Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De beoordeling
4.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee echtgenoten, [A] en [B], over vergoedingsrechten na hun echtscheiding. De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen beoordeeld in het kader van de huwelijkse voorwaarden die zij voorafgaand aan hun huwelijk hebben opgesteld. De man verzocht om vergoedingen voor teveel betaalde huishoudkosten en voor bijdragen aan de hypotheek van de vrouw's onroerend goed, terwijl de vrouw vergoedingen eiste voor haar investeringen in de gezamenlijke woning en de motorboot van de man.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de huwelijkse voorwaarden bepalingen bevatten die de vergoedingsrechten van de echtgenoten regelen. De rechtbank oordeelde dat de man niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn claims en dat zijn verzoek om een voorschot op de vergoedingsrechten niet spoedeisend was. De vrouw's verzoek om vergoeding van de erfenis die zij had besteed aan de woning werd afgewezen, omdat zij niet had aangetoond dat deze kosten daadwerkelijk waren gemaakt. De rechtbank heeft echter wel de afspraak tussen partijen over de motorboot erkend en de man veroordeeld tot betaling van € 4.360,00 aan de vrouw voor de door haar betaalde kosten.
De rechtbank heeft ook de vordering van de vrouw voor teveel betaalde huishoudkosten afgewezen, omdat deze vordering volgens de huwelijkse voorwaarden was vervallen. De rechtbank concludeerde dat de man geen bijzondere omstandigheden had aangetoond die zijn beroep op het vervalbeding onaanvaardbaar maakten. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de overige verzoeken zijn afgewezen.