ECLI:NL:RBNNE:2022:4580

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
7 december 2022
Zaaknummer
18/089968-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vrouw voor het medeplegen van een drugstransport naar Noorwegen met cocaïne en heroïne

De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 30 november 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen een vrouw die werd beschuldigd van het medeplegen van een drugstransport naar Noorwegen. De verdachte, geboren in 1994, werd aangehouden net over de grens in Noorwegen, waar zij als koerier van het transport fungeerde. De rechtbank oordeelde dat de vrouw opzettelijk een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne en heroïne, respectievelijk 6.626,5 gram en 8.751,6 gram, buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van drie jaar. De uitspraak volgde na een inhoudelijke behandeling van de zaak, waarbij de verdachte werd bijgestaan door haar advocaat, mr. J.M.M. Pater, en het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een actieve rol had gespeeld in het drugstransport, dat zij had ingestemd met het vervoer van de drugs en dat zij de huurauto had geregeld voor de reis naar Noorwegen. De rechtbank hield rekening met de ernst van het delict, de rol van de verdachte en haar persoonlijke omstandigheden, waaronder eerdere betrokkenheid bij de Opiumwet. De rechtbank benadrukte dat de uitvoer van drugs bijdraagt aan de ondermijning van de samenleving en dat de betrokkenheid bij dergelijke delicten ernstige gevolgen heeft voor de rechtsstaat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18/089968-21
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 30 november 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] , [straatnaam] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzittingen van 3 oktober 2022, 6 oktober 2022 en 30 november 2022.
De verdachte is ter terechtzitting van 3 oktober 2022, de zitting waarop de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen verdachte plaatsvond, verschenen, bijgestaan door mr. J.M.M. Pater, advocaat te Emmeloord.
Het openbaar ministerie is tijdens de terechtzittingen telkens vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 20 oktober 2020 tot en met 25 oktober 2020, te Emmeloord, Wolvega en/of een of meer (andere) plaatsen in Nederland, en/of Duitsland en/of
Zweden en/of Noorwegen, tezamen
en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
  • buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid5 van de Opiumwet, en/of
  • heeft/hebben afgeleverd en/of verstrekt en/of verkocht en/of vervoerd, en/of
  • aanwezig heeft/hebben gehad,
(ongeveer) 6650 gram cocaïne en/of (ongeveer) 9199,6 gram heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne, een of meer middelen als bedoeld vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde feit.
Standpunt van de verdediging
Door de raadsvrouw is geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Nu meerdere personen dezelfde achternaam hebben worden de volgende personen met de voornaam aangeduid.

[medeverdachte 1] wordt aangeduid met [medeverdachte 1] .1

[medeverdachte 2] wordt aangeduid met [medeverdachte 2] .2

[medeverdachte 3] wordt aangeduid met [medeverdachte 3] .3

De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen
4die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.

Algemene bewijsmiddelen

De telefoonnummers
De rechtbank koppelt de hierna genoemde telefoonnummers aan de volgende personen.
Verdachte ( [verdachte] ):
Verdachte is in Noorwegen aangehouden en haar telefoons zijn door de Noorse autoriteiten inbeslaggenomen. Uit het onderzoek in Noorwegen naar deze telefoons blijkt dat zij gebruikmaakte van de telefoonnummers + [telefoonnummer] en + [telefoonnummer] .
5[medeverdachte 1] :
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer + [telefoonnummer]
.
6
[medeverdachte 2] :
De data op het in de woning van [medeverdachte 2] aangetroffen telefoontoestel zijn onderzocht. Onder “owner name” stond de naam [medeverdachte 2] . Het telefoonnummer + [telefoonnummer] was aan dit toestel gekoppeld. In de contactenlijst stond bij het telefoonnummer + [telefoonnummer] “ [medeverdachte 3] broertje” vermeld.
7[medeverdachte 3] :
De data op het in de woning van [medeverdachte 3] aangetroffen telefoontoestel werden onderzocht. Onder “owner name” stond de naam [medeverdachte 3] . Het telefoonnummer + [telefoonnummer] was aan dit toestel gekoppeld.
8Uit de contactenlijst bij dit toestel stond bij contact “ [naam 1] Nieuw” het telefoonnummer + [telefoonnummer] .
9[medeverdachte 4] :
Naar de telefoon, die onder [medeverdachte 4] in beslag is genomen
10, is onderzoek verricht. Hieruit blijkt dat de eigenaar van het toestel, [medeverdachte 4] , het nummer + [telefoonnummer] gebruikt.
11[medeverdachte 5] :
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer + [telefoonnummer]
.
12
[medeverdachte 6] :
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat het telefoonnummer + [telefoonnummer] van hem is.
13
Het gebruik van de panden
[straatnaam] in Wolvega:[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij een garagebedrijf heeft in het pand aan de [straatnaam] in Wolvega. Hij huurt dit pand.
14
[straatnaam] in Wolvega:[medeverdachte 5] heeft verklaard dat het pand aan de [straatnaam] in Wolvega door hem wordt gehuurd en gebruikt.
15
[straatnaam] te Wolvega :Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat [medeverdachte 4] eigenaar is van het bedrijf [medeverdachte 4] reparaties, gevestigd aan de [straatnaam] te Wolvega.

Bij de gegevens staat dat [medeverdachte 4] een zelfstandig automonteur is.16

Ten aanzien van het ten laste gelegde

Op 25 oktober 2020 om 9:08 uur werd een zwarte Ford Kuga, met Duits kenteken [kenteken] , gecontroleerd nabij de grenspassage bij Holtet in Noorwegen. De bestuurster van de auto was een vrouw, die zich met een Nederlands paspoort legitimeerde als [verdachte] . Er werd besloten om de auto mee te nemen voor een uitgebreide controle.
Het aantreffen van de drugs in de Ford Kuga
De auto werd vervolgens door een douanebeambte met de drugshond doorzocht. De douanebeambten zagen pakketjes verpakt in bolletjesplastic in de achterklep. Er werd een pakketje uit de achterklep gehaald voor onderzoek. Dit was een vierkant, langwerpig pakketje met een Chanellogo. Onder het bolletjesplastic zaten twee lagen met vacuümplastic, zwarte krimpfolie en twee lagen gewoon plastic voordat het pakketje met het logo tevoorschijn kwam. Op 27 oktober 2020 werd een nacontrole van bovengenoemde auto uitgevoerd. Er werden achttien pakketten aangetroffen met bruine tape, waarvan enkele pakketten waren voorzien van een Davidster aangebracht met een blauwe stift aangetroffen.
17De totale hoeveelheid, samen met hetgeen daaraan voorafgaand werd aangetroffen, is forensisch onderzocht en bedraagt in totaal: 6.626,5 gram cocaïne en 8.751,6 gram heroïne.
18Er is gebruik gemaakt van de aanwezige holle ruimtes/bergplaatsen in de auto.
De GPS-tracker aangetroffen in de Ford Kuga
Nabij het pakket onder de vloerbedekking voor de passagiersstoel werd een tracker aangetroffen.
19Deze tracker werd bemonsterd.
20Op de binnenkant van het deksel werd DNA-materiaal aangetroffen dat geschikt was om te vergelijken.
21Dit DNA-materiaal is vergeleken met het DNA-profiel van [medeverdachte 2] en het komt overeen.
22
In de tracker werd een simkaart van Lebara aangetroffen. Deze simkaart werd onderzocht en uit dit onderzoek blijkt dat het Nederlandse telefoonnummer + [telefoonnummer] was gekoppeld aan deze simkaart. Uit informatie van de opgevraagde historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer blijkt dat dit telefoonnummer ook in een telefoon met imeinummer ​ [imeinummer] heeft gezeten. Dit was in de periode van 5 september 2020 vanaf 19:56 uur tot en met 3 oktober 2020 om 02:59 uur. Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat er drie simkaartjes in dit toestel hebben gezeten. Namelijk de nummers + [telefoonnummer] , + [telefoonnummer] (nummer tracker) en het nummer + [telefoonnummer] .
Op 3 oktober 2020 ging het simkaartje met het telefoonnummer + [telefoonnummer] in de GPS-tracker met het imei-nummer [imeinummer] . Deze combinatie heeft op 3 oktober 2020 omstreeks 3:12 uur nog contact met het Nederlandse telefonienetwerk en daarna niet meer.
23Opvallend is dat op 2 oktober 2020 om 22.36 uur [medeverdachte 2] (+ [telefoonnummer] ) met [medeverdachte 3] (+ [telefoonnummer] ) belde en vroeg waar die GPS lag. Volgens [medeverdachte 3] was er naast de auto een witte kast en lag de GPS daar onderin.
24
In de periode van 6 oktober 2020 om 11:09 uur en 24 oktober 2020 om 07:50 uur bevond het simkaartje met telefoonnummer + [telefoonnummer] zich nog steeds in een toestel (GPS-tracker) met het imei-nummer [imeinummer] . Het telefoonnummer + [telefoonnummer] had op 24 oktober 2020 om 7:50 nog contact heeft met het Nederlandse telefonienetwerk, namelijk met de zendmast in Nijetrijne.
Daarna was er nog wel contact met het nummer maar niet meer met het Nederlandse netwerk. Het telefoonnummer + [telefoonnummer] kwam vervolgens niet meer in Nederland. Het telefoonnummer +
[telefoonnummer] dat in gebruik is bij verdachte bevond zich op 24 oktober 2020 om 14:20 uur nog in Nederland. Hierna straalde de telefoon geen zendmasten meer aan in Nederland.
25
Gelet op voornoemde stelt de rechtbank vast dat in de auto waarin verdachte reed een GPS-tracker is aangetroffen. Op de binnenkant van deze GPS-tracker is het DNA-materiaal van [medeverdachte 2] aangetroffen. De auto waarin verdachte reed kon via deze GPS-tracker op afstand (ook vanuit Nederland) worden gevolgd.
Het regelen van verdachte als koerier en het huren van de auto, de Ford Kuga
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] hem heeft gevraagd of hij een chauffeur wilde regelen. [medeverdachte 6] kende verdachte en heeft haar gevraagd. Ze konden hiermee beiden een paar duizend euro verdienen. Verdachte wilde het wel doen. [medeverdachte 1] zei dat ze een auto in Duitsland bij [bedrijf] moesten huren. [medeverdachte 6] is met verdachte mee geweest naar Duitsland om een auto te huren. [medeverdachte 6] had hiervoor geld gekregen van
[medeverdachte 1] . Dit geld moest verdachte op haar rekening storten, zodat ze de autohuur per pin kon betalen. Ze heeft een Opel Grandland gehuurd. Toen [medeverdachte 6] deze auto naar [medeverdachte 1] in Wolvega reed werd hij kort na de overdracht met zijn eigen auto staande gehouden door de politie. Er is toen gezegd dat de auto “heet” was en dat deze omgewisseld moest worden. Verdachte heeft toen de Opel Grandland naar Duitsland teruggebracht en een andere auto gehuurd. Het geld voor deze tweede auto kwam ook van [medeverdachte 1] en is door [medeverdachte 6] aan haar gegeven. Verdachte heeft de auto in de buurt van de woning van [medeverdachte 6] neergezet en de sleutel bij hem thuis afgeleverd.
26[medeverdachte 6] heeft de auto, dit was een Ford Kuga, naar een parkeerplaats in Wolvega gebracht en vervolgens [medeverdachte 1] gebeld met de mededeling dat de auto er stond en dat hij deze op kon halen.
[medeverdachte 6] heeft verdachte ook driehonderd tot vierhonderd euro aan reisgeld meegegeven.
27
De verklaring van verdachte komt overeen met de verklaring van [medeverdachte 6] . Ze heeft verklaard dat [medeverdachte 6] haar heeft gevraagd om met een auto met daarin cocaïne naar Oslo te rijden. Ze zou hiervoor € 6.000,-- ontvangen. Op 28 september 2020 heeft ze hiermee ingestemd. Ze heeft met [medeverdachte 6] in Düsseldorf bij een locatie van [bedrijf] een Opel Grandland gehuurd. Ze heeft de auto later omgeruild voor een Ford Kuga.
28
Uit de gegevens van [bedrijf] blijkt dat verdachte op 23 oktober 2020 een Ford Kuga, met kenteken [kenteken] heeft gehuurd.
29
Het persen van de drugs voor het transport van verdachte
Op het pand [straatnaam] te Wolvega was een camera gericht. Uit de omschrijving van deze camerabeelden blijkt het volgende
.Op 23 oktober 2020 om 21:52 uur kwam [medeverdachte 7] als bijrijder uit een Mercedes. De bestuurder was [medeverdachte 2] . [medeverdachte 7] had in zijn hand een gele plastic tas. Zowel [medeverdachte 7] als [medeverdachte 2] liepen in de richting van de loods van [medeverdachte 5] . Om 22:19 uur kwam [medeverdachte 7] samen met [medeverdachte 3]
uit het pand aan de [straatnaam] . Ze brachten spullen in de richting van de loods van [medeverdachte 5] . [medeverdachte 7] droeg een voorwerp lijkend op de pers die het onderzoeksteam op 1 december 2021 in beslag heeft genomen in de loods van [medeverdachte 5] . Om 22:33 uur liep [medeverdachte 5] met een rood voorwerp in zijn hand het pand aan de [straatnaam] uit in de richting van zijn eigen loods. Het voorwerp kwam overeen met het voorwerp dat op 1 december 2021 in de loods van [medeverdachte 5] in beslag is genomen. Dit werd gebruikt bij het persen.
Op 24 oktober 2020 werd [medeverdachte 8] gecontroleerd door de politie. [medeverdachte 1] was hierbij aanwezig. Toen de politie was vertrokken liepen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7] uit de richting van de loods van [medeverdachte 5] naar de personen voor het pand [straatnaam] .
30
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij van 23 oktober op 24 oktober 2020 drugs heeft geperst. Dit was van te voren in de loods aan de [straatnaam] besproken. Hierbij waren in ieder geval aanwezig [medeverdachte 1] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] . Het afwegen en persen moest in de loods van [medeverdachte 5] gebeuren, omdat ze bang waren dat de politie in de loods aan de [straatnaam] zou komen. De pers en de toebehoren zijn toen naar de loods van [medeverdachte 5] gebracht. Hij heeft twaalf blokken van 500 gram geperst. Dit was een vermenging van versnijdingsmiddelen en heroïne. De blokken gingen bij [medeverdachte 5] vandaan in boterhamzakjes, folie en bruine tape. Daarna hadden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] het erover dat de blokken nog vacuüm verpakt moesten worden, maar dat het sealapparaat zoek was. Het was volgens [medeverdachte 5] de bedoeling dat de geperste blokken naar Scandinavië zouden worden gebracht.
31Het persen heeft [medeverdachte 5] samen met [medeverdachte 7] gedaan. [medeverdachte 7] zeefde de drugs en deed deze in de boterhamzakjes waarna [medeverdachte 5]
een en ander perste. Een paar dagen later heeft [medeverdachte 5] € 200,-- voor zijn werkzaamheden van [medeverdachte 2] ontvangen.
32
De verklaring van [medeverdachte 5] vindt naast voornoemde camerabeelden ook steun in de inhoud van volgende tapgesprekken.
Op 23 oktober 2020 om 21:08 uur belde [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) naar
[medeverdachte 3] (+ [telefoonnummer] ) en spreekt over vacuümtassen. De telefoon van
[medeverdachte 3] straalde op het moment van het gesprek een zendmast aan op Aan de Schipsloot 28 te Wolvega. Zowel het pand aan de [straatnaam] als het pand aan de [straatnaam] vallen in het antennegebied van deze zendmast.
Op 24 oktober 2020 om 1:49 uur belde [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) naar het nummer van [medeverdachte 5] (+ [telefoonnummer] ). [medeverdachte 1] vroeg hem wat er aan de hand was. [medeverdachte 5] zei dat er “wouten” voor de deur waren en een auto over de kop werd gehaald. Hij zei dat hij aan het persen was en beëindigde het gesprek.
33
Prepareren van de auto, de Ford Kuga
Op 24 oktober 2020 om 7.51 uur werd [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) gebeld door [medeverdachte 4] (+ [telefoonnummer] ). [medeverdachte 1] vroeg waar [medeverdachte 4] was. [medeverdachte 4] zei dat hij in de garage was. Volgens [medeverdachte 1] was dat “mooi” en komt hij eraan. Om 8.16 uur belde [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) [medeverdachte 4] (+ [telefoonnummer] ) en vroeg hem of hij groene platen heeft. Om 8:26 uur belde [medeverdachte 1] (+
[telefoonnummer] ) [medeverdachte 6] (+ [telefoonnummer] ). [medeverdachte 1] (+
[telefoonnummer] ) zei dat hij over een uurtje bij hem zou zijn [medeverdachte 6] antwoordde dat dat goed is, maar dat hij al onderweg is. [medeverdachte 1] kan de auto bij zijn huis neerzetten. Om 9:34 uur belde [medeverdachte 6] (+ [telefoonnummer] ) [medeverdachte 1] (+ [telefoonnummer] ) en vroeg hem of de “waggie” er al staat. Volgens [medeverdachte 1] duurde het nog een half uurtje. [medeverdachte 6] gaf aan dat die “chick” daar staat te wachten. Ze spraken af dat ze voor de zekerheid nog een uur nemen en dat de “chick” thuis moet wachten.
34
Op het pand [straatnaam] te Wolvega was een camera gericht. Uit de omschrijving van deze camerabeelden blijkt het volgende. Op 24 oktober 2020 om 8:33 uur werd een zwart voertuig voorzien van een witte kentekenplaat het pand aan de [straatnaam] ingereden. De deur werd daarna meteen gesloten. Om 11.24 uur werd dit voertuig weer naar buiten gereden. Het voertuig was toen voorzien van handelaarskentekenplaten. Ondertussen zijn er diverse voertuigen bij het pand aan de [straatnaam] geweest.
35
Op het pand [straatnaam] te Wolvega was een camera gericht. Uit de omschrijving van deze camerabeelden blijkt het volgende
.Op 24 oktober 2020 om 11:22 uur kwam er een zwarte Ford Kuga voorzien van handelaarskentekenplaten het terrein op rijden. Het voertuig werd meteen de loods ingereden. Circa twee minuten later stapte [medeverdachte 8] uit de loods en [medeverdachte 9] verwijderde de handelaarskentekenplaten. Het originele kenteken van het voertuig was het Duitse kenteken [kenteken] . [medeverdachte 1] was hierbij ook aanwezig waarna hij wegging. De Ford Kuga bleef in de loods staan. Om 11.40 uur ging [medeverdachte 2] de loods in. Vijf minuten later kwam ook [medeverdachte 1] en ging de loods in. Even later kwamen ook [medeverdachte 9] en [medeverdachte 8] bij de loods. Om 11.56 uur kwam [medeverdachte 4] bij de loods. Hij liep de loods in. Om 12.38 uur kwamen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] uit de loods. [medeverdachte 1] stapte in een auto en reed deze van het terrein. [medeverdachte 9] opende samen met
[medeverdachte 2] de loodsdeur. De zwarte Ford Kuga werd de loods uitgereden en [medeverdachte 9] stapte bij [medeverdachte 1] in de auto. Zij reden weg en werden gevolgd door de Ford Kuga. [medeverdachte 2] reed weg en [medeverdachte 4] kwam met een tas van het terrein. Het is aannemelijk dat de bestuurder van de Ford Kuga [medeverdachte 8] is geweest, omdat deze later niet meer op de beelden te zien is.
36Tevens heeft [medeverdachte 8] verklaard dat hij in opdracht van
[medeverdachte 1] de Ford Kuga uit de loods heeft gereden en de auto in Marknesse heeft geparkeerd.
37
Op 24 oktober 2020 om 12.48 uur stuurde [medeverdachte 6] een chatbericht naar Verdachte inhoudende: “Ga ff naar me huis krijg je van meddie sleutel”. Even later om 13:11 uur stuurde [medeverdachte 6] het volgende chatbericht naar verdachte: “Ligt nog 300 in waggie kun je tanken in Duitsland of eten kopen daarna moet je alles pinnen”. Uit de ANPR-registraties blijkt dat de Ford Kuga met kenteken [kenteken] op 24 oktober 2020 om 14:41 uur bij Emmen de grens overreed naar Duitsland.
38
Contacten tijdens de reis van verdachte
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 2] het wicker-account van verdachte heeft gegeven, zodat hij haar de coördinaten voor onderweg door kon geven. Toen verdachte onderweg was heeft [medeverdachte 6] haar een bericht gezonden en gevraagd hoe het ging. Verdachte vertelde dat ze in een hotel was. Ze was toen in Götenborg. Op 25 oktober 2020 is [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 2] , omdat [medeverdachte 2] geen contact meer kon krijgen met verdachte. Nadat bekend was dat verdachte was aangehouden heeft [medeverdachte 2] [medeverdachte 6] gebeld en hem gezegd dat hij veel geld was misgelopen.
39
Verdachte heeft verklaard dat ze tijdens de reis via whatsapp contact had met [medeverdachte 6] . Tevens had zij tijdens de reis telefonisch contact met een persoon die volgens haar niet honderd procent Nederlander was. Hij sprak met een accent. Hij gaf haar de routebeschrijving via de wickr-app en ze hebben gebeld. Het eerste gesprek ging over de vraag waar ze ging slapen. Het tweede gesprek ging erover dat ze weer ging rijden en het derde gesprek was toen verdachte de Noorse grens passeerde. De persoon gaf aan dat ze Oslo moest invoeren als bestemming. Verdachte heeft in een hotel in Götenborg overnacht. Het hotel was op haar naam gereserveerd. Ze heeft screenshots van de boekingen ontvangen via de wickr-app. Tijdens de reis heeft ze ook een screenshot ontvangen van het hotel [hotel 3] in Oslo. De screenshots werden verstuurd vanaf hetzelfde wickr-account dat haar ook de route gaf.
40Via de wickr-app kreeg verdachte aanwijzingen met betrekking tot de weg die ze moest nemen. Toen ze in Duitsland een verkeerde afslag had genomen, kreeg ze berichtjes van “Waar rijd je nu?” en “Je rijdt op de verkeerde weg”.
41
De telefoon van verdachte is onderzocht en hieruit blijkt het volgende. Op 24 oktober 2020 om 21:38 uur heeft verdachte gebeld met een Zweeds telefoonnummer zijnde + [telefoonnummer] . Uit onderzoek blijkt dat dit nummer is gekoppeld aan het [hotel 1] in Göteborg, Sweden. Op de telefoon van [medeverdachte 2] is een screenshot aangetroffen van een hotelboeking in het [hotel 1] voor de nacht van 24 oktober 2020 op 25 oktober 2020. Op deze afbeelding staat hetzelfde nummer dat door verdachte werd gebeld.
Op haar telefoon werd ook een afbeelding aangetroffen van een boeking bij [hotel 2] voor de nacht van 24 oktober 2020 op 25 oktober 2020. Het bevestigingsnummer was 2620663653. Op de telefoon van [medeverdachte 2] is eenzelfde afbeelding aangetroffen. Het bevestigingsnummer, de pincode, de locatie en de data komen overeen.
In de periode van 24 tot en met 25 oktober 2020 had de telefoon van verdachte contact met het telefoonnummer + [telefoonnummer] . De historische verkeersgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] zijn opgevraagd. Hieruit blijkt dat het nummer + [telefoonnummer] tussen 13 oktober 2020 en 26 oktober 2020 gekoppeld was aan het telefoontoestel met het imei-nummer [imeinummer] . Op 1 december 2020 werd tijdens een doorzoeking in perceel [straatnaam] te Heerenveen, de verblijflocatie van [medeverdachte 2] , een mobiele telefoon aangetroffen en inbeslaggenomen. Het betrof hier een mobiele telefoon van het merk Nokia, met imei-nummer [imeinummer] . De zendmastgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] zijn vergeleken met de zendmastgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 2] (+ [telefoonnummer] ). Hieruit blijkt dat de telefoonnummers op veel dezelfde momenten gebruikmaakten van dezelfde zendmastlocaties.
42
Uit het onderzoek in Noorwegen blijkt dat er voor verdachte een reservering was gedaan bij het hotel [hotel 3] in Oslo op 25 oktober 2020 om 9:30 uur via booking.com en geannuleerd op 25 oktober 2020 om 10:25 uur. Het hotel gaf aan dat een man had gebeld die zei dat hij de echtgenoot van verdachte was en had gevraagd of verdachte in het hotel verbleef. Uit de historische telefoongegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] blijkt dat dit nummer een uitgaand gesprek van 9.22 minuten heeft gehad naar telefoonnummer + [telefoonnummer] . Het telefoonnummer + [telefoonnummer] is van het hotel [hotel 3] in Oslo.
43
In Noorwegen is onderzoek gedaan naar het wickr-account op de telefoon van verdachte. Hieruit blijkt dat zij drie actieve gesprekken had met de gebruikersprofielen: [gebruikersnaam] , [gebruikersnaam] en [gebruikersnaam] .
44
Op grond van de voorgaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 2] de persoon is met wie verdachte tijdens het transport contact had via de wickr-app en die haar volgde via de GPS-tracker, haar de route doorgaf en haar haar hotelreserveringen doorgaf. Met gebruikmaking van het telefoonnummer + [telefoonnummer] heeft [medeverdachte 2] ook geïnformeerd bij het hotel [hotel 3] in Oslo of Verdachte al was aangekomen.

Het medeplegen

De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De bijdrage van de medepleger kan in uitzonderlijke gevallen in hoofdzaak vóór of ná het strafbare feit zijn geleverd. Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de feitelijke uitvoering van het delict zal in dergelijke gevallen moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote(re) rol in de voorbereiding.
De rol van verdachte
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen volgt dat verdachte is gevraagd om drugs naar het buitenland te vervoeren. Zij heeft hiermee ingestemd, heeft een auto hiervoor gehuurd en is nadat de auto was geprepareerd met de auto naar Noorwegen gereden. Zij heeft hiermee een uitvoerende rol gehad bij het buiten het grond gebied brengen van Nederland, het vervoeren en aanwezig hebben van de cocaïne en heroïne. Zij heeft het drugstransport feitelijk uitgevoerd en heeft het delict derhalve gepleegd.
De rol van [medeverdachte 1]
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] heeft gevraagd om een koerier voor een volgend transport te regelen. Toen [medeverdachte 6] iemand had gevonden heeft hij [medeverdachte 6] geld voor de huur van de auto voor de koerier gegeven. Nadat de auto was gehuurd is deze naar [medeverdachte 1] gebracht. Toen was besloten dat de auto moest worden omgewisseld heeft [medeverdachte 1] geld voor de huur van de andere auto aan
[medeverdachte 6] gegeven. [medeverdachte 1] was aanwezig toen werd besproken dat [medeverdachte 5] zou gaan persen. Hierna heeft hij met [medeverdachte 3] besproken dat de geperste pakketten nog vacuüm verpakt moesten worden. [medeverdachte 1] heeft contact gehad met [medeverdachte 4] waarna deze langskwam in het pand dat gehuurd werd door [medeverdachte
1] en waar op dat moment ook de gehuurde auto stond. [medeverdachte 1] heeft aan [medeverdachte 6] doorgegeven wanneer de auto voor de koerier klaar zou zijn. Toen de auto geprepareerd was heeft hij opdracht aan [medeverdachte 8] gegeven de auto naar Marknesse te rijden, de plek waar de koerier de auto zou ophalen. [medeverdachte 1] heeft hiermee een leidinggevende en belangrijke coördinerende rol gehad bij de voorbereiding van het transport.
De rol van [medeverdachte 2]was aanwezig toen werd besproken dat [medeverdachte 5] zou gaan persen en hij heeft hem hiervoor ook betaald. [medeverdachte 2] was in de door [medeverdachte 1] gehuurde loods toen de huurauto die loods werd ingereden en ook toen deze er weer uit werd gereden. Gelet op de omstandigheid dat er DNA-materiaal van [medeverdachte 2] op de GPS-tracker is aangetroffen en hij, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] heeft gevraagd waar deze lag is het aannemelijk dat hij deze in de huurauto heeft geplaatst dan wel heeft laten plaatsen. Via deze GPS-tracker heeft
[medeverdachte 2] het transport gevolgd. Hij gaf Verdachte tijdens het transport de route door en heeft haar de hotels, die voor haar waren gereserveerd, doorgegeven. [medeverdachte 2] heeft hiermee een leidinggevende en belangrijke coördinerende rol gehad bij de voorbereiding en ook tijdens het transport.
De rol van [medeverdachte 6]
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 6] opzoek is geweest naar een koerier voor een drugtransport naar Oslo. Hij heeft hiervoor verdachte benaderd die daarmee akkoord ging. Hij was vervolgens de contactpersoon van de koerier. Hij heeft haar instructies gegeven, is met haar mee naar Duitsland geweest om de eerste auto te huren en heeft haar geld voor de autohuur gegeven. Ook heeft hij haar instructies gegeven om de auto om te wisselen voor een andere huurauto. Beide keren heeft hij de huurauto naar [medeverdachte 1] gebracht. Toen de auto was geprepareerd heeft hij Verdachte laten weten dat de auto klaar was en dat ze kon vertrekken. Ook heeft hij aan haar doorgegeven dat er geld voor tanken en eten in de auto lag. Hij heeft het wickrprofiel van verdachte aan [medeverdachte 2] gegeven. [medeverdachte 6] heeft hiermee een belangrijke coördinerende rol bij de voorbereiding van het transport.
De rechtbank is van oordeel dat voornoemde personen nauw en bewust hebben samengewerkt bij het buiten het grondgebied van Nederland brengen, het vervoeren en aanwezig hebben van cocaïne en heroïne. De geringere rol of het ontbreken van enige rol in de feitelijke uitvoering van het drugstransport wordt hiermee gecompenseerd.
Het medeplegen kan derhalve worden bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
zij, op een of meer tijdstippen, in de periode van 20 oktober 2020 tot en met 25 oktober 2020, te Wolvega, en een of meer andere plaatsen in Nederland, in Duitsland en in Noorwegen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
  • buiten het grondgebied van Nederland hebben gebracht en
  • hebben vervoerd en
  • aanwezig hebben gehad,
6.526,5 gram cocaïne en 8.751,6 gram heroïne, zijnde heroïne en cocaïne, middelen als bedoeld vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaardeHet bewezen verklaarde levert op: medeplegen van:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod en opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod en opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest in Nederland heeft doorgebracht en de tijd die verdachte in detentie in Noorwegen, ingevolge het Nederlands verzoek om overlevering, heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht en een resterend deel geheel voorwaardelijk op te leggen. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat een nieuwe detentie zal betekenen dat verdachte de woning -die ze met veel moeite heeft gekregen- zal kwijtraken, alsook haar baan. Tevens zal verdachte haar opleiding niet af kunnen maken en zal ze bij vrijlating dan weer terug bij af zijn. Een onvoorwaardelijke taakstraf zou mogelijk het werken en leren van verdachte doorkruizen, ook omdat ze nog een Cognitieve Vaardigheidstraining gaat volgen. In de strafmaat moet uitdrukkelijk worden meegewogen dat verdachte een half jaar detentie achter de rug heeft onder abnormaal zware omstandigheden, te weten beperkingen gedurende drie maanden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsadvies opgemaakt door Tactus Verslavingszorg op 16 juni 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een drugstransport naar Noorwegen. Zij was de koerier van dit drugstransport en ze is net over de grens in Noorwegen aangehouden.
Verdachte voerde het drugstransport uit voor een professionele drugsorganisatie. Over haar deelname aan het delict hoefde verdachte niet lang na te denken. Geld was haar enige drijfveer. Het leek een makkelijke manier om snel veel geld te verdienen en uit haar verklaringen blijkt niet dat zij zich verder ergens over heeft bekommerd. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze middelen en gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag bekostigen, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen. Van de handel in verdovende middelen is bovendien algemeen bekend dat dit steeds meer gepaard gaat met andere, ook zwaardere vormen van criminaliteit. En ook een eenmalige betrokkenheid bij ernstige drugsdelicten zoals het onderhavige, georganiseerd door een netwerk van drugscriminelen, draagt bij aan ondermijning van de samenleving als rechtsstaat. Daarnaast mag niet onvermeld blijven dat de uitvoer van drugs de negatieve beeldvorming in het buitenland over het Nederlandse drugsbeleid versterkt.
Dit betreft een ernstig delict en de rechtbank is van oordeel dat het uitgangspunt daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van dient te zijn.
Bij de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte in het verleden eerder een strafbeschikking inzake de Opiumwet heeft gehad. Verdachte is voor het onderhavige delict in Noorwegen aangehouden en in detentie gesteld. Zij heeft daar bijna een half jaar in beperkingen verbleven voordat zij naar Nederland kon worden overgeleverd. In Nederland is haar voorarrest op 15 april 2021 geschorst.
Tijdens de schorsing heeft verdachte toezicht van de reclassering gehad en de reclassering heeft gerapporteerd dat verdachte zich meewerkend en open heeft opgesteld. Aan de leefstijltraining heeft verdachte gemotiveerd meegewerkt en er lijkt sprake van probleembesef. Daarnaast lijkt verdachte te beschikken over voldoende vermogen om te kunnen reflecteren op haar eigen handelen en om daarmee een gedragsverandering te kunnen bewerkstellingen. Wanneer er in het leven van verdachte instabiliteit ontstaat is gebleken dat zich door haar ADHD een toename van gebruik van cannabis laat zien. Hierdoor komt ze in de problemen, met als gevolg onderhavig delict. Verdachte is zich daarvan bewust en heeft bij de leefstijltraining een plan opgesteld om terugval in gebruik te voorkomen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat ze met cannabis is gestopt.
De rechtbank zal deze positieve ontwikkeling ten gunste van verdachte laten meewegen in de strafmaat. Echter gelet op de ernst van het delict is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, hoe ingrijpend de gevolgen voor verdachte hiervan ook zullen zijn.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren waarvan één jaar voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden en zal deze straf opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot één jaarniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde in detentie in het buitenland (Noorwegen), ingevolge het Nederlands verzoek om overlevering, heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. T.M.L. Veen en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 november 2022.
Mr. T.M.L. Veen en mr. M.A.A. van Capelle zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 888;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.087;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.200;
De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met dossiercode AD-01, gesloten op 9 april 2021.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.777 en 2.778
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 890;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 432 en 433;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 263;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 263 en 264;
Beslagdossier, p. 170;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 261 en 262;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.664;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.874;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 899;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.663;
Proces-verbaal van verdenking, p. 1.527;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.899 t/m 2.901, 2.905, 2.909;
Rapport betreffende forensisch onderzoek, p. 3.073 en 3.074;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.909;
P. 12 van het aanvullend proces-verbaal PV-PF-04 (aanvulling);
P. 16 en17 van het aanvullend proces-verbaal PV-PF-04 (aanvulling);
P. 11 en 66 ev. van het aanvullend proces-verbaal PV-PF-04 (aanvulling);
Proces-verbaal van bevindingen, p. 3.136;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 3.435;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 3.136 t/m 3.138;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.876 t/m 1.880;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.933, 1.936 en 1.937;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2706 t/m 2.708;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.872, 2.874 en 2.875;
Proces-verbaal van bevindingen, p. 3.141 t/m 3.147;
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.670, 1.671, 1.673 en 1.674; 32 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.704 en 1.705:
33. Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.837 en 2.845;
34. Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.845 t/m 2.847;
35. Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.802, 2.806 t/m 2.826;
36. Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.781 t/m 2.801;
37. Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2.211 t/m 2.213;
38. Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.878 en proces-verbaal van bevindingen, p. 2.882;
39. Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1.936 en 1.937;
40. Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2.706 t/m 2709;
41. Getuigenverklaring van [naam 2] Verdachte bij de rechter-commissaris belast met strafzaken in deze rechtbank op 24 november 2021;
42. Proces-verbaal van bevindingen, p. 649, 650 en 653;
43. Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.911, 2.912 en 2.914;
44. Proces-verbaal van bevindingen, p. 2.920;