Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
15.november 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
1wordt verdachte [verdachte]
- samengevat- verweten onder:
- 1) het medeplegen van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid hennep(toppen), -planten en -stekjes;
- 2) het medeplegen van het exploiteren van een hennepkwekerij in een pand/ op of onder een perceel of tuin, in de periode van 1 januari 2015 t/m 17 juni 2021.
- Uit het dossier volgt dat op 14 juni 2021 aan medeverdachte [medeverdachte 1] niet de cautie is verleend, terwijl op dat moment reeds sprake was van een redelijk vermoeden van schuld. Er was derhalve sprake van een verhoorsituatie. Nu zonder toepassing van artikel 29 lid 2 Wetboek van Strafvordering is gevraagd om het subject van het onderzoek (in casu: de woning aan de [straatnaam] te Emmen ) te mogen bekijken, is er sprake van een vormverzuim.
- Er is een machtiging tot binnentreden van voormelde woning afgegeven op grond van artikel 9 lid 1 onder b Opiumwet jo. artikel 2 en 3 Algemene wet op het binnentreden. Bij het binnentreden op grond van deze machtiging is in de woning op 17 juni 2021 niets relevants aangetroffen. Daarna is in een tuinhuis door opsporingsambtenaren een slot van een luik geforceerd, hetgeen geen doorzoekingsbevoegdheid is op grond van voornoemd artikel en derhalve een vormverzuim oplevert.
- Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering. Uit het dossier volgt niet dat verdachte handelingen heeft verricht die in relatie staan tot het produceren van hennep noch dat hij daarbij in de kwekerij aanwezig was.
- Ook was er geen sprake van een intellectuele en/of materiele bijdrage die van voldoende gewicht is. Ter zake de materiële bijdrage kan enkel worden vastgesteld dat verdachte de woning heeft bewoond teneinde het doen lijken alsof het pand bewoond was.
Oordeel van de rechtbank
2met betrekking tot de zogenaamde “Schutznorm”.
Aantreffen hennepkwekerij op 17 juni 2021 te Emmen, [straatnaam]
3) binnengetreden. In de woning werden verdachte [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna ook te noemen [verdachte] en [medeverdachte 1] ) aangetroffen. Op de keukentafel stond een grootverpakking met werkhandschoenen. Daarnaast lagen er zichtbaar vervuilde werkschoenen. Vervolgens werd in via afgesloten luik in het tuinhuis naast de vijver een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen.
4
Omschrijving hennepkwekerij en aangetroffen hennep
5Onder de vijver, welke op het perceel was gelegen werd een ondergrondse ruimte aangetroffen welke volledig was ingericht ten behoeve van de inwerking zijnde hennepkwekerij. Op het perceel werden meerdere beveiligingscamera's aangetroffen.
- toegangsruimte / centrale gang: In het tuinhuisje werd een luik aangetroffen. Na openen ervan konmen via een ladder in een soort centrale ruimte van de hennepkwekerij komen. Vanuit deze ruimte kon men zowel kweekruimte A als B betreden en een afzonderlijke ruimte waarin een groot dieselaggregaat werd aangetroffen. Middels dit aggregaat werd de hennepkwekerij van elektriciteit voorzien
- kweekruimte A: In de kweekruimte werden 779 zwarte kunststof bloempotten aangetroffen welkeallen reeds geoogst waren. In deze bloempotten werd gebruikte potgrond en restanten van een hennepplant aangetroffen zoals de steel, wortels en bladeren. In de kweekruimte werden in totaal 16 droognetten aangetroffen welke waren gevuld met henneptoppen. Deze henneptoppen voelden droog aan. Tevens werden er nog lege droognetten en in een bak twee doorzichtige plastic zakken met hennepgruis aangetroffen. In de hennepkwekerij werden onder andere 2 professionele machines ten behoeve van het knippen van de hennepplanten voorzien van een lopende band aangetroffen.
- kweekruimte B: In de kweekruimte werden 795 bloempotten aangetroffen met 795 oogst-rijpe hennepplanten. Ook werden hier in dozen in totaal 565 hennepstekken aangetroffen.
6
Onderzoek eigenaar en gebruik woning en perceel [straatnaam] te Emmen
7bleek dat er geen personen op het adres stonden ingeschreven en dat er sprake was van een hoog energie- en waterverbruik. Op genoemd adres staat volgens het kadaster als eigenaar van het perceel ingeschreven met ingangsdatum 17 september 2013: [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] 1979 (hierna ook: (verdachte) [medeverdachte 2] ).
8Dit betrof een huurcontract voor onbepaalde tijd tussen, [medeverdachte 2] , verhuurder, en huurder, [naam 1] , van een stuk grond aan de
- pagina 1 is onderaan niet geparafeerd door verhuurder en huurder;
- blijkens artikel 1 wordt alleen een gedeelte van het perceel gehuurd en niet de woning;
- de handtekening van de verhuurder is geschreven als [naam 1] . De handtekening die te zien is opeen bijgevoegde kopie van de identiteitskaart van de huurder, ziet er anders uit.
9blijkt haar broer altijd de naam [naam 1] gebruikt, in plaats van [naam 1] . Zij verklaart dat haar broer niet de persoon is van de getoonde op foto van de identiteitskaart. Haar broer is in 2018 overleden. Er is destijds aangifte gedaan van vermissing (diefstal) van zijn identiteitsbewijs. Hij was volgens getuige absoluut niet bekend met het kweken van Koi karpers en had geen connectie met Emmen.
10Dit betrof een (ondertekend) huurcontract [medeverdachte 2] , verhuurder, en [verdachte] , huurder. De huurder dient in totaal te voldoen 1240 euro. Het valt op dat 990 + 150 = 1140 euro en het bedrag dus niet klopt zoals het staat vermeld. Ook zit er geen kopie van een identiteitsbewijs bij van de huurder, terwijl dit wel doen gebruikelijk is.
11:
Werkzaamheden bij perceel [straatnaam] te Emmen
12Op de foto van 11 juli 2014 is te zien dat er grondverzetwerkzaamheden zijn verricht en op de foto van 15 april 2015 dat er een vijver is ontstaan.
Uit een factuur van [bedrijf 1] te Sneek blijkt dat verdachte13:
14
15is gebleken dat dit aggregaat bij het bedrijf [bedrijf 3] op 11 maart 2019 is besteld. De medewerker van dit bedrijf verklaarde dat die persoon reed in een donker grijze of donker groene Volvo station. Tijdens het onderzoek is gebleken dat [verdachte] twee auto’s van het merk Volvo type V70 (station) in zijn bezit dan wel gebruik had. Dit betrof een Volvo V70 station voorzien van kenteken [kenteken] . Als kleur wordt door de RDW de kleur grijs opgegeven. Na het tonen van een foto van verdachte [verdachte] aan de medewerker van het bedrijf, verklaarde deze: “Dat lijkt wel op hem. Volgens mij is hem dat wel.”
16van de ter plaatse door [verdachte] aangebrachte camera’s is te zien:
- [medeverdachte 1] (op 1 juni 2021);
- [verdachte] (op 21, 24, en 28 mei 2021 en op 01, 05 en 15 juni 2021), al dan in combinatie van eenVolvo stationcar (voorzien van kenteken [kenteken] ).
17Verdachte [medeverdachte 1] geeft aan dat er maandag op dinsdag laat geoogst zou zijn, en dat dit met meerdere mensen zou zijn gebeurd. Dit zou laat in de avond zijn gebeurd. Op 14 juni 2021 gaat het camerasysteem echter uit om 17:53:09. Deze gaat niet eerder aan dan 15 juni om 12:52:43. Dit blijkt de enige onderbreking te zijn die zo lang duurt. Voorafgaand aan de onderbreking zijn ook geen meldingen te zien in het scherm die duiden op een probleem in de apparatuur.
18blijkt dat hij regelmatig een vrachtwagen van [naam 3] op het terrein van [straatnaam] heeft zien staan. Deze vrachtwagen kwam aan het begin van de avond en ging de volgende ochtend tussen 06:00 uur en 07:00 uur weer weg. De vrachtwagen kwam naar schatting tussen de zes en acht weken. Dit gebeurde al jaren. Verder zag deze getuige dat er meestal een Volvo V70 station, donker blauw, op de dam van het terrein stond. Hij gaf tevens aan dat er in 2015 in container in de grond is gegaan. Daarnaast verklaart getuige [naam 4]
19dat een aantal jaren geleden - zo'n drie tot vier jaar terug - er een zeecontainer stond voor de woning aan de
Onderzoek aan telefoons van verdachten
20Uit de historische gegevens bleken 183 registraties te zijn vastgelegd.
21De eerste registratie is vastgelegd op 10 mei 2021 en de laatste registratie op 17 juni 2021. Één gesprek is geweest met [telefoonnummer] .
22Het blijkt dat [medeverdachte 2] 21 keer telefonisch contact heeft gehad met het vaste telefoonnummer (+ [telefoonnummer] ) behorende bij het perceel [straatnaam] te Emmen. Het betreft de periode vanaf februari 2021 tot aan april 2021. Het gaat daarbij gaat om inkomende en uitgaande gesprekken.
De verklaring van verdachte
24Hij moest kijken of alles goed ging. Hij moest de kwekerij, het terrein, bewaken. Verdachte zegt bang te zijn om te verklaren wat hij nog meer moest doen. Hij was huurder van het huis en bewaker van de kwekerij. Hij heeft op 18 mei 2021 bewakingscamera’s geïnstalleerd op de [straatnaam] omdat de politie langs was geweest.
28dat op het perceel [straatnaam] een hek is geplaatst op verzoek van [verdachte] . [verdachte] is 3 maanden na aankoop van het pand gaan huren.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- een gevangenisstraf voor de duur van 219 dagen (duur gelijk aan het voorarrest);
- een gevangenisstraf voor duur van 12 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden:
Inbeslaggenomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen.
een gedeelte, groot 502 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.