In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 oktober 2022 een rechterlijke machtiging verleend voor de opname en verblijf van betrokkene, die vermoedelijk lijdt aan het syndroom van Korsakov. Dit syndroom gaat gepaard met ernstige geheugenstoornissen, waardoor betrokkene vergeet haar medicatie in te nemen voor onder andere een hiv-infectie. Daarnaast heeft betrokkene een beenwond die dreigt te infecteren, wat levensgevaarlijk kan zijn. De rechtbank oordeelt dat betrokkene niet in staat is tot goede zelfzorg en dat opname in een gesloten instelling noodzakelijk is om de juiste zorg te bieden en ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank heeft eerder, op 20 september 2022, het verzoek om machtiging aangehouden omdat er onvoldoende bewijs was dat het gedrag van betrokkene een gevolg was van het syndroom van Korsakov. Na aanvullende medische verklaringen en een mondelinge behandeling op 18 oktober 2022, waarin verschillende deskundigen en betrokkene zelf zijn gehoord, concludeert de rechtbank dat er een causaal verband bestaat tussen het gedrag van betrokkene en haar aandoening. De rechtbank stelt vast dat betrokkene niet in staat is om de gevolgen van haar handelen te overzien, wat leidt tot levensbedreigende situaties.
De rechtbank oordeelt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat betrokkene een beschermde omgeving nodig heeft. De machtiging tot opname en verblijf wordt verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 18 april 2023. Betrokkene heeft zich verzet tegen de opname, maar de rechtbank oordeelt dat dit verzet niet voldoende is om de machtiging te weigeren. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J. Teertstra en is op 25 oktober 2022 schriftelijk uitgewerkt.