ECLI:NL:RBNNE:2022:4376

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
18-321247-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van minderjarige verdachte voor openlijk geweld en diefstal tijdens coronarellen in Groningen

Op 24 november 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2006, die betrokken was bij de coronarellen op de Grote Markt in Groningen op 21 november 2021. De rechtbank sprak de verdachte vrij van openlijk geweld tegen goederen, zoals bushokjes, maar veroordeelde hem wel voor openlijk geweld tegen een winkelpand, dat werd geplunderd. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld voor de diefstal van drie scooters, die hij samen met anderen had gepleegd. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke jeugddetentie op, gelijk aan het voorarrest, en hield rekening met de psychologische problematiek van de verdachte, waaronder zwakbegaafdheid en ADHD. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet volledig toerekeningsvatbaar was, maar dat de gepleegde feiten ernstig waren en een passende straf vereisten. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende onderbouwing.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18-321247-21
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18-249120-22

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

24.november 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats], wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 november 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.J. Flach, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 18-321247-21
1.
hij op of omstreeks 21 november 2021 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer zonnebril(len), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen zonnebril(len) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 21 november 2021 te Groningen openlijk, te weten, op/aan/bij de Grote Markt, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een goed te weten een winkelpand ([benadeelde partij 1]) door (zakelijk weergegeven -) een (glazen) (voor)deur met (een) ste(e)n(en) in te gooien en/of open te trappen en/of het pand binnen te treden en/of (vervolgens) een of meerdere
vitrinekast(en)/schap(pen) kapot en/of los te trekken en/of aan de (overige) inboedel (als geheel) en/of een of meerdere (verkoop)goed(eren) schade toe te brengen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 november 2021 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een (glazen) (voor)deur en/of een of meerdere vitrinekast(en)/schap(pen) en/of de (overige) inboedel (als geheel) en/of een of meerdere
(verkoop)goed(eren), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij op of omstreeks 21 november 2021 te Groningen openlijk, te weten, op/aan/bij de Grote Markt, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (een) goed(eren) te weten een of meer abri('s) en/of (een) fiets(en) door met voorwerpen(/stenen en/of (die/een) fiets(en)) op/tegen en/of in de richting en/of door de ruit(en)/het glas van die abri('s) te gooien en/of een/die fiets(en) uit het rek te pakken en op en/of tegen de straat te gooien;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 november 2021 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een of meer abri('s) en/of (een) fiets(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de gemeente Groningen en/of (respectievelijk) aan (een) ander(en), in elk geval (telkens) aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 18-249120-22
hij op of omstreeks 6 april 2022, althans in of omstreeks de periode van 5 april 2022 tot en met 7 april
2022 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(meermalen/telkens) een scooter/bromfiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten;
- een (zwarte) Vespa (Piaggio) (lx50 4 takt met speciale witte stiksels op de bekleding) met kenteken
[kenteken], geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] (althans een ander dan verdachten(n)), en/of
- een (grijze) Vespa (Piaggio) (LK) met kenteken [kenteken], geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde partij 4] (althans een ander dan verdachten(n)), en/of
- een Vespa (Piaggio) (LX 2, kleur grijs zilver, met een zwart leren zadel) met kenteken
[kenteken],geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6]
(althans een ander dan verdachten(n)), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen scooter(s)/bromfiets(en) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder parketnummer 18-321247-21 1, 2 primair en
3 primair en het onder parketnummer 18-249120-22 ten laste gelegde gevorderd. Het onder 3 primair onder parketnummer 18-321247-21 ten laste gelegde kan worden bewezen, ondanks dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat het bushokje alleen door verdachte is vernield.
Dit geweld vond namelijk plaats binnen het geheel aan vernielingen tijdens de avondklokrellen, waarbij bij uitstek gesproken kan worden van een diffuus samenstel van uiteenlopende geweldshandelingen. Dit samenstel van geweldshandelingen vond plaats binnen een ongestructureerd, mogelijk spontaan samenwerkingsverband met een eigen dynamiek.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde onder parketnummer 18-321247-21 en het ten laste gelegde onder parketnummer 18-249120-22 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Van het onder 3 primair en 3 subsidiair onder parketnummer 18-321247-21 ten laste gelegde moet verdachte worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 3 primair en subsidiair onder parketnummer 18-321247-21 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierbij het volgende.
De rechtbank heeft ter terechtzitting camerabeelden bekeken. Op deze beelden is te zien dat verdachte een fiets tegen een bushokje gooit. Niet is op deze beelden te zien dat er op dat moment andere personen in de buurt van verdachte zijn die ook vernielingen plegen. Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen niet op welk tijdstip verdachte de fiets tegen het bushokje heeft gegooid, waardoor de rechtbank niet buiten redelijke twijfel kan vaststellen dat deze vernieling een onderdeel was van de rellen van die avond. Dit brengt mee dat feit 3 primair niet kan worden bewezen.
Ook de onder 3 subsidiair ten laste gelegde vernieling kan niet worden bewezen. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat het bushokje schade heeft opgelopen ten gevolge van het gooien met de fiets, terwijl de fiets van verdachte zelf was, zo heeft hij ter terechtzitting verklaard.
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder 1 en 2 primair onder parketnummer 18321247-21 en het onder parketnummer 18-249120-22 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
parketnummer 18-321247-21, feit 1
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 november 2021,opgenomen op pagina 22 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021319757 d.d. 19 april 2022, inhoudende de verklaring van [naam] namens [benadeelde partij 1].
parketnummer 18-321247-21, feit 2 primair
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 november 2021,opgenomen op pagina 22 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021319757 d.d. 19 april 2022, inhoudende de verklaring van [naam] namens [benadeelde partij 1].
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2021,opgenomen op pagina 102 van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van de verbalisant.

parketnummer 18-249120-22

de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland
d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 6 e.v. van het dossier met nummer PL0100-2022106394 d.d. 3 oktober 2022, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij 2];
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland
d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 8 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij 4];
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland
d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 11 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij 5].

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde onder parketnummer
18-321247-21 en het ten laste gelegde onder parketnummer 18-249120-22 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 18-321247-21
1.
hij op 21 november 2021 te Groningen tezamen en in vereniging met anderen, zonnebrillen, die aan
[benadeelde partij 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
2. hij op 21 november 2021 te Groningen openlijk, te weten, aan de Grote Markt in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een goed te weten een winkelpand ([benadeelde partij 1]) door
(- zakelijk weergegeven -) een glazen voordeur met (een) ste(e)n(en) in te gooien en open te trappen en het pand binnen te treden en vervolgens vitrinekasten/schappen kapot en/of los te trekken en aan de (overige) inboedel (als geheel) en verkoopgoederen schade toe te brengen;
parketnummer 18-249120-22
hij op 6 april 2022 te Groningen tezamen en in vereniging met anderen, meermalen een scooter, te weten:
- een zwarte Vespa Piaggio lx50 4 takt met speciale witte stiksels op de bekleding met kenteken
[kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], en
  • een grijze Vespa (Piaggio) (LK) met kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 4] en
  • een Vespa Piaggio LX 2, kleur grijs zilver, met een zwart leren zadel met kenteken
[kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders telkens die weg te nemen scooters onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

parketnummer 18-321247-21
1. diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak 2 primair openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen
parketnummer 18-249120-22diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 18321247-21 1, 2 primair en 3 primair en het onder parketnummer 18-249120-22 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot 182 dagen jeugddetentie met aftrek.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangegeven dat zij zich kan vinden in de eis van de officier van justitie.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met braak in vereniging en het plegen van openlijk geweld tegen goederen. In de binnenstad van Groningen vond zondagmiddag 21 november 2021 een demonstratie plaats tegen de coronamaatregelen. Na deze demonstratie trokken groepen jongeren aan het begin van de avond de binnenstad in. In het centrum vernielden zij meerdere winkelruiten en bushokjes en een winkel aan de Grote Markt werd geplunderd. Verdachte heeft een actieve bijdrage geleverd aan het hierboven beschreven geweld. Hij heeft tegen de glazen voordeur van de winkel aangetrapt en eenmaal binnen in de winkel heeft hij meerdere brillen weggenomen.
Daarnaast heeft verdachte zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan de diefstal van drie scooters. Deze scooters stonden geparkeerd in een garage onder een groot appartementencomplex. Door deze diefstallen heeft verdachte de eigenaren van deze scooters financiële schade en overlast bezorgd. Daarbij heeft hij er blijk van gegeven dat hij, in ieder geval toen, geen respect had voor andermans eigendomsrecht. De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het psychologisch pro Justitia rapport van
31 augustus 2022 van M.Z. Pyrek, psycholoog. De gedragsdeskundige heeft vastgesteld dat bij verdachte sprake is van zwakbegaafdheid, aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD), autismespectrumstoornis (ASS), normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD) en een stoornis in het gebruik van cannabis. De hyperactiviteit en impulsiviteit (ADHD) van verdachte hebben in hoge mate doorgewerkt in zijn handelen. Secundair heeft zeer waarschijnlijk daarbij het antisociale kenmerk van mee willen doen en erbij willen horen eveneens invloed gehad op zijn gedrag. Verdachte kan vanwege zijn cognitieve en sociaal-emotionele beperking (LVB en ASS) niet de gevolgen en de consequenties overzien van zijn gedrag. Evenmin kan hij zich door zijn geringe empathisch vermogen (ASS) verplaatsen in de materiële en emotionele schade die hij aan de benadeelden heeft toegebracht. De genoemde stoornissen vormen bij verdachte een complexe problematiek waarbij er overlap is van een aantal psychische functies en/of een ongunstig versterkende invloed op elkaar. Door de vele beperkingen in zijn sociaal denken, voelen en handelen wordt verdachte in ernstige mate belemmerd in zijn keuzevrijheid. Vanuit psychologisch perspectief bezien kan hem het ten laste gelegde zeer waarschijnlijk niet volledig toegerekend worden.
De rechtbank neemt het advies van de deskundige over en gaat er dan ook vanuit dat de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 31 oktober 2022. Binnen het strafkader worden door de Raad geen beïnvloedingsmogelijkheden gezien die de kans op recidive verminderen. Een jeugdreclasseringsmaatregel is, zo geeft ook de jeugdreclassering aan, niet haalbaar: verdachte kan vanwege zijn problematiek niet overzien wat er van hem verwacht wordt en is – gebleken – niet in staat zich aan voorwaarden te houden en tot daadwerkelijke verandering te komen. De zorgen die er over verdachte zijn kunnen en moeten volgens de Raad worden opgepakt binnen het gedwongen civiele kader, de lopende ondertoezichtstelling van verdachte. Geadviseerd wordt om aan verdachte een jeugddetentie op te leggen die gelijk is aan het al ondergane voorarrest.
De rechtbank overweegt dat gelet op de aard en de ernst van de door verdachte gepleegde feiten en zijn strafblad, waaruit volgt dat hij eerder voor strafbare feiten is veroordeeld, de oplegging van een jeugddetentie passend is.
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat kan worden volstaan met het opleggen van een jeugddetentie waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

Benadeelde partij

[benadeelde partij 4] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 3.902,44 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen tot een bedrag van € 1.250,-, vermeerderd met de wettelijke rente, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toepassing van hoofdelijkheid. De gijzeling moet op nihil worden gesteld. In het overige deel van de vordering moet de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering. De hoogte van de vordering is onvoldoende onderbouwd nu gegevens over de dagwaarde van de scooter ontbreken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, evenals de verdediging, van oordeel dat de vordering tot schadevergoeding onvoldoende onderbouwd is. Zo blijkt niet uit de stukken wat de dagwaarde van de scooter was. De rechtbank heeft onvoldoende gegevens om het gevorderde bedrag goed te kunnen beoordelen en zal dan ook bepalen dat de vordering niet-ontvankelijk is en dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77gg, 141 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 primair en subsidiair onder parketnummer 18321247-21 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde onder parketnummer 18-321247-21 en het ten laste gelegde onder parketnummer 18-249120-22 bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een jeugddetentie voor de duur van 182 dagen.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van parketnummer 18-249120-22
Bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 4] in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Zwarts, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. M.B.W. Venema en mr. A. Jongsma, rechters, bijgestaan door mr. K.E. van Rhijn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 november 2022.