Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair gepleit om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest, gelet op de LOVS-oriëntatiepunten in combinatie met de positieve ommezwaai in verdachtes leven en zijn open proceshouding.
Subsidiair kan volgens de raadsman deze straf worden gecombineerd met een taakstraf, waarvan een fors gedeelte voorwaardelijk.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsrapport van Tactus Verslavingszorg van 29 juni 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Verdachte heeft zich gedurende enkele weken schuldig gemaakt aan het medeplegen van zeer grootschalige hennepteelt. Verdachte verzorgde in een professioneel opgezette hennepkwekerij in Emmen een groot aantal hennepplanten en heeft meegeholpen met de oogst. De kwekerij was ondergronds ingericht en zelfvoorzienend door een eveneens ingegraven watertank en dieselaggregaat. Toen de kwekerij door de politie werd ontmanteld zijn 63,680 kilogram hennep(toppen) en/of 795 hennepplanten en/of 1808 hennepstekjes/hennepplantjes aangetroffen, hetgeen duidt op een beroepsmatige hennepkwekerij.
Het telen van hennep veroorzaakt overlast en schade voor de maatschappij. Softdrugs zijn immers stoffen die bij (langdurig) gebruik kunnen leiden tot schade aan de gezondheid en tot verslavingsproblematiek. Daarnaast gaat hennepteelt en de handel in verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van criminaliteit, zoals geweldsdelicten en vermogenscriminaliteit. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van dat drugscircuit. Verdachte heeft op illegale wijze geprobeerd zich te verrijken en heeft geen oog gehad voor de risico’s en schade voor de samenleving. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Daarnaast blijkt uit verdachtes strafblad dat hij in het verleden - in 2000 - ook is veroordeeld ter zake van Opiumwet gerelateerde delicten, waaronder hennepteelt.
Voorts betrekt de rechtbank bij de bepaling van de strafmaat, dat verdachte relatief een korte periode in de hennepkwekerij werkzaam in geweest en dat hij openheid van zaken heeft gegeven en daarmee verantwoordelijkheid lijkt te nemen voor zijn betrokkenheid bij de kwekerij. Tevens is gebleken dat verdachte zich tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis goed heeft gehouden aan de gestelde (bijzondere) voorwaarden en zijn leven in positieve zin te lijken hebben opgepakt. Deze positieve ontwikkeling dient naar het oordeel van de rechtbank door een hernieuwde detentie niet te worden doorkruist.
Alles afwegende acht de rechtbank - aansluiting zoekend met oriëntatiepunten voor de straftoemeting - een gevangenisstraf voor de duur van 78 dagen, met aftrek van preventieve hechtenis, waarvan 56 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden. Het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf is gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest. Het voorwaardelijke strafdeel dient als waarschuwing aan de verdachte, teneinde te voorkomen dat de verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.
Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf, in de vorm van een werkstraf, voor de duur van 80 uren, met een vervangende hechtenis van 40 dagen.