ECLI:NL:RBNNE:2022:4501
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van vernieling met vrijspraak voor brandstichting
Op 1 december 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van de vernieling van een ruit van een woning. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde brandstichting. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het medeplegen van brandstichting, maar dat de vernieling van de ruit wel bewezen kon worden. De verdachte kreeg een leerstraf van 22 uur opgelegd en moet samen met haar mededaders een schadevergoeding van € 1.155,65 betalen. De zaak kwam ter terechtzitting op 17 november 2022 aan bod, waar de verdachte bijgestaan werd door haar advocaat, mr. H.C.L. Crozier, en het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. H.J. Veen. De rechtbank overwoog dat de verdachte niet actief betrokken was bij de feitelijke uitvoering van het plan, maar dat er wel sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar jeugdige leeftijd en kwetsbaarheid, en besloot tot een onvoorwaardelijke leerstraf in plaats van een werkstraf. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger], had een vordering tot schadevergoeding ingediend, die gedeeltelijk werd toegewezen. De rechtbank verklaarde de vordering voor de schade door brandstichting niet ontvankelijk, maar kende de schadevergoeding voor de vernieling van de ruit toe, vermeerderd met wettelijke rente.