ECLI:NL:RBNNE:2022:4284

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
18.026898.21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en seksuele uitbuiting van een kwetsbare vrouw door haar zwager

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 november 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en seksuele uitbuiting. De verdachte, geboren in 1976, heeft gedurende een periode van meer dan twee jaar een jonge vrouw, het jongere zusje van zijn vriendin, seksueel uitgebuit. Het slachtoffer werd door de verdachte in zijn invloedssfeer gebracht door haar een bijbaantje in zijn bedrijf aan te bieden. Vervolgens heeft hij haar gedwongen om seks met hem te hebben in ruil voor geld en met andere mannen in ruil voor cocaïne, waaraan zij verslaafd raakte door zijn toedoen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van het slachtoffer en dat hij handelde met het oogmerk van uitbuiting. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan mensenhandel, zoals omschreven in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 16 maanden. De rechtbank weegt daarbij de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar mee in de strafmaat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18.026898.21

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

14.november 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 oktober 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 18 juli 2016 tot en met 30 november 2018 te Zwartsluis, in de gemeente Zwartewaterland en/of te of bij Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden en/of te of bij Lemmer, in de gemeente Lemsterland, in elk geval in Nederland,
(sub 1°)een ander, te weten [slachtoffer] , door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander(en) heeft, die [slachtoffer] heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die ander en/of
(sub 4°) een ander, te weten [slachtoffer] , door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of doordreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen, die zeggenschap over die ander(en) heeft, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handelingen heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van arbeid of diensten,
bestaande die
  • dwang, dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die dreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en), afpersing, fraude, misleiding dan wel dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht of misbruik van een kwetsbare positie of het geven of ontvangen van betalingen of de voordelen om de instemming van een persoon te krijgen die zeggenschap over die ander heeft en/of
  • die uitbuiting en/of die arbeid en/of diensten en/of die overige omschreven handelingen en/ofomstandigheden als omschreven onder A. (sub
1°) en/of B. (sub 4°) hieruit dat verdachte in voornoemde periode meermalen, althans eenmaal,
  • gebruik en/of misbruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte (telkens), (mede) gelet op zijn hoedanigheid als werkgever en/of als zwager van die [slachtoffer] en/of de leeftijd van die [slachtoffer] en/of de psychische toestand van die [slachtoffer] , op die [slachtoffer] had en/of
  • die [slachtoffer] heeft gehuisvest en/of opgenomen in zijn loods en/of dat er een kamer voor haarwas ingericht in zijn loods ( gelegen aan of bij [straatnaam] te Zwartsluis) ten behoeve van de onder A. genoemde uitbuiting en/of de onder B. genoemde te verrichten arbeid en/of diensten en/of - gedurende voornoemde periode die [slachtoffer] seksuele arbeid en/of diensten heeft doen en/of laten verrichten voor en/of met verdachte en/of een of meerdere ander(e) pers(o)n(en), immers heeft verdachte (zeer) regelmatig seksuele gemeenschap met die [slachtoffer] gehad en/of seksuele handelingen met die [slachtoffer] verricht en/of die [slachtoffer] , (onder mer) op een of meer parkeerplaatsen en/of in (een) parenclub(s) en/of een [club] , seksuele handelingen met een of meerdere ander(e) perso(o)n(en) heeft doen of laten verrichten en/of
  • (een) naaktfoto's en/of (een) video-opname(s) en/of (een) screenshot(s) van (een) video-opname(s) heeft gemaakt van die [slachtoffer] alleen en/of met een of meerdere andere perso(o)n(en) en/of - aan die [slachtoffer] drugs heeft verstrekt (onder meer) in ruil voor seks met hem verdachte en/of met een of meer andere perso(o)n(en) en/of
  • de controle over die [slachtoffer] en/of de telefoon van die [slachtoffer] heeft uitgeoefend, te wetendoor een app, te weten de app GPS-me, op de telefoon van die [slachtoffer] te downloaden/plaatsen waardoor hij, verdachte, die [slachtoffer] overal kon vinden en/of wist wanneer die [slachtoffer] voor het laatst actief was geweest op de telefoon en/of de camera van haar telefoon kon openen en/of gesprekken kon meeluisteren,
  • gelet op vorenstaande misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [slachtoffer] ,gezien op zijn, verdachtes, leeftijd en/of zijn positie als werkgever en/of zwager en/of
  • gelet op het vorenstaande heeft bewerkstelligd dat die [slachtoffer] van hem, verdachte, afhankelijkwas, in welke psychische evenwichtssituatie en/of afhankelijkheidssituatie die [slachtoffer] zich (telkens) niet kon en/of durfde verzetten en/of onttrekken tegen/aan die voornoemde (seksuele)uitbuiting en/of (opgedragen) (seksuele) diensten.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het tenlastegelegde feit, waarbij sprake is van seksuele uitbuiting met toepassing van de dwangmiddelen dreigen met een andere feitelijkheid, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie.
De officier van justitie acht het feit te bewijzen op grond van de verklaringen van
[slachtoffer] (verder: [slachtoffer] ), waarin zij tevens aangifte doet tegen verdachte, die worden ondersteund door meerdere getuigenverklaringen uit de kring van haar familie, de verklaringen van [naam 11] en haar ouders over het verstrekken door verdachte van drugs aan minderjarigen, het installeren door verdachte van de app GPS-me op de telefoon van [slachtoffer] en de verklaring van verdachte waarin hij bepaalde feitelijke gedragingen heeft erkend.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken en heeft daartoe samengevat het volgende aangevoerd.
Geen steunbewijs voor beschuldigingen [slachtoffer]
Er is geen belastend steunbewijs voor de beschuldigingen van [slachtoffer] . Er zijn uitsluitend deauditu verklaringen van familieleden die erop gericht zijn verdachte zwart te maken. Daarnaast zijn er roddelverhalen opgevoerd waarin verdachte wordt weggezet als drugsdealer.
Ontlastende getuigenverklaringen
De ontkennende verklaring van verdachte wordt daarentegen wel ondersteund door getuigenverklaringen. Zo heeft de zus van [slachtoffer] , tevens ex-vriendin van verdachte, [naam 1] , verklaringen afgelegd waaruit blijkt dat zij zich ergerde aan het gedrag van [slachtoffer] en dat dat gedrag haar relatie met verdachte negatief beïnvloedde. Verder heeft getuige “ [naam 3] ” een verklaring afgelegd over zijn waarnemingen in een seksclub betreffende verdachte en [slachtoffer] . Uit zijn verklaringen blijkt dat [slachtoffer] vrijwillig handelde en niet onder invloed verkeerde van cocaïne.
Alternatief scenario
[slachtoffer] heeft mogelijk uit schaamte voor haar relatie met een oudere man en haar seksuele uitspattingen de schuld daarvoor bij verdachte neergelegd, nadat hun relatie was beëindigd.
(Overige) elementen uit de tenlastelegging
De ten laste gelegde periode is te ruim gesteld, nu uit de verklaringen van [slachtoffer] is af te leiden dat de seksuele capriolen pas in de laatste periode van 2018 hebben plaatsgevonden. Verder was verdachte niet de werkgever van [slachtoffer] (er was geen arbeidsovereenkomst) en evenmin was hij haar zwager (verdachte was niet gehuwd met [naam 1] ). De huisvesting in de loods was slechts gedurende twee weken, er werd niet betaald door verdachte of andere personen voor seks met [slachtoffer] . Het drugsgebruik en de controle via de telefoon door verdachte zijn niet ingezet als middelen voor de vermeende uitbuiting. Ook het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer] heeft bij [slachtoffer] niet geleid tot ongewenste seksuele gedragingen met anderen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past ten aanzien van het ten laste gelegde de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen en zakelijk weergegeven bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten.

Bewijsoverwegingen

De rechtbank overweegt als volgt.
Het bewijs in deze zaak
Volgens artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling heeft betrekking op de
bewezenverklaring als geheel en vereist niet dat elk aspect van de bewezenverklaring door meer dan één bewijsmiddel wordt ondersteund. Voorts strekt de bepaling ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen indien de door één getuige genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
De aangifte en nadere verklaringen van [slachtoffer]
1houden – samengevat – het volgende in.
[slachtoffer] heeft verdachte op jongere leeftijd leren kennen als de vriend van haar oudste zus, [naam 1] . Toen [slachtoffer] 16 à 17 jaar was, bood verdachte haar een bijbaan aan in zijn bedrijf dat gevestigd was in een loods aan [straatnaam] te Zwartsluis. [slachtoffer] verrichtte daar vervolgens op zaterdagen onder andere schoonmaakwerkzaamheden in de bedrijfskantine en zij ging met verdachte op pad om “handel” op te halen. Op enig moment begon verdachte seksueel getinte opmerkingen te maken naar [slachtoffer] , werd hij handtastelijk en vroeg hij haar of ze op seksueel gebied “dingen bij hem wilde doen”. Nadat [slachtoffer] in eerste instantie weigerde, begon verdachte haar geld te bieden, in ruil waarvoor zij dan seks met hem moest hebben. Daar ging zij uiteindelijk in mee en dit leidde ertoe dat zij sowieso éénmaal per week seks met hem had.
In de zomer van 2017 hielp verdachte [slachtoffer] met de aanschaf van een caravan voor de zwarte cross en op dat moment heeft hij haar in de caravan voor het eerst cocaïne aangeboden. Na haar aanvankelijke weigering is [slachtoffer] op aandringen van verdachte hierin meegegaan. Vervolgens begon verdachte haar toen mee te nemen naar parkeerplaatsen waar zij door hem werd aangespoord om seks te hebben met andere mannen. Verdachte keek dan toe. Omdat [slachtoffer] niet in staat was deze seksuele activiteiten in nuchtere toestand te ondergaan, gaf verdachte haar daaraan voorafgaand cocaïne, onder invloed waarvan het voor haar gemakkelijker te doen was.
Uiteindelijk leidde één en ander ertoe dat [slachtoffer] daaraan verslaafd raakte en een periode dagelijks cocaïne gebruikte. Omdat verdachte degene was die haar de cocaïne verstrekte werd zij afhankelijk van hem en deed zij wat hij wilde. Op zijn initiatief werden naast parkeerplaatsen ook [club] in Amersfoort en [club] in Lelystad bezocht, waar [slachtoffer] zowel met verdachte als met meerdere andere mannen (tegelijkertijd) seks moest hebben.
Verdachte had verder een app op de telefoon van [slachtoffer] geïnstalleerd (GPS-me) waarmee hij haar te allen tijde kon volgen. Hij kon ook de camera op haar telefoon middels een app bedienen en hij had toegang tot haar social media en Hotmail accounts. Hij beschikte ook over naaktfoto’s van [slachtoffer] .
De rechtbank stelt voorop dat zij de aangifte van [slachtoffer] geloofwaardig en betrouwbaar acht. De aangifte is authentiek en zeer gedetailleerd en vindt in voldoende mate steun in overige bewijsmiddelen. Zo heeft verdachte erkend dat hij de app GPS-me op de telefoon van [slachtoffer] heeft geplaatst en dat hij haar, nadat zij de app had uitgezet, heeft aangespoord deze weer aan te zetten. Verdachte wilde, zo heeft hij verklaard, “op de hoogte blijven van dingen omdat [slachtoffer] nog wel eens dingen voor hem verborg”. Naast het op deze wijze controleren van [slachtoffer] , intervenieerde hij tevens in haar appgesprekken door via haar account, in haar naam, gesprekken te voeren. De rechtbank leidt dit af uit de volgende verklaring van de moeder van [slachtoffer] :
Hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) zat in haar telefoon, dus de antwoorden die ik kreeg, dat las ik soms en dacht: nou, dat is [slachtoffer] niet! Zo doet ze dat nooit, zo zegt ze dingen niet. Maar dat was hij”.2
Tegenover de verklaringen van [slachtoffer] staat de verklaring van verdachte. Verdachte heeft ontkend dat hij steeds cocaïne aan [slachtoffer] heeft verstrekt. Hij zou dat slechts eenmaal hebben gedaan en verder zou zij het buiten zijn weten om zelf van hem hebben gepakt. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte ongeloofwaardig en overweegt daartoe als volgt.
Verdachte heeft ter terechtzitting eveneens verklaard, dat hij wel eens cocaïne bij zich had als hij in de auto met [slachtoffer] op pad ging naar de bewuste parkeerplaatsen. Op de vraag van de voorzitter of er door [slachtoffer] cocaïne werd gebruikt voorafgaand aan het bezoek van de parkeerplaatsen, antwoordde verdachte: “nee, dat gebeurde vaak na die tijd.” De rechtbank stelt op grond daarvan vast dat er dus in ieder geval
vaakcocaïne werd gebruikt tijdens deze uitjes en omdat verdachte degene was die de cocaïne bij zich had, acht de rechtbank bewezen dat hij het steeds aan [slachtoffer] verstrekte.
Verdachte heeft ter terechtzitting verder bekend dat hij een seksuele relatie had met [slachtoffer] en dat zij parkeerplaatsen en seksgelegenheden hebben bezocht waar [slachtoffer] – in zijn bijzijn - seks had met andere mannen, wat ook wel eens door hem is gefilmd. Volgens verdachte handelde
[slachtoffer] daarbij echter volledig uit vrije wil en nam zij vaak zelf het initiatief tot dit soort seksuele escapades. Ook op dit onderdeel acht de rechtbank de verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Verdachte had als veertigjarige man een seksuele relatie met zijn ruim twintig jaar jongere schoonzusje, die hij dusdanig vaak van cocaïne voorzag dat zij daarvan afhankelijk was geraakt. Onder die omstandigheden ging hij met haar naar parkeerplaatsen of seksgelegenheden waar zij al dan niet samen met hem - invloed van drugs - seks had met andere mannen. De rechtbank hecht hierbij geloof aan de verklaring van [slachtoffer] dat zij dat niet uit vrije wil heeft gedaan, maar dat verdachte haar hiertoe heeft aangezet, onder meer door haar in ruil daarvoor cocaïne te verstrekken. Dat [slachtoffer] in nuchtere toestand niet in staat was tot seksueel uitnodigend gedrag naar vreemde mannen toe, leidt de rechtbank af uit hetgeen zij over hun eerste bezoek in de auto aan een homoontmoetingsplaats heeft verklaard. Zij raakte zo in paniek toen zij “dingen moest laten zien” dat dit tot een hoofdschuddende reactie leidde bij een man die hun auto had benaderd.
3
De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [slachtoffer] degene is geweest die seksuele toenadering tot verdachte heeft gezocht en dat hij degene is geweest die haar de loods heeft uitgezet en niets meer met haar te maken wilde hebben, komt niet overeen met wat [slachtoffer] daarover heeft verklaard en wordt naar het oordeel van de rechtbank eveneens weersproken dan wel genuanceerd door de verklaring van zus [naam 2] , de Whatsappgesprekken tussen verdachte en [naam 1] en emailberichten van verdachte aan [slachtoffer] na haar vertrek uit de loods.
4
De rechtbank acht op grond van de aangifte, die voor wat betreft de daarin geschetste context van de situatie waarin [slachtoffer] zich ten opzichte van verdachte bevond, en ook op onderdelen concreet door de verklaringen van verdachte wordt ondersteund, de feitelijke gedragingen zoals ten laste gelegd onder de verschillende gedachtestreepjes, onder B, bewezen. De rechtbank is van oordeel dat is voldaan aan het bewijsminimum als bedoeld in artikel 342, tweede lid, Sv.
Over het verweer van de raadsman dat verdachte niet de zwager was van [slachtoffer] overweegt de rechtbank dat verdachte al meerdere jaren een relatie had met de zus van [slachtoffer] met wie hij ook samenwoonde. Dit betekent dat hij naar de jongere [slachtoffer] toe de rol van zwager vervulde. Dat verdachte en [naam 1] niet waren gehuwd, doet daar niet aan af.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte tegenover [slachtoffer] daarbij tevens de positie van werkgever bekleedde, temeer nu hij haar vanuit die positie binnen zijn invloedssfeer heeft gebracht, immers door haar een bijbaantje aan te bieden, haar daarvoor ook geld te betalen en haar in zijn auto mee te nemen naar handelsadressen.
Verder volgt de rechtbank de raadsman niet in de door hem opgevoerde ontlastende getuigenverklaringen. De ergernissen van [naam 1] over het gedrag van [slachtoffer] , zeggen niets over wat zich verder buiten haar gezichtsveld om heeft afgespeeld. Bovendien heeft [naam 1] verdachte verweten dat hij zelf is begonnen met het “aanhalen van [slachtoffer] ”. Verder kan de verklaring van “ [naam 3] ” bij de rechter-commissaris evenmin als ontlastend voor verdachte worden gebruikt. De omstandigheid dat “ [naam 3] ” tijdens het bezoek aan [club] zelf ook seks met [slachtoffer] heeft gehad, is reden om aan de betrouwbaarheid van zijn verklaring te twijfelen op het punt waar deze de vrijwilligheid van [slachtoffer] betreft.
Met betrekking tot het verweer van de raadsman, dat de aangifte van [slachtoffer] uitsluitend wordt ondersteund door de-auditu verklaringen van familieleden die hem zwart proberen te maken, overweegt de rechtbank als volgt. Zowel de ouders als de beide zussen van [slachtoffer] hebben uit eigen waarneming verklaard over de omgang van verdachte met [slachtoffer] , hoe zij voor hem werkzaamheden is gaan verrichten, de verandering in haar gedrag sedertdien, alsmede dat zij in relatief korte tijd veel gewicht leek te zijn verloren.
5Met betrekking tot het verweer dat er roddelverhalen zijn opgevoerd waarin verdachte wordt weggezet als drugsdealer, overweegt de rechtbank dat in ieder geval vaststaat dat verdachte aan [slachtoffer] cocaïne heeft verstrekt en dat verdachte ter zitting ook heeft erkend dat hij aan [naam 11] Wierts cocaïne heeft verstrekt nadat zij hem daarvoor had benaderd.
De rechtbank leidt uit de bewezenverklaarde feitelijke gedragingen af dat sprake is geweest van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 1 en 4 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij door verdachte met gebruikmaking van de dwangmiddelen (dreiging met) een andere feitelijkheid, misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht is gehandeld ten opzichte van [slachtoffer] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Dwangmiddelen
(Dreiging met) een andere feitelijkheid
Verdachte heeft bewerkstelligd dat [slachtoffer] afhankelijk was geraakt van cocaïne. Haar drang naar het gebruik daarvan was daarom groot. Zij kreeg cocaïne van verdachte als zij met hem meeging naar parkeerplaatsen en seksgelegenheden om seks te hebben met andere mannen. Aldus heeft verdachte deze omstandigheid, die zij aanmerkt als “andere feitelijkheid”, gebruikt als dwangmiddel in de zin van voornoemde bepaling.
Misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
Deze situaties overlappen elkaar grotendeels. Met het misbruik maken van een kwetsbare positie wordt gedoeld op een situatie waarin de betrokkene geen reële of aanvaardbare keuze heeft anders dan het misbruik te ondergaan.
Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht kan voortvloeien uit een relationele ongelijkheid en kan veelal uit de omstandigheden worden afgeleid. Zo zal een aan verdovende middelen verslaafde meestal niet verkeren in een situatie waarin een onafhankelijke zelfstandige opstelling mogelijk is.
Uit jurisprudentie volgt dat beide situaties ruim worden uitgelegd. Beoogd wordt een ruime bescherming te bieden aan slachtoffers. Allerlei omstandigheden kunnen hierbij een rol spelen. Te denken valt aan de financiële, psychische en sociale situatie waarin het slachtoffer zich bevindt.
[slachtoffer] was zeventien jaar toen haar ruim twintig jaar oudere zwager haar een bijbaantje in zijn bedrijf bood. [slachtoffer] was kwetsbaar en beïnvloedbaar, zo leidt de rechtbank af uit de verklaringen van haar ouders en haar beide zussen.
6Verdachte heeft haar met het geven van het bijbaantje binnen zijn invloedssfeer gebracht. Vanuit die situatie is hij [slachtoffer] gaan bespelen en heeft hij haar langzaam maar zeker in de richting van de prostitutie bewogen; eerst door haar seks met hem te laten hebben in ruil voor “extra loon” en daarna door haar seks met andere mannen te laten hebben in ruil voor cocaïne. Aanvankelijk had [slachtoffer] de cocaïne nodig om de seks met vreemde mannen te kunnen verdragen maar daarna had zij het nodig omdat zij daaraan verslaafd was geraakt. Door haar afhankelijkheid van cocaïne, die door verdachte was gecreëerd, en waar alleen hij in kon voorzien, was zij niet in staat zich aan zijn invloedssfeer en wil te onttrekken en had zij aldus geen andere keuze dan het misbruik te ondergaan.
Handelingen
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte de handelingen heeft verricht zoals opgenomen in de bewezenverklaring.
(Oogmerk van) uitbuiting
Nu naar het oordeel van de rechtbank vaststaat dat [slachtoffer] er met toepassing van voornoemde dwangmiddelen door verdachte toe is gebracht om zich te prostitueren, is de rechtbank van oordeel dat verdachte haar heeft uitgebuit.
Dat verdachte daadwerkelijk handelde met het oogmerk van uitbuiting, vloeit naar het oordeel van de rechtbank voort uit hetgeen reeds ten aanzien van de dwangmiddelen is overwogen.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte naaktfoto’s, video-opnames of screenshots van videoopnames heeft gemaakt van [slachtoffer] , met het oogmerk haar seksueel uit te buiten, zodat hij van dat onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
De rechtbank is anders dan de raadsman van oordeel dat het feit is te bewijzen met ingang van 18 juli 2016, nu uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte al eerder, maar in ieder geval vanaf die datum, bezig is geweest om [slachtoffer] - ten behoeve van seksuele uitbuiting - binnen zijn invloedssfeer te brengen.
Het verweer van de raadsman wordt (ook voor het overige) op alle punten verworpen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 18 juli 2016 tot en met 30 november 2018 in Nederland,
(sub 1°)een ander, te weten [slachtoffer] , door een feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie die [slachtoffer] heeft geworven, vervoerd, gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van die ander en
(sub 4°) een ander, te weten [slachtoffer] , door een feitelijkheid of door dreiging met eenfeitelijkheid, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten,
bestaande die
feitelijkheid, die dreiging met een feitelijkheid, dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en dat misbruik van een kwetsbare positie en
  • die uitbuiting en die diensten en die overige omschreven handelingen als omschreven onder A.(sub1°) en B. (sub 4°) hieruit dat verdachte in voornoemde periode meermalen,
  • die [slachtoffer] heeft gehuisvest in zijn loods, gelegen aan of bij [straatnaam] te Zwartsluis, tenbehoeve van de onder A. genoemde uitbuiting en - gedurende voornoemde periode die [slachtoffer] seksuele diensten heeft doen en laten verrichten met andere personen, immers heeft verdachte zeer regelmatig , onder meer op parkeerplaatsen en in een parenclub en [club] , seksuele handelingen met andere personen heeft doen of laten verrichten en
  • aan die [slachtoffer] drugs heeft verstrekt in ruil voor seks met andere personen en
  • de controle over die [slachtoffer] en de telefoon van die [slachtoffer] heeft uitgeoefend, te weten,door de app GPS-me op de telefoon van die [slachtoffer] te downloaden/plaatsen waardoor hij, verdachte, die [slachtoffer] overal kon vinden en wist wanneer die [slachtoffer] voor het laatst actief was geweest op de telefoon en de camera van haar telefoon kon openen en gesprekken kon meeluisteren,
-
gelet op vorenstaande misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [slachtoffer] , gezien op zijn, verdachtes, leeftijd en zijn positie als werkgever en zwager en
- gelet op het vorenstaande heeft bewerkstelligd dat die [slachtoffer] van hem, verdachte, afhankelijkwas, in welke psychische evenwichtssituatie en afhankelijkheidssituatie die [slachtoffer] zich telkens niet kon en durfde verzetten en onttrekken tegen/aan die voornoemde seksuele uitbuiting en opgedragen seksuele diensten.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op: Mensenhandel.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden. De officier van justitie is van mening dat geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn, nu de behandeling van de strafzaak volgens hem is aangevangen op het moment waarop de dagvaarding is uitgegaan, te weten begin 2021. De officier van justitie heeft in strafmatigende zin wel rekening gehouden met het lange tijdsverloop van de zaak.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim twee jaar schuldig gemaakt aan seksuele uitbuiting van een jonge vrouw. Het slachtoffer betrof het jongere zusje van zijn vriendin met wie hij samenwoonde, die hij in zijn invloedssfeer heeft gebracht door haar een bijbaantje in zijn bedrijf te verlenen. Hij heeft het slachtoffer vervolgens bewogen seks met hem te hebben in ruil voor geld en met andere mannen in ruil voor cocaïne, waar zij door zijn toedoen verslaafd aan was geraakt. Verdachte heeft daarbij puur voor eigen seksuele genot gehandeld en heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin het slachtoffer zich bevond.
Mensenhandel waarbij het slachtoffer in de prostitutie wordt gebracht of gehouden, is een vergaande vorm van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt worden gemaakt aan de belangen van de uitbuiter. De psychische gevolgen van dergelijke uitbuiting kunnen voor een slachtoffer, zo is algemeen bekend, groot zijn. Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen willen nemen.
De rechtbank is van oordeel dat met name gelet op de aard en ernst van de bewezen verklaarde seksuele uitbuiting volgt dat uit het oogpunt van normhandhaving en vergelding een onvoorwaardelijke gevangenisstaf van langere duur op zijn plaats is. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting mensenhandel en merkt deze zaak aan als een categorie II-zaak. Hoewel in deze zaak geen geweld door verdachte is toegepast, is het slachtoffer door zijn toedoen verslaafd geraakt aan cocaïne, hetgeen een ernstige schending van de lichamelijke en geestelijke integriteit betekent.
Voor categorie II geldt een oriëntatiepunt van 14 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een bewezenverklaarde periode, variërend van een dag/dagen tot enkele maanden. Nu in deze zaak sprake is van een langere bewezenverklaarde periode ziet de rechtbank in beginsel aanleiding om de duur van de gevangenisstraf te stellen op 18 maanden. De rechtbank stelt evenwel vast dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, nu het vonnis van heden meer dan twee jaar wordt gewezen na de aanvang van de behandeling van de strafzaak op 29 januari 2020, de dag waarop verdachte is aangehouden en verhoord. De rechtbank zal daar in het voordeel van verdachte rekening mee houden evenals met het feit dat verdachte niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Dit voorschrift is toegepast, zoals dit ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens gold dan wel ten tijde van deze uitspraak geldt.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden.

Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. M.B.W. Venema en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door W. Brandsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 november 2022.
Mr. Eelsing is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bewijsmiddelen

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor (de rechtbank begrijpt: aangifte) d.d. 24 juli 2019, opgenomen op pagina 177 e.v. van het dossier van Politie NoordNederland met nummer NRCC19005-HPV-01, d.d. 15 april 2019, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
(p. 178) V: Waarom ben je hier?
A: Voor een aangifte.
V: Tegen wie doe jij aangifte?
A: [verdachte] .
A: Dat hij misbruik van mij heeft gemaakt en mij heeft laten misbruiken. Op seksueel gebied.
V: Wanneer heb jij [verdachte] leren kennen?
A: Dat is al acht jaar geleden denk ik.
V: Hij was de vriend van je zus, van welke?
A: Van [naam 1] .
A: Op mijn zeventiende begon het dat ik mee ging met hem om handel te halen.
A: Ik mocht bij hem aan het werk.
(p. 179) A: Hij had eerst mijn jongste zus [naam 2] aan werk, maar die is daar weggegaan. En toen heeft hij mij gevraagd of ik het niet leuk zou vinden.
A: Ja, je doet gewoon wat hij vraagt. Dus de kantine schoonmaken. Later werd het natuurlijk heel raar. Werd hij handtastelijk en vroeg hij of ik die dingen met hem wilde doen.
Daar heb ik in eerste instantie “nee” tegen gezegd. Maar op een gegeven moment ging hij de inzet wat hoger te zetten door mij meer geld te gaan geven. En toen heb ik daar gewoon aan toe gegeven en het laten gebeuren.
V: Wat verdiende je normaal gesproken op een zaterdag?
A: Eh, zes, zeven of acht euro per uur. En als ik dan wat met hem zou doen gaf hij me daar dan bijvoorbeeld vijftig euro voor of zo. Of hij bood steeds hoger en dan begon hij met twintig euro of zo en dan zei hij: voor vijftig euro, doe je het dan wel?
V: Waar gaat het dan over?
A: Seks met hem hebben.
(p. 180) V: Hoe gaat het dan verder, want je vertelde: later waren er ook anderen. Hoe is dat gegaan? A: Hij nam mij een keertje mee in de auto. Toen is hij dus bij een homo parkeerplaats of ontmoetingsplaats heen gereden. Moest ik dingen laten zien waardoor ik best wel in paniek raakte en dat gewoon echt niet wou. Gelukkig was degene die toen naar de auto liep, die schudde zijn hoofd. Die zag dat ik heel erg in paniek was. Daar is het mee begonnen en toen is het eerst ook niet weer gebeurd. En toen had hij dus ineens cocaïne op zak met de vraag, omdat we het wel eens over drugs hadden gehad en ik daar nieuwsgierig naar was, of ik dat ook zou willen gebruiken.
(p. 181) In eerste instantie zei ik: nee, omdat ik dat niet durfde. En hij steeds pushen van: toe nou, het is leuk en ik ben erbij, er kan niks gebeuren. Heb ik dat toch gedaan. En van één keer komt twee keer, komt vaker en dan durf je ook meer of ga je meer met de flow mee. En toen zijn we ook een keer met drugs naar zo’n plek geweest en dat was voor mij ook heel eng en spannend. Eh, heel benauwend soms ook, maar je laat het allemaal een beetje over je heen komen, gaat dan wel wat makkelijker of zo.
V: Dat je onder invloed bent van cocaïne bedoel je?
A: Ja. En toen is het toch gebeurd op zo’n plek. En het was tot nu toe alleen maar op zaterdag en dat is van kwaad tot erger gegaan zeg maar dat het nou ja zowat wel iedere dag was en dan vaak ook nog wel ‘s nachts daar rond spoken met de auto.
V: er waren wel mannen en die seks hadden met jou?
A: Ja.
V: De eerste keer kwam je dus bij een parkeerplaats en toen moest je allerlei dingen doen of laten zien zei je. Wat moest je doen of laten zien? Wat bedoel je dan?
A: Ja, mijzelf laten zien, uitdagen, korte rokjes dragen bijvoorbeeld of een vest aan met daaronder niets aan. Mensen aanraken, ze moesten dan seks hebben met mij bijvoorbeeld. Ook met mijn zwager erbij. Soms ook wel eens alleen, dan werd ik in een kofferbak gedumpt als het ware met een vreemde man. En soms ook wel eens met hem erbij, maar omdat hij steeds banger werd, ja paranoia zeg maar, ging hij steeds rondjes rijden en dan zat ik met een vreemde kerel in de kofferbak van hem.
A: Dat was altijd bij Heerde-Wapenveld, de [club] heet dat, daar zit ergens zo’n parkeerplaats. Bij Lemmer geloof ik, de Grote of Kleine Wielen heet dat en De Lanen. Zoiets. Daar kun je zo omheen, onder zo’n viaduct door. Daar had je ook zo’n soort vissersplek of zo onder die brug waar je vissen kunt. Daar varen ook bootjes langs en dan moest ik ook vaak op het randje zitten met een rokje aan met niks eronder. Boten die langs kwamen, die zagen dat natuurlijk. Dat was allemaal heel eng en dat vond ik ook echt niet leuk.
(p. 182)V: Wat zei jij bijvoorbeeld tegen [verdachte] als jullie weer op pad gingen?
A: Niet zoveel eigenlijk. Wat ik me goed kan herinneren is dat ik vroeg om drugs. En dat gebruikten we dan ook, hij achter het stuur ook. En verder vroeg hij altijd ook aan mij of ik onderweg ook aan hem wilde zitten. Ik moest me altijd omkleden al vast. Hadden we altijd een jurkje mee of iets uitdagends en dan moest ik me in de auto omkleden.
V: Wat vond je ervan?
A: Naar. Niet fijn. Heel bang zijn ook.
V: Heb je wel eens gezegd tegen [verdachte] : Ik wil dit niet?
A: Ja.
V: Wat zei hij dan?
(p. 183) A: Vaak kreeg ik dan drugs en dan liet ik het wel gebeuren. Ik moest het maar gewoon doen, daar kwam het gewoon eigenlijk altijd op neer.
A: omdat ik alleen maar achterom keek en bang was. En dan werd hij weer boos en dan ging het niet meer.
V: Wat deed hij dan?
A: Nou toch maar weer proberen of we reden ergens anders heen of we gingen in de auto zitten. Heel erg boos zijn of teleurgesteld zijn in mij.
V: Wat zei hij dan?
A: Dat hij me dan geen drugs meer wou geven.
A: daar werd ik dan weer opstandig van omdat ik het graag wou hebben.
(p. 185) V: Met je 18e vertel je, is het ook begonnen met andere mannen op parkeerplaatsen.
(p. 186) V: Je vertelde dat je de eerste keer dat je drugs gebruikte nog wel weet. Toen heb je een caravan gekocht voor de zwarte cross. Die is altijd in juli. In welk jaar was dat?
A: Ik denk twee jaar geleden. 2017 daar ben ik toen begonnen om één keer te gebruiken om te proberen zeg maar. En zo is het steeds verder uit de hand gelopen.
V: Wat voor drugs?
A: Cocaïne.
(p. 187) V: Je vertelde net ook over de loods en dat er een kamer voor jou was ingericht. Op welk moment is die kamer daar ingericht?
(p. 188) A: Dat was echt bijna aan het eind dat ik daar wegging. Ik heb daar twee weken of zo gewoond.
(p. 189) A: Eén keer zijn we achter een man aangereden, die verbleef in een soort hotel op een vakantiepark of zo. En daar op zijn kamer moest ik seks hebben met hem, met mijn zwager erbij.
(p. 190) A: Hij heeft ook een app op mijn telefoon gezet en hij kon mij dan overal vinden waar ik was of voor het laatst actief was geweest. En hij had een app gedownload zodat hij de camera van mij kon openen, maar ook kon luisteren wat ik zei. Die app heet GPS-me.
A: Hij heeft het er ook een keer over gehad toen ik seks had met een man in de kofferbak zeg maar, dat hij daar een filmpje van heeft gemaakt.
(p. 191) V: Wie vertelde jou allemaal wat je moest doen met die andere mannen?
A: Ik nam zelf nooit het initiatief omdat ik dat niet wilde en omdat ik dat niet leuk vond en ik wou het niet. Hun zaten vaak aan mij en [verdachte] zei vaak dingen van: wil je dit met haar doen, wil je dat met haar doen.
V: Wat zei hij dan bijvoorbeeld?
A: Wil je seks met haar hebben, of wil je over haar klaar komen of dat soort dingen.
V: Wat voor handelingen heb jij allemaal moeten doen wat jij absoluut niet wilde?
A: Eh, andere mannen aftrekken, pijpen en sowieso alles wel wat ik heb gedaan. Seks met ze hebben, dat hun mij misbruikten, dat ze aan mij zaten. Ja, alle verschrikkelijke dingen eigenlijk wel.
V: Parenclubs, daar heb je het ook over gehad. Hoe kwamen jullie daar terecht?
A: Volgens mij heeft hij dat toen op internet opgezocht. Het was eerst een [club] in Amersfoort, zit dat geloof ik. Toen had ik het aangegeven dat ik het niet zo leuk vond, dat al die mannen zo vlak bij je staan, kijken waar je heen gaat. Maar daar zijn we een keer heen geweest en in Lelystad heb je [club] .
(p. 192) A: Ja, hij zei zelf altijd dat ik mocht kiezen, hij liet mij heel vaak kiezen.
V: Wat waren de keuzes?
A: Parkeerplaats of [club] of [club] .
V: En als je helemaal geen zin had om weg te gaan?
A: Dat was eigenlijk wel vaak. Maar het was ook wel, de drugs natuurlijk dat wou je graag, maar dat kreeg je alleen als je andere dingen deed. Dus je deed het altijd maar gewoon, omdat je het anders niet krijgt.
V: Op welk moment kreeg je dan de drugs?
A: Onderweg daar heen, op de plekken zelf wel en tussen de bezoeken door.
(p. 195) V: Hoe ben je uit eindelijk bij hem weggegaan?
A: Ik had contact met mijn jongste zus, die wou graag een keer haar kant van het verhaal doen, over [verdachte] . Toen kreeg hij daar lucht van, want ik had gezegd, dat [naam 2] had geappt en dat ze wou praten. En toen zei hij, je mag daar niet heen, je mag niet met haar praten. Vieze NSB’er en dit en dat. Toen zei ik, wat is dit nou? Als ik met mijn zus wil praten, dan ga ik met mijn zus praten. Ja, dan kon ik wel ophoepelen. Dus ik had al mijn spullen gepakt en in mijn auto gepropt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 5 december 2019, opgenomen op pagina p. 216 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
(p. 218) Je hebt van de [club] een verhaal. Je hebt zo’n forum daarvan van Amersfoort. Er is dan een man en die heeft een naam en die heeft ook een verhaal over ons erop gezet.
A: Volgens mij heette die iets van “ [naam 4] ” of zo.
(p. 220) A: Ja, je staat natuurlijk stijf van de drugs om het zo maar te zeggen. Niet je grenzen aan kunnen geven denk ik en het toch maar laten gebeuren.
V: Wie neemt het initiatief?
A: Ja, [verdachte] .
A: Nou hij vroeg het altijd en in ruil daarvoor kreeg ik dan weer drugs. En op een gegeven moment is dat dan uitgewerkt en dan wil je het ook graag weer hebben want op een gegeven moment wordt je er wel een beetje afhankelijk van of zo en dan denk je: ja, laat maar doen dan.
V: Waar was je anders bang voor?
(p. 221) A: Ja, dat hij boos wordt of dat hij het door zou vertellen aan andere mensen bijvoorbeeld. Dat ik op zulke plekken ben geweest. Of dat ik drugs gebruik.
3. Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 15 februari 2022, bij de rechter-commissaris:
(p. 2) In het begin heb ik daar schoongemaakt, maar later gebeurde dat niet meer, dan had ik alleen nog maar seks met hem. U vraagt waarom ik dan wel steeds terug kwam. Hij was dwingend. ik kon nog geen 5 minuten mijn telefoon wegleggen, want hij werd boos als ik de telefoon niet opnam en dan zocht hij mij op. Hij gaf mij het gevoel dat ik er niet onderuit kwam.
Over cocaïne
Ik durfde dat eerst niet en ik wilde het ook niet. Wat ik net ook zei: hij is heel dwingend. Hij zei: het moet het toch maar gebeuren, je moet het toch maar doen want het is heel leuk. Toen heb ik het toch maar gedaan. Ik ben toen best wel verslaafd geraakt en daarna heb ik er zelf inderdaad zelf om gevraagd.
(p. 3) U vraagt mij wat cocaïne qua gevoel met mij deed. Dan ben je anders, dan heb je geen grenzen meer. U vraagt mij of ik moest gebruiken van [verdachte] . Bij de eerste keer dat hij het introduceerde: ja, min of meer wel. ik moest het van hem proberen. Daarna moest het niet, maar ik had het toen nodig om seks te hebben. Ik moest van hem seks hebben. U vraagt of dat seks met hem was of met anderen? Allebei.
U houdt mij voor dat ik toch elke keer weer bij hem in de auto stapte en dat ik dan wist dat het waarschijnlijk weer zou gebeuren. Ja, dat ging hetzelfde. U houdt mij voor dat ik ook 'nee' kon zeggen. Dat héb ik ook gedaan [getuige wordt emotioneel en begint met stemverheffing te spreken:] Het is niet leuk dat u dat zegt, dat iedereen altijd nee kan zeggen. Er zijn heel veel mensen misbruikt, hoewel iedereen altijd nee kan zeggen! Natuurlijk had ik dit niet gewild. U houdt mij voor dat
[verdachte] zegt dat ik het wel degelijk goed vond en dat ik het spannend vond. Dat is niet waar. Daar ging het me helemaal niet om. ik kreeg drugs. Als ik met hem meeging, dan kreeg ik drugs en het is verslavend
(p. 4) U vraagt mij of het klopt dat ik verslaafd was en met hem meeging om aan de drugs te komen. Ja, zo is het.
Het klopt wel dat we in meerdere seksclubs zijn geweest. U vraagt mij wat ik daarvan vond. Niet leuk, ik was bang. Ik ben altijd bang geweest. U houdt mij voor dat er seksuele contacten zijn geweest en vraagt mij hoe dat ging. ik durfde dan niks te zeggen. U vraagt mij naar een bezoek van een seksclub in Amersfoort waarvan het " [verhaal] " op een forum is gekomen. Wat er in staat over wat er is gebeurd. Dat klopt wel. Wat niet klopte is dat ik er van genoot en dat soort dingen.
Ik durfde niks te zeggen en ik durfde niemand aan te kijken. U vraagt mij of ik seks heb gehad met meerdere mannen tegelijk of achter elkaar. Ik kan mij dat wel herinneren. U houdt mij voor dat [naam 3] als getuige verklaard heeft dat ik er wel van genoot. Dat is niet waar. Het kan misschien zo lijken, maar ik was onder invloed, ik was bang en ik durfde niks te zeggen omdat er zoveel mannen om je heen staan en opdringerig zijn. Ik kon niet voor mijzelf opkomen, ik was te overrompeld en ik verstijfde helemaal. Ik durfde ook niks te zeggen. U vraagt mij om een schatting te maken hoeveel mensen er waren. ik durfde niet te kijken, ik weet het niet. Ik weet niet eens of het alleen mannen waren of ook nog vrouwen. ik durfde die mensen niet aan te kijken. Ik was onder invloed van drugs, cocaïne. U vraagt mij van wie ik die drugs kreeg. Van [verdachte] .
(p. 5) U vraagt mij of ik een vast salaris had. Dat wisselde. ik kan het mij niet goed herinneren maar volgens mij werden de gewerkte uren altijd contant betaald.
U vraagt mij wiens voorstel het was dat ik in de loods ging wonen. Van [verdachte] . Wat ik mij kan herinneren, is dat ik van de ene op de andere dag mijn spullen heb gepakt en daarheen ben gegaan.
U vraagt mij of er sprake was van een dwang. Zo voelde het wel.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 13 augustus 2019, opgenomen op pagina p. 230 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] :
Bij aanvang van het verhoor deelden wij aan de getuige het volgende mee: Dat het om [slachtoffer] , haar dochter gaat.
(p. 231) Hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) kwam ook wel over de vloer als zijnde zwager van [slachtoffer] . Nou [slachtoffer] , je kan wel eens bij mij komen werken. En [slachtoffer] dacht van: ik ga daar even een centje bij verdienen. En ja, wat ga je doen dan? Nou, kantine schoonmaken, hij heeft een loods, dus ze moest dan maar wat schoonmaak werkzaamheden doen of ze ging mee voor motoren. Ik zag [slachtoffer] in de vakantie maar afvallen en afvallen.
(p. 232) Maar ik kon het aan [slachtoffer] zien, die was 15 kilo kwijt, was ingevallen, haar ogen stonden hol. Hij zat in haar telefoon, dus de antwoorden die ik kreeg, dat las ik soms en dacht: nou, dat is [slachtoffer] niet! Zo doet ze dat nooit, zo zegt ze dingen niet. Maar dat was hij!
(p. 235) V: Wat is [slachtoffer] voor meisje of hoe was [slachtoffer] ?
A: Nou lagere school was ze heel verlegen, heel timide, ze heeft Marietje Kessels gevolgd, een programma om wat weerbaarder te worden.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 5 september 2019, opgenomen op pagina p. 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 6] :
(p. 242) Toen is ze in de loods van [verdachte] gaan slapen. En toen heb ik nog met haar geappt. Ik vroeg hoe het ging en als er wat was dat ze altijd naar mij kon toekomen. En toen was het al vrij snel duidelijk dat eigenlijk ook helemaal niet gelukkig daar en dat ze eigenlijk daar ook helemaal niet wou zitten. Toen heb ik gezegd nou dan kom je hierheen en je hoeft er niet over te praten als je er niets over wilt zeggen zeg dan niks, maar kom in ieder geval hierheen. En slaap hier. Toen zei ze dat ze dat ook ging doen. Op dat moment kon [verdachte] ook in haar telefoon zeg maar en [verdachte] was ook binnen vijf minuten stond [verdachte] daar ook. Hij kon in ieder geval zien dat ik [slachtoffer] bericht had en dus binnen vijf minuten stond [verdachte] daar ook. Uiteindelijk is ze wel naar me toegereden. En daar is het een beetje mee geëindigd toen. Ze was overstuur. Ze liep huilend over straat. (…) [verdachte] reed ook wel langs ons huis en ik zag wel dat hij op zoek was naar haar. Ze was toen wel angstig voor hem. Ze heeft toen ook alles uit haar telefoon verwijderd zodat hij niet…. Ze wist niet waar ze het zoeken moest. Ze was bang om alleen naar het dorp te gaan of bang om hem tegen te komen.
(p. 244) V: Is [slachtoffer] ook veranderd in die tijd dat ze veel bij [verdachte] was?
A: Ze is in een hele korte tijd heel erg afgevallen. Ineens viel het op. Ze zag er gewoon niet meer zo gezond uit. Ze was bleek en afwezig.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 3 oktober 2019, opgenomen op pagina p. 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 7] :
(p. 249) V: En dan hebben we het over [verdachte] ?
A: [verdachte] . Hij zat bij een man in een loods in Zwartsluis en daar had hij zijn opslag. En daar mocht mijn dochter [slachtoffer] wel voor hem de boel gaan schoonmaken. Kon ze een centje bijverdienen.
(p. 251) V: Hoe veranderde [slachtoffer] ?
A: Ze veranderde heel erg naar mij toe. Ze creëerde afstand naar mij toe.
V: Hoe beïnvloedbaar is [slachtoffer] ?
A: Nou ja, ik denk dus dat ze best wel beïnvloedbaar is, heel erg beïnvloedbaar. Dat is eigenlijk ook waarom ze nu in therapie is.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 6 december 2019, opgenomen op pagina p. 277 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 8] :
(p. 287) V: Jij zei over [slachtoffer] dat zij een “Weet niet” meisje is. Kun je dat uitleggen?
A: Ik bedoel eigenlijk: [slachtoffer] is meer iemand die eigenlijk zelf geen keuzes kan maken.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (digitaal dossier) d.d. 13 maart 2020, opgenomen op pagina p. 336 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
(p. 354) Op donderdag 13 februari 2020 heb ik de data afkomstig van de Samsung SM-950F (Hierna:
Samsung S8) (telefoon verdachte) nader onderzocht:
(p. 355) In de veilig gestelde data, zijn door mij meerdere seksueel getinte foto’s aangetroffen waarop aangeefster [slachtoffer] naakt staat afgebeeld. Een aantal van bovengenoemde foto’s, betreffen screenshots van videobellen tussen [slachtoffer] en [verdachte] . Op deze afbeeldingen van [slachtoffer] , staat in een verkleind venster het gezicht van [verdachte] afgebeeld.
(p. 355, 356) In de veilig gestelde data, zijn door mij WhatsApp gesprekken aangetroffen tussen eigenaar [naam 9] [telefoonnummer] (nr in gebruik bij verdachte) en [naam 1] . in deze chat gingen onderstaande berichten over aangeefster [slachtoffer] .
  • [naam 1] aan [naam 9] , 19-6-019: En jij begon zelf met [slachtoffer] aanhalen.
  • [naam 9] aan [naam 1] , 18-7-2019: Oh misschiem moet ik je even fotos van [slachtoffer] stuur kunje die aan je ma laten zien.
(p. 358) In de veilig gestelde data, zijn door mij verwijderde inkomende en uitgaande e-mail berichten aangetroffen tussen o.a. de emailadressen: “ [emailadres] @gmail.com en “ [emailadres] @gmail.com” De aangetroffen berichten staan hieronder aangegeven:
Afzender
Aan
Datum
Inhoud bericht
[emailadres]
@gmail
.com
[emailadres]
@live.nl
25-
102018
23:43
En ben je weer helemaal gelukkig en de oude? Iedereen blij alleen [naam 1] nog ff bij mij weg en dan iedereen happy. Heb nog niet iemand mee gemaakt die mij zo heeft laten barsten!
[emailadres]
@gmail
.com
[emailadres]
@live.nl
25-
102018
1:26
Of moet ik alles via ander kennissen naar je appen omdat jij me blokkeert Ik kan je nietd sturen maar wel.via andere telefoons en dan kunne ze meelezen en kijken. Dus kom op nu. Morgen uitpraten daaena hoefje niets meer te zeggen
[emailadres]
@gmail
.com
[emailadres]
@live.nl
25-
102018
1:24
[slachtoffer] morgen ff half uurtje uitpraten!! Kan niet zo zit me gewoon dwars! Geen ruzie geen gezeur gewoon normaal. Gaat nergens over dit ik loop me zo op te fokkemlk ben er altijd voor je geweest dit kan e ht niet wat je nu doet!
9. De door verdachte ter zitting van 31 oktober 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
[slachtoffer] had een bijbaantje bij mij. Ik had seks met haar. Daarvoor gingen wij meestal met de auto weg. We zijn naar seksclubs geweest en naar parkeerplaatsen. We zijn ook bij de [club] geweest. Het klopt dat een keer stiekem gefilmd toen [slachtoffer] seks had met een man in de kofferbak. Ik wel eens cocaïne bij me in de auto en condooms in mijn portemonnee. Het is een paar keer gebeurd dat zij seks had met andere mannen op een parkeerplaats
Het klopt dat ik de app op haar telefoon had geïnstalleerd en al haar app verkeer kon meelezen. Ik had ook toegang tot haar facebook en Hotmail accounts les van haar kon meelezen. Ik heb wel gezien dat zij was afgevallen en dat zij er slecht uitzag.
Ik heb haar wel cocaïne gegeven.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is van mij. Ik heb die screenshots naar [naam 1] gestuurd.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. , opgenomen op pagina
p. e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
(p. 331) A: Op haar facebook kon ik ook op een gegeven moment. Ik had ook toegang tot haar Hotmail.
V: Wie heeft dan dat GPS-me geïnstalleerd?
A: Dat heb ik waarschijnlijk ook gedaan. Zij heeft het wel eens uitgezet en toen zei ik, zet het maar weer aan dat is makkelijk.
A: Misschien was het ook wel een beetje controle.
A: Ik wilde op de hoogte blijven van dingen omdat [slachtoffer] nog wel eens dingen voor mij verborg.
Bewijsmiddelen 1 tot en met 3.
Bewijsmiddel 4.
Bewijsmiddel 1 (p. 180).
Bewijsmiddel 8.
Bewijsmiddelen 4 tot en met 7.
Bewijsmiddelen 4 tot en met 7.