ECLI:NL:RBNNE:2022:4357

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
10115318 VV EXPL22-51
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen in kort geding wegens gebrek aan spoedeisend belang en onvoldoende onderbouwing van schade door gedaagde partij

In deze zaak heeft Tuinland Assen een kort geding aangespannen tegen een voormalige werknemer, gedaagde partij, die tijdens haar dienstverband een e-mail heeft gestuurd met forse kritiek op de directie. Tuinland Assen vorderde primair een contractueel overeengekomen boete van € 12.500,- en subsidiair een voorschot op de gestelde schade, alsook een overzicht van de ontvangers van de e-mail. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang meer was na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van Tuinland Assen om het gedrag van gedaagde partij te stoppen, niet meer aanwezig was, aangezien de arbeidsovereenkomst per 1 november 2022 eindigde. Daarnaast heeft Tuinland Assen niet aannemelijk gemaakt dat zij schade had geleden door het versturen van de e-mail, en de vordering tot het verstrekken van een overzicht van de ontvangers werd afgewezen omdat gedaagde partij geen toegang had tot haar mailbox. De kantonrechter heeft Tuinland Assen in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 10115318 VV EXPL22-51
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 5 Rv van 1 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[NAAM] TUINCENTRUM ASSEN B.V.,
hierna te noemen: Tuinland Assen,
gevestigd en kantoorhoudende te Assen, aan de Borgstee 70,
eisende partij,
gemachtigde: mr. A.J.C. van Gurp te Hengelo,
tegen
GEDAAGDE PARTIJ
hierna te noemen: gedaagde partij,
wonende te woonplaats, adres,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. Walvius te Hoogeveen.

1.De procedure

1.1
Bij dagvaarding van 5 oktober 2022 (met producties) heeft Tuincentrum Assen een vordering jegens gedaagde partij ingesteld.
1.2
Gedaagde partij heeft een conclusie van antwoord (met producties) ingediend.
1.3
De mondelinge behandeling is gehouden op 10 oktober 2022. Partijen zijn - Tuinland Assen deugdelijk vertegenwoordigd door de directieleden de heer en mevrouw naam 1 - tezamen met hun gemachtigden ter zitting verschenen. De gemachtigden van beide partijen hebben de standpunten aan de hand van pleitaantekeningen toegelicht. Van het overig verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.
1.4.
De behandeling van het kort geding is aangehouden voor een termijn van een week teneinde partijen in de gelegenheid te stellen in onderling overleg een regeling te treffen. Bij brief van 17 oktober 2022 heeft mr. Van Gurp de voorzieningenrechter gevraagd om vonnis te wijzen. Daarop is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Tuinland Assen exploiteert in en vanuit Assen een aantal tuincentra die zich richten op onder meer de handel in kamer- en tuinplanten, plant- en tuinbenodigdheden en sfeer- recreatieartikelen voor binnen en buiten.
2.2.
Gedaagde partij is op 1 november 2021 voor bepaalde tijd bij Tuinland Assen in dienst getreden in de functie van bedrijfsleider.
2.3.
In artikel 12 van de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding opgenomen. De tekst van het beding luidt als volgt:
“12.1 De werknemer erkent, dat hem door de werkgeefster geheimhouding is opgelegd van alle bijzonderheden de onderneming van de werkgeefster betreffende of daarmee verband
houdende.
12.2
Het is de werknemer verboden, hetzij gedurende de dienstbetrekking, hetzij na beëindiging hiervan, op enigerlei wijze aan derden direct of indirect, in welke vorm ook en in welke voege ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige bijzonderheden de onderneming van de werkgeefster betreffende of daarmee verband houdende, op straffe van verbeurte aan de werkgeefster van een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete groot €. 12,500,--, onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling aan werkgeefster van een volledige schadevergoeding te dezer zake, indien deze meer dan gemeld boetebedrag mocht oplopen.”
2.4.
Op 25 augustus 2022 heeft gedaagde partij met een lid van de directie, mevrouw naam 1, telefonisch contact gehad.
2.5.
Op 30 augustus 2022 heeft gedaagde partij een e-mailbericht met het onderwerp ‘
ziekmelding naam gedaagde'toegezonden aan de directie van Tuinland Assen. Een kopie van dit bericht heeft gedaagde partij gestuurd aan werknemer 1 (Facility & Procure manager), werknemer 2 (Inkoper Kamerplanten en Perkplanten), werknemer 3 (Inkoper Tuinplanten), werknemer 4 (inkoper kamer- en perkplanten), werknemer 5 (inkoper snijbloemen en gereedschappen), werknemer 6 (Inkoper), de salarisadministratie en een derde, werkzaam bij NLG Arbo, de externe verzuimadviseur van Tuinland Assen. Het bericht luidt als volgt:
“Bij deze maak ik gebruik van mail om te reageren op ons telefonisch gesprek met naam 1 van dd. 25 augustus 11.55 uur.
Met stomheid geslagen, ongeloof en verbazing heb ik aangehoord wat er tegen en over mij is gezegd. Teleurgesteld in de manier waarop, van een wederzijds gesprek is het niet gekomen, eenzijdig werd mij op een dusdanige manier duidelijk gemaakt dat ik niet de geschikte bedrijfsleider zou zijn voor Tuinland Assen.
Voor wat betreft verwachte werkzaamheden en verantwoordelijkheden voor de functie van bedrijfsleider zijn er geen kaders gezet of functioneringsgesprekken geweest waarin richting wordt gegeven wat men verwacht van een bedrijfsleider. Tegelijk wordt ik plots gesommeerd en gedwongen een niet geldige handeling te verrichten door een lopend personeels contract te laten ontbinden, dit weiger ik te doen als integer bedrijfsleider.
Met stemverheffing en nodeloos kwetsende bewoordingen een punt maken zegt iets over het gebrek aan communicatieve vaardigheden van deze directie. Ik distantieer mij hiervan. Mijn normen en waarden als het gaat om samenwerken met collega’s zijn niet verenigbaar met hoe ik deze ochtend ben aangesproken.
Verwijten als onder andere ‘niet willen’, ‘tegenspreken’, ‘nog veel te leren’ en ‘incapabel’ worden gebruikt om mij de mond te snoeren. Tegenspraak of weerwoord wordt niet geaccepteerd maar afgedaan als ‘grote mond’. Onvoorstelbaar directief, respectloos en volledig voorbij gaan aan de inhoudelijke feiten en waarheid. Op basis waarvan ben ik incapabel? De omzet is gegroeid, de kosten waar mogelijk onder controle, winkelbeeld heeft er nog nooit zo goed uitgezien en bovenal is het personeel uitermate blij met mij als persoon en gedreven bedrijfsleider.
Gezien de onacceptabele felheid en ongefundeerde bewoordingen zou excuses op z’n plaats zijn, echter is de wijze waarop personeel, en nu ik, door de directie met regelmaat te woord wordt gestaan, zijn deze niet te verwachten.
Tuinland is een mooi bedrijf, medewerkers zijn trots op wat ze doen, zien de positieve veranderingen die het afgelopen jaar door mij zijn ingezet. Helaas ziet Tuinland breed ook een andere directie, niet benaderbaar, afstandelijk en met harde hand regie voeren over personeel. Een angstcultuur is zicht- en merkbaar, men verschuilt zich (letterlijk) voor de directie, tegenspraak wordt niet geduld. Schelden en schofferen van personeel, waar ook anderen bij zijn, gebeurt regelmatig. Denigrerend en neerbuigend praten over personeel of zelfs verwensingen doen stuiten mij enorm tegen de borst. Dit is directie gedrag onwaardig. Bijzonder jammer en niet nodig.
Het is opmerkelijk dat goed personeel of de deur wordt gewezen of, uit lijfsbehoud, zelfde biezen pakt. Een open bedrijfscultuur met bijbehorend en vooral respectvolle communicatie en omgangsvormen met gelijkwaardigheid des persoons zorgt voor enthousiasmerend en productiever personeel. Hierbij hoort ook een volwaardig functionerend OR en een benaderbare vertrouwenspersoon. En laat de directie van Tuinland nu juist hier alle steken vallen.
Na eerdere malen vervelend en zelfs intimiderend te zijn toegesproken is de toonzetting van het gesprek van 25 augustus de druppel, het is als tiranniek en daardoor psychisch zwaar ervaren. Slapeloze nachten, continu piekeren, concentratie verlies, Om deze reden ben ik niet in staat mijn functie gezond uit te voeren en meld ik mij bij deze per direct ziek.
Voor de volledigheid, aangezien dit niet een op zichzelf staand incident is maar vaker heeft plaatsgevonden licht ik daarom collega’s en de Arbodienst in over mijn ziekmelding.”
2.6.
Bij e-mailbericht van 5 september 2022 heeft de gemachtigde van Tuinland Assen aan gedaagde partij te kennen gegeven dat het onacceptabel is dat zij het hiervoor genoemde e-mailbericht met haar collega’s binnen Tuinland Assen en (tenminste één) derde buiten Tuinland Assen heeft gedeeld. Door haar handelswijze heeft gedaagde partij opzettelijk grote schade aan Tuinland Assen berokkend en hiervoor houdt zij gedaagde partij aansprakelijk. Tuinland Assen heeft gedaagde partij verzocht om tot rectificatie van het bericht over te gaan. Voorts heeft de gemachtigde van Tuinland Assen opgemerkt dat de gedane ziekmelding als niet gedaan dient te worden beschouwd en dat zij vanaf die datum is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden.
2.7.
In reactie heeft gedaagde partij bij e-mailbericht van 6 september 2022 aan de gemachtigde van Tuinland Assen te kennen gegeven dat de gestelde voorwaarde absurd is. Het verzoek tot rectificatie is volgens gedaagde partij onrechtmatig, onterecht en onbespreekbaar.

3.De vorderingen en het verweer

3.1
Tuinland Assen heeft gevorderd om gedaagde partij, bij wege van onmiddellijke voorziening, te veroordelen
I.
primair:
tot betaling aan Tuinland Assen van de contractueel overeengekomen boete bedragende
€ 12,500,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
subsidiair:
tot betaling aan Tuinland Assen van een voorschot op de door Tuinland Assen geleden schade bedragende € 12.500,- althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
II. om binnen 24 uur na de betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan Tuinland Assen een volledig overzicht te verstrekken van de personen aan wie zij de e-mail van 30 augustus 2022, of een bericht met gelijke strekking toezond, één en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag met een maximum van € 15.000,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
III. een en ander met veroordeling van gedaagde partij in de buitengerechtelijke kosten en de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde van Tuinland Assen, alsmede de gebruikelijke nakosten en de kosten voor tenuitvoerlegging daaronder begrepen.
3.2
Tuincentrum Assen heeft primair aan haar vordering ten grondslag gelegd dat gedaagde partij het contractueel overeengekomen geheimhoudingsbeding heeft overtreden. Dit heeft zij gedaan door gedurende haar dienstbetrekking weloverwogen vanuit haar functie van bedrijfsleider een e-mailbericht aan de directie, collega’s en (tenminste) één derde te sturen waarin zij forse kritiek heeft geuit op het functioneren van de gehele directie. Subsidiair stelt Tuinland Assen dat gedaagde partij de geheimhoudingsplicht die volgt uit de norm van goed werknemerschap, ex artikel 7:611 BW, heeft overtreden. Daarmee is volgens Tuinland Assen de boete verbeurd.
3.3
Gedaagde partij heeft geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna voor zover van belang nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vorderingen van Tuinland Assen strekken tot betaling van primair een contractueel overeengekomen boete en subsidiair tot betaling van een voorschot op de gestelde schade. Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op haar plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
4.2.
Gedaagde partij heeft de vorderingen van Tuinland Assen inhoudelijk betwist, als ook dat de gevraagde voorzieningen zich lenen voor behandeling in kort geding. Voorts heeft zij erop gewezen dat er geen sprake is van enig spoedeisend belang.
4.3.
De voorzieningenrechter ziet vooralsnog niet welk (spoedeisend) belang Tuinland Assen heeft bij haar vordering tot betaling van een contractueel overeengekomen boete. In de dagvaarding heeft Tuinland Assen in dit kader gesteld dat zij het gedrag van gedaagde partij een halt wenst toe te roepen. De voorzieningenrechter overweegt dat vast staat dat Tuinland Assen gedaagde partij in reactie op haar handelen heeft vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd. Hierdoor zal de arbeidsovereenkomst per 1 november aanstaande eindigen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat door de beëindiging van de arbeidsovereenkomst het belang van Tuinland Assen, om bij wege van een spoedeisende voorziening het gedrag van gedaagde partij een halt toe te roepen, is komen te ontvallen. Voor zover Tuinland Assen, zoals tijdens de mondelinge behandeling is gesteld, naar de toekomst toe richting gedaagde partij en haar andere werknemers een signaal wil afgeven dat het getoonde gedrag niet wordt getolereerd, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de reeds getroffen maatregel tot het vrijstellen van werk hiervoor een voldoende prikkel vormt. In het verlengde hiervan geldt dat er geen sprake is van een spoedeisend belang bij de vordering als genoemd onder I.
4.4.
Voor het toewijzen van een voorschot op een schadevergoeding als subsidiair gevorderd dient voorshands voldoende aannemelijk te zijn dat het versturen van het e-mailbericht heeft geleid tot schade. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Tuinland Assen tegenover de gemotiveerde betwisting door gedaagde partij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij schade heeft geleden als door haar gesteld. Wat betreft materiële schade heeft Tuinland Assen onvoldoende toegelicht of en op welke wijze het versturen van het e-mailbericht tot de door haar gestelde schade heeft geleid. Het enkele feit dat de inhoud van het bericht binnen Tuinland Assen voor onrust heeft gezorgd, maakt niet dat daarmee de schade aannemelijk is. Dat de directie van Tuinland Assen vele uren heeft besteed aan het geven van tekst en uitleg aan haar werknemers is niet inzichtelijk gemaakt, noch op enige andere wijze onderbouwd. Met betrekking tot de immateriële schade overweegt de voorzieningenrechter dat het gegeven dat het e-mailbericht bij een derde is terechtgekomen niet direct de conclusie rechtvaardigt dat dit heeft geleid tot imago- en reputatieschade, te meer nu deze derde een geheimhoudingsplicht heeft. Tegen die achtergrond heeft Tuinland Assen ook haar stelling dat zij imago- en reputatieschade heeft geleden onvoldoende onderbouwd, zodat de voorzieningenrechter daaraan voorbijgaat.
4.5.
Ter zake van de vordering onder II. tot het opleggen van een gebod om een volledig overzicht te verstrekken van de personen aan wie gedaagde partij het e-mailbericht heeft gestuurd, oordeelt de voorzieningenrechter als volgt. Gedaagde partij heeft als verweer naar voren gebracht dat de grondslag en het rechtmatige belang bij de gevraagde informatie ontbreekt. Desgevraagd heeft Tuinland Assen tijdens de mondelinge behandeling erkend dat gedaagde partij niet in staat is om haar mailbox te controleren omdat haar account door Tuinland Assen is geblokkeerd. Onder die omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het niet zinvol is om gedaagde partij, onder last van een dwangsom, te veroordelen tot een handeling waaraan zij feitelijk niet kan voldoen. De vordering ligt dan ook voor afwijzing gereed.
4.6.
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van Tuinland Assen reeds bij gebreke van (spoedeisend) belang zullen worden afgewezen. De overige stellingen van partijen kunnen derhalve onbesproken blijven.
4.7.
Gelet op deze uitkomst van de procedure zal Tuinland Assen in de proceskosten van gedaagde partij worden veroordeeld. De kosten van gedaagde partij worden begroot op € 747,00 (salaris advocaat).

5.De beslissing

De kantonrechter, recht doende als voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Tuinland Assen in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde partij tot op heden begroot op € 747,00.
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.J.J. Smits en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2022.
typ/conc: 336/BB
coll: