De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 30 november 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan een drugstransport en witwassen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide tenlasteleggingen, conform de vordering van de officier van justitie. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer en de verdachte was aanwezig bij de zittingen op 6 oktober en 30 november 2022, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J. Andonovski. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek.
De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk geven van een geldbedrag aan medeverdachten en het verwerven van geldbedragen die vermoedelijk uit misdrijf afkomstig waren. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte aanwezig was bij het drugstransport, niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk de kans had aanvaard dat een drugstransport zou plaatsvinden. Evenzo werd in de tweede tenlastelegging, die betrekking had op witwassen, vastgesteld dat de verdachte niet op de hoogte was van de activiteiten die via zijn bankrekening plaatsvonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als katvanger was gebruikt door een medeverdachte.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten, wat leidde tot zijn vrijspraak.