ECLI:NL:RBNNE:2022:3966

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 oktober 2022
Publicatiedatum
1 november 2022
Zaaknummer
186053
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 oktober 2022 een tussenbeschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek is ingediend door de officier van justitie en betreft een betrokkene die gedwongen zorg nodig heeft. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder medische verklaringen en zorgplannen, en heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden. Tijdens deze behandeling is betrokkene gehoord, bijgestaan door haar advocaat, en zijn ook zorgverleners aanwezig geweest.

De rechtbank overweegt dat de psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld, betrokkene via beeldbellen heeft onderzocht. De rechtbank stelt echter vast dat de psychiater niet voldoende heeft gemotiveerd waarom een fysiek onderzoek niet mogelijk was. Dit is in strijd met de eisen die de Hoge Raad heeft gesteld aan de kwaliteit van het onderzoek. De rechtbank concludeert dat er een nieuwe medische verklaring moet komen, waarbij betrokkene fysiek wordt beoordeeld. Ondanks deze tekortkoming, oordeelt de rechtbank dat er aanleiding is om het verzoek voor een zorgmachtiging voor korte duur toe te wijzen, gezien de ernst van de psychische stoornis van betrokkene en het risico op ernstig nadeel.

De rechtbank verleent de zorgmachtiging tot en met 1 december 2022 en houdt het meer of anders verzochte aan voor verdere behandeling op een later tijdstip. De beslissing is mondeling gegeven en zal schriftelijk worden uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaak-/rekestnr.: C/17/186053 / FA RK 22-1671
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Tussenbeschikking van 18 oktober 2022naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.J.P.M. Grijmans, kantoorhoudende te Bolsward.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 29 september 2022, en van de volgende bijlagen:
  • de medische verklaring d.d. 23 september 2022;
  • de zorgkaart met bijlagen d.d. 24 augustus 2022;
  • het zorgplan met bijlagen d.d. 12 september 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz en het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 lid 4 Wvggz d.d. 23 september 2022;
  • gegevens over een eerder voor betrokkene afgegeven rechterlijke machtiging op grond van de Wet Bopz;
  • gegevens over een eerder afgegeven crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging;
  • een verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat;
  • signaleringsplan d.d. 13 juli 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2022, in het gebouw van GGZ Friesland, [locatie] . Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. G.J.P.M. Grijmans;
  • [naam] , GGZ-arts, namens de zorgverantwoordelijke;
  • [naam] , ambulant verpleegkundige.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.De beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van de officier van justitie een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.2.
Door en namens betrokkene is afwijzing van het verzoek bepleit. Betrokkene wil graag verder zonder zorgmachtiging. Dat de intrinsieke bereidheid zou ontbreken bij betrokkene, wordt door de advocaat in twijfel getrokken. Betrokkene heeft immers te kennen gegeven dat zij op de huidige voet verder wil gaan. Hoewel betrokkene suf wordt van de mediatie, vindt ze het wel leefbaar op deze manier. De advocaat meent daarom dat betrokkene de kans moet krijgen om zonder zorgmachtiging verder te kunnen.
Subsidiair pleit de advocaat van betrokkene voor bekorting van de termijn, inhoudende dat de zorgmachtiging wordt verleend voor de duur van één jaar in plaats van de verzochte duur van twee jaar. Primair omdat de advocaat meent dat er de afgelopen vijf jaar geen aaneengesloten verplichte zorg is geweest en daarmee niet is voldaan aan de wet in samenhang met de jurisprudentie. Subsidiair vanwege het feit dat betrokkene op vrijwillige basis verder wil. Vervolgens kan na een jaar beoordeeld worden of betrokkene al dan niet zonder zorgmachtiging verder kan.
Daarnaast is door de advocaat van betrokkene ter zitting opgemerkt dat het onafhankelijk onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van beeldbellen. Dit gesprek verliep volgens betrokkene lastig en zij had het prettiger gevonden als het gesprek fysiek had plaatsgevonden, hetgeen ook het juridische uitgangspunt is. Dit is volgens de advocaat te meer een reden om het onderhavige verzoek niet voor een duur van 24 maanden toe te wijzen, maar voor een kortere periode.
2.3.
Om toe te kunnen komen aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek en om te kunnen beoordelen of is voldaan aan voornoemde wettelijke criteria, dient eerst te worden getoetst of er is voldaan aan de wettelijke vereisten die zijn gesteld aan de voorbereiding van (een verzoek tot) een zorgmachtiging als verwoord in hoofdstuk 5 van de Wvggz. Een onderdeel hiervan betreft de medische verklaring van de onafhankelijke psychiater. De rechtbank zal daarom eerst beslissen op het punt dat de advocaat als laatste heeft genoemd.
2.4.
In zijn rechtspraak onder de eerder geldende Wet Bopz heeft de Hoge Raad eisen gesteld aan de kwaliteit van het onderzoek door de onafhankelijke psychiater. Bij beschikking van 25 september 2020 [ECLI:NL:HR:2020:1509] heeft de Hoge Raad overwogen dat deze rechtspraak onder de Wvggz zijn betekenis heeft gehouden. Dit betekent dat
“de psychiater het in de Wvggz voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus dient te verrichten, dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is. (…) In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.”
2.5.
Vervolgens overweegt de Hoge Raad in diezelfde beschikking:
“In verband met de uitbraak van COVID-19 zijn in maart 2020 in het belang van de volksgezondheid van overheidswege ingrijpende maatregelen getroffen, die de mogelijkheid van aanwezigheid van personen in elkaars nabijheid sterk hebben beperkt (…). Bedoelde maatregelen kunnen meebrengen dat een onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene door de psychiater die de medische verklaring dient op te stellen, redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord is. In dat geval zal moeten worden gekozen voor een alternatief voor persoonlijk contact dat in de gegeven omstandigheden wel mogelijk is en dat zo veel mogelijk recht doet aan de belangen van de betrokkene. Daarbij verdient contact door middel van een tweezijdige beeld- en geluidsverbinding de voorkeur boven uitsluitend een tweezijdige geluidsverbinding.
De psychiater zal in zijn medische verklaring moeten verantwoorden waarom onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord is, voor welk alternatief hij heeft gekozen, en op welke gronden hij tot de slotsom is gekomen dat aan de vereisten voor verlening van verplichte zorg is voldaan (…). De rechtbank zal vervolgens moeten beoordelen of de verzochte machtiging op grond van de medische verklaring kan worden verleend. Daarbij kan een rol spelen dat ten aanzien van de betrokkene sprake is van een crisissituatie, die – in de eerste plaats in het belang van de betrokkene zelf – zo spoedig mogelijk moet worden beëindigd.”
2.6.
De onafhankelijk psychiater heeft betrokkene op 23 september 2022 via beeldbellen onderzocht. De keuze voor een onderzoek middels beeldbellen in plaats van een face to face onderzoek motiveert de onafhankelijk psychiater in de medische verklaring als volgt. Tijdens de beoordeling is gebleken dat een digitale beoordeling zo goed mogelijk was, betrokkene was coöperatief en heeft goed antwoord gegeven op de vragen, het was goed mogelijk om het psychiatrisch beeld te beoordelen. De aanwezige hulpverlener heeft nog aanvullende informatie kunnen geven. Verder is het belangrijk om te benoemen dat tijdens de covidpandemie er uitgebreide en positieve ervaring is opgedaan met beeldbellen. Uit gericht pilotonderzoek is ook gebleken dat dergelijke beoordelingen kwalitatief gelijkwaardig zijn aan fysieke beoordelingen. Beeldbellen vindt plaats via een beveiligde verbinding. Beoordelingen worden enkel middels beeldbellen ingepland als er vooraf instemming van de betrokkene is. Doordat een deel van de beoordelingen via beeldbellen kan is het mogelijk om de beoordelingen te blijven doen in deze tijden van schaarste. Algemene voordelen die verder genoemd kunnen worden zijn: veel betrokkenen vinden een beeldbelbeoordeling gemakkelijker en minder ingrijpend als ze op deze manier thuis kunnen blijven met een vertrouwde casemanager erbij; het is duurzamer doordat er minder reisbewegingen nodig zijn, er is minder risico op covid besmettingen.
2.7.
Verder blijkt uit de medische verklaring dat het gesprek plaatsgevonden heeft via teams. De onafhankelijk psychiater beschrijft dat hij betrokkene aanvankelijk in het geheel niet hoort. Ze spreekt zo zachtjes dat de microfoon het pas oppikt als de laptop heel dichtbij staat en ook dan is betrokkene regelmatig niet hoorbaar. De casemanager heeft voorgesteld dat hij de antwoorden van betrokkene herhaalt en betrokkene stemt daarmee in. Ook blijkt dat betrokkene het gesprek niet onderhoudt. Dit lijkt geen onwil, maar gebrek aan initiatief en niet beseffen welke informatie in dit kader relevant is.
2.8.
Betrokkene heeft te kennen gegeven, zowel voorafgaand aan de zitting aan haar advocaat als tijdens de zitting, dat zij het horen via beeldbellen niet als prettig heeft ervaren en dat haar voorkeur uitging naar een fysieke beoordeling. Daarnaast is betrokkene niet vooraf geïnformeerd over dat het onafhankelijk onderzoek zou plaatsvinden door middel van beeldbellen. Enkel bij aanvang van het onderzoek is om betrokkene haar toestemming gevraagd. Dit is ook bevestigd door [naam] . Ze heeft ook aangegeven dat zij zich heeft ingespannen voor een fysieke beoordeling door de psychiater, maar de psychiaters die de beoordelingen doen/de GGZ wilde niet afwijken van het beleid dat de beoordelingen nu via beeldbellen plaatsvinden.
2.9.
De rechtbank overweegt als volgt. De psychiater heeft naar het oordeel van de rechtbank met bovenstaande argumentatie niet gemotiveerd waarom onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord was. Er is op dit moment geen sprake van dusdanig beperkende covidmaatregelen dat voor een fysieke beoordeling geen ruimte was. Ook de zitting heeft fysiek plaatsgevonden. De motivering om een onderzoek te verrichten middels beeldbellen voldoet dan ook niet aan de criteria die de Hoge Raad daar aan stelt, te meer nu de psychiater betrokkene niet kon horen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er een nieuwe medische verklaring moet komen, waarbij betrokkene fysiek wordt beoordeeld.
2.10.
De rechtbank constateert dat de huidige zorgmachtiging op 2 november 2022 af loopt en betrokkene al jaren gedwongen zorg nodig heeft. De rechtbank ziet ondanks voornoemd gebrek ten aanzien van het horen door de psychiater aanleiding het verzoek voor korte duur toe te wijzen. De stoornis (schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen) en het ernstig nadeel zijn niet betwist en daarnaast weegt mee dat betrokkene in de instelling (GGZ) woont en zij daar ook wenst te blijven. Gelet op de uit de stoornis voortvloeiende fases van ernstige katatonie en het levensgevaar dat daarmee samenhangt acht de rechtbank dit te rechtvaardigen.
2.11.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.12.
Na de mondelinge behandeling is een kennisgeving mondelinge uitspraak verplichte zorg Wvggz aan de zorgaanbieder uitgereikt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] , inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 1 december 2022;
3.3.
houdt het meer of anders verzochte aan;
3.4.
bepaalt dat het aangehouden deel van het verzoek verder behandeld zal worden ter zitting op een nader te bepalen zittingsdatum en tijdstip. De griffier zal betrokkenen daarvoor oproepen;
3.5.
bepaalt dat uiterlijk op
16 november 2022een nieuwe medische verklaring ingediend moet worden bij de rechtbank, waarbij betrokkene fysiek is beoordeeld.
Deze beschikking is op 18 oktober 2022 mondeling gegeven door mr. J. Teertstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door de griffier, en op 27 oktober 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
..
fn. 896
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.