ECLI:NL:RBNNE:2022:4243

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
18/202890-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor voorbereidingshandelingen voor de vervaardiging van amfetamine

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het tezamen en in vereniging verrichten van voorbereidingshandelingen voor de vervaardiging van amfetamine. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 720 dagen, waarvan 390 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden aan de proeftijd verbonden. De verdachte is vrijgesproken van de productie van amfetamine en mefedron, evenals van het dumpen van drugsafval. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek ter terechtzitting op 6 oktober 2022, waarbij de verdachte aanwezig was met zijn advocaat, mr. F.H. Kappelhof, en het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. R. Janssens. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het telen, bereiden, en verkopen van (meth)amfetamine en het ontdoen van gevaarlijke afvalstoffen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkenheid van de verdachte bij de voorbereidingshandelingen wettig en overtuigend bewezen was, terwijl de andere ten laste gelegde feiten niet bewezen konden worden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van de drugshandel in haar overwegingen meegenomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn medewerking aan het reclasseringstoezicht.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Assen
parketnummer 18/202890-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 oktober 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 oktober 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. F.H. Kappelhof, advocaat te Delfzijl. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 te Nieuw-Roden, gemeente Noordenveld, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (in een woning/schuur/garage gelegen op of aan de [straatnaam] en/of [straatnaam] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, althans opzettelijk aanwezig gehad, (een) hoeveelheid/hoeveelheden van (een) materiaal/materialen bevattende (meth)amfetamine en/of mefedron (4-MMC), zijnde (meth)amfetamine en/of mefedron (4-MMC), in elk geval (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 te
Leeuwarden en/of Nieuw-Roden en/of Roden, gemeente Noordenveld, en/of Groningen en/of Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf, en/of Smilde en/of Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van een of meer hoeveelhe(i)d(en) (meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen:
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/ofuit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeftgetracht te verschaffen, - voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens):
  • ( een deel van) een of meer woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of[straatnaam] in Nieuw-Roden en/of [straatnaam] in Leeuwarden (als opslagruimte voor chemicaliën en/of grondstoffen en/of (laboratorium)benodigdheden en/of als productieruimte) ter beschikking gesteld en/of ter beschikking laten stellen en/of
  • een of meer vervoermiddelen ter beschikking gesteld en/of ter beschikking laten stellen en/ofgebruikt en/of voorhanden gehad en/of een of meer personen vervoerd van en naar voornoemd woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of [straatnaam] in
Nieuw-Roden en/of
  • informatie uitgewisseld over de bereidingswijze en/of het productieproces van precursoren en/of(meth)amfetamine, althans synthetische drugs en/of
  • ( een of meer onderdelen van) een productieopstelling aangeschaft en/of voorhanden gehad,waaronder een of meer RVS-reactieketels en/of koelhuizen en/of gasbranders en/of afsluiters en/of bochten en/of een aftapkraan en/of
  • een grote hoeveelheid/hoeveelheden (laboratorium)benodigdheden en/of gereedschappenaangeschaft en/of laten aanschaffen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder een of meer gasflessen en/of jerrycans en/of vrieskisten en/of een roermixer en/of een klemdekselvat en/of
  • meermalen, althans eenmaal, de goederen in de woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de
[straatnaam] en/of [straatnaam] in Nieuw-Roden getild en/of
- een grote hoeveelheid/hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen, bedoeld voor de
productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of (vervolgens) (meth)amfetamine, aangeschaft en/of laten aanschaffen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder (ongeveer) 40 kilogram MAPA en/of (ongeveer) 150 kilogram MAPA en/of BMK en/of formamide en/of mierenzuur en/of fosforzuur en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of - zijn mededader(s) op de hoogte gehouden over de levering/aankoop van chemicaliën en/of
grondstoffen voor het vervaardigen van precursoren en/of (meth)amfetamine, althans synthetische drugs en/of (laboratorium)benodigdheden en/of
  • handschoenen en/of gasmaskers vervoerd en/of voorhanden gehad en/of
  • ( aldus) een laboratorium- en/of productieopstelling voor het vervaardigen van BMK, althansprecursoren, en/of (meth)amfetamine, althans synthetische drugs, voorhanden gehad;
3.
hij op of omstreeks 28 juli 2021 te Foxwolde en/of Roderesch, gemeente Noordenveld, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) dan wel alleen, al dan niet opzettelijk, zich van (gevaarlijke) (afval)stoffen heeft ontdaan door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting te storten, anderszins op of in de bodem te brengen of te verbranden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), toen
2- broom-4'-methylpropiofenon (grondstof voor mefedron (4-MMC)), althans afval afkomstig van devervaardiging van (grondstoffen voor de productie van) mefedron, gestort en/of achtergelaten en/of anderszins op of in de bodem gebracht van en/of nabij de weg de
[straatnaam] te Foxwolde; en/of
- amfetamine en/of amfetamine gerelateerde stoffen, althans afval afkomstig van de
vervaardiging van (grondstoffen voor de productie van) amfetamine, althans (gevaarlijke) afvalstoffen, althans sterke zure vloeibare afvalstoffen, althans afval afkomstig van de vervaardiging van (grondstoffen voor de productie van) amfetamine, althans (een)
(gevaarlijke) afvalstof(fen), gestort en/of achtergelaten en/of anderszins op of in de bodem gebracht van en/of nabij een bosperceel en/of de Hoofdweg te Roderesch.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
Hij heeft daartoe het volgende - overeenkomstig het door hem overlegde requisitoir - aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
De officier van justitie verwijst naar de chatgesprekken met en tussen de medeverdachten, de observaties van de politie, het onderzoek naar de drugsafvaldumping in Foxwolde en Roderesch en de doorzoekingen aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden en aan de [straatnaam] te Leeuwarden.
Dat er amfetamine en mefedrine is geproduceerd, volgt uit het feit dat er afvalstoffen zijn gedumpt van de productie van deze stoffen. Zonder productie zou er immers geen drugsafval zijn. De pleegplaats van het drugslaboratorium is onduidelijk. Het kan goed zijn dat dit in één van beide schuren was aan de [straatnaam] of [nummer] te Nieuw-Roden, omdat de verdachten daar zeer actief waren met schoonmaken, opruimen en wegbrengen van afval. Het gedumpte drugsafval wordt daar ook ingeladen en is vervolgens in een redelijke nabijheid gedumpt. Het produceren van deze stoffen is in ieder geval in Nederland geweest, omdat de politie de verdachten in de weken voor de inval niet naar het buitenland heeft zien rijden.
Betrokkenheid verdachte
Gelet op alle bevindingen is verdachte als medepleger verantwoordelijk voor alle ten laste gelegde feiten. De goederen en stoffen die zijn aangetroffen in de schuren van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] , het samen met medeverdachte [medeverdachte 1] rijden naar Nieuwegein voor het ophalen van een melktank, het samen met medeverdachte [medeverdachte 1] dumpen van drugsafval in Foxwolde, het werkoverleg tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en het veelvuldige contact met medeverdachte [medeverdachte 2] over het productieproces en het bestellen van goederen met betrekking tot synthetische drugs, maken dat de feiten 1, 2 en 3 op de tenlastelegging wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Verdachte heeft daarnaast met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde op de terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde feit enkel een bewezenverklaring kan volgen voor het voorhanden hebben van een geringe hoeveelheid stoffen zoals bedoeld in de Opiumwet. De raadsman heeft zich met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Tot slot heeft de raadsman vrijspraak betoogd voor het onder 3 ten laste gelegde feit. Hij heeft daartoe - overeenkomstig zijn pleitnota het volgende aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
Feit 1:
Productiehandelingen
Uit de stukken in het dossier volgt niet dat er sprake was van productie, verkoop of levering van (meth)amfetamine en mefedron (4-MMC). De enkele omstandigheid dat er drugsafval gedumpt is door een medeverdachte levert geen bewijs op voor het vervaardigen van verdovende middelen.
Opzettelijk aanwezig hebben
De stoffen die in de schuur van verdachte zijn aangetroffen kunnen leiden tot een bewezenverklaring van het aanwezig hebben van materiaal als bedoel in de Opiumwet. Echter is ook duidelijk dat het gaat om zeer geringe hoeveelheden.
Feit 3:
Uit de stukken in het dossier blijkt niet dat verdachte op enige wijze betrokken was bij het dumpen van drugsafval, noch dat hij daarvoor als medepleger verantwoordelijk is. Niet is gebleken dat verdachte de wetenschap had dat medeverdachte [medeverdachte 1] bezig was met het dumpen van drugsafval.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen, hetgeen hieronder nader zal worden gemotiveerd.
Het onder 2 ten laste gelegde feit acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 6 oktober 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik beken dat de goederen en stoffen aangetroffen in mijn schuur waren bedoeld voor het maken van synthetische drugs. Ik heb samen met medeverdachte [medeverdachte 1] gesproken over de mogelijkheid dat we samen iets konden opzetten. De melktank heb ik opgehaald.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2021,opgenomen op pagina 96 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R021015 (onderzoek Fauna) d.d. 7 december 2021, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :

21.Juni 2021

Uit bakengegevens blijkt dat op 21 juni het voertuig waar [medeverdachte 3] zich in verplaatst, Audi A3 voorzien van kenteken [kenteken] stopt aan de [straatnaam] in Oosterwolde. Hier zit het bedrijf werken met merken. Dit bedrijf komt naar voren in een eerder onderzoek genaamd Balou omdat er eerder methanol is gekocht. Methanol wordt gebruikt voor de productie van speed. Opvallend is dat bakengegevens van de Audi en de mast gegevens van [medeverdachte 2] parallel lopen naar Oosterwolde.
23 juni 2021
De werknemer van de Gamma gaf later aan dat er een dag eerder een manspersoon in de winkel was geweest die een wat vreemde indruk op het personeel maakte. Ook hiervan zijn de beelden bekeken en [verdachte] is herkend op de beelden.
Om 20:56 uur een manspersoon bij de kassa komt. Manspersoon herken ik, verbalisant [verbalisant 1] als zijnde [verdachte] .
Verder zag ik: Dat [verdachte] 7 witte flacons op de loopband plaatst. Op de kassabon welke is bijgevoegd staan de volgende producten: 7 Gamma ontstopper Korrel 18,83,-
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie vrijdag 23 april 2021 opgemaakt d.d. 26 april 2021, opgenomen op pagina 481 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
14.3
Ik zag dat de Audi vertrok.
15.17
Ik zag dat [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] , de bestuurder was van de Audi.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie donderdag 24 juni 2021 opgemaakt d.d. 24 juni 2021, opgenomen op pagina 483 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
18:35 Zag ik, verbalisant, dat de bovengenoemde Audi A3, voorzien van het kenteken [kenteken] , stond geparkeerd op de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden
(Noot griffier: moet [straatnaam] zijn, zie herstel op pagina 487).
18:36 Zag ik, verbalisant, dat er 2 manspersonen vanaf de woning richting de Audi A3 liepen. Zag ik dat 1 manspersoon een wit shirt droeg. Deze persoon herkende ik als zijnde [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] . Zag ik dat 1 manspersoon een zwart Tshirt droeg. Deze persoon herkende ik als zijnde [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] . Zag ik dat [medeverdachte 3] en [verdachte] allebei een gasfles uit voornoemde Audi A3 pakten en deze meenamen richting de woning [straatnaam] te Nieuw Roden. 18:38 Zag ik dat een witte bestelbus voorzien van kenteken [kenteken] de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat de bestuurder van de bestelbus met [medeverdachte 3] en [verdachte] aan het praten was.
18:42 Zag ik, verbalisant, dat [medeverdachte 3] , [verdachte] en de bestuurder van witte bestelbus bij de Audi A3 stonden. Zag ik dat de kofferbak van de Audi A3 openging. Zag ik dat [verdachte] een grijze cilinderachtig voorwerp uit de Audi A3 pakte en hier mee richting de woning liep.
18:45 Zag ik, verbalisant, dat [medeverdachte 3] bij de Audi A3 kwam en instapte en vertrok.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2021,opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op de foto’s is te zien dat de verdachte een voorwerp vasthoudt. Ik herken dit voorwerp als een destilleerkolom (koelhuis) voor een drugslabketel. Een destilleerkolom betreft een onderdeel van een drugslabketel en wordt gebruikt voor het produceren van synthetische drugs. Het maken van een destilleerkolom wordt gedaan door een ketelbouwer en wordt enkel en alleen gebruikt voor de productie van synthetische drugs. Even voor het nemen van bovenstaande foto’s werd een gasfles naar binnen gebracht. Gasflessen kunnen ook gebruikt worden bij het produceren van synthetische drugs. Het correcte adres betreft [straatnaam] of [nummer] te Nieuw Roden.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie dinsdag 29 juni 2021 opgemaakt d.d. 2 juli 2021, opgenomen op pagina 500 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
14:48 Ik zag dat de Audi vanaf de oprit van de [straatnaam] vertrok.
15:02 Ik zag dat de mannen in de Action bij de gereedschappen stonden en dat ze allerlei artikelen in een winkelmandje deden. Ik herkende de man gekleed in de roze trui als [medeverdachte 3] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983. Ik herkende de andere man als [verdachte] , geboren te Groningen op [geboortedatum] 1990.
15:05 Ik zag dat [medeverdachte 3] en [verdachte] in de Action bij de kassa stonden. Ik zag dat onder andere een gereedschapskist, meerdere sleutelsets en meerdere rollen grijze duct-tape werden afgerekend.
15:08 Ik zag dat [medeverdachte 3] en [verdachte] uit de Action kwamen en in de Audi stapten. Ik zag dat [medeverdachte 3] als bestuurder instapte en [verdachte] als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
15:15 Ik zag dat de Audi vanaf de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] achteruit de weg opreed en vertrok. Ik zag dat [medeverdachte 3] de bestuurder was en [verdachte] de bijrijder.
15:21 Ik zag dat de Audi stopte op het parkeerterrein van de Gamma, gevestigd Westeresch 11 te Roden. Ik zag dat [medeverdachte 3] en [verdachte] uitstapten en de Gamma in liepen.
15:26 Ik zag dat [medeverdachte 3] en [verdachte] in de Gamma bij de kassa stonden. Ik zag dat onder andere een Bahco steeksleutel, een zwart lampje met een rood accent, witte handschoenen, en een blikje Red Buil werd afgerekend.
15:33 Ik zag dat de Audi de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] en [nummer] te
Nieuw-Roden opreed. Ik zag dat de Audi direct erna vanaf de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] en [nummer] achteruit de weg opreed. Ik zag vervolgens dat de Audi de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] opreed.
17:38 Ik zag dat ter hoogte van de [straatnaam] te Nieuw-Roden een zwarte Peugeot 307 met kenteken [kenteken] , hierna te noemen Peugeot, stopte. Ik zag dat één van de inzittenden van de Peugeot naar [perceel] liep en even later met [medeverdachte 3] in de richting van de Peugeot liep
Opmerking verbalisant: Later werd deze inzittende van de Peugeot herkend als [medeverdachte 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.
17:41 Ik zag dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in de Peugeot stapten en dat deze vertrok.
17:45 Ik zag dat in de Peugeot drie personen zaten.
17:47 Ik zag dat de Peugeot stopte op het parkeerterrein van de Gamma, gevestigd [straatnaam] te Roden. Ik zag dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en een NN-man de Gamma in liepen.
17:48 Ik zag dat de drie mannen in de Gamma bij de kassa stonden. Ik zag dat [medeverdachte 3] een klein voorwerp in zijn hand had en degene was die afrekende. Ik zag dat de mannen de Gamma uit liepen.
17:56 Ik zag dat de Peugeot stopte voor de woning aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden.
17:58 Ik zag dat de Peugeot vertrok en dat er twee personen in het voertuig zaten. Ik, 821, zag dat NN1 de bestuurder van de Peugeot was.
18:27 Ik zag dat de Peugeot stopte op de Pleiadenlaan te Groningen. Ik zag dat [medeverdachte 2] uit de Peugeot stapte. Ik zag dat [medeverdachte 2] een plastic tasje bij zich droeg en de portiek met daarin onder andere [perceel] inliep.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie woensdag 30 juni 2021 opgemaakt d.d. 4 juli 2021, opgenomen op pagina 489 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
10:35 Zag ik dat de Audi A3 geparkeerd stond op de oprit van [straatnaam] te
Nieuw-Roden. Zag ik dat er voor de Audi A3 een witte bestelbus, van het merk Citroën, type Jumpy en voorzien van het kenteken [kenteken] stond geparkeerd.
15:05 Zag ik dat de Audi A3 stond geparkeerd op het parkeerterrein bij bedrijf [bedrijf 1], gevestigd [straatnaam] te Roden.
15:09 Zagen wij dat het subject [medeverdachte 3] , het bedrijf [bedrijf 1] uit kwam lopen en in de Audi A3 stapte waarna de Audi A3 vertrok.
15:20 Zag ik, verbalisant, dat de Audi A3, de oprit van [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed.
15:21 Zag ik, verbalisant, dat [medeverdachte 3] uit de Audi A3 stapte en samen met
[medeverdachte 1] richting het schuurtje, welke bij perceel [straatnaam] hoort, liepen. Zag ik dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] het schuurtje naar binnen gingen via de openstaande deur.
15:25 Zag ik dat de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden afreed. Zag ik dat de Jumpy achteruit bleef rijden en de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat de Audi A3 achter de Jumpy aanreed en de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat [medeverdachte 3] aan de bestuurderszijde van de Audi A3 uitstapt. Zag ik dat [medeverdachte 1] aan de bestuurderszijde van de Jumpy uitstapte. Zag ik dat de Jumpy heel dicht tegen het schuurtje van [straatnaam] te Nieuw Roden geparkeerd stond.
15:30 Zag ik de Audi A3 rijden. Zag ik dat [medeverdachte 3] bestuurder was en dat [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] bijrijder was.
15:33 Zag ik dat de Audi A3 de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed.
15:40 Zag ik dat de Audi A3 en de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden afreden. Zag ik dat de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed. Zag ik dat [medeverdachte 1] als bestuurder uitstapte. Zag ik dat [medeverdachte 1] een emmer, gelijkend op een cementemmer, in de Jumpy legde.
15:57 Zag ik dat de Audi A3 over de N372 reed, gaande in de richting van de A7. Zag ik, ter hoogte van de Borchsingel te Eelderwolde dat [medeverdachte 3] bestuurder en dat [medeverdachte 2] bijrijder was van de Audi A3.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie donderdag 1 juli 2021 opgemaakt d.d. 8 juli 2021, opgenomen op pagina 509 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
13:37 Ik zag dat de Audi het bedrijventerrein opreed van [bedrijf 1] Roden gelegen aan de [straatnaam] te Roden.
13:39 Ik zag dat [medeverdachte 3] uit het bedrijf kwam lopen in de richting van de Audi. Ik zag dat hij een doorzichtig wit plastic tasje in zijn handen had. Ik zag dat hij instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat de Audi vertrok.
13:46 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi de oprit opreed van [perceel] aan de [straatnaam] Noord te Nieuw Roden. Ik zag dat [medeverdachte 3] uitstapte en via de schutting bij de woning naar binnen ging aan de achterzijde. Ik zag dat hij een wit tasje bij zich had. 14:04 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat [medeverdachte 3] en de NN man uit de woning kwamen lopen. Ik zag dat [medeverdachte 3] en de NN man bij de schuur naar binnen gingen. Ik zag dat beide mannen weer naar buiten kwam lopen. Ik zag dat [medeverdachte 3] iets wits gaf aan de NN man. Ik zag dat [medeverdachte 3] richting de Audi liep en instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat de NN man ook richting de Audi liep en instapte als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
14:08 Ik zag de Audi rijden over de Roderweg. Ik herkende de bijrijder van de Audi als [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1990.
14:14 Ik zag dat de Audi geparkeerd stond op de parkeerplaats bij de Kampeerhal Roden aan de Kanaalstraat 63 te Roden. Ik zag dat [medeverdachte 3] en [verdachte] al waren uitgestapt en bij de Kampeerhal naar binnen gingen.
14:46 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi weer de oprit opreed van de [straatnaam]
Noord [perceel] te Nieuw Roden. Ik zag dat [medeverdachte 3] uitstapte als bestuurder en [verdachte] als bijrijder. Ik zag dat [medeverdachte 3] bij de schuur naar binnen ging. Ik zag dat [verdachte] via de achterzijde de woning naar binnenging [perceel] .
14:56 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat [medeverdachte 3] uit de schuur kwam lopen met iets wits in zijn handen. Ik zag dat hij instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat [verdachte] ook richting de Audi liep en instapte als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
15:10 Ik zag dat [verdachte] in de Kampeerhal Roden liep. Ik zag dat hij richting de uitgang liep met 3 verpakkingen van slangpilaar binnendraad van het merk GIMEG Ik zag dat hij een gasbrander bij zich had.
15:30 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi weer de oprit opreed van de [straatnaam]
Noord [perceel] te Nieuw Roden. Ik zag dat [medeverdachte 3] uitstapte als bestuurder en [verdachte] als bijrijder. Ik zag dat [medeverdachte 3] en [verdachte] bij de schuur naar binnen gingen.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2021, opgenomen op pagina 515 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 1] :
Betreft: Observatie 27 juli 2021
14:10 Zag ik dat de Jumpy plus de aanhangwagen parkeerde op de openbare weg ter hoogte van de [straatnaam] te Nieuw Roden. Ik zag dat er twee mannen uit de Jumpy stapten.
14:11 Zag ik, dat er een man, die ik herkende als verdachte [medeverdachte 3] , uit de richting van de woning kwam lopen in de richting van de Jumpy plus aanhangwagen. Zag ik vervolgens dat de twee inzittenden en verdachte [medeverdachte 3] samen de aanhangwagen loskoppelden van de Jumpy. Ik zag dat de drie mannen de aanhangwagen achterwaarts de oprit van de woning aan de [straatnaam] duwden.
14:27 Zagen wij dat de Citroen Jumpy vertrok in de richting van Roden.
14:38 Zagen wij dat de Jumpy parkeerde aan de [straatnaam] te Roden. Hier zit gevestigd [bedrijf 2].
14:42 Zag ik dat de Jumpy geparkeerd stond bij [bedrijf 2] en dat de schuifdeur en de deuren aan de achterzijde van het voertuig openstonden.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 september 2021, opgenomen op pagina 157 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 10 september heb ik een onderzoek ingesteld naar de aankoop van de melktank / ketel.
Uit onderzoek blijkt het volgende:
CHATgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) over de melktank.
Op 23 juli 2021 omstreeks 13:40 uur heeft er een chatgesprek plaats gevonden tussen
[verdachte] en [medeverdachte 3] . Hieruit blijkt dat het gaat over de aankoop van een melktank.
[medeverdachte 3] 23-7-2021 13 55 18 Melktank € 600 00 [verdachte] 23-7-2021 13 56 27 Bericht gestuurd
Contact tussen [verdachte] en [medeverdachte 1]
Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 1] of hij morgen mee gaat naar
Nieuwegein naar de [straatnaam] . Hier woont [naam 1] [telefoonnummer] .
[verdachte] stuurt daarbij een foto van de route mee.
BAKEN
Uit bakengegevens blijkt dat de Citroen Jumpy, voorzien van kenteken [kenteken] op 24 juli 2021 in Utrecht is geweest. Ook is te zien dat de telefoon van [medeverdachte 1] mee gaat tijdens de rit in de richting van Utrecht. Op 24 juli 2021 omstreeks 12:58 uur bevindt de Citroen Jumpy, voorzien van kenteken [kenteken] in Tienhoven aan de lek. Het voertuig staat stil voor huisnummer [nummer] . Omstreeks 13:05 komt het voertuig weer in beweging en rijdt weer in de richting van het Noorden.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 12 augustus 2021, opgenomenop pagina 220 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
In onderzoek Fauna werd tijdens een doorzoeking aan de [straatnaam] te Leeuwarden, een bewakingssysteem (VCR) in beslaggenomen. Op de harde schijf van het bewakingssysteem werd data opgeslagen van de beveiligingscamera’s die rondom de woning van verdachte
[medeverdachte 3] hangen. Bij het onderzoeksteam is bekend dat [medeverdachte 3] verblijft/ woont bij zijn vriendin [naam 2] aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Door mij werd specifiek gezocht op de dagen 13 en 14 juli 2021. Namelijk is dan door middel van een peilbaken te zien dat de Citroen Jumpy, in gebruik bij verdachte [medeverdachte 1] , in de buurt van de woning van [medeverdachte 3] aanstraalt. Op 13 juli 2021 omstreeks 16:10 uur is te zien dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de woning van [medeverdachte 3] binnengaan. Omstreeks 16:37 uur verlaten beide mannen de woning.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met als bijlagen de whatsappgesprekken op pagina 242 - 286)d.d. 9 september 2021, opgenomen op pagina 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 29 juli 2021 werd de telefoon van verdachte [verdachte] in beslag genomen voor het onderzoek Fauna. In de telefoon bevond zich een SIM kaart met het telefoonnummer
[telefoonnummer] , het telefoonnummer in gebruik bij verdachte [verdachte] . Met toestemming van de officier van justitie werden de gegevens op de telefoon door mij onderzocht naar contacten met medeverdachten en andere zaaks gerelateerde informatie en werd het volgende bevonden:
Contact [medeverdachte 1] . [telefoonnummer]
In de contactenlijst van [verdachte] staat [medeverdachte 1] gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de CIOT bevraging op dat nummer blijkt dat het telefoonnummer op naam staat van het bedrijf Hoogwerktechniek Noord Nederland, het bedrijf waarvoor [medeverdachte 1] werkzaam is.
WhatsApp
Via de communicatie app Whatsapp hebben [verdachte] en [medeverdachte 1] bijna dagelijks contact met elkaar. Op de telefoon zijn Whatsapp berichten terug te lezen vanaf 7 maart 2021. Uit dit WhatsApp contact zijn door mij zaaks gerelateerde gesprekken geselecteerd.
  • Op 20 juni 2021, omstreeks 19.00 uur vraag [verdachte] aan [medeverdachte 1] wanneer hetdonker wordt en of ze zo wat in zijn garage kunnen gooien.
  • Op 22 juni 2021, omstreeks 22.19 uur vraag [verdachte] aan [medeverdachte 1] of hij devolgende dag zijn auto kan lenen om “loog” te halen. [medeverdachte 1] zegt toe dat dat kan. [verdachte] geeft aan dat morgen [medeverdachte 3] ook geld voor hem heeft. [medeverdachte 1] zegt dat hij gaat proberen of hij kan bestellen op naam van de zaak. NB. “loog” kan gebruikt worden als ontstopper.
  • Op 12 juli 2021, omstreeks 23.00 uur, vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 1] of hij morgenmee gaat naar Leeuwarden voor een werkbespreking en een andere aanpak. [medeverdachte 1] antwoord met :”Oké”.
  • Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 1] of hij morgenmee gaat naar Nieuwegein naar de [straatnaam] , [naam 1] [telefoonnummer] . [verdachte] stuur daarbij een foto van de route mee.
  • Op 27 juli 2021, omstreeks 11.47 uur, vraagt [verdachte] of [medeverdachte 1] geld heeft.[medeverdachte 1] zegt dat ze zo langs de lasser moeten.
  • Op 29 juli 2021, omstreeks 09.53 uur vraagt [medeverdachte 1] aan [verdachte] of het gisterennog gelukt is. [verdachte] antwoord dat [naam 9] er nu is en dat ze de bak gaan leeggooien en die shit dan gaan dumpen.

Contact [medeverdachte 3] , [telefoonnummer]

In de contactenlijst van [verdachte] staat [medeverdachte 3] vermeld als [medeverdachte 3] met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit een tapgesprek op 31 maart 2021 bleek dat [medeverdachte 3] gebruik maakte van dit telefoonnummer.
- Op 29 juni 2021, omstreeks 13.24 uur hebben [verdachte] en [medeverdachte 3] contact met elkaar.
[medeverdachte 3] stuurt dat hij er aan komt en vraagt aan [verdachte] of hij klaar met opruimen is. - Op 1 juli 2021, omstreeks 19.05 uur, gaat het gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] over ene “ [naam 3] ”. Uit het gesprek blijkt dat ze niet te spreken over hem zijn. Verder gaat het gesprek over het inrichten van een werkplaats zodat ze niemand verder nodig zijn en onafhankelijk zijn. [medeverdachte 3] zegt dat hij er staat voor [verdachte] en “ [naam 3] " en dat hij het zelf moet uitleggen. [verdachte] stelt voor dat [medeverdachte 3] goede tekeningen maakt en dat het dan wel gemaakt wordt.
- Op 4 juli 2021, omstreeks 18.15 uur, vraag [verdachte] wat de bedoeling is en wanneer hij klaar
moet staan. [medeverdachte 3] zegt dat dinsdag het lasapparaat binnen is.
  • Op 20 juli 2021, omstreeks 13.26 uur, stuurt [medeverdachte 3] naar [verdachte] dat ze thuis gaanopruimen en naar de stort gaan. Ook gaan spullen van “ [naam 3] ” weggooien. Buur gaat dat in de bus gooien. [medeverdachte 3] zegt dat het wel eerst schoongemaakt moet worden. [verdachte] zegt dat ze eerste fusten gedaan hebben.
  • Op 23 juli 2021, omstreeks 13.40 uur, vraagt [medeverdachte 3] of [verdachte] al iets van [naam 4] heeft gehoord. [verdachte] zegt dat hij direct gaat bellen. [medeverdachte 3] stuurt daarna een advertentie van Marktplaats door van een melktank die 600 euro kost.
  • Op 24 juli 2021, omstreeks 10.02 uur, vraagt [medeverdachte 3] aan [verdachte] of het wat is.[verdachte] zegt dat het een mooi ding is, dat hij er bij staat maar dat er geen geld van af kan.
  • Op 26 juli 2021, omstreeks 13.44 uur, stuurt [medeverdachte 3] naar [verdachte] dat het lassen zoklaar is. Ook vraagt hij of ze al begonnen zijn met opruimen. [verdachte] zegt dat hij nog niet bezig is geweest omdat hij nog niks van buur heeft gehoord. [medeverdachte 3] zegt dat ze anders morgen maar een kar moeten gaan huren.
  • Op 27 juli 2021, omstreeks 12.35 uur, gaat het gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] over het opruimen een dag later, samen met buur.

Contact [medeverdachte 2] , [telefoonnummer]

Via de communicatie app WhatsApp heeft [verdachte] contact met het telefoonnummer
[telefoonnummer]
(Noot griffier: moet [telefoonnummer] zijn, zie pagina 290). Uit de gesprekken kan worden geconcludeerd dat [medeverdachte 2] de daadwerkelijke gebruiker van het toestel is. Een enkele keer beantwoord [naam 5] een chat van [verdachte] , waarbij zij aangeeft dat [verdachte] met haar appt en niet met [medeverdachte 2] . Vanaf 17 augustus 2020 hebben [verdachte] en [medeverdachte 2] bijna dagelijks contact. Uit dit WhatsApp contact zijn door mij de zaaks gerelateerde gesprekken geselecteerd.
  • Op 16 maart 2021, omstreeks 20.06 uur, stuurt [medeverdachte 2] een foto naar [verdachte] dat hijde adres gegevens van [verdachte] heeft verstuurd in verband met een levering door Alibaba.
  • Op 6 april 2021, omstreeks 13.36 uur, stuurt [medeverdachte 2] dat hij nog voor 8K spullen heeftbesteld. Dit zou worden verstuurd vanuit Duitsland. In het gesprek schrijft [medeverdachte 2] “van poeder tot olie". [verdachte] zegt dat hij geld wil verdienen en dat zijn zakken leeg zijn.
  • Op 1 mei 2021, omstreeks 20.12 stuurt [medeverdachte 2] dat ze morgen weer los gaan.
[medeverdachte 2] zegt dat ze die poeder gaan uitrekken en dan gaan vacuüm trekken. Daar krijgen ze CM (Crystal Meth) voor terug dat 8,5K waard is.
  • Op 3 mei 2021, omstreeks 22.00 uur, is er een gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] over een productieproces waarbij Fosfor, Soda, water moet worden gebruikt. Er volgt een berekening door [medeverdachte 2] wat er precies moet gebeuren.
  • Op 8 mei 2021, omstreeks 19.53 uur, stuurt [medeverdachte 2] dat hij op maandagmiddag eenafspraak heeft. Ook willen ze van die “sjap" uit Leeuwarden potten en pannen hebben.
[medeverdachte 2] stuurt dat ze BMK kunnen omzetten naar “A”. Een pakket kost ze 1140 voor 8a olie.
  • Op 13 mei 2021, omstreeks 00.05 uur, stuurt [medeverdachte 2] een foto van een afzuiger naar[verdachte] . Ook stuurt [medeverdachte 2] dat ze een nieuwe pan moeten kopen van 72 liter. [verdachte] stuurt dat het werk nu kan beginnen en dat de plek er al is.
  • Op 26 mei 2021, omstreeks 15.55 uur, vraagt [verdachte] hoe het zit met die chinezen.
[medeverdachte 2] stuurt [verdachte] een screenshot van een chatbericht waarop te lezen is dat de BMK en PMK klaar staan voor verzending.
- Op 28 mei 2021, omstreeks 22.59 uur, stuurt [medeverdachte 2] [verdachte] een weblink overcitroenzuur. Volgens [medeverdachte 2] moetje dit warm maken, 15 kilo op 25 liter water. Volgens [medeverdachte 2] is dat beter dan zoutzuur maar rookt het niet. Hij wil die zoutzuur bewaren voor vriezen later.
-Op 10 juni 2021, omstreeks 23.31 uur, stuurt [verdachte] dat iemand aan hem had gevraagd hoe het kan dat sos een roze kleur kan krijgen. [medeverdachte 2] zegt dat het dan verbrand is met omzetten naar poeder. Volgens [medeverdachte 2] kan je het ook goed uitkoken en wordt het wel zuiver.
  • Op 15 juni 2021, omstreeks 23.42 uur, stuurt [medeverdachte 2] een Whatsapp screenshot tussenhem en een onbekend persoon. In dit gesprek vraagt [medeverdachte 2] om een RVS buis van 20 cm en een diameter van 150 mm en een 6x 1/2 “ lassok. In de chat met [medeverdachte 2] vraagt hij zich af hij morgen dan mee aankomt. Gesprek gaat verder over dat het ook kan zonder filter, maar met filter wordt er 6/7 k bespaard.
  • Op 17 juni 2021, omstreeks 15.09 uur, stuurt [verdachte] een screenshot van een factuur naar[medeverdachte 2] . Op deze factuur staat een bestelling op naam van [verdachte] van een wok brander voor 194,85 euro.
  • Op 19 juni 2021, omstreeks 16.24 uur, vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] of hij een PH meterheeft. [medeverdachte 2] stuurt dat deze bij de afzuigbox ligt.
  • Op 21 juni 2021, omstreeks s 16.15 uur, [medeverdachte 2] een screenshot van een bestelling vanbeitspasta. [verdachte] zegt dat het alleen verstuurd kan worden naar een adres.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met als bijlagen de verstuurden berichten op pagina 293 - 329)d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 291 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 18 oktober 2021 werd de telefoon van verdachte [medeverdachte 2] in beslag genomen voor het onderzoek Fauna. In de telefoon bevond zich een SIM kaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] , het telefoonnummer in gebruik bij verdachte [medeverdachte 2] .
Programma Gebruikersnaam
Telegram [naam 6]
15-10-2021 [naam 7] en [naam 6]
In deze chat vraagt [naam 6] waarom zijn pakket niet is verstuurd van maart. Het gaat om 25 KG BMK poeder.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 augustus 2021,opgenomen op pagina 171 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op donderdag 29 juli 2021 werd [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , wonende [straatnaam] te [woonplaats] , aangehouden in het onderzoek FAUNA. Dit betreft een onderzoek naar de productie van en handel in synthetische drugs. [verdachte] zat als bestuurder in een witte Citroen Jumpy voorzien van het kenteken [kenteken] . Achter het voertuig was een gesloten aanhangwagen bevestigd.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
1 december 2021, opgenomen op pagina 348 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant J. van der Werk:
Op vrijdag 30 juli 2020 omstreeks 14:020 uur heb, ik samen met een collega van de forensische opsporing een doorzoeking gedaan in een 2-tal voertuigen.
Citroën Jumpy [kenteken] met aanhanger:
Nadat wij deze goederen naast de aanhanger hadden gezet, rook ik, de weeïge/ zoete lucht van synthetische drugs. Vervolgens hebben we een zwarte vuilniszak gepakt, welke enigszins "lekte", in deze zak zat een steelpannetje en een soeplepel. Het is ons ambtshalve bekend dat deze goederen gebruikt worden bij het vervaardigen van synthetische drugs. Ik kreeg hierbij een onbekende vloeistof op mijn arm, hierop voelde ik dat deze vloeistof meteen op zijn huid brandde. Mogelijk dat in deze vuilniszak (en meerdere in de aanhangwagen) restant zit van stoffen die gebruikt worden bij het vervaardigen van synthetische drugs. Hierop is de aanhanger door ons weer gesloten in afwachting van de bevindingen van het LFO. In de Citroën Jumpy lag een metalen plaat met mogelijk dacty en drugskristallen erop. Achter in de Jumpy bij de deuren lag geel zand. Het was mij bekend dat bij de dumping in Foxwolde een emmer met kristallen en soortgelijk zand was aangetroffen.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 augustus 2021,opgenomen op pagina 415 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
In de laadruimte van de Citroen Jumpy werd op de vloer een substantie aangetroffen. De geur van de substantie was chemisch. Door de LFO is deze substantie ter plaatse getest en het betrof: 2-broom-4methylpropiofenon te zijn. Precursor van Mefedron (Ook wel miaw miaw genaamd).
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor
(met fotobijlagen)
d.d. 17 augustus 2021, opgenomen op pagina 379 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 8] :
V: In dit onderzoek hebben wij gezien dat voertuigen van verdachten bij jou bedrijf zijn geweest. Wat kun je er over zeggen?
A: De dag voordat het lab is ontmanteld, heb ik bezoek gehad van 2 mensen. Dat was op 27 juli 2021 geloof ik. Een van die jongens was [medeverdachte 1] . Die ken ik omdat ik zijn vader ken en omdat hij met mijn broertje om ging. Die andere persoon kende ik niet.
V: Dus ze kwamen bij je langs op de zaak en toen?
A: Ik zag [medeverdachte 1] de loods in lopen en dacht direct dat ik daar die melktank voor moest lassen.
Hij had zelf de onderdelen meegenomen die er op gelast moesten worden. Het ging om 4 of 5 dingetjes.
V: Waar voor dingetjes?
A: Ik moest een gat afdichten aan de bovenkant. Ook moest ik een koppelstuk met draadjes vastlassen.
V: Was het een nieuwe tank?
A: Het was een gebruikte tank. Die onderdelen waren nieuw. Hij heeft me niet verteld waar de onderdelen of de tank vandaan kwamen.
O: Foto's zijn als foto 1 en 2 bij het verhoor gevoegd.
A: Dat is de ketel waaraan ik heb gewerkt.
O: Op de getoonde foto’s heeft de getuige aangegeven wat hij heeft gelast.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met foto bijlagen)d.d. 4 augustus 2021, opgenomen op pagina 416 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :
Op donderdag 29 juli 2021, omstreeks 14:15 uur hebben wij een onderzoek ingesteld op de volgende locaties:
[straatnaam] te Nieuw-Roden
[straatnaam] te Nieuw-Roden
De locatie [straatnaam] betrof een twee onder één kapwoning met links naast de woning twee geschakelde garages welke los van de woning waren gesitueerd. De rechter garage behoorde tot de woning met [perceel] .
In de garage stonden naast diverse fietsen en tuinbenodigdheden diverse jerrycans en een 120 liter klemdekselvat. Na het openen van het klemdekselvat kwam er een geur uit welke wij ambtshalve herkenden als de geur van benzylmethylketon (BMK). Één witte jerrycan met blauwe dop van 30 liter had een tekst aan de bovenzijde “Fos”. De vloeistof hierin werd door ons bemonsterd FD = ‘fosforzuur”
(S1a - AAMY0853NL). Een blauwe jerrycan van 20 liter met de opschrift “formamide” werd door ons indicatief getest als FD= formamide
(S2a - AAMY0855NL). Verder troffen wij 2 blauwe jerrycans van 20 liter aan waarvan er één verpakt zat in een grijze vuilniszak. Eén jerrycan bleek leeg en de andere gevuld met ongeveer één liter heldere rokende vloeistof. Gelet op de geur en de damp betreft het hier vermoedelijk zoutzuur
(S3a - AAMY0856NL).Eén jerrycan rood van kleur 20 liter met een restant heldere vloeistof werd door ons bemonsterd
(S4a - AAMY0857NL). In een blauwe vuilniszak zat een stukgesneden 5 liter jerrycan en een ijzeren pollepel. Onder in voornoemde zak lag een gering laagje vloeistof welke door ons werd bemonsterd
(S5a - AAMY0858NL). In het klemdekselvat van 120 liter, waar een gat in het midden van de deksel zat en welke onderaan nagenoeg over de gehele ronding was doorgezaagd, namen wij een monster van een bruine substantie (geur BMK) met witte poederresten
(S6a+b - AAMY0883NL).Als referentie werd een monster genomen van de door ons gebruikte methanol
(S7a - AAMY0881NL).
De locatie [straatnaam] betrof een twee onder één kap woning met rechts achter de woning gelegen een vrijstaande schuur/garage met twee naar buiten slaande tuindeuren. Voor de garage stond een vierkante roestvrijstalen bak welke vermoedelijk als Au bain-marie bak werd gebruikt. In de garage troffen wij een horizontale roestvrijstalen en gemodificeerde reactieketel aan. De reactieketel was voorzien van een reflux (verticaal geplaatste koelhuis) en was aan de bovenzijde voorzien van een industriële klep met sluiting. De reactieketel had als afmetingen; lengte 115 cm en een doorsnede van 75 cm Inhoud 507 liter. Zeer waarschijnlijk was deze reactieketel nog niet gebruikt gezien de aangetroffen staat. De aangebrachte modificaties waaronder het aanbrengen en plaatsen van een reflux (koelhuis) maakt deze reactieketel geschikt voor de vervaardiging van synthetische drugs in casu amfetamine. De aangetroffen reactieketel vertoond uiterlijke overeenkomsten met soortgelijke reactieketels welke in amfetamine laboratoria zijn aangetroffen. Onder de werkbank troffen wij twee roestvrijstalen koelhuizen aan welke konden worden gebruik als zogenaamde refluxen. Eén buis had een lengte van 100 cm en een diameter van
16
cm. De andere had een lengte van 87 cm en een doorsnede van 10 cm. Tevens stond er een vrieskist in de garage waarin 6 zakken zaten elk met een inhoud van 25 kg. Indicatief werd de inhoud, kristalachtig wit poeder, van twee zakken positief getest op MAPA
(MethylAllaacetylPhenylAcetaat)
(B1a en B1b - AANK8023NL en AANK0888NL). Op de bodem van de vriezer lag een vloeistof laag waarvan een monster werd genomen
(B1c - AAMY0889NL).In een blauwe jerrycan zat een vloeistoflaagje welke riekte naar amfetamine. Hiervan werd door ons een monster genomen
(B2a - AAMY0890NL).Verder troffen wij 4 Prima gasflessen aan en 1 Rijngas gasfles aan. In een gele boodschappentas zaten diverse koppelingen en afsluiters. In een kliko in de achtertuin, naast de vierkante rvs bak, lag een doos met daarop de afbeelding van een roermixer.
Deze roermixer werd aangetroffen op de tuintafel.
Interpretatie LFO:
Geconstateerd is dat:
• In een garage aan de [straatnaam] te Nieuw Roden een ton en jerrycans stonden opgeslagen metdaarin restanten formamide, fosforzuur, zoutzuur en BMK;
• In een garage aan de [straatnaam] te Nieuw Roden 150 kg MAPA, een rvs reactieketel met reflux,twee rvs koelhuizen, een Au Bain Mariebak plus jerrycans met fosforzuur, formamide en een vloeistof met de geur van amfetamine stonden opgeslagen;
• Zoutzuur en fosforzuur kunnen worden gebruikt bij de omzetting van MAPA in BMK. BMK is deprecursor ten behoeve van (met)amfetamine. Zoutzuur, formamide en BMK kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine.
• Een Au bain-marie bak kan in combinatie met het 120 liter klemdekselvat en zoutzuur of fosforzuuren MAPA worden gebruikt voor de vervaardiging van BMK. MAPA is een preprecursor welke geen legitiem doel heeft en veelvuldig in laboratoria wordt gebruikt voor de vervaardiging van BMK;
• De rvs reactieketel met reflux alsmede de twee koelhuizen kunnen worden gebruikt bij devervaardiging van amfetamine via de Leuckart synthese;
• 150 kg MAPA kan worden gebruikt voor de vervaardiging van 153 en 204 kg amfetamine pasta.
19. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.056, d.d. 25 augustus 2021, opgenomen op pagina 440 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AANK8023NL / B1a monster wit poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig uit "Wit kristal poeder (FD MAPA)" bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA.
AAMY0888NL / B1b monster wit poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig uit "Wit kristal poeder (FD Mapa)'' bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA.
AAMY0889INL / B1c gele vloeistof, volgens opgave afkomstig uit "Vloeistof bodem vrieskist' bevat een lage concentratie BMK in een zwak alkalische waterige vloeistof.
AAMY0890NL / B2a B2a blauwe vloeistof, volgens opgave "Monster uit blauwe jerrycan restant vloeistof geur amfetamine” bevat BMK en MAPA in methanol.
In relatie tot drugs wordt MAPA gebruikt voor het vervaardigen van BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine.
20. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.056, d.d. 7 september 2021, opgenomen op pagina 446 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AAMY0853IML/ S1a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster uit jerrycan met opschrift Fosforzuur" bevat fosforzuur, resultaat conform opschrift.
AAMY0855NL / S2a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster restant uit jerrycan fd formamide" bevat formamide.
AAMY0856NL / S3a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster heldere vloeistof uit jerrycan" bevat (vrijwel) uitsluitend een geconcentreerde oplossing van zoutzuur in water.
AAMY0857NL / S4a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster uit rode jerrycan restant heldere vloeistof" bevat mierenzuur.
AAMY0858NL/ S5a kleurloze vloeistof met crèmekleurige deeltjes, volgens opgave "Vloeistofmonster uit zak met pollepel" bevat 2-broom-4'-methylpropiofenon in fosforzuur.
AAMY0883NL / S6a+b twee wattenstaafjes volgens opgave "2 x swap" Hiervan werd onderzocht: crèmekleurige en groene resten op de tip van één wattenstaafje voornamelijk aan amfetamine gerelateerde syntheseverontreinigingen en lage concentraties amfetamine en BMK aangetoond. AAMY0881NL / S7a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster blanco Methanol" geen Opiumwetsubstanties of grondstoffen/hulpstoffen/tussen- producten aangetoond.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 29 juli 2021, opgenomen op pagina 941 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op donderdag, 29 juli 2021 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in een hoekwoning aan de, [straatnaam] te Leeuwarden.
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Schoenendozen met vermoedelijk verdovende middelen
2 Robijn dozen met vermoedelijk verdovende middelen
Verhuisdoos met hierin 20 verpakkingen met hierin vermoedelijk verdovende middelen
Mondmasker/gasmasker
Glazen potje met mogelijk verdovende middelen
Opslag bewakingscamera's
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdovende middelen d.d. 2 september 2021, opgenomen op pagina 454 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] :
Op 2 augustus 2021 werd een reeds een onderzoek uitgevoerd op één van de 40 verpakkingen van het onderstaande goed waarvan een proces verbaal is opgemaakt.
SIN : AAOT9158NL
Omschrijving : 40 verpakkingen bestaande uit gesealde, kleurloze plastic zakken met daarin kleurloze kristallen.
Netto gewicht : 39,91 kilogram
SIN Monster (van verpakking welke op 2 augustus 2021 onderzocht werd) :
AAON1712NL
23. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.100, d.d. 5 augustus 2021, opgenomen op pagina 436 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AAON1712NLmonster kleurloze kristallen bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 9 augustus2021, opgenomen op pagina 587 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 2] :
V: Wie maken er allemaal gebruik van jou telefoon met nummer [telefoonnummer] ? A: Ik zelf en [medeverdachte 3] omdat zijn telefoon kapot was.
V: Verder is er op zolder een mondmasker/gasmasker van het merk Drager aangetroffen. Van wie is die?
A: Het zal wel van hem zijn.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 29 juli 2021,opgenomen op pagina 804 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
V: Met wie ga je om?
A: Ik denk dat je doelt op de buurjongen, daar ga ik weleens mee om. Dit is [verdachte] .
V: Jij zei, ik ben met [verdachte] mee geweest en nu zit ik hier. Hoe zit dat?
A: [verdachte] is zijn schuur aan het opruimen geweest en ik weet dat daar jerrycans staan, daar zat wat in wat weg moest. Die jerrycans die kan je niet naar de stort brengen. Ik heb ook een nieuwe vrieskist meegenomen. Die was ook van [verdachte] .
V: Heb je voertuigen tot je beschikking?
A: Ja. De werkauto. Dat is een citroen Jumpy XL.
V: Wie maken hier gebruik van jouw auto? A: Ja, ik en [verdachte] dus.
26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 juli 2021,opgenomen op pagina 810 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
V: Wat denk jij van die jerrycans dan?
A: Dat daar iets in zit of er uit moet of er in moet.
V: Wat dan?
A: Ik denk dat dat te maken heeft met drugs. Dat weet ik wel zeker.
O: Verbalisanten laten de verdachte een foto zien van de situatie van de schuur. Deze wordt bij het verhoor gevoegd.
V: Wat is dat op de foto?
A: Dat is een melktank. Die komt ook bij [verdachte] uit de schuur. Die vriezer en die melktank heb ik samen met [verdachte] in mijn schuur gezet.
V: Hoelang staat het al bij jouw in schuur?
A: Ik denk een dag of vier.
V: Hoe heb je dat gedaan dan?
A: Met mijn auto. Dat ding kun je zo niet tillen. [verdachte] heeft de tank achter in mijn auto gezet ik heb hem wel even geholpen met er in duwen. Ik heb de bus van zijn huis naar mijn huis gereden en daarna de tank in mijn schuur gezet. Op de foto zie ik dat er een pijp op zit. Die zat er toen nog niet op.
V: En die vriezer?
A: Die had ik twee weken eerder al uit [verdachte] s schuur gehaald.
27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 september 2021, opgenomen op pagina 817 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
V: Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 1] of hij morgen mee gaat naar Nieuwegein naar de [straatnaam] , [naam 1] [telefoonnummer] . [verdachte] stuur daarbij een foto van de route mee. Wat moesten jullie daar doen?
A: Een ketel op halen. Hij vroeg of ik mee ging. Hij vroeg mij of ik mee ging. Ik moest rijden.
V: Hoe wist je dat het voor de productie was?
A: De heen weg in de auto met [verdachte] .
V: heb jij het vaker over synthetische drugs gehad met [verdachte] of [medeverdachte 3] ?
A: Met [verdachte] in de schuur. Ik weet dat [verdachte] zich daar mee bezig houdt.
V: Op 27 juli 2021, omstreeks 11.47 uur, vraagt [verdachte] of [medeverdachte 1] geld heeft.
[medeverdachte 1] zegt dat ze zo langs de lasser moeten.
A: Ja dat klopt, dat gaat over die ketel. Ik ben naar Roden geweest. [verdachte] moest spul op de ketel laten lassen. Ik wist daar wel iemand voor. Ik heb daar iemand voor gebeld.
V: Wist jij wat er op gelast moet worden?
A: Dat was er op getekend.
V: Wie had het erop getekend?
A: Ik denk [verdachte] . Ik weet alleen dat het erop moet worden gelast. Er moest volgens mij een buisje op. Ik ben toen naar die lasser gereden.
V: Bij wie ben jij geweest voor het lassen?
A: Bij [naam 8] .
V: Wij willen het met je hebben over 24 juni 2021. We laten jou een foto zien. Kan je aangeven wat je ziet?
A: Links ben ik, midden [verdachte] en recht [medeverdachte 3] .
V: Waar is dat?
A: Dat is bij mij op de oprit. Dat zie ik aan die witte stoelen.
V: Wat kan je vertellen over deze foto?
A: Dat heb ik in de papieren gelezen, in het dossier. Het is een koelhuis, een ijzeren buis wat later bleek een koelhuis.
A: Volgens mij kwamen [medeverdachte 3] en [verdachte] aan rijden in die audi toch? De kofferbak ging open, toen hebben we die buis eruit gepakt.
Bewijsoverwegingen
Feit 1:
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 29 juli 2021 treft de politie in de schuren aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden goederen en stoffen aan die gebruikt kunnen worden voor het produceren van synthetische drugs. Er was op dat moment geen sprake van een werkend drugslaboratorium, de goederen waren niet aangesloten en de ketel was nog niet gebruikt.
Dat een medeverdachte, waar verdachte blijkens de stukken in het dossier veelvuldig contact mee had, drugsafval heeft gedumpt, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat verdachte, al dan niet samen met één of meer anderen, in de ten laste gelegde periode synthetische drugs heeft geproduceerd. Niet is duidelijk geworden waar het afval vandaan komt en welke rol verdachte in een productieproces zou hebben gespeeld.
Het aanwezig hebben van amfetamine en mefedron acht de rechtbank evenmin bewezen, omdat deze stoffen bij de doorzoekingen niet zijn aangetroffen. Het enkele feit dat in een klemdekselvat, dat in de schuur van verdachte is aangetroffen, in een substantie lage concentraties amfetamine is aangetroffen, is onvoldoende voor een bewezenverklaring voor het aanwezig hebben gehad van amfetamine in de ten gelegde periode. .
Feit 2:
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte en de medeverdachten in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 veelvuldig contact met elkaar hadden, dat zij veelvuldig en in wisselende samenstelling aanwezig waren op elkaars woonadressen (er zijn meerdere reisbewegingen waargenomen van en naar Leeuwarden, Nieuw-Roden en Groningen) en dat zij drugsgerelateerde berichten naar elkaar stuurden. Medeverdachte [medeverdachte 2] stuurt op 6 april 2021 een bericht naar verdachte dat hij voor 8K spullen heeft besteld. Dit zou worden verstuurd vanuit Duitsland. In het gesprek schrijft medeverdachte [medeverdachte 2] : “van poeder tot olie”. Verdachte reageert hierop met de opmerking dat hij geld wil verdienen en zijn zakken leeg zijn. Op 24 juni 2021 ziet een observant dat verdachte en medeverdachten [medeverdachte 3] twee gasflessen uit de auto van medeverdachte [medeverdachte 3] naar de woning aan de [straatnaam] tillen. Enkele minuten later haalt verdachte, in het bijzijn van medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , een destilleerkolom uit de auto van medeverdachte [medeverdachte 3] . Op 12 juli 2021 stuurt verdachte naar medeverdachte [medeverdachte 1] of hij de volgende dag meegaat naar een werkbespreking in Leeuwarden. Op de inbeslaggenomen camerabeelden van de [straatnaam] is vervolgens te zien dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] op 13 juli 2021 bij medeverdachte [medeverdachte 3] op bezoek gaan. Medeverdachte [medeverdachte 3] stuurt op 23 juli 2021 een bericht naar verdachte met een link naar een advertentie van een melktank. Verachte neemt vervolgens contact op met de verkoper en haalt de melktank de volgende dag samen met medeverdachte [medeverdachte 1] op. Op 27 juli 2021 helpt medeverdachte [medeverdachte 3] verdachte met een aanhangwagen, waarna medeverdachte [medeverdachte 1] naar [bedrijf 2] rijdt om daar de melktank gereed te maken voor het produceren van synthetische drugs. Op 29 juli 2021 treft de politie in de schuren aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden goederen en stoffen aan die gebruik kunnen worden voor het produceren van synthetische drugs. De [straatnaam] te Nieuw-Roden betreft de woning van verdachte.
De rechtbank acht op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] voorbereidingshandelingen heeft verricht met betrekking tot het produceren van synthetische drugs.
Feit 3:
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe dat niet is gebleken dat verdachte op enige wijze betrokken was bij het dumpen van drugsafval. Dat verdachte met medeverdachte [medeverdachte 1] in de auto zat toen medeverdachte [medeverdachte 1] drugsafval dumpte in Foxwolde en dat verdachte tezamen en in vereniging voorbereidingshandelingen heeft gepleegd, maken naar het oordeel van de rechtbank niet dat verdachte zich eveneens tezamen en in verenging schuldig heeft gemaakt aan het dumpen van drugsafval. Het dossier bevat geen aanknopingspunten dat verdachte enige rol had bij het dumpen van de drugsafval. Evenmin volgt uit het dossier waarvan de gedumpte drugsafval afkomstig is. Dat het drugsafval bij verdachte vandaan komt, blijkt enkel uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte ontkent dit echter.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 te Leeuwarden en/of Nieuw-Roden en/of Roden, gemeente Noordenveld, en/of Groningen en/of Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf, en/of Smilde en/of Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van een of meer hoeveelhe(i)d(en)
(meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen:
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeftgetracht te verschaffen,
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist ofernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens):
  • ( een deel van) een of meer woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of
[straatnaam] in Nieuw-Roden en/of [straatnaam] in Leeuwarden (als opslagruimte voor chemicaliën en grondstoffen en (laboratorium)benodigdheden ter beschikking gesteld en/of
  • een of meer vervoermiddelen ter beschikking gesteld en gebruikt en voorhanden gehad van en naarvoornoemd woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of [straatnaam] in NieuwRoden en/of
  • informatie uitgewisseld over de bereidingswijze en/of het productieproces vansynthetische drugs en/of
  • onderdelen van een productieopstelling aangeschaft en voorhanden gehad, waaronder een of meerRVS-reactieketels en/of koelhuizen en/of gasbranders en/of afsluiters en/of
  • ( laboratorium)benodigdheden en gereedschappen aangeschaft en/of laten aanschaffen en/ofvervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder een of meer gasflessen en jerrycans en een vrieskisten en een roermixer en een klemdekselvat en/of
  • de goederen in de woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en [straatnaam] inNieuw-Roden getild en/of
  • chemicaliën en grondstoffen, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of(meth)amfetamine, aangeschaft en opgeslagen en voorhanden gehad, waaronder (ongeveer) 40 kilogram MAPA en (ongeveer) 150 kilogram MAPA en BMK en formamide en mierenzuur en fosforzuur en zoutzuur en
  • één van zijn mededaders op de hoogte gehouden over de levering/aankoop van chemicaliën en/ofgrondstoffen voor het vervaardigen van precursoren, en/of (laboratorium)benodigdheden en/of - handschoenen en een gasmasker voorhanden gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Feit 2:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zichzelf en een ander gelegenheid en middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een geldboete van € 10.000,-. Aan de proeftijd dienen de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd te worden gekoppeld. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de strafbare feiten, de nadrukkelijke rol van verdachte, dat verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit en dat verdachte goed heeft meegewerkt aan het reclasseringstoezicht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft goed meegewerkt aan het reclasseringstoezicht en heeft zijn manier van leven aangepast. De raadsman heeft gepleit voor het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf onder de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van
17 december 2021 en de aanvulling daarop van 29 september 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet. Daarmee heeft verdachte de mogelijkheid tot productie van synthetische drugs gefaciliteerd. Hierdoor heeft hij bijgedragen aan de instandhouding van het illegale drugscircuit. Het is algemeen bekend dat de productie en handel van drugs gepaard gaan met (zware) criminaliteit. De maatschappelijke impact van dit soort criminaliteit is groot en werkt op verschillende manieren door in de samenleving, van het ontstaan van illegale geldstromen tot het veroorzaken van ernstige geweldsincidenten in een criminele circuit. Daarnaast creëren de opslag van chemicaliën en de productie van synthetische drugs veiligheidsrisico’s voor de directe omgeving, zoals gevaar voor brand en ontploffing, alsook het vrijkomen van giftige stoffen en milieuschade. De rechtbank rekent dit feit verdachte zwaar aan.
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte, waaruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een drugsgerelateerd feit.
Gelet op de aard en ernst van de feiten, zoals hiervoor uiteengezet, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
De reclassering heeft op 17 december 2021, aangevuld op 29 september 2022, een reclasseringsadvies opgesteld. Hieruit volgt - kort samengevat - dat verdachte, tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis, inzage heeft gegeven in zijn bankrekening. Verdachte heeft daarnaast aflosregelingen getroffen met zijn schuldeisers. Ten slotte is verdachte aangemeld voor een Cova training en is hij voornemens om te gaan werken voor een bouwbedrijf.
Om het recidiverisico (verder) terug te dringen, zijn naar de mening van de reclassering bijzondere voorwaarden van meerwaarde. Verdachte heeft op die manier een stok achter de deur om zijn intenties en toekomstplannen, die hij al langere tijd heeft, daadwerkelijk waar te maken. Hij kan hierbij dan ondersteund worden door de reclassering. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden: meldplicht, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en meewerken aan het op orde hebben van zijn financiën.
De rechtbank neemt het advies van de reclassering over.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf in het voordeel van verdachte meegewogen dat verdachte goed heeft meegewerkt aan het reclasseringstoezicht en dat hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De rechtbank wil deze positieve ontwikkeling niet doorbreken door een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de duur dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 330 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren , passend en geboden. Bij het voorwaardelijke strafdeel zullen bijzondere voorwaarden worden gesteld zoals geadviseerd door de reclassering, en daarnaast de voorwaarden het hebben c.q behouden van dagbesteding en een contactverbod met medeverdachten.
De rechtbank legt een lagere straf op dan de officier van justitie heeft gevorderd, omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 en 3 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 390 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarde(n):
veroordeelde meldt zich op uiterlijk drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij ReclasseringNederland. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie CoVa/ CoVa+ of een soortgelijkegedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
Veroordeelde zorgt voor structureel inkomen in de vorm van een uitkering of loon en werkt mee aanhet aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen; Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
Veroordeelde moet zich inspannen om dagbesteding te vinden en te behouden in de trant van eenopleiding en/of werk;
veroordeelde zal op geen enkele wijze -direct of indirect- ook niet via social media,contact opnemen, zoeken of hebben met:
  • [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum] 1983;
  • [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1982;- [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] 1990.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. B.F. Hammerle en mr. H. Supèr, rechters, bijgestaan door mr. J.D. Zwaagstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 oktober 2022.
Mr. B.F. Hammerle en mr. H. Supèr zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.