaten.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij anderhalve week voor zijn aanhouding voor het eerst in
het pand is geweest samen met een Marokkaan.
8Deze Marokkaan gaf werkinstructies aan verdachte.
9De betalingen zouden vanwege het risico hoger zijn dan normaal.
10Verdachte heeft daarnaast verklaard driemaal in het pand aanwezig te zijn geweest.
11
Het aangetroffen drugslab is op 30 maart 2022 in de ochtend onderzocht. Uit het proces-verbaal bevindingen ondersteuning Landelijke Faciliteit Ontmanteling (hierna: LFO) van 16 augustus 2021 opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3], [verbalisant 4] en [verbalisant 5], inspecteurs bij de politie en LFO-experts, blijkt dat alle ruimtes van de locatie waren ingericht en gebruikt voor de productie van synthetische drugs.
12Zij troffen onder meer een IBC van 1000 liter met daarin 800 liter reactievloeistof aan. Deze IBC was zodanig aangepast dat deze gebruikt kon worden als ‘reactieketel’.
Op de bovenzijde van de IBC was een elektronisch roermechanisme met frequentieregelaar geplaatst ten behoeve van het mengen van het reactiemengsel. De IBC was rondom voorzien van een elektronisch verwarmingsdeken. Op het moment van het onderzoek had het reactiemengsel nog een temperatuur van 30 graden Celsius. De in deze IBC aangetroffen vloeistof bestond uit twee lagen. De bovenlaag, 610 liter, bevatte clefedron in tolueen (SIN: AAOW7770NL).
13In de gang van de woning werden 30 volle jerrycans van 20 liter met in totaal 600 liter methylamine aangetroffen (SIN AAOW773NL).
14Verder waren er vier volle klemdekselvaten van 30 liter met 2-broom-4chloorpropiofenon in het pand aanwezig. Een vijfde klemdekselvat bevatte zakken met restantpoeder broom-4-chloorpropiofenon (SIN: AAOW7771NL). Daarnaast troffen verbalisanten in totaal 175 liter verdund zoutzuur aan verspreid over 7 witte jerrycans van 25 liter in een productieruimte
(SIN:AAOW77766NL)
15In de keuken stonden 15 jerrycans van 20 liter geheel gevuld met in totaal 300 liter diethylether in water (SIN: AAOW7774NL).
16In de gang werden nog 29 jerrycans van 20 liter geheel gevuld met in totaal 580 liter tolueen aangetroffen.
17
Uit het drugsonderzoek (Nederlands Forensisch Instituut) van 4 juli 2022 opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, blijkt dat in het onderzoeksmateriaal clefedron (4-CMC) is aangetoond. De stoffen zoutzuur, tolueen, dichloormethaan en diethylether kunnen worden gebruikt bij de vervaardiging en bewerking van diverse drugs. De stof 2-broom-4’-chloorpropiofenon is een grondstof voor 4-CMC. Methylamine wordt onder meer gebruikt als grondstof voor het vervaardigen van clefedron.
18Daarnaast zijn tolueen en diethylether geregistreerde stoffen van categorie 3 van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
19
Naast de (grond)stoffen zijn er tijdens het forensisch onderzoek in de woning meerdere goederen aangetroffen. In de keuken lag een geel chemisch overal (SIN: AAOV6704NL#01 en #02), een volgelaatsmasker (SIN: AAOV6702NL#01 en #02) en groene rubber handschoenen (SIN:
AAOV6703NL#01 en #02).
20Op het chemisch overall is aan de binnenzijde van de linker manchet en binnenzijde van de kraag het DNA-profiel van verdachte aangetroffen.
21Op het volgelaatsmasker aan de binnenrand en binnenzijde mond/ neusstuk is een relatief grote hoeveelheid DNA van verdachte aangetroffen.
22Daarnaast is DNA van verdachte aangetroffen aan de binnenzijde van zowel de linker als de rechter rubber handschoen. Tevens lag er door het gehele drugslab groen afdekzeil.
23Verder zijn in de woning horeca koelkasten en ventilatoren aangetroffen, kennelijk bedoeld ten behoeve van het kristalliseren en drogen van de vervaardigde kristallen clefedron.
24Bij medeverdachte zijn kassabonnen aangetroffen van de aanschaf van groen afdekzeil en een factuur betreffende een volgelaatsmasker.
25
Gelet op de analyse van de resultaten van het onderzoek, concludeert het LFO dat de woning was ingericht en op het moment van ontdekking in gebruik was voor het op grote schaal vervaardigen en bewerken van clefedron met behulp van de eerder genoemde chemicaliën. Ook concludeert het LFO dat het gezien de hoeveelheid aanwezige gebruikte hulp- en grondstoffen zeer waarschijnlijk de bedoeling was om met behulp van de aanwezige productiemiddelen meerdere batches te vervaardigen.
26
Bewijsoverwegingen
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat het pand gelegen aan de [straatnaam] te Drachtstercompagnie was ingericht als een locatie voor grootschalige productie van clefedron. Dit volgt uit de verschillende soorten aangetroffen chemicaliën, de hoeveelheid en afmetingen van de aangetroffen vaten en overige aanwezige goederen.
Voltooid delict
De rechtbank is van oordeel dat de stelling van de raadsman dat er nog geen sprake was van de productie van clefedron wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, waaronder de conclusie van het LFO dat het drugslab op moment van ontdekking in gebruik was. Daar komt bij dat verbalisant [verbalisant 1] een penetrante chemische lucht rook. Deze lucht komt vrij bij het productieproces van synthetische drugs. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en de betrouwbaarheid van de inhoud van deze bewijsmiddelen te twijfelen. Gelet op de aangetroffen clefedron in de bemonstering van de IBC tank, volgt dat er in het drugslab clefedron is geproduceerd.
Opzet
De vraag is of verdachte ook (voorwaardelijk) opzet had op de productie en het voorhanden hebben van goederen ten behoeve van de productie van clefedron. De rechtbank overweegt daaromtrent het volgende.
Uit het dossier blijkt onder meer dat verdachte op meerdere dagen in het pand is geweest. Tijdens zijn aanwezigheid heeft hij gebruik gemaakt van beschermende kleding. Hoewel verdachte stelt alleen het gelaatsmasker te hebben gedragen, blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de plekken waarop een (relatief grote) hoeveelheid DNA van verdachte is aangetroffen, namelijk aan de binnenzijde van de rubber handschoenen en het chemisch overall, dat hij deze ook heeft gedragen. Een andere reden om deze beschermende kleding te dragen dan om beschermd te worden tijdens het productieproces van synthetische drugs, is niet gebleken. Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte op de dag van zijn aanhouding meerdere uren in het pand aanwezig is geweest. Gelet op de ANPR-registratie bij Lelystad op 29 maart 2022 om 13:52 uur, hecht de rechtbank geen geloof aan de verklaring van verdachte ter zitting dat hij pas rond 17:00 a 18:00 uur bij het pand was. Deze verklaring is door verdachte op geen enkele manier verifieerbaar gemaakt en wordt ook niet ondersteund door het dossier. Daarnaast is door getuige [naam 1] verdachte ook daadwerkelijk in de woning gezien op de dag van zijn aanhouding. Deze getuige zag ook rook uit de woning komen, hetgeen duidt op het in werking zijn van het lab terwijl verdachte in de woning was. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat verdachte samen met de medeverdachte de personen zijn geweest die op 29 maart 2022 het middel clefedron hebben bereid. De verklaring van verdachte dat hij enkel in het pand aanwezig is geweest om te klussen acht de rechtbank gezien vorenstaande niet aannemelijk. Anders dan de verdediging heeft betoogd, acht de rechtbank bewezen dat verdachte wist dat hij werkzaamheden verrichtte in een drugslab waar synthetische drugs werd bereid en dat hij hiertoe ook opzet had.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s).
Aangezien de rechtbank van oordeel is dat verdachte betrokken is geweest bij de productie van clefedron en de voorbereiding hiertoe (zie feit 2), is de bijdrage van verdachte van voldoende gewicht geweest om van medeplegen te kunnen spreken bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank stelt vast dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, de medeverdachte en de onbekend gebleven perso(o)n(en) die verdachte voorzagen van de grondstoffen, instructies en andere faciliteiten om clefedron te produceren.
Feit 1 primair
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat uit de aard van de handelingen en de betrokkenheid van verdachte blijkt dat verdachte opzet had op het verweten gronddelict en op het medeplegen daarvan. De rechtbank acht daarom het medeplegen van het opzettelijk bereiden van een (grote) hoeveelheid clefedron wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Voor het onder 2 ten laste gelegde feit, het medeplegen van het voorhanden hebben van goederen ten behoeve van de productie van clefedron, geldt dat voor een bewezenverklaring ook vastgesteld moet kunnen worden dat de in het pand aangetroffen stoffen en goederen in de machtssfeer van verdachte zijn geweest en dat verdachte wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat die goederen bestemd waren voor de productie van clefedron. De rechtbank is op basis van de hiervoor uiteengezette feiten en omstandigheden van oordeel dat aan die vereisten is voldaan en dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte en zijn mededaders wisten dat die goederen bestemd waren voor het productieproces. De rechtbank wijst in dat kader in het bijzonder op de omstandigheid dat verdachte zelf heeft verklaard driemaal in de woning te zijn geweest, meer betaald te hebben gekregen voor het risico en dat het voor iedereen die binnen in het pand zou komen duidelijk zou zijn dat het een drugslab was.
Pleegperiode
Met betrekking tot de ten laste gelegde periode voor feit 1 overweegt de rechtbank dat het dossier wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte met de medeverdachte(n) op 29 maart 2022 clefedron heeft bereid. Daarnaast zijn er vanaf 15 maart 2022 voorbereidingen getroffen voor de bouw van het drugslab. Verdachte heeft verklaard rond die datum voor het eerst bij het pand aan de [straatnaam] te Drachtstercompagnie te zijn geweest. De rechtbank zal daarom ten aanzien van feit 2 de periode van 15 maart 2022 tot en met 29 maart 2022 bewezen verklaren.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair hij op 29 maart 2022, te Drachtstercompagnie, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen, in een pand, gelegen aan de [straatnaam], opzettelijk heeft bereid en opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende clefedron (4chloormethcathinon, 4-CMC) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2 hij omstreeks de periode van 15 maart 2022 tot en met 29 maart 2022, te Drachtstercompagnie, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van clefedron (4chloormethcathinon, 4-CMC) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en te bevorderen, tezamen en in vereniging met zijn mededaders, aldaar in een pand gelegen aan de [straatnaam], meer grondstoffen, te weten
  • 30 jerrycans van 20 liter alle geheel gevuld met methylamine, in totaal (ongeveer) 600 liter
  • 15 jerrycans van 20 liter alle geheel gevuld met ether, in totaal (ongeveer) 300 liter
  • 29 jerrycans van 20 liter alle geheel gevuld met tolueen, in totaal (ongeveer) 580 liter
  • 2 jerrycans zoutzuur
  • 5 klemdekselvaten van 30 liter geheel of ten dele gevuld met wit poeder 2-broom-4
chloorpropiophenon en technische apparaten en materialen te weten onder meer een afdekzeil en volgelaatsmaskers en handschoenen en chemische overalls voor het vervaardigen van clefedron (4-chloormethcathinon, 4CMC) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. Primair het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van deOpiumwet gegeven verbod
en
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
2. het medeplegen van, een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en feit 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van de periode dat verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Zij heeft daartoe aangevoerd dat volgens de richtlijnen van het Openbaar Ministerie het aangetroffen drugslab valt onder de hoogste categorie, te weten categorie IV. Daarnaast was er sprake van productie, waardoor het drugslab valt onder Fase II van de richtlijn. Tevens heeft de officier van justitie de uitvoerende rol van verdachte meegenomen in de onderbouwing van de strafeis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit voor het opleggen van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat de rol van verdachte past bij die van een katvanger. Anders dan de officier van justitie, is de raadsman van mening dat de omvang van het drugslab niet onder de hoogste categorie valt en dat er nog geen sprake was van een voltooid eindproduct. Daarnaast heeft de raadsman verwezen naar de opgelegde straffen in vergelijkbare zaken.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het bereiden van clefedron. Ook heeft verdachte in een woning goederen en stoffen voorhanden gehad, bestemd voor het bereiden van clefedron en zich hiermee schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen ten aanzien van het bereiden van harddrugs.
Het is algemeen bekend dat verdovende middelen schadelijk zijn voor de volksgezondheid en dat het gebruik ervan bezwarend is voor de samenleving. Zo kan het leiden tot een geestelijke of lichamelijke verslaving en, bij overdosis, zelfs tot de dood van de gebruiker. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie vrijwel altijd illegaal gedumpt, waardoor het milieu schade ondervindt en belast wordt en waarbij er in de regel veel geld, tijd en energie geïnvesteerd moet worden om de negatieve gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk ongedaan te maken. Bovendien legt het opsporen, ontmantelen en vervolgen van de producenten van synthetische drugs een fors beslag op het opsporingsapparaat, als gevolg waarvan de opsporing van andere misdrijven in het gedrang kan komen. Kortom, de productie van synthetische drugs heeft op meerdere niveaus van de maatschappij een forse negatieve invloed. Door deel te nemen aan het productieproces van synthetische drugs heeft verdachte - mede ingegeven door zijn hoge schuldenlast - zijn eigen geldelijke gewin boven het maatschappelijk belang en de daarop gebaseerde wettelijke normen gesteld.
Met de raadsman van verdachte is de rechtbank van oordeel dat de rol van verdachte op grond van het dossier niet als de hoogste uitvoerende rol kan worden aangemerkt. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte betrokken is geweest bij de achterliggende organisatie.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 8 november 2022. Hieruit blijkt dat verdachte eerder - weliswaar lang geleden - onherroepelijk is veroordeeld voor een overtreding van de Opiumwet.
Persoon van de dader
Uit het reclasseringsadvies van 8 juni 2022 blijkt onder meer dat de reclassering het recidiverisico inschat als gemiddeld. Verdachte werkt als zzp’er in renovatiewerkzaamheden. Nadat een klant de door verdachte uitgevoerde werkzaamheden niet heeft betaald en verdachte een forse aanslag van de belastingdienst had ontvangen, is verdachte in de financiële problemen gekomen. De financiële problemen hebben een direct verband met het gepleegde delict. De reclassering concludeert geen mogelijkheden te zien voor interventies vanwege het ontbreken van een (passende) hulpvraag en de taalbarrière met verdachte.
Op te leggen straf
Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van aanzienlijke duur met zich meebrengt.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden. Dat deze straf van kortere duur is dan door de officier van justitie is gevorderd, is er in gelegen dat uit het dossier genoegzaam naar voren komt dat verdachte op zijn beurt ook werd aangestuurd door een onbekend gebleven persoon. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met opgelegde straffen in soortgelijke zaken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Dijkstra, voorzitter, mr. M.R. de Vries en mr. M.M. Spooren, rechters, bijgestaan door mr. E.A. Gaastra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 december 2022.
Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met nummer 2022078662 doorgenummerd 1 tot en met 480.
Pagina 33 en 34.
Pagina 147.
Pagina 410.
Pagina 80.
Pagina 83.
Pagina 85.
Pagina 412.
Pagina 419.
Pagina 413.
Pagina 412.
Pagina 232.
Pagina 242.
Pagina 243.
Pagina 242.
Pagina 243.
Pagina 189.
Pagina 243.
Pagina 244.
Pagina 246.
Pagina 286.
Pagina 285.
Pagina. 371.
Pagina 237.
Pagina 54.
Pagina 237.