Op 25 oktober 2020 om 9:08 uur werd een zwarte Ford Kuga, met Duits kenteken [kenteken] , gecontroleerd nabij de grenspassage bij Holtet in Noorwegen. De bestuurster van de auto was een vrouw, die zich met een Nederlands paspoort legitimeerde als [verdachte] . Er werd besloten om de auto mee te nemen voor een uitgebreide controle.
Het aantreffen van de drugs in de Ford Kuga
De auto werd vervolgens door een douanebeambte met de drugshond doorzocht. De douanebeambten zagen pakketjes verpakt in bolletjesplastic in de achterklep. Er werd een pakketje uit de achterklep gehaald voor onderzoek. Dit was een vierkant, langwerpig pakketje met een Chanellogo. Onder het bolletjesplastic zaten twee lagen met vacuümplastic, zwarte krimpfolie en twee lagen gewoon plastic voordat het pakketje met het logo tevoorschijn kwam. Op 27 oktober 2020 werd een nacontrole van bovengenoemde auto uitgevoerd. Er werden achttien pakketten aangetroffen met bruine tape, waarvan enkele pakketten waren voorzien van een Davidster aangebracht met een blauwe stift aangetroffen.
17De totale hoeveelheid, samen met hetgeen daaraan voorafgaand werd aangetroffen, is forensisch onderzocht en bedraagt in totaal: 6.626,5 gram cocaïne en 8.751,6 gram heroïne.
18Er is gebruik gemaakt van de aanwezige holle ruimtes/bergplaatsen in de auto.
De GPS-tracker aangetroffen in de Ford Kuga
Nabij het pakket onder de vloerbedekking voor de passagiersstoel werd een tracker aangetroffen.
19Deze tracker werd bemonsterd.
20Op de binnenkant van het deksel werd DNA-materiaal aangetroffen dat geschikt was om te vergelijken.
21Dit DNA-materiaal is vergeleken met het DNA-profiel van [medeverdachte 2] en het komt overeen.
22
In de tracker werd een simkaart van Lebara aangetroffen. Deze simkaart werd onderzocht en uit dit onderzoek blijkt dat het Nederlandse telefoonnummer + [telefoonnummer] was gekoppeld aan deze simkaart. Uit informatie van de opgevraagde historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer blijkt dat dit telefoonnummer ook in een telefoon met imeinummer [imeinummer] heeft gezeten. Dit was in de periode van 5 september 2020 vanaf 19:56 uur tot en met 3 oktober 2020 om 02:59 uur. Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat er drie simkaartjes in dit toestel hebben gezeten. Namelijk de nummers + [telefoonnummer] , + [telefoonnummer] (nummer tracker) en het nummer + [telefoonnummer] .
Op 3 oktober 2020 ging het simkaartje met het telefoonnummer + [telefoonnummer] in de GPS-tracker met het imei-nummer [imeinummer] . Deze combinatie heeft op 3 oktober 2020 omstreeks 3:12 uur nog contact met het Nederlandse telefonienetwerk en daarna niet meer.
23Opvallend is dat op 2 oktober 2020 om 22.36 uur [medeverdachte 2] (+ [telefoonnummer] ) met [medeverdachte 3] (+ [telefoonnummer] ) belde en vroeg waar die GPS lag. Volgens [medeverdachte 3] was er naast de auto een witte kast en lag de GPS daar onderin.
24
In de periode van 6 oktober 2020 om 11:09 uur en 24 oktober 2020 om 07:50 uur bevond het simkaartje met telefoonnummer + [telefoonnummer] zich nog steeds in een toestel (GPS-tracker) met het imei-nummer [imeinummer] . Het telefoonnummer + [telefoonnummer] had op 24 oktober 2020 om 7:50 nog contact heeft met het Nederlandse telefonienetwerk, namelijk met de zendmast in Nijetrijne.
Daarna was er nog wel contact met het nummer maar niet meer met het Nederlandse netwerk. Het telefoonnummer + [telefoonnummer] kwam vervolgens niet meer in Nederland. Het telefoonnummer +
[telefoonnummer] dat in gebruik is bij verdachte bevond zich op 24 oktober 2020 om 14:20 uur nog in Nederland. Hierna straalde de telefoon geen zendmasten meer aan in Nederland.
25
Gelet op voornoemde stelt de rechtbank vast dat in de auto waarin verdachte reed een GPS-tracker is aangetroffen. Op de binnenkant van deze GPS-tracker is het DNA-materiaal van [medeverdachte 2] aangetroffen. De auto waarin verdachte reed kon via deze GPS-tracker op afstand (ook vanuit Nederland) worden gevolgd.
Het regelen van verdachte als koerier en het huren van de auto, de Ford Kuga
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] hem heeft gevraagd of hij een chauffeur wilde regelen. [medeverdachte 6] kende verdachte en heeft haar gevraagd. Ze konden hiermee beiden een paar duizend euro verdienen. Verdachte wilde het wel doen. [medeverdachte 1] zei dat ze een auto in Duitsland bij [bedrijf] moesten huren. [medeverdachte 6] is met verdachte mee geweest naar Duitsland om een auto te huren. [medeverdachte 6] had hiervoor geld gekregen van
[medeverdachte 1] . Dit geld moest verdachte op haar rekening storten, zodat ze de autohuur per pin kon betalen. Ze heeft een Opel Grandland gehuurd. Toen [medeverdachte 6] deze auto naar [medeverdachte 1] in Wolvega reed werd hij kort na de overdracht met zijn eigen auto staande gehouden door de politie. Er is toen gezegd dat de auto “heet” was en dat deze omgewisseld moest worden. Verdachte heeft toen de Opel Grandland naar Duitsland teruggebracht en een andere auto gehuurd. Het geld voor deze tweede auto kwam ook van [medeverdachte 1] en is door [medeverdachte 6] aan haar gegeven. Verdachte heeft de auto in de buurt van de woning van [medeverdachte 6] neergezet en de sleutel bij hem thuis afgeleverd.
26[medeverdachte 6] heeft de auto, dit was een Ford Kuga, naar een parkeerplaats in Wolvega gebracht en vervolgens [medeverdachte 1] gebeld met de mededeling dat de auto er stond en dat hij deze op kon halen.
[medeverdachte 6] heeft verdachte ook driehonderd tot vierhonderd euro aan reisgeld meegegeven.
27
De verklaring van verdachte komt overeen met de verklaring van [medeverdachte 6] . Ze heeft verklaard dat [medeverdachte 6] haar heeft gevraagd om met een auto met daarin cocaïne naar Oslo te rijden. Ze zou hiervoor € 6.000,-- ontvangen. Op 28 september 2020 heeft ze hiermee ingestemd. Ze heeft met [medeverdachte 6] in Düsseldorf bij een locatie van [bedrijf] een Opel Grandland gehuurd. Ze heeft de auto later omgeruild voor een Ford Kuga.
28
Uit de gegevens van [bedrijf] blijkt dat verdachte op 23 oktober 2020 een Ford Kuga, met kenteken [kenteken] heeft gehuurd.
29
Het persen van de drugs voor het transport van verdachte
Op het pand [straatnaam] te Wolvega was een camera gericht. Uit de omschrijving van deze camerabeelden blijkt het volgende
.Op 23 oktober 2020 om 21:52 uur kwam [medeverdachte 7] als bijrijder uit een Mercedes. De bestuurder was [medeverdachte 2] . [medeverdachte 7] had in zijn hand een gele plastic tas. Zowel [medeverdachte 7] als [medeverdachte 2] liepen in de richting van de loods van [medeverdachte 5] . Om 22:19 uur kwam [medeverdachte 7] samen met [medeverdachte 3]
uit het pand aan de [straatnaam] . Ze brachten spullen in de richting van de loods van [medeverdachte 5] . [medeverdachte 7] droeg een voorwerp lijkend op de pers die het onderzoeksteam op 1 december 2021 in beslag heeft genomen in de loods van [medeverdachte 5] . Om 22:33 uur liep [medeverdachte 5] met een rood voorwerp in zijn hand het pand aan de [straatnaam] uit in de richting van zijn eigen loods. Het voorwerp kwam overeen met het voorwerp dat op 1 december 2021 in de loods van [medeverdachte 5] in beslag is genomen. Dit werd gebruikt bij het persen.
Op 24 oktober 2020 werd [medeverdachte 8] gecontroleerd door de politie. [medeverdachte 1] was hierbij aanwezig. Toen de politie was vertrokken liepen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7] uit de richting van de loods van [medeverdachte 5] naar de personen voor het pand [straatnaam] .
30
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij van 23 oktober op 24 oktober 2020 drugs heeft geperst. Dit was van te voren in de loods aan de [straatnaam] besproken. Hierbij waren in ieder geval aanwezig [medeverdachte 1] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] . Het afwegen en persen moest in de loods van [medeverdachte 5] gebeuren, omdat ze bang waren dat de politie in de loods aan de [straatnaam] zou komen. De pers en de toebehoren zijn toen naar de loods van [medeverdachte 5] gebracht. Hij heeft twaalf blokken van 500 gram geperst. Dit was een vermenging van versnijdingsmiddelen en heroïne. De blokken gingen bij [medeverdachte 5] vandaan in boterhamzakjes, folie en bruine tape. Daarna hadden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] het erover dat de blokken nog vacuüm verpakt moesten worden, maar dat het sealapparaat zoek was. Het was volgens [medeverdachte 5] de bedoeling dat de geperste blokken naar Scandinavië zouden worden gebracht.
31Het persen heeft [medeverdachte 5] samen met [medeverdachte 7] gedaan. [medeverdachte 7] zeefde de drugs en deed deze in de boterhamzakjes waarna [medeverdachte 5]
een en ander perste. Een paar dagen later heeft [medeverdachte 5] € 200,-- voor zijn werkzaamheden van [medeverdachte 2] ontvangen.
32
De verklaring van [medeverdachte 5] vindt naast voornoemde camerabeelden ook steun in de inhoud van volgende tapgesprekken.
Op 23 oktober 2020 om 21:08 uur belde [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) naar
[medeverdachte 3] (+ [telefoonnummer] ) en spreekt over vacuümtassen. De telefoon van
[medeverdachte 3] straalde op het moment van het gesprek een zendmast aan op Aan de Schipsloot 28 te Wolvega. Zowel het pand aan de [straatnaam] als het pand aan de [straatnaam] vallen in het antennegebied van deze zendmast.
Op 24 oktober 2020 om 1:49 uur belde [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) naar het nummer van [medeverdachte 5] (+ [telefoonnummer] ). [medeverdachte 1] vroeg hem wat er aan de hand was. [medeverdachte 5] zei dat er “wouten” voor de deur waren en een auto over de kop werd gehaald. Hij zei dat hij aan het persen was en beëindigde het gesprek.
33
Prepareren van de auto, de Ford Kuga
Op 24 oktober 2020 om 7.51 uur werd [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) gebeld door [medeverdachte 4] (+ [telefoonnummer] ). [medeverdachte 1] vroeg waar [medeverdachte 4] was. [medeverdachte 4] zei dat hij in de garage was. Volgens [medeverdachte 1] was dat “mooi” en komt hij eraan. Om 8.16 uur belde [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) [medeverdachte 4] (+ [telefoonnummer] ) en vroeg hem of hij groene platen heeft. Om 8:26 uur belde [medeverdachte 1] (+
[telefoonnummer] ) [medeverdachte 6] (+ [telefoonnummer] ). [medeverdachte 1] (+
[telefoonnummer] ) zei dat hij over een uurtje bij hem zou zijn [medeverdachte 6] antwoordde dat dat goed is, maar dat hij al onderweg is. [medeverdachte 1] kan de auto bij zijn huis neerzetten. Om 9:34 uur belde [medeverdachte 6] (+ [telefoonnummer] ) [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) en vroeg hem of de “waggie” er al staat. Volgens [medeverdachte 1] duurde het nog een half uurtje. [medeverdachte 6] gaf aan dat die “chick” daar staat te wachten. Ze spraken af dat ze voor de zekerheid nog een uur nemen en dat de “chick” thuis moet wachten.
34
Op het pand [straatnaam] te Wolvega was een camera gericht. Uit de omschrijving van deze camerabeelden blijkt het volgende. Op 24 oktober 2020 om 8:33 uur werd een zwart voertuig voorzien van een witte kentekenplaat het pand aan de [straatnaam] ingereden. De deur werd daarna meteen gesloten. Om 11.24 uur werd dit voertuig weer naar buiten gereden. Het voertuig was toen voorzien van handelaarskentekenplaten. Ondertussen zijn er diverse voertuigen bij het pand aan de [straatnaam] geweest.
35
Op het pand [straatnaam] te Wolvega was een camera gericht. Uit de omschrijving van deze camerabeelden blijkt het volgende
.Op 24 oktober 2020 om 11:22 uur kwam er een zwarte Ford Kuga voorzien van handelaarskentekenplaten het terrein op rijden. Het voertuig werd meteen de loods ingereden. Circa twee minuten later stapte [medeverdachte 8] uit de loods en [medeverdachte 9] verwijderde de handelaarskentekenplaten. Het originele kenteken van het voertuig was het Duitse kenteken [kenteken] . [medeverdachte 1] was hierbij ook aanwezig waarna hij wegging. De Ford Kuga bleef in de loods staan. Om 11.40 uur ging [medeverdachte 2] de loods in. Vijf minuten later kwam ook [medeverdachte 1] en ging de loods in. Even later kwamen ook [medeverdachte 9] en [medeverdachte 8] bij de loods. Om 11.56 uur kwam [medeverdachte 4] bij de loods. Hij liep de loods in. Om 12.38 uur kwamen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] uit de loods. [medeverdachte 1] stapte in een auto en reed deze van het terrein. [medeverdachte 9] opende samen met
[medeverdachte 2] de loodsdeur. De zwarte Ford Kuga werd de loods uitgereden en [medeverdachte 9] stapte bij [medeverdachte 1] in de auto. Zij reden weg en werden gevolgd door de Ford Kuga. [medeverdachte 2] reed weg en [medeverdachte 4] kwam met een tas van het terrein. Het is aannemelijk dat de bestuurder van de Ford Kuga [medeverdachte 8] is geweest, omdat deze later niet meer op de beelden te zien is.
36Tevens heeft [medeverdachte 8] verklaard dat hij in opdracht van
[medeverdachte 1] de Ford Kuga uit de loods heeft gereden en de auto in Marknesse heeft geparkeerd.
37
Op 24 oktober 2020 om 12.48 uur stuurde [medeverdachte 6] een chatbericht naar Verdachte inhoudende: “Ga ff naar me huis krijg je van meddie sleutel”. Even later om 13:11 uur stuurde [medeverdachte 6] het volgende chatbericht naar verdachte: “Ligt nog 300 in waggie kun je tanken in Duitsland of eten kopen daarna moet je alles pinnen”. Uit de ANPR-registraties blijkt dat de Ford Kuga met kenteken [kenteken] op 24 oktober 2020 om 14:41 uur bij Emmen de grens overreed naar Duitsland.
38
Contacten tijdens de reis van verdachte
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 2] het wicker-account van verdachte heeft gegeven, zodat hij haar de coördinaten voor onderweg door kon geven. Toen verdachte onderweg was heeft [medeverdachte 6] haar een bericht gezonden en gevraagd hoe het ging. Verdachte vertelde dat ze in een hotel was. Ze was toen in Götenborg. Op 25 oktober 2020 is [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 2] , omdat [medeverdachte 2] geen contact meer kon krijgen met verdachte. Nadat bekend was dat verdachte was aangehouden heeft [medeverdachte 2] [medeverdachte 6] gebeld en hem gezegd dat hij veel geld was misgelopen.
39
Verdachte heeft verklaard dat ze tijdens de reis via whatsapp contact had met [medeverdachte 6] . Tevens had zij tijdens de reis telefonisch contact met een persoon die volgens haar niet honderd procent Nederlander was. Hij sprak met een accent. Hij gaf haar de routebeschrijving via de wickr-app en ze hebben gebeld. Het eerste gesprek ging over de vraag waar ze ging slapen. Het tweede gesprek ging erover dat ze weer ging rijden en het derde gesprek was toen verdachte de Noorse grens passeerde. De persoon gaf aan dat ze Oslo moest invoeren als bestemming. Verdachte heeft in een hotel in Götenborg overnacht. Het hotel was op haar naam gereserveerd. Ze heeft screenshots van de boekingen ontvangen via de wickr-app. Tijdens de reis heeft ze ook een screenshot ontvangen van het hotel [hotel 3] in Oslo. De screenshots werden verstuurd vanaf hetzelfde wickr-account dat haar ook de route gaf.
40Via de wickr-app kreeg verdachte aanwijzingen met betrekking tot de weg die ze moest nemen. Toen ze in Duitsland een verkeerde afslag had genomen, kreeg ze berichtjes van “Waar rijd je nu?” en “Je rijdt op de verkeerde weg”.
41
De telefoon van verdachte is onderzocht en hieruit blijkt het volgende. Op 24 oktober 2020 om 21:38 uur heeft verdachte gebeld met een Zweeds telefoonnummer zijnde + [telefoonnummer] . Uit onderzoek blijkt dat dit nummer is gekoppeld aan het [hotel 1] in Göteborg, Sweden. Op de telefoon van [medeverdachte 2] is een screenshot aangetroffen van een hotelboeking in het [hotel 1] voor de nacht van 24 oktober 2020 op 25 oktober 2020. Op deze afbeelding staat hetzelfde nummer dat door verdachte werd gebeld.
Op haar telefoon werd ook een afbeelding aangetroffen van een boeking bij [hotel 2] voor de nacht van 24 oktober 2020 op 25 oktober 2020. Het bevestigingsnummer was 2620663653. Op de telefoon van [medeverdachte 2] is eenzelfde afbeelding aangetroffen. Het bevestigingsnummer, de pincode, de locatie en de data komen overeen.
In de periode van 24 tot en met 25 oktober 2020 had de telefoon van verdachte contact met het telefoonnummer + [telefoonnummer] . De historische verkeersgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] zijn opgevraagd. Hieruit blijkt dat het nummer + [telefoonnummer] tussen 13 oktober 2020 en 26 oktober 2020 gekoppeld was aan het telefoontoestel met het imei-nummer [imeinummer] . Op 1 december 2020 werd tijdens een doorzoeking in perceel [straatnaam] te Heerenveen, de verblijflocatie van [medeverdachte 2] , een mobiele telefoon aangetroffen en inbeslaggenomen. Het betrof hier een mobiele telefoon van het merk Nokia, met imei-nummer [imeinummer] . De zendmastgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] zijn vergeleken met de zendmastgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 2] (+ [telefoonnummer] ). Hieruit blijkt dat de telefoonnummers op veel dezelfde momenten gebruikmaakten van dezelfde zendmastlocaties.
42
Uit het onderzoek in Noorwegen blijkt dat er voor verdachte een reservering was gedaan bij het hotel [hotel 3] in Oslo op 25 oktober 2020 om 9:30 uur via booking.com en geannuleerd op 25 oktober 2020 om 10:25 uur. Het hotel gaf aan dat een man had gebeld die zei dat hij de echtgenoot van verdachte was en had gevraagd of verdachte in het hotel verbleef. Uit de historische telefoongegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] blijkt dat dit nummer een uitgaand gesprek van 9.22 minuten heeft gehad naar telefoonnummer + [telefoonnummer] . Het telefoonnummer + [telefoonnummer] is van het hotel [hotel 3] in Oslo.
43
In Noorwegen is onderzoek gedaan naar het wickr-account op de telefoon van verdachte. Hieruit blijkt dat zij drie actieve gesprekken had met de gebruikersprofielen: [gebruikersnaam] , [gebruikersnaam] en [gebruikersnaam] .
44
Op grond van de voorgaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 2] de persoon is met wie verdachte tijdens het transport contact had via de wickr-app en die haar volgde via de GPS-tracker, haar de route doorgaf en haar haar hotelreserveringen doorgaf. Met gebruikmaking van het telefoonnummer + [telefoonnummer] heeft [medeverdachte 2] ook geïnformeerd bij het hotel [hotel 3] in Oslo of Verdachte al was aangekomen.