ECLI:NL:RBNNE:2022:4194

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 november 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
18.115309.21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal door middel van babbeltruc en valse sleutels, gepleegd door meerdere verdachten

Op 8 november 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen in vereniging. De zaak betreft een reeks van diefstallen waarbij de verdachte en zijn mededaders gebruik maakten van een babbeltruc om oudere slachtoffers te misleiden en hun bankpassen en pincodes te ontfutselen. De verdachte werd beschuldigd van het stelen van bankpassen en geldbedragen van verschillende slachtoffers in Groningen en Paterswolde op data in april 2021. De rechtbank oordeelde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen waren, mede op basis van schakelbewijs en de modus operandi die door de verdachte werd gevolgd. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan diefstal door twee of meer verenigde personen en poging tot diefstal, en legde een gevangenisstraf op van 188 dagen, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die voortvloeide uit de gepleegde feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18.115309.21

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

8.november 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 oktober 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G. Bakker, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 april 2021, in de gemeente Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] , een bankpas, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en/of b.
een of meer geldbedrag(en), te weten:
  • een geldbedrag van € 100, en/of
  • een geldbedrag van € 400, en/of
  • een geldbedrag van € 500, en/of- een geldbedrag van € 400, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door bij een of meer geld/betaalautoma(a)t(en) op verschillende locaties een of meer (pin)transacties uit te voeren met gebruikmaking van de/een weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 1] en de aan die pas gekoppelde pincode;
2
hij op of omstreeks 27 april 2021, in de gemeente Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een woning aan het [straatnaam] , een bankpas, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 27 april 2021 te Paterswolde, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om 1200 euro, althans een hoeveelheid geld, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, een of meer (pin)transacties heeft uitgevoerd bij een geldautomaat te Paterswolde, met gebruikmaking van een weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 2] en de aan die bankpas gekoppelde pincode, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij op of omstreeks 20 april 2021, in de gemeente Groningen en/of gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] te Groningen, een bankpas, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en/of b.
€500, althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3] , althans aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door een of meer (pin)transacties uit te voeren bij een geldautomaat te Paterswolde, met gebruikmaking van de/een weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 3] en de aan die pas gekoppelde pincode;
5
hij op of omstreeks 28 april 2021, in de gemeente Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] , een bankpas, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en/of b een of meer geldbedrag(en), te weten:
  • een geldbedrag van € 500, en/of- een geldbedrag van € 500, en/of
  • een geldbedrag van € 500, en/of- een geldbedrag van € 100,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door op verschillende locaties een of meer (pin)transacties uit te voeren met gebruikmaking van de weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 4] en de aan die pas gekoppelde pincode;
6
hij op of omstreeks 20 april 2021, in de gemeente Groningen en/of gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] , een bankpas, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 5] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en/of b.
een geldbedrag, te weten € 1000, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 5] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door bij een geldautomaat te Paterswolde een of meer (pin)transacties uit te voeren met gebruikmaking van de weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 5] en de aan die pas gekoppelde pincode.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de feiten 1 tot en met 6 wettig en overtuigend te bewijzen zijn.. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. De officier van justitie stelt dat de ten laste gelegde diefstallen passen in een steeds terugkerende modus operandi. De feiten moeten daarom in samenhang worden bezien. Uit de aangiftes is gebleken dat er in korte tijd steeds op dezelfde wijze bankpassen en pincodes met een babbeltruc afhandig zijn gemaakt. Verdachte had op 27 april 2021 een Mini Countryman gehuurd en op 28 april 2021 een Citroën C1. Uit de track and trace gegevens van deze auto’s is gebleken dat hij op deze data telkens met de auto op de in de aangiftes genoemde tijdstippen geparkeerd stond vlakbij de betreffende woningen. Vervolgens werd er veelal geld gepind bij de ING aan het Overwinningsplein, de BP benzinepomp aan de Paterswoldseweg of die aan de Pleiadenlaan of bij de geldautomaat aan de Hoofdweg 190 te Paterswolde. De door verdachte gehuurde auto’s zijn blijkens de track and trace gegevens daarvan op de tijdstippen van de geldopnames telkens aanwezig geweest in de buurt van de geldautomaten en ten tijde van het
pinnen aldaar. Bij een aantal feiten, gepleegd op 20 april 2021, blijkt uit de historische telefoongegevens van de mobiele telefoon die in gebruik was bij verdachte dat hij in de buurt was van de betreffende woning en/of bij de geldopnames. Daarnaast past verdachte in het door aangeefster [benadeelde partij 1] en aangeefster [benadeelde partij 3] genoemde signalement, waarbij zij het rode haar, de sproeten dan wel de rode stoppels hebben beschreven. De andere aangeefsters hebben meer algemene beschrijvingen gegeven van het signalement, maar ook daar – hoewel minder stevig als bewijs – past verdachte in.
De officier van justitie acht de verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Volgens hem moet er sprake zijn geweest van technische storingen bij zowel de zendmasten aangaande de historische telefoongegevens als bij de track and trace gegevens van de door hem gehuurde auto’s. Verdachte heeft een weinig concrete en onaannemelijke verklaring afgelegd. Alles overwegende acht de officier van justitie de feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feiten 1 tot en met 6. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte heeft enige betrokkenheid bij de aan hem ten laste gelegde feiten stellig ontkend. Hij is niet te plaatsen in de woningen van aangeefsters dan wel op de plekken waar naderhand door de vermeende daders geld is gepind met de weggenomen bankpassen. De opgegeven signalementen passen bij meerdere personen dan enkel de verdachte. Er zijn meer jongens met rood haar en overigens wordt er door een aangeefster ook gesproken over een jongen met blond haar, wat verdachte niet heeft, of over enkel blanke jongens, hetgeen algemene omschrijving is. Op de camerabeelden van de geldopnames is telkens dezelfde donkere jongeman te zien en ook dat is duidelijk niet verdachte. De Osloconfrontatie met de aangeefsters die door de rechtbank op 5 augustus 2021 was bevolen, is niet uitgevoerd. De weigering om te voldoen aan het verzoek van de rechtbank heeft de belangen van verdachte aangetast, zodat dit moet leiden tot bewijsuitsluiting of strafvermindering.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 27 en 28 april 2021 achtereenvolgens tweemaal een auto had gehuurd, een Mini Countryman en een Citroën C1, en dat hij die dagen veelal op het basketbalveld te vinden was nabij het Stadspark. Op 27 april 2021 heeft hij een donkere jongeman een lift gegeven naar de BP benzinepomp, maar verder weet hij niets van de handelingen van deze jongen. Hij kent hem enkel van gezicht van het basketballen en deze eenmalige lift. Uit track and trace gegevens van de gehuurde auto’s blijkt echter dat deze in de buurt van plekken zijn geweest waar de ten laste gelegde feiten hebben plaats gevonden. Het is duidelijk dat derden de beschikking hebben gehad over de door verdachte gehuurde auto’s en dat verdachte daarvan geen weet heeft gehad. Mogelijk waren de sleutels ontvreemd tijdens het basketballen, mogelijk was sprake van relay hacking nu de auto’s over een keyless entry systeem beschikten. Ten aanzien van de historische telefoongegevens heeft de raadsman opgemerkt dat verdachte niet in de buurt hoeft te zijn geweest van de aangestraalde zendmast. In stedelijke gebieden is het zendbereik minder dan op het platteland en ook is de hoogte van de frequentie en het batterijniveau van de telefoon van invloed. De tijdstippen in de overzichten komen veelal niet overeen met tijdstippen genoemd in de aangiftes. Bovendien is verdachte werkzaam als pizzabezorger en rijdt hij derhalve overal door de stad. Het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt om te kunnen komen tot een bewezenverklaring, ook niet met behulp van schakelbewijs.
Oordeel van de rechtbank
Osloconfrontatie
De raadsman heeft verzocht om bewijsuitsluiting omdat de politie niet heeft voldaan aan het bevel van de rechtbank om een Osloconfrontatie te organiseren. Op de pro forma zitting van 5 augustus 2021 heeft de rechtbank de opdracht verstrekt om deze confrontatie te organiseren. Op 16 augustus
2021 heeft de politie een Osloconfrontatie aangevraagd. In reactie op dit verzoek heeft de confrontatieleider, belast met het organiseren van Osloconfrontaties, medegedeeld dat de officiële retentietijd voor het uitvoeren van een bewijsconfrontatie 3 weken betreft. Deze periode was ruimschoots verstreken en gelet op de hoge leeftijd van aangevers was er geen of nauwelijks kans op herkenning of uitsluiting en werd het niet verantwoord geacht om een bewijsconfrontatie te organiseren. Er heeft vervolgens geen Osloconfrontatie plaatsgevonden en de rechtbank heeft nadien geen aanleiding gezien om te bevelen dat de Osloconfrontatie alsnog moest plaatsvinden. Gelet op de voormelde gang van zaken is de rechtbank van oordeel dat van een vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv waar de verdediging kennelijk op doelt, geen sprake en ziet de rechtbank daarom geen aanleiding tot bewijsuitsluiting of strafvermindering.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4, 5, en 6 de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van feit 1
1. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 25 oktober 2022, inhoudende:
Het klopt dat ik op 27 april 2021 een Mini Countryman 1.5 One Chili met kenteken [kenteken] heb gehuurd. Ik heb de donkere man afgezet bij de BP benzinepomp aan de Paterswoldseweg. Ik herinner me dat hij een donkere huidskleur had en een zwarte muts.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 april 2021,opgenomen op pagina 80 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022024490 d.d. 3 februari 2022, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 1] :
Op dinsdag 27 april 2021 was ik in mijn woning aan de [straatnaam] te Groningen. Omstreeks 18:00 uur werd er aangebeld door voor mij twee onbekende jongens. Deze jongens vertelden mij dat ze studenten waren en dat zij voor eenzame ouderen een actie hadden. Deze konden voor 1 euro een VVV-cadeaukaart kopen. Ik kan u de jongens als volgt omschrijven: Signalement 1
  • Getinte huidskleur, afkomst onbekend
  • Zwart haar
  • Donkere ogen
  • Circa 20 a 23 jaar
Signalement 2
  • Blanke huidskleur
  • Rood/rossig haar
  • Sproeten
  • Slank/normaal postuur
  • Circa 20 a 23 jaar
Ik moest vervolgens mijn pinpas op een tablet dan wel een mobiele telefoon leggen. Vervolgens moest ik mijn pincode intoetsen. Op het moment dat de jongens uit mijn woning waren en ik naar buiten keek zag ik dat de jongens in een blauwe dan wel grijze personenauto stapten. Later kwam ik er achter dat mijn pinpas was gestolen. Ik kwam er achter dat op de volgende plek en tijdstippen is gepind.
18:23 uur 100 euro bij het Overwinningsplein
18:24 uur 400 euro bij het Overwinningsplein
18:28 uur 500 euro bij de BP bezinepomp aan de Paterswoldseweg 18:35 uur 400 euro bij de BP bezinepomp in Paddepoel.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2021,opgenomen op pagina 165 e.v. van voornoemd dossier + bijlage, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door de officier van justitie zijn de track and trace gegevens van de Mini Countryman voorzien van het kenteken [kenteken] gevorderd gedurende de periode dinsdag 27 april 2021 10.00 uur tot en met woensdag 28 april 2021 11.30 uur. [bedrijf] heeft de gegevens verstrekt door middel van toegang in het track and trace systeem dat zij gebruiken.
De Mini Countryman staat tussen 17.43 uur en 18.20 uur aan de [straatnaam] in
Groningen;
De Mini Countryman staat vanaf 18.22 uur in de omgeving Canadalaan / Deportatiestraat.
Dit ligt in de directe nabijheid van het Overwinningsplein;
De Mini Countryman staat vanaf 18.27 uur bij de BP aan de Paterswoldseweg; De Mini Countryman staat vanaf 18.35 uur bij de BP aan de Pleiadenlaan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2021,opgenomen op pagina 182 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 mei 2021 zijn door de officier van justitie de historische verkeersgegevens gevorderd van het telefoonnummer [telefoonnummer] . [verdachte] heeft verklaard dat hij de gebruiker van dit telefoonnummer is.
Omstreeks 17.36 uur straalt de gsm de zendmast Vondellaan 77 in Groningen aan. De Vondellaan ligt in de omgeving van de [straatnaam] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 mei 2021,opgenomen op pagina 110 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 21 mei 2021 ontving ik de gevorderde camerabeelden van de ING. Dit betroffen camerabeelden van een tweetal pintransacties van rekeningnummer [rekeningnummer] , bij een ING geldautomaat aan het overwinningsplein 7 met automaatnummer 006505. Het betrof de volgende pintransacties:
  • 27/04/2021 18:24 Oil X56056
  • 27/04/2021 18:23 011 X4V8G1
Op de camerabeelden was het volgende te zien:
Omstreeks 18.24 uur komt een persoon aangelopen naar de pin automaat, deze persoon kan ik als volgt kan omschrijven:
  • Jongen
  • Donkere huidskleur
  • Donkere muts op
  • Donkere jas en broek
  • Witte sportschoenen
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 april 2021, opgenomen op pagina 84 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van de gekwalificeerde diefstal, gepleegd op dinsdag 27 april 2021 te
(9721 HP) Groningen aan [straatnaam] , bekeek ik. [verbalisant 1] , aspirant, en werkzaam voor het Basisteam Groningen-Zuid van de Eenheid Noord-Nederland, op woensdag 28 april 2021 de beveiligingsbeelden van het tankstation BP te Groningen aan de Paterwoldseweg.
Ik zag dat een personenauto, merk MINI, het terrein van het tankstation opreed. Ik zag dat de personenauto voorbij de beveiligingscamera reed, waarna deze uit beeld verdween. Om 18:27:52 uur zag ik de persoon in beeld. Ik zag dat de persoon in de richting van de shop liep. Ik zag dat een persoon in de richting van de verkoopbalie liep. Ik kan als volgt omschrijven.
  • man;
  • normaal tot breed postuur;
  • donkere huidskleur;
  • zwarte muts;
  • wit mondkapje;
  • zwarte jas met capuchon;- zwarte joggingbroek; - witte sneakers.
Ik zag dat hij uit zijn rechter broekzak een betaalpas pakte. Ik zag dat de hij de betaalpas in een pin terminal stak. Ik zag dat de hij een pincode invoerde, waarna hij de betaalpas uit de pin terminal haalde en deze weer in zijn rechter broekzak deed.
Ik zag dat een personenauto, merk MINI, model countryman, kleur (mat) grijs, voorzien van het kenteken [kenteken] , rechtsonder in beeld stil stond.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 april 2021, opgenomen op pagina 93 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op donderdag 29 april 2021 heb ik, verbalisant Waardenburg, de camerabeelden bekeken welke ter beschikking zijn gesteld door tankstation BP, gevestigd aan de Pleiadenlaan 4 te Groningen. Het betreft de camerabeelden van 27 april 2021 tussen omstreeks 18.30
uur en 18.40 uur.
Camera voorterrein, 18.34.00 uur, man stapt uit de Mini en loopt naar de shop van de BP en de Mini rijdt richting de achterzijde van de BP.
  • Camera entree, 18.34.22 uur, man loopt bij de BP naar binnen
  • Camera kassa 1, 18.35.32 uur, man pakt met zijn rechterhand een oranjekleurige pinpas- Camera kassa 1, 18.35.40 uur, man is bezig met de pintransactie, de kassamedewerkster helpt ondertussen de volgende klanten terwijl er 4 bonnen worden uitgeprint voor de man. - Camera kassa 2, 18.37.59 uur, kassamedewerkster overhandigt de bonnen aan de man. - Camera voorterrein, 18.38.14 uur, man verlaat de winkel en de Mini rijdt richting de Pleiadenlaan.
  • Camera voorterrein, 18.38.27 uur. Mini staat stil op de Pleiadenlaan ter hoogte van de BP en de manstapt links achterin de Mini.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
  • donkere huidskleur
  • zwarte muts
  • blauw medisch mondmasker
  • zwarte jas/vest met capuchon, merk Nike, heupmodel
  • zwarte joggingsbroek
  • witte sneakers

Ten aanzien van feiten 2 en 3

8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 april 2021,opgenomen op pagina 64 e.v. van het voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 2] :
Op dinsdag 27 april 2021 was ik, [benadeelde partij 2] , omstreeks 14.30 uur in mijn woning aan de [straatnaam] te Groningen toen er aangebeld werd.
Het betroffen twee mannen van ongeveer 25 jaar oud. Ze hadden beide een lichte huidskleur en hadden blond haar. Beide mannen hadden kort haar en hadden een baardje. Beide mannen droegen een spijkerbroek en een blauw grijs jasje. Daarop vertelden ze mij dat het Ouderenfonds was voor ouderen maar ook voor jongeren en dat met het geven van geld er een prijs gewonnen kon worden. Daarop haalden ze uit een envelop een VW cadeaukaart. Ze vertelden dat die voor mij was. Ze vroegen mij om het vakje op het pasje weg te krabben en deze nummers op een formulier te zetten. Daarbij moest ik mijn pinpas pakken voor het rekeningnummer. Op hetzelfde formulier moest ik ook mijn pincode zetten. Dit moest echter in een vakje waarin de pincode niet zichtbaar was. Na het invullen van het formulier vroeg ik mijn pinpas terug. De mannen zeiden echter dat ze die niet hadden. We hebben de pas niet gevonden. Nadat de mannen vertrokken waren heb ik met de Rabobank gebeld. De bankmedewerker vertelde mij dat er al geprobeerd was te pinnen mijn pas. Er was geprobeerd om 1500 euro te pinnen.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 april 2021,opgenomen op pagina 68 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van de gekwalificeerde diefstal, gepleegd op dinsdag 27 april 2021 te
Groningen aan het [straatnaam] te Groningen, bekeek ik. [verbalisant 2] ,
Hoofdagent, de beveiligingsbeelden van de geldautomaat van Geldmaat aan de Hoofdweg 190 te Paterswolde.
Ik zag dat een persoon, nader te noemen 'de verdachte', in de richting van de pin automaat liep en voor de pin automaat bleef staan. Ik kan de verdachte als volgt omschrijven.
  • man;
  • normaal tot breed postuur;
  • donkere huidskleur;
  • donkere muts;
  • blauw mondkapje;
  • donkere jas met capuchon;- donkere joggingbroek; - witte sneakers.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , herken de persoon als de persoon die ook met een weggenomen pinpas heeft gepind op 27 april bij de BP aan de Paterswoldseweg te Groningen en bij de BP aan de Pleiadenlaan te Groningen onder BVH nummer 2021108099.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2021+ bijlage, opgenomen op pagina 165 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant
Door de officier van justitie zijn de track and trace gegevens van de Mini Countryman voorzien van het kenteken [kenteken] gevorderd gedurende de periode dinsdag 27 april 2021 10.00 uur tot en met woensdag 28 april 2021 11.30 uur.
De Mini Countryman staat tussen 14.24 uur en 14 59 uur aan het S. Allendeplein in Groningen. Dit is in de directe nabijheid van het [straatnaam] ;
De Mini Countryman staat vanaf 15.14 uur in Paterswolde in de directe omgeving van de Hoofdweg 190.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2021,opgenomen op pagina 182 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 mei 2021 zijn door de officier van justitie de historische verkeersgegevens gevorderd van het telefoonnummer [telefoonnummer] . [verdachte] heeft verklaard dat hij de gebruiker van dit telefoonnummer is.
Omstreeks 14.12 uur straalt de gsm de zendmast Laan Corpus den Hoorn 300 in Groningen aan. Omstreeks 14.54 uur wordt deze zendmast ook aangestraald. De Laan Corpus den Hoorn 300 ligt in de omgeving van het [straatnaam] .
Ten aanzien van feit 4
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 mei 2021, opgenomenop pagina 122 e.v. van het voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 3] :
Op dinsdag 20 april 2021, omstreeks 19:15 uur werd er bij mij aangebeld. Ik deed de deur open en zag dat er twee jongens voor de deur stonden. Zij vertelden mij dat zij geld inzamelden voor stichting eenzame ouderen. Ik zou een envelop krijgen met een cadeautje. Ik heb mijn bankpas toen gepakt om een euro over te maken. Ik bewaar mijn bankpas altijd bij mijn telefoon, in het telefoonhoesje. Ik moest mijn bankpas op een telefoon leggen, daar leek het op. Ook moest ik mijn pincode in toetsen. Toen zij weg waren merkte ik gelijk dat ik mijn bankpas niet meer had. De bank heeft toen gelijk alles geblokkeerd. Er was al 500 euro van mijn rekening afgehaald. De persoon die het woord deed, die had een petje op. Rood haar, rode stoppels. 18/19 jaar oud. Beetje smal postuur, sprak Nederlands. Had een mondkapje op. Persoon 2: gedrongen postuur, groot breed mondkapje voor. Zijkant van zijn hoofd aan de rechterkant, heeft deze persoon een kale plek in zijn zwarte haar, zo groot als een tennisbal ongeveer. Donker, mogelijk Indisch uiterlijk. De VVV-cadeaubon die in de enveloppe zat heeft wel een bedrag van 10 euro tegoed.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 april 2021,opgenomen op pagina 126 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant + bijlage printscreen 20/4/2021, 19:49 uur:
In de gedane aangifte stond dat er 500 euro gepind was in Paterswolde aan de Hoofdweg 190. Deze transactie was gedaan bij Geldautomaat 810005, omstreeks 19:49 uur. Op donderdag 29 april 2021 ontving ik de gevorderde camerabeelden van de pintransacties aan de Hoofdweg te Paterswolde. Op de camerabeelden is een jongeman te zien welke ik als volgt kan omschrijven:
  • jongen met een donkere huidskleur
  • donkergekleurd mondkapje op
  • donkere muts op (mogelijk blauw) met ruitpatroon en zwarte rand
  • donkere jas (mogelijk blauw of zwart) met capuchon
  • donkere broek (mogelijk blauw of zwart) - licht gekleurde schoenen.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2021, opgenomen op pagina 192 e.v. van voornoemd dossier + bijlage, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door de officier van justitie zijn de historische verkeersgegevens gevorderd van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit is het telefoonnummer dat door verdachte [verdachte] wordt gebruikt (eigen verklaring [verdachte] ). Om 19.42 uur wordt de zendmast aan de Burgemeester Legroweg 29 in Eelde aangestraald. Deze zendmast ligt in de directe omgeving van de Hoofdweg 190 in Paterswolde. De Hoofdweg 190 valt in het dekkingsgebied van de zendmast die de gsm aanstraalt.
Ten aanzien van feit 5
15. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 25 oktober 2022, inhoudende:
Het klopt dat ik op 28 april 2021 een Citroën C1 met kenteken [kenteken] heb gehuurd.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 mei 2021,opgenomen op pagina 40 e.v. van het voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 4] :
Op 28 april 2021stonden ineens twee mensen bij mij op de galerij in het appartement. Ik zag dat de eerste manspersoon met mij mee naar binnen liep met nog twee enveloppen. Ik hoorde hem vervolgens vertellen dat hij van het ouderenfonds was maar dat hij zich niet kon legitimeren, ik zag dat de man mij vervolgens een tweetal enveloppen toonde en hoorde dat hij daarbij vertelde dat er een soort beloningen in zaten variërend van tien tot tweehonderdvijftig euro wanneer zij binnen mochten komen. Ik zag dat de jongeman vervolgens een apparaatje tevoorschijn haalde en hoorde hem zeggen dat ik even één euro diende over te maken met mijn bankpas. Ik moest daarbij mijn pasje op het apparaatje leggen en vervolgens mijn pincode intoetsen. Die jongeman heeft achteraf gezien de pincode wel kunnen afkijken. Een week later kwam ik er ineens achter dat mijn pinpas kwijt was. Ik hoor van u dat er op vier verschillende locaties op 28 april geld is opgenomen met een totaal van 1600,00 (zegge zestienhonderd) euro.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 mei 2021,opgenomen op pagina 48 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , kreeg voornoemd bestand toegezonden met hierin een overzicht van de laatste pintransacties van de rekening van aangever Weemhof, namelijk: [rekeningnummer] -
Overwinningsplein
28-4-2021 16.15 500,00 euro
-
Spar Vegter Groningen
28-4-2021 16.38 100,00 euro
-
BP Paddepoel
28-4-2021 16.27 500,00 euro
-
Shell Paddepoel
28-4-2021 16.35 500,00 euro
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 mei 2021, opgenomen op pagina 175 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door de officier van justitie zijn de track and trace gegevens van de Citroen Cl voorzien van het kenteken [kenteken] gevorderd gedurende de periode woensdag 28 en donderdag 29 april 2021.
Uit de track and trace bleek mij het volgende:
De Citroen C1 staat op 28 april 2021 tussen 15.05 uur en 15.49 uur aan de Grunostraat in Groningen. Dit is in de directe omgeving van de [straatnaam] in Groningen.
De Citroen C1 bevindt zich op 28 april 2021 tussen 16.15 uur en 16.19 uur aan de
Deportatiestraat in Groningen. Dit is in de directe omgeving van het Overwinningsplein De Citroen C1 bevindt zich op 28 april 2021 tussen 16.24 uur en 16.31 uur aan de Pleiadenlaan in Groningen.
De Citroen C1 bevindt zich op 28 april 2021 van 16.34 uur tot 16.35 uur bij de Shell aan de Zonnelaan.
De Citroen C1 bevindt zich op 28 april 2021 tussen 16.37 uur en 16 39 uur in de Meteoorstraat en Kometenstraat. Deze straten bevinden zich in de directe omgeving van de Spar aan de Zonnelaan.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 mei 2021, opgenomen op pagina 53 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: Ontvingen wij de gevorderde camerabeelden van een pintransactie van rekeningnummer [rekeningnummer] bij een ING geldautomaat aan het Overwinningsplein 7 met automaatnummer 006505.
Het betrof hier de pintransactie van 28-04-2021 16:15 en een bedrag van 500 euro.
Op de camerabeelden is te zien dat er omstreeks 16.15 uur een persoon aan komt lopen. Deze persoon kan ik als volgt omschrijven:
  • man
  • leeftijd moeilijk in te schatten
  • donkere huidskleur
  • donkere muts
  • medisch mondkapje op
  • draagt een donker trainingspak
  • 3 witte strepen op de zijkant van zijn mouw en broek
  • witte sportschoenen
Op de beelden is te zien dat de man naar de pinautomaat loopt en hier waarschijnlijk een transactie doet.
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 mei 2021, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op maandag 3 mei 2021 heb ik, verbalisant [verbalisant 2] , de camerabeelden bekeken welke ter beschikking zijn gesteld door tankstation BP, gevestigd aan de Pleiadenlaan 4 te Groningen. Het betreft de camerabeelden van 28 april 2021 tussen omstreeks 16:25 uur en 16:35 uur.
  • Camera entree, 16.26.14 uur, de man loopt bij de BP naar binnen en sluit aan in de rij voor de kassa.- Camera kassa 16.27.51 uur, de man pakt met zijn rechterhand een oranjekleurige pinpas uit zijn rechter jaszak.
  • Camera kassa 1, 16.27.55 uur, de man is bezig met de pintransactie, de kassamedewerkster helptondertussen de volgende klanten.
  • Camera kassa 1, 16.28.14 uur, de man is klaar met pinnen en steekt de pinpas weer in zijn rechterjaszak. De persoon wacht hierna in de shop.
  • Camera kassa 2, 16.30.37 uur, kassamedewerkster print de bon en overhandigt de bonnen aan deman.
  • Camera voorterrein, 16.30.51 uur, de man verlaat de winkel en loopt richting de doorgaande weg.- Camera voorterrein, 16.31.18 uur. Er komt een kleine zwarte auto aanrijden op de Pleiadenlaan waarna de man de weg oversteekt en links achter in de zwarte auto stapt. Ik kan de man als volgt omschrijven:
  • man
  • donkere huidskleur
  • donkere muts
  • blauw medisch mondmasker
  • donkere jas/vest met capuchon, merk Adidas, heupmodel- donkere joggingsbroek met witte strepen op de zijkant - witte sneakers.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 mei 2021, opgenomen op pagina 50 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
De camerabeelden bekeken welke ter beschikking zijn gesteld door de Shell, gevestigd aan de
Zonnelaan 389 te Groningen. Het betreft de camerabeelden van 28 april 2021 tussen 16:33 uur en 16:38 uur. Ik zie het zwart gekleurde voertuig nu van de achterzijde. Ik zie dat de deur achter de bestuurderskant open gaat waarna er een donker geklede man uit stapt, achter de zwarte auto, langs loopt in de richting van de shop en de shop in loopt. Ik kan de man als volgt omschrijven: - man
  • donkere huidskleur
  • donkere muts
  • blauw medisch mondmasker
  • donker vest met capuchon met witte strepen op de zijkant- donkere joggingsbroek met witte strepen om de zijkant - witte sneakers.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , herken de man als de man die ik eerder in het onderzoek onder bvh nummer 2021108099 heb omschreven.
Ik zie dat de donker geklede man een oranje bankpas in zijn rechterhand vast heeft en deze ergens in steekt of voor houdt. Ik vermoed dat dit het pinapparaat is omdat de donker geklede man hierna een pincode in toetst. Ik zie hierna dat de man de pinpas weer in zijn rechter zak van zijn vest steekt. Ik zie dat de kassa hierna vijf bonnen uit print en aan de man overhandigd. Ik zie bij het wegrijden het kenteken van het voertuig namelijk, [kenteken] . Ik zie dat het voertuig hierna het beeld verlaat.
Ten aanzien van feit 6
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 mei 2021, opgenomenop pagina 134 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022024490 d.d. 3 februari 2022, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 5] :
Op dinsdag 20 april 2021 omstreeks 15.30 uur stonden er twee jongens bij mijn voordeur. Eén jongen was ongeveer 1.70 meter lang en de andere jongen wat kleiner, ongeveer 1.65 meter lang. De kleinste van het tweetal had zwart haar, omdat ze beiden een mondkapje droegen kon ik het niet goed zien maar volgens mij had de kleine jongen ook een zwarte baard. Ze spraken beiden vloeiend de Nederlandse taal, ik kon geen accent ontdekken, beide hadden ze een blank uiterlijk. De jongens vertelden me dat ze studenten van de Hanze Hogeschool waren. Deze studenten gaan mensen die alleen of eenzaam zijn in het zonnetje zetten en hen een cadeautje overhandigen. Ik zag dat er in de enveloppe waar mijn naam op stond een VVV-cadeaukaart inzat ter waarde van 10 euro. Ik moest hier wel een euro voor pinnen. Ik heb mijn portemonnee gepakt die op de tafel lag, hier zit mijn Rabobank pinpas in. Ik moest mijn pincode op een soort van telefoon die de jongens bij hun hadden intoetsen.
Op donderdag 22 april 2021 pakte ik mijn portemonnee van de tafel en zag meteen dat het ritsje openstond. Ik zag dat mijn pinpas er niet meer in zat. De Rabobank medewerker vertelde mij dat er op 20 april 2021 om 17.04 uur een bedrag van 1000 euro is gepind in Paterswolde aan de Hoofdweg 190 bij de geldmaat. Dit moeten deze jongens gedaan hebben.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2021,opgenomen op pagina 139 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op donderdag 6 mei 2021 omstreeks 16:15 uur, was ik, verbalisant [verbalisant 4] , de beelden aan het bekijken welke wij binnen hebben gekregen op 6 mei 2021. De vorderding voor verstrekking van de camerabeelden was gedaan aan ABN Amro (geldmaat), Hoofdweg 190 te Paterswolde. Op 20 april 2021 om 17:04:20 uur zag ik een jongeman op het beeld. Ik zag dat de jongeman bij een geldmaat stond. Ik kan de jongeman als volgt omschrijven:
Ik schat zijn leeftijd tussen de 17-25 jaar. Ik zag dat hij een donkere huidskleur heeft (negroïde type). Ik zag dat de man een donkere jas met capuchon droeg die hij over het hoofd had getrokken. Ik zag dat de jongeman een mondkapje kroeg. Ik zag dat de man een donkere kleur broek droeg, het leek op een trainingsbroek.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2021,opgenomen op pagina 192 e.v. van voornoemd dossier + bijlage, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door de officier van justitie zijn de historische verkeersgegevens gevorderd van het telefoonnummer
[telefoonnummer] . Dit is het telefoonnummer dat door verdachte [verdachte] wordt gebruikt (eigen verklaring [verdachte] ). Op de printlijst van [verdachte] is te zien dat de gsm van [verdachte] om 15.31 uur de zendmast aan de Amkemaheerd 385 in Groningen aanstraalt. Deze zendmast ligt in de directe omgeving van de [straatnaam] . De [straatnaam] valt in het dekkingsgebied van de zendmast die de gsm aanstraalt. De volgende zendmast die wordt aangestraald is de Koningweg 41 in
Groningen om 16 18 uur. De hierop volgende zendmast die wordt aangestraald is om 17.05 uur aan de Burgemeester Legroweg 29 in Eelde. Deze zendmast ligt in de directe omgeving van de Hoofdweg 190 in Paterswolde. De Hoofdweg 190 valt in het dekkingsgebied van de zendmast die de gsm aanstraalt.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Modus operandi
Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat het gebruik van aan andere bewezen verklaarde, soortgelijke, feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als ondersteunend bewijs (schakelbewijs) is toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van de te bewijzen feiten en dat duidt op een specifiek patroon in het gedrag van verdachte, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden zijnde bewijsmiddelen.
In onderhavige zaak dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of het bewijs voor het ene ten laste gelegde feit als schakelbewijs kan dienen voor een ander ten laste gelegd feit. De aan de rechtbank voorgelegde zaken vertonen de volgende overeenkomsten.
Uit de aangiftes blijkt dat het steeds gaat om oudere vrouwen die twee jongens telkens hun woning binnen laten. Deze jongens vertelden dat zij namens het ouderenfonds kwamen en beloofden een VVV-cadeaubon dan wel een envelop met een beloning, waarvoor de aangeefsters een bedrag van één euro met de pin moesten betalen, door hun bankpas op een telefoon te leggen. Telkens bleek achteraf dat de pinpas van de aangevers was weggenomen en dat kort daarna geldbedragen waren gepind bij veelal de geldautomaat aan de Hoofdweg te Paterswolde of bij het Overwinningsplein en de BP of Shell benzinepompen aan de Paterswoldseweg of Paddepoel te Groningen. Op de camerabeelden van deze geldopnames is steeds dezelfde donkere jongeman met donkere/zwarte muts te zien. Daarbij komt dat de feiten binnen een kort tijdsbestek van een aantal dagen zijn gepleegd. De zaken vertonen aldus duidelijke overeenkomsten en zullen dan ook in onderlinge samenhang worden bezien.
Conclusie ten aanzien van feiten 1 en 4
Verdachte is door de track and trace gegevens van de huurauto te plaatsen in de buurt van de woning van aangeefster [benadeelde partij 1] op 27 april 2021 om 18.00 uur, het tijdstip waarop de babbeltruc plaatsvond. Ook is verdachte door de track and trace gegevens van de huurauto en de zendmastgegevens te plaatsen in de buurt van de vier pintransacties tussen 18.20 en 18.35 uur daarna. Het signalement dat aangeefster heeft opgegeven, te weten rood haar en sproeten, past precies bij verdachte. De onbekende persoon met de donkere huidskleur en de zwarte muts die op camerabeelden van elke pintransactie te zien is, heeft verdachte naar eigen zeggen afgezet bij de BP benzinepomp aan de Paterswoldseweg. Dat was om 18.28 uur. Verdachtes verklaring dat een ander onbekend persoon daarvoor in zijn huurauto moet hebben gereden terwijl hij aan het basketballen was, acht de rechtbank ongeloofwaardig, bij gebreke van enig feit of omstandigheid waaruit dit kan blijken. De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen. Ook feit 4 acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen nu aangeefster [benadeelde partij 3] een signalement heeft opgegeven dat eveneens duidelijk past bij verdachte, te weten rood haar en rode stoppels. Zij heeft een soortgelijke aangifte gedaan als voornoemde [benadeelde partij 1] en ook hier is verdachte, blijkens de historische verkeers- en locatiegegevens van zijn mobiele telefoon, te plaatsen bij de pintransactie kort na het bezoek van de woning van [benadeelde partij 3] , waarbij wederom de donkere jongeman te zien is met donkere muts.
Conclusie ten aanzien van feiten 2, 3, 5 en 6
De rechtbank overweegt daarnaast als volgt. Voor de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten 2, 3, 5 en 6 wordt mede redengevend geacht de betrokkenheid van verdachte bij de feiten 1 en 4. De bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan de verschillende feiten versterken elkaar en kunnen als schakelbewijs dienen. De door verdachte gehuurde auto’s en verdachtes mobiele telefoon waren ten tijde van feiten 2, 3, 5 en 6 telkens, zo volgt uit de track and trace gegevens en e historische verkeers- en locatiegegevens, in de nabijheid van de plaatsen-delict aanwezig. Ook de specifieke wijze waarop de vijf aangevers, elk voor zich, in een periode van acht dagen, na steeds een soortgelijk verhaal, overgehaald werden om hun pincodes af te geven, is een omstandigheid die op essentiële punten overeenkomt en die mede redengevend kan worden geacht voor het bewijs van het medeplegen van de feiten 2, 3,5 en 6. Dat het (specifieke) signalement van verdachte niet in de feiten 2, 3, 5 en 6 wordt gegeven, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan het medeplegen van verdachte van alle tenlastegelegde feiten.
Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten zowel ten overstaan van de politie als ten overstaan van de rechtbank ontkend. Door en namens verdachte zijn ter zitting alternatieve scenario's aangevoerd, te weten: het feit dat de door verdachte gehuurde auto's steeds op het tijdstip waarop de strafbare feiten zich hebben voorgedaan, telkens door een onbekend persoon zijn weggenomen en daarna weer op de oorspronkelijke parkeerplaats zijn teruggeplaatst, terwijl verdachte elders aan het basketballen zou zijn geweest. Ook is door de verdediging aangevoerd dat de mastgegevens, zo verstaat de rechtbank het verweer, in alle gevallen onbetrouwbare informatie betreft, nu een storing in het telecom-systeem niet uitgesloten moet worden geacht. Door of namens verdachte zijn ter zitting geen nadere feiten en omstandigheden aangevoerd, dan wel gebleken, die de stellingen van de verdediging daaromtrent in voldoende mate schragen, op grond waarvan de rechtbank de door verdachten aangevoerde alternatieve scenario's niet aannemelijk acht. De rechtbank verwerpt de verweren dan ook.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 27 april 2021, in de gemeente Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] , een bankpas, toebehorende aan [benadeelde partij 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en b.
een of meer geldbedragen, te weten:
  • een geldbedrag van € 100, en
  • een geldbedrag van € 400, en
  • een geldbedrag van € 500, en
  • een geldbedrag van € 400,toebehorende aan [benadeelde partij 1] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door bij een of meer geld/betaalautomaten op verschillende locaties een of meer pintransacties uit te voeren met gebruikmaking van een weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 1] en de aan die pas gekoppelde pincode;
2
hij op 27 april 2021, in de gemeente Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in/uit een woning aan het [straatnaam] , een bankpas, toebehorende aan [benadeelde partij 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 27 april 2021 te Paterswolde, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om 1200 euro, dat geheel aan [benadeelde partij 2] , toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen hoeveelheid geld onder hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, een pintransactie heeft uitgevoerd bij een geldautomaat te Paterswolde, met gebruikmaking van een weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 2] en de aan die bankpas gekoppelde pincode, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4
hij op 20 april 2021, in de gemeente Groningen en/of gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] te Groningen, een bankpas, toebehorende aan [benadeelde partij 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en b.
€500, toebehorende aan [benadeelde partij 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door een pintransactie uit te voeren bij een geldautomaat te Paterswolde, met gebruikmaking van een weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 3] en de aan die pas gekoppelde pincode;
5 hij op 28 april 2021, in de gemeente Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] , een bankpas, toebehorende aan [benadeelde partij 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en b geldbedragen, te weten: - een geldbedrag van € 500, en
  • een geldbedrag van € 500, en
  • een geldbedrag van € 500, en
  • een geldbedrag van € 100,toebehorende aan [benadeelde partij 4] , hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door op verschillende locaties een of meer pintransacties uit te voeren met gebruikmaking van de weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 4] en de aan die pas gekoppelde pincode;
6
hij op 20 april 2021, in de gemeente Groningen en/of gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen a.
in/uit een woning aan de [straatnaam] , een bankpas toebehorende aan [benadeelde partij 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en b.
een geldbedrag, te weten € 1000, toebehorende aan [benadeelde partij 5] , hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door bij een geldautomaat te Paterswolde een pintransactie uit te voeren met gebruikmaking van de weggenomen bankpas op naam van voornoemde [benadeelde partij 5] en de aan die pas gekoppelde pincode.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. Diefstal, door twee of meer verenigde personen
en
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
2. Diefstal, door twee of meer verenigde personen
3. Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemengoed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
4. Diefstal, door twee of meer verenigde personen
en
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
5. Diefstal, door twee of meer verenigde personen
en
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
6. Diefstal, door twee of meer verenigde personen
en
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1 tot en met 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 188 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een geldboete van € 3000,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman opgemerkt dat de reclassering positief is over verdachte. Hij heeft zijn leven op de rit.
Daarnaast heeft hij opgemerkt dat de historische verkeers- en locatiegegevens zijn verkregen met een bevel van de officier van de justitie, terwijl dit had moeten gebeuren met een machtiging van een onafhankelijke rechter. Ten gevolge van dit vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv zou strafvermindering moeten volgen.
Oordeel van de rechtbank
Namens de verdediging is aangevoerd dat door het zonder een daartoe strekkende machtiging van de
rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie, telefoon- en mastgegevens en locatiegegevens van de huurauto’s op de voet van art. 126n Sv zijn gevorderd en verstrekt. De stelling van de verdediging luidt dat ten gevolge van dit vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv strafvermindering zou moeten volgen. De rechtbank overweegt het volgende. Naar huidig recht dient in het geval van een verdenking van een misdrijf als bedoeld in art. 67 lid 1 Sv en waarin ter opsporing historische mast- en locatiegegevens gebruikt worden (en derhalve meer omvatten dan uitsluitend identificerende gegevens), door de officier van justitie aan de rechter-commissaris een daartoe strekkende vordering te worden gedaan om hem te machtigen deze gegevens te vorderen van de relevante instellingen. In het onderhavige geval, dat zich kenmerkt door de aanwezigheid van een verdenking van het medeplegen van diefstal van een pinpas en geld, meerdere malen gepleegd en ter zake waarvan tegen verdachte de voorlopige hechtenis is bevolen, had naar het oordeel van de rechtbank de officier van justitie bij de rechter-commissaris telkens een machtiging tot het opvragen van bedoelde gegevens dienen te vorderen, hetgeen, zo volgt uit het dossier, steeds is nagelaten. Naar het oordeel van de rechtbank leiden deze verzuimen van het OM tot vormverzuimen als bedoeld in art. 359a Sv, nu deze zich niet voor herstel ervan lenen. In concreto leidt een en ander tot schending van het in art. 8 EVRM neergelegde recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Uit HR 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889, volgt dat aan rechtgevolgen van een dergelijk verzuim als uitgangspunt ten grondslag ligt dat het in verhouding moet staan tot de aard en de ernst van het vormverzuim en het door de verdachte als gevolg van dat verzuim geleden nadeel. De rechtbank merkt op dat het voorkómen van de aanhouding van verdachte niet tot een dergelijk nadeel hoort. Naar het oordeel van de rechtbank leiden de verzuimen als het onderhavige niet tot bewijsuitsluiting, aangezien de inbreuk op art. 8 EVRM in casu telkens niet zover is gegaan, dat hierdoor een min of meer compleet beeld van het privéleven van verdachte is verkregen. De rechtbank zal volstaan met de constatering dat er sprake is van vormverzuimen, zonder dat daar een gevolg aan wordt verbonden.
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met anderen door middel van een babbeltruc vijf slachtoffers (op hoge leeftijd) de pinpas en pincode afhandig gemaakt. Verdachte en zijn medeverdachte(n)spraken steeds van een goed doel voor ouderen om zo misbruik te maken van het vertrouwen dat zij van de slachtoffers wisten te winnen. Vervolgens hebben verdachte en zijn medeverdachte(n) telkens geldbedragen van de bankrekeningen van de slachtoffers opgenomen, waardoor verdachte zich eveneens schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van een valse sleutel, in vereniging gepleegd. Dit zijn op zichzelf ernstige feiten, die naast (financiële) schade vaak veel overlast en gevoelens van onmacht en onveiligheid bij de slachtoffers teweeg brengen. Daarbij komt dat verdachte bij het plegen van deze feiten kennelijk steeds doelbewust ouderen als slachtoffer heeft uitgekozen. Verdachte heeft slechts uit eigen financieel gewin gehandeld en heeft zich niet bekommerd om de uitwerking van zijn handelen op juist deze slachtoffers. Daarbij neemt de rechtbank het hem kwalijk dat hij geen verantwoordelijkheid wil nemen voor zijn daden. Blijkens zijn justitiële documentatie is verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit veroordeeld. Uit het reclasseringsrapport komt naar voren dat verdachte zijn leven op orde lijkt te hebben en een voldoende ondersteunend netwerk heeft. Zij achten een toezicht op dit moment niet nodig. Verdachte heeft 188 dagen in voorarrest doorgebracht. Alles overwegende en gelet op verdachtes jonge leeftijd acht de rechtbank de duur van het voorarrest voldoende passend en recht doen aan de feiten. Zij zal daarom een gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest (met aftrek).

Benadeelde partij

[benadeelde partij 5] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 37,10 ter vergoeding van materiële schade en € 600,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De vordering benadeelde partij is voldoende onderbouwd en kan geheel worden toegewezen.
Standpunt van de verdediging
De vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen dan wel niet ontvankelijk worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade deels heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 6 bewezen verklaarde.
De opgevoerde reiskosten voor het bezoek aan Slachtofferhulp Nederland en aan de Rabobank zijn niet aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit zoals bedoeld in artikel 51f, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) en zijn ook niet toewijsbaar als proceskosten op grond van de toe te passen civiele proceskostenregeling. Zij worden in die regeling immers niet genoemd. Deze reiskosten worden daarom afgewezen. Op grond van artikel 238, eerste en tweede lid, Rv komen reiskosten van de partij die aanspraak heeft op proceskostenvergoeding alleen voor vergoeding in aanmerking indien in persoon mag worden geprocedeerd en ook daadwerkelijk in persoon wordt geprocedeerd. De rechtbank stelt vast dat in de onderhavige voegingsprocedure de benadeelde partij met behulp van een gemachtigde heeft geprocedeerd, die ook ter terechtzitting de vordering heeft toegelicht. De gevorderde kosten die verband houden met het bijwonen van de zitting komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vordering voor dit deel dan ook afwijzen.
De vordering, waarvan de hoogte van de immateriële schade ad € 600,00 en de materiële schade van € 12,45, bestaande uit de telefoonkosten, niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen tot het bedrag van € 612,45, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 april 2021.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 57, 36f, 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1,2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 188 dagen.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van feit 6:
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [benadeelde partij 5] te betalen:
  • het bedrag van € 612,45 (zegge: zeshonderdtwaalf euro en vijfenveertig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 april 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor het overige af.
Bepaalt dat [benadeelde partij 5] haar eigen proceskosten draagt.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 5] aan de Staat te betalen een bedrag van € 612,45 (zegge: zeshonderdtwaalf euro en vijfenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 april 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 12,45 aan materiële schade en € 600,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 12 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.L.J.M.A. Janssens, voorzitter, mr. H.J. Schuth en mr. W. de Weijer, rechters, bijgestaan door mr. L.S. Gosselaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 november 2022.