4.1.Eiser heeft een brief ontvangen van de Minister waarin stond dat hij was opgenomen in de FSV. Tevens werd in deze brief medegedeeld dat de FSV niet langer in gebruik is, omdat het gebruik hiervan niet voldeed aan de AVG. In de brief werd eiser verder gewezen op de mogelijkheid om inzage te krijgen in de persoonsgegevens die in de FSV stonden. En op de mogelijkheid om te melden dat hij schade heeft geleden door opname in de FSV. Eiser heeft inzage gevraagd in zijn gegevens en een schademelding gedaan.
Waar gaat deze zaak over?
5. Op zijn inzageverzoek heeft eiser een beslissing ontvangen, waartegen hij bezwaar heeft gemaakt. Dit beroep gaat enkel over de beslissing van de Minister op dat bezwaarschrift, over de aan eiser verstrekte inzage in zijn in de FSV opgenomen gegevens. De vraag of verweerder (destijds) al dan niet onrechtmatig heeft gehandeld door eisers persoonsgegevens in de FSV op te nemen, ligt dus niet ter beantwoording voor. Daarom kan ook niet aan de orde komen in hoeverre eiser als gevolg van dit (beweerdelijke onrechtmatige) handelen schade heeft geleden. Uit het procesdossier blijkt wel dat er op het Ministerie wordt gewerkt aan een tegemoetkomingsregeling voor die gevallen waarin de registratie in de FSV nadelige gevolgen heeft gehad. Een dergelijk tegemoetkomingsverzoek heeft eiser inmiddels ook gedaan. Verweerder heeft toegezegd, zodra er meer duidelijkheid is over het tegemoetkomingsbeleid, op dit verzoek van eiser een afzonderlijk besluit te nemen. Tegen de uitkomst hiervan kan eiser eventueel in een andere procedure opkomen.
Heeft de Minister voldoende informatie gegeven?
6. Eiser heeft aangevoerd dat hij wil weten hoe hij op de lijst is gekomen. Ook denkt hij dat er meer informatie moet zijn dan de Minister hem heeft verstrekt. Hij vermoedt dat er sprake is van een persoonsverwisseling.
7. In het primaire besluit heeft de Minister op grond van artikel 15 van de AVG (onder meer) een overzicht verstrekt waarin staat welke persoonsgegevens van eiser in de FSV zijn verwerkt. De gegevens zijn overgenomen uit het zogenoemde Dagboek PIT, de voorganger van de FSV. De Minister heeft daarbij aangegeven dat niet meer te achterhalen valt hoe het signaal destijds in Dagboek PIT terecht is gekomen, omdat deze lijst niet meer bestaat. In het bestreden besluit heeft de Minister overwogen dat aan het verzoek van eiser om meer gegevens te verstrekken uit de FSV niet kan worden voldaan, omdat die gegevens er niet zijn.
8. Verweerder heeft er vanuit kunnen gaan dat eiser op grond van artikel 15 van de AVG heeft verzocht om inzage in zijn gegevens in de FSV. Het inzagerecht van artikel 15 van de AVG is bedoeld om inzage te verkrijgen in de (eigen) persoonsgegevens van natuurlijke personen en te controleren of deze correct zijn. Degene die stelt dat er meer persoonsgegevens moeten zijn, zal dit aannemelijk moeten maken, indien het bestuursorgaan onderzoek naar die gegevens heeft gedaan en niet ongeloofwaardig heeft medegedeeld dat er niet meer persoonsgegevens zijn.
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er meer persoonsgegevens zijn dan die verweerder heeft verstrekt. Verweerder heeft dan ook voldaan aan het in artikel 15 van de AVG neergelegde recht op inzage. Alleen eisers vermoeden dat er meer informatie moet zijn, is niet voldoende om anders te oordelen. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de mededelingen van verweerder in dit verband. Ter zitting is gebleken dat - na het bestreden besluit - delen van Dagboek PIT alsnog zijn teruggevonden. Deze vondst maakt echter niet dat het bestreden besluit onjuist was, omdat deze informatie pas na het bestreden besluit beschikbaar is gekomen. Daarbij ziet deze informatie niet op de FSV, waarin eiser inzage heeft gevraagd. Bovendien heeft verweerder geloofwaardig aangevoerd dat in Dagboek PIT niet meer informatie staat dan eiser al uit de FSV heeft ontvangen. De Minister heeft overigens ter zitting toegezegd dat eiser een kopie van zijn gegevens in het Dagboek PIT ontvangt.
10. Het standpunt van eiser dat er sprake is van een persoonsverwisseling, kan evenmin leiden tot de conclusie dat de Minister te weinig informatie heeft verstrekt. De Minister hoeft op grond van de AVG slechts inzage te verstrekken in de eigen persoonsgegevens van de verzoeker. Zoals hiervoor overwogen, heeft de Minister dat voldoende gedaan.
11. De beroepsgrond slaagt niet.