ECLI:NL:RBNNE:2022:4240

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
9890881 VO 22-1168
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewindvoering over goederen en gelden van ouders wegens geestelijke toestand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 11 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot instelling van bewind over de goederen en gelden van de ouders, [de vader] en [de moeder]. Het verzoek is ingediend door hun dochter, [dochter A], die zich zorgen maakt over de financiële situatie van haar ouders en de rol van haar broers, [zoon D] en [zoon E], die als gevolmachtigden zijn benoemd in de levenstestamenten van de ouders. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de volmachten uit het levenstestament de belangen van de ouders onvoldoende beschermen, vooral gezien de onenigheid tussen de kinderen en de zorgen van de ouders over de gang van zaken. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de vader niet langer achter de volmachten staat en dat er sprake is van heftige ruzies tussen de kinderen. De kantonrechter heeft daarom besloten om een onafhankelijke bewindvoerder, [de heer X], aan te stellen om de belangen van de ouders te behartigen. De kantonrechter heeft de beloning van de bewindvoerder vastgesteld en het bewind zal ingaan op de dag volgend op de verzending van de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummers : 9890881 VO VERZ 22-1168 en 9890889 VO-22-1169
Datum uitspraak: 11 november 2022
Beschikking
Op verzoek van:
[dochter A] ,
[adres] ,
hierna ook te noemen [dochter A] .
Het verzoek strekt tot instelling van een bewind over de goederen en gelden die (zullen) toebehoren aan:
[de vader]
geboren te [datum en plaats]
de vader,
en
[de moeder]
geboren te [datum en plaats] ,
beiden wonende te [adres]
de moeder,
hierna samen ook te noemen de ouders of betrokkenen.

1.Procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift (met bijlagen) van de vader, ter griffie ingekomen op 20 mei 2022.
1.2.
De kantonrechter heeft bij brief van 8 juni 2022 verzocht om nadere informatie te geven. Op 5 juli 2022 is in reactie hierop, een gewijzigd verzoekschrift ontvangen van [dochter A] , waarin zij aangeeft dat zij als verzoekster wenst te worden aangemerkt.
1.3.
Op 31 augustus 202 is een verweerschrift ontvangen van mr. W.S. Santema, namens [zoon D] en [zoon E] , zoons van betrokkene (hierna te noemen [zoon D] en [zoon E] ).
1.4.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 september 2022. Daarbij zijn de verschenen en gehoord:
- [dochter A] ,
- [zoon D] en [zoon E] , bijgestaan door mr. Santema,
- [dochter B] , dochter van betrokkene, hierna ook te noemen [dochter B] ;
- [dochter C] (via een online verbinding ter zitting aanwezig), dochter van betrokkene, hierna ook te noemen [dochter C] .
1.5.
De kantonrechter heeft samen met de griffier, betrokkenen op 15 september 2022 thuis bezocht en met ze gesproken over de verzoekschriften. Van dit bezoek heeft de griffier een proces-verbaal opgemaakt.
1.6.
Het proces-verbaal is naar de kinderen gestuurd. Zij zijn in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Op 5 oktober 2022 zijn de schriftelijke reacties van [dochter A] , [dochter B] en [dochter C] ontvangen. Op 19 oktober 2022 is de reactie van mr. Santema ontvangen.
1.7.
De reacties op het proces-verbaal zijn over en weer toegezonden aan de kinderen en zij zijn in de gelegenheid gesteld nog een laatste reactie te geven. De kantonrechter heeft vervolgens nog de volgende stukken ontvangen:
- de brief met bijlage van [dochter C] , ontvangen op 3 november 2022;
- de e-mails van [dochter A] met bijlagen, ontvangen op 3 november;
- de brief van mr. Santema van 3 november 2022.
1.8.
Vervolgens is beschikking bepaald.

2.De van belang zijnde feiten

2.1.
De ouders hebben op 17 april 2017 levenstestamenten op laten maken. Hierin hebben zij een algemene volmacht afgegeven om vermogensrechtelijke en andere zakelijke belangen te behartigen. De vader heeft als gevolmachtigden [zoon D] en [zoon E] benoemd. De moeder heeft [zoon E] en [dochter A] als gevolmachtigden benoemd.

3.De standpunten

Het standpunt van [dochter A.]
3.1.
[dochter A] heeft ter onderbouwing van haar verzoeken, kort samengevat, het volgende aangevoerd
.Volgens [dochter A] is het de wens van vader zelf om een bewind in te stellen over de gelden en goederen van hem en de moeder en [de heer X] tot bewindvoerder te benoemen. De aanleiding hiervoor zou de verkoop van de loods zijn geweest, die door [zoon D] en [zoon E] achter de rug om van de ouders in gang is gezet. Daarnaast heeft ook de voorgenomen verkoop van de woning van betrokkenen tot veel onenigheid geleid. [zoon D] is volgens [dochter A] enkel uit op eigen gewin en heeft niet het welzijn van de ouders voor ogen. Hij gaat respectloos met de ouders en diens vermogen om. [dochter A] wordt als gemachtigde van de moeder niet serieus genomen en zij wordt onheus bejegend. Ook wordt ze oneerlijk behandeld door allerlei financiële sancties die [zoon D] haar oplegt. [dochter A] ziet dat haar ouders onder de situatie lijden en zou graag zo snel mogelijk zien dat er een bewind wordt uitgesproken en [de heer X] tot bewindvoerder wordt benoemd. Dit is ook wat vader zelf duidelijk bij de notaris heeft aangegeven en het bevreemdt haar dat de rest van de kinderen dit in twijfel trekt. [dochter A] is van mening dat er nog goed een gesprek met haar vader is te voeren en dat dit uit het verslag van het bezoek van de kantonrechter aan de ouders ook blijkt. Vader raakte aan het einde van het gesprek vermoeid, dan wel dissocieerde, zo maakt [dochter A] op uit hetgeen hij toen verklaarde.
Het standpunt [zoon D] en [zoon E]
3.2.
Door en namens [zoon D] en [zoon E] is verweer gevoerd tegen het verzoek. Hun ouders hebben op 17 april 2019 een levenstestament opgemaakt en [zoon D] en [zoon E] stellen dat er geen redenen zijn om in weerwil van deze wens van hun ouders alsnog een bewind in te stellen. De ouders zijn niet meer in staat om hun eigen financiële belangen te overzien en behartigen en op basis van de verstrekte volmachten wordt het financiële beheer al een aantal jaren door (een aantal van) de kinderen gevoerd. Er is al tevens al langere tijd sprake van “estate planning”, zodat conform de wens van de ouders het door hen opgebouwde vermogen zo veel mogelijk ten goede komt aan de kinderen. De verkoop van de woning vloeit ook voort uit de levenstestamenten en aangezien deze onder het bestuur van de vader valt, zijn [zoon D] en [zoon E] bevoegd daarin beslissingen te nemen. Door de woning te verkopen, is kort gezegd een lange juridische strijd voorkomen, aldus hen. [dochter A] is volgens hen al langere tijd op oorlogspad is en betrekt de ouders in haar vete. De oorzaak van alle onenigheid ligt echter volgens [zoon D] en [zoon E] bij [dochter A] zelf.
Het standpunt van [Dochter B]
3.3.
[dochter B] stelt zich op het standpunt dat zij zich niet voor kan stellen dat haar vader zelf zou hebben verzocht om een bewindvoering. Hij heeft daar tegen haar nooit met een woord over gerept. Zij vindt dat haar broers de financiële zaken goed regelen en verantwoorden wat zij doen.
Het standpunt van [dochter C.]
3.4.
[dochter C] heeft zich in eerste instantie neutraal opgesteld. Zo heeft zij aangegeven dat [zoon D] de zaken goed regelt, maar dat voor haar het welzijn van haar ouders voorop staat en dat die niets te kort mogen komen. In haar laatste reactie heeft [dochter C] aangegeven dat [zoon D] zich gedraagt alsof hij de baas is en de kinderen niet gelijk behandelt als het gaat om het uitkeren van geld van de rekening van de ouders. Zij voelt zich hier niet langer prettig bij. Bovendien is dit niet conform de wens van haar ouders. De hele situatie levert alle betrokkenen heel veel stress op. In het belang van haar ouders heeft zij daarom gevraagd een onafhankelijke bewindvoerder aan te stellen. Zij hoopt dat dit rust oplevert onder de kinderen, maar bovenal rust zal geven voor haar ouders.
Het standpunt van betrokkenen
3.5.
De kantonrechter heeft tijdens het bezoek aan betrokkenen eerst met de vader gesproken en daarna met de moeder. De vader heeft onder meer aangeven dat hij vindt dat zijn zoons de zaken niet goed regelen en zou graag zien dat [de heer X] zijn bewindvoerder wordt. Hoewel de vader in het eerste gedeelte van het gesprek redelijk helder en adequaat reageerde en antwoord gaf op de door de kantonrechter gestelde vragen, vertelde hij na een tijdje een onsamenhangend verhaal over de maffia. De moeder heeft tijdens het gesprek aangegeven dat zij zich niet bemoeit met de zaken en dat het haar ook niet uitmaakt wie haar financiële belangen behartigt. Zolang het maar eerlijk en oprecht gebeurt, aldus moeder.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Indien betrokkenen als gevolg van hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat zijn ten volle hun vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, kan de kantonrechter op grond van artikel 1:431 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), hun gelden en goederen onder bewind stellen. Daarbij volgt de kantonrechter op grond van art. 1:435 lid 3 BW bij de benoeming van een bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van betrokkenen. Indien er een levenstestament is, wordt er in beginsel vanuit gegaan dat de door de volmachtgever in het levenstestament genoemde gevolmachtigden de uitdrukkelijke voorkeur van betrokkenen genieten en dienen zij tot bewindvoerders te worden benoemd. Indien er gegronde redenen zijn die zich tegen de benoeming van de gevolmachtigde in het levenstestament verzetten, gaat de kantonrechter voorbij aan het levenstestament en benoemt de kantonrechter in dat geval zelf een bewindvoerder. Onder gegronde redenen vallen bijvoorbeeld: (voortdurende) onenigheid of strijd tussen de kinderen c.q. familieleden van de volmachtgever, de wensen van de volmachtgever zelf en onvoldoende bescherming van de volmachtgever door het levenstestament.
4.2.
De kantonrechter acht het allereerst voldoende aannemelijk dat betrokkenen niet langer in staat zijn hun financiële belangen behoorlijk waar te nemen. Dit is ook geen geschilpunt tussen partijen. Alle kinderen zijn het erover eens dat hun ouders hun eigen financiële zaken niet meer kunnen regelen en dat zij dat feitelijk ook al een aantal jaren niet meer doen. De vraag die aan de kantonrechter voorligt is of de belangen van betrokkenen met de voorliggende voorziening van de volmachten die zijn afgegeven in de levenstestamenten van 17 april 2019 voldoende worden behartigt of dat er een bewind over hun gelden en goederen zou moeten worden benoemd en wie in dat geval de bewindvoerder zou moeten worden. De kantonrechter beantwoordt de vraag of de volmachten de belangen van de ouders voldoende beschermen, ontkennend en is bovendien van oordeel dat bij de keuze voor de bewindvoerder voorbij moet worden gegaan aan de door de ouders in hun levenstestament benoemde gevolmachtigden. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt.
4.3.
De kantonrechter heeft tijdens het bezoek betrokkenen (afzonderlijk van elkaar) uitgebreid gesproken. De moeder heeft daarbij aangegeven dat zij geen voorkeur heeft voor hoe haar financiële zaken moeten worden geregeld, maar dat zij het belangrijk vindt dat dit open en eerlijk gebeurt. De vader heeft aangegeven dat hij niet langer achter zijn beslissing staat om [zoon D] en [zoon E] zijn belangen te laten behartigen. Hij vindt dat zij teveel hun eigen gang gaan en de zaken niet goed regelen. Hoewel de vader aan het einde van het gesprek met de kantonrechter blijk gaf van waanideeën, was hij gedurende het hele gesprek zeer consistent in zijn wens om [de heer X] aan te stellen als bewindvoerder. Afgevraagd kan worden of deze wens van betrokkene is ingegeven door de waanideeën die de vader heeft. Als dat echter al zo zou zijn, dit doet naar het oordeel van de kantonrechter niet af aan het feit dat de vader dit blijkbaar nu zo sterk voelt en herhaaldelijk heeft benoemd in het gesprek met de kantonrechter. Los daarvan, is het bovendien maar zeer de vraag of hetgeen betrokkenen destijds hebben beoogd met hun levenstestamenten, op dit moment wel tot uitvoer komt. Betrokkenen hebben getracht om meerdere kinderen te betrekken bij besluitvorming, om zo onenigheid binnen de familie te voorkomen. De afgelopen jaren heeft het beheer van het vermogen van de ouders echter juist geleid tot heftige ruzie tussen (een aantal van) de kinderen, waarbij de verwijten over en weer er naar het oordeel van de kantonrechter niet om liegen. De toon van de mails die zij naar elkaar sturen is daarbij illustrerend. Van een samenwerking tussen de gevolmachtigde kinderen, zoals de ouders in het levenstestament hebben beoogd, is op dit moment dan ook geenszins sprake en [dochter A] is als gevolmachtigde van de moeder feitelijk ook buitenspel gezet.
4.4.
De ouders lijken ook last het hebben van de situatie. Zo gaf de vader tijdens het gesprek met de kantonrechter aan “van het geharrewar af te willen” en had de moeder het over “het gefit”. Ook is het maar zeer de vraag of de manier waarop er nu met het vermogen van de ouders wordt omgegaan, in de lijn is van hun gedachtegoed. De kantonrechter constateert dat de kinderen financieel gezien niet op dezelfde wijze worden behandeld, daar sommige kinderen hoge bedragen ontvangen uit het vermogen van de ouders en andere kinderen lagere bedragen of helemaal niets. Zowel [dochter A] alsook [dochter C] hebben hierover aangegeven dat dit niet de wens van hun ouders is.
4.5.
Voorgaande leidt ertoe dat de kantonrechter de gelden en goederen van betrokkenen onder bewind zal stellen en [de heer X] tot bewindvoerder zal benoemen. [de heer X] is een onafhankelijke professionele bewindvoerder die objectief naar de situatie kijkt en de belangen van betrokkenen vooropstelt. Daar zijn betrokkenen wat de kantonrechter betreft nu het meeste bij gebaat.
4.6.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 703,00 (exclusief btw). De jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, zal worden vastgesteld overeenkomstig artikel 7 lid 2 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
stelt een bewind in over de goederen en gelden die (zullen) toebehoren aan
[de vader] en [de moeder]beiden voornoemd, wegens hun lichamelijke of geestelijke toestand;
5.2.
benoemt tot bewindvoerder:
[de heer X] , vennoot van [VOF X]
[adres]
;
5.3.
stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 703,00 (exclusief btw);
5.4.
stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 7 lid 2 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
5.5.
verstaat dat het bewind ingaat op de dag volgend op de hieronder vermelde datum van verzending van deze beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Groenewegen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2022.
Conc.nr.: 739
Beschikking verzonden op:
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.