Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser] , te [woonplaats eiser] , eiser,
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen, verweerder
Procesverloop
- datum;
- beginstand en eindstand van de kilometerteller;
- beginadres en eindadres;
- de gereden route indien deze afwijkt van de meest gebruikelijke;
- het karakter van de rit.
aannemelijk maken), is niet voldoende. In plaats daarvan moet eiser
overtuigend aantonen. Dat betekent zoveel als dat het buiten redelijke twijfel moet zijn dat eiser niet meer dan 500 kilometer privé heeft gereden. Het moet dus echt als een paal boven water staan. Zodra er redelijke twijfel is, valt het doek voor eiser.
Bevinding 9) 2015dat het gaat om een rit op 11 mei 2015 naar de [straatnaam 1] in [plaats 1] , die volgens de rittenregistratie van eiser 126 kilometer was, maar volgens de routeplanners 107 of 137 moet zijn.
Bevinding 10) 2015op voort. Daar zegt de Belastingdienst: ‘de rit op 29 juni 2015 naar de [straatnaam 1] in [plaats 1] van 207 kilometer klopt niet, want dezelfde rit was op 11 mei 2015 maar 126 kilometer’. Deze (onjuiste) bevinding levert in de ogen van de Belastingdienst een afwijking op van 110 of 70 kilometer. Even verderop, bij
Bevinding 11) 2016, beoordeelt de Belastingdienst (opnieuw) een rit naar de [straatnaam 1] in [plaats 1] , nu de rit van 28 april 2016. Volgens de routeplanners van de Belastingdienst moet de rit 201 of 207 kilometer zijn. Dat laatstgenoemde aantal is dus exact het aantal kilometers dat eiser in de rittenregistratie op 8 mei 2015 en 29 juni 2015 voor deze rit heeft verantwoord. De afwijkingen die de Belastingdienst voor deze ritten heeft geconstateerd, bestaan dus niet.
Bevinding 7) 2015een rit naar [straatnaam 3] in [plaats 3] die volgens de rittenregistratie van eiser 169 kilometer was, maar volgens de routeplanners 150 of 153 kilometer moet zijn. De Belastingdienst constateert dus een afwijking van 19 of 16 kilometer. [4] Deze rit en de afwijking die de Belastingdienst heeft geconstateerd, zijn in de bezwaarfase al aan de orde geweest (zie Bijlage 36 en 37 bij het verweerschrift). Eiser heeft op 18 oktober 2021 uitgelegd dat deze rit direct via [straatnaam 4] gaat naar de snelweg A27 richting Zwolle. Eiser heeft daarbij verwezen naar de routeplanner op de iPad en naar Google Maps en gezegd dat de beschreven route 169 kilometer is. De rechtbank heeft dat, zoals op de zitting besproken, zelf ook eens bekeken. Google Maps geeft (in 2022) 169 kilometer aan.
Bevinding 9) 2016) gaat over de ritten van en naar de [straatnaam 8] in [plaats 7] . Volgens de rittenregistratie van eiser was de heenrit 60 kilometer en de terugrit 62 kilometer. Hoewel de Belastingdienst opmerkt dat deze route volgens de routeplanners 61,2 kilometer is, keurt de Belastingdienst de registratie van deze ritten toch af, omdat het erop lijkt dat eiser heeft afgerond (de ene keer naar boven, de andere keer naar beneden). Volgens de Belastingdienst ‘dient elke rit correct te worden geregistreerd en is deze wijze niet correct’. Het heeft de rechtbank veel hoofdbrekens gekost om te proberen te begrijpen wat hier nu eigenlijk verkeerd aan is (en welk belang hier nu precies mee gediend wordt). Het is de rechtbank niet gelukt. Afgezien van het volstrekt marginale verschil (400 meter op een afstand van 122,4 kilometer = 0,32 %) is er, zoals de Belastingdienst ook zelf al zegt, geen sprake geweest van structureel één kant op afronden (maar juist van salderen). Effectief heeft eiser zelfs te weinig in plaats van te veel zakelijke kilometers verantwoord. Volgens de Belastingdienst had eiser immers 2 x 61,2 kilometer is 122,4 kilometers moeten opschrijven, maar hij heeft er slechts 122,0 opgeschreven. Oftewel: eiser heeft zichzelf door de afronding op hele kilometers in de vingers gesneden. Ten slotte volgt ook uit de regelgeving helemaal niet dat elke rit in een rittenregistratie tot op honderd meter nauwkeurig moet worden bijgehouden. De lengte van de rit hoeft volgens de geldende voorwaarden zelfs überhaupt niet te worden genoteerd. Alleen de beginstand en de eindstand van de
kilometerteller (het woord zegt het al [5] ) moeten worden opgeschreven (zie 3.2.). Overigens is het nog maar de vraag of eiser wel echt twee keer heeft afgerond ten opzichte van de door de Belastingdienst gevonden 61,2 kilometer. De heen- en terugweg kunnen immers best een beetje van elkaar verschillen (bijvoorbeeld vanwege eenrichtingsverkeer of een langere toe- of afrit naar of van de snelweg).
- dat de routes die eiser heeft gereden, in zijn geval de meest gebruikelijke waren, aangezien hij met een zware auto met aanhanger reed en zijn routes standaard voorkomen in Google Maps;
- dat eiser niet alleen zakelijke ritten, maar ook enkele privé-ritten heeft geregistreerd;
- dat eiser volgens de Belastingdienst op grond van zijn gereconstrueerde rittenregistratie in totaal de volgende privékilometers heeft gereden: 216 kilometer (2015), 334 kilometer (2016) en 226 kilometer (2017);
- dat eiser in privé nog enkele andere auto’s en motoren heeft, zodat hij (en zijn vrouw) de mogelijkheid had(den) om daarmee zijn (hun) normale privé-ritten te maken;
- kleine afwijkingen niet zo raar zijn als we ons bedenken dat eiser zijn oorspronkelijke rittenregistratie door diefstal is kwijtgeraakt en dat hij de reconstructie enkele jaren later heeft moeten maken: wegen en routes veranderen in de loop van de tijd en dus kan het aantal kilometers volgens de routeplanner na verloop van tijd ook afwijken van de werkelijkheid uit het verleden.