ECLI:NL:RBNNE:2022:394

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
18/184136-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van diefstal met geweld

Op 17 februari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997, die werd beschuldigd van diefstal met geweld. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, waaronder het primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde. De zaak was ontstaan naar aanleiding van een incident op 20 december 2019, waarbij de verdachte en een medeverdachte een telefoon en een rugzak zouden hebben weggenomen van een slachtoffer op de openbare weg in Groningen. De officier van justitie had veroordeling gevorderd, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor medeplichtigheid of medeplegen van de diefstal met geweld. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte geweld had gebruikt of dat hij op de uitkijk had gestaan. De enkele aanwezigheid van de verdachte op de plaats delict was niet voldoende om tot een veroordeling te komen. De rechtbank benadrukte dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bood voor de beschuldigingen en sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/184136-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 februari 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats], wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 februari 2022. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.O. Roosjen, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. Lubbers.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primairhij op of omstreeks 20 december 2019 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op/aan de openbare weg (Hofstraat) een telefoon (merk/type Samsung S10) en/of een rugzak (met inhoud), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door samen met zijn medeverdachte, althans alleen, achter die [slachtoffer] aan te lopen en/of hem te achtervolgen een steeg(je) bij Hofstraat in en/of alsdaar (plotseling/onverhoeds) die [slachtoffer] een of meermalen (tegen het hoofd) te stompen/slaan (waardoor die [slachtoffer] ten val kwam) en/of (daarbij) te zeggen: "Geef hier die telefoon, geef hier die telefoon en doe eens normaal!", althans woorden van gelijke aard of strekking;
Subsidiair
[medeverdachte] op of omstreeks 20 december 2019 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op/aan de openbare weg (Hofstraat) een telefoon (merk/type Samsung S10) en/of een rugzak (met inhoud), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren door achter die [slachtoffer] aan te lopen en/of hem te achtervolgen een steeg(je) bij Hofstraat in en/of alsdaar
(plotseling/onverhoeds) die [slachtoffer] een of meermalen (tegen het hoofd) te stompen/slaan (waardoor die [slachtoffer] ten val kwam) en/of (daarbij) te zeggen: "Geef hier die telefoon, geef hier die telefoon en doe eens normaal!", althans woorden van gelijke aard of strekking;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 20 december 2019 te Groningen opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door toen en daar opzettelijk die [medeverdachte] te vergezellen door (samen) achter die [slachtoffer] te achter volgen, althans achter die [slachtoffer] aan te lopen en/of (vervolgens) voor die
[medeverdachte] "een oogje in het zeil te houden";
Meer subsidiair
hij op of omstreeks 20 december 2019 te Groningen, een telefoon (merk/type Samsung S10, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het subsidiaire feit tot een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 90 uren te vervangen door 45 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 1 jaar. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de aangifte wordt ondersteund door een onafhankelijke getuigenverklaring. De getuige heeft verklaard dat hij jongens hoorde roepen: ‘geef hier die telefoon, geef hier die telefoon en doe eens normaal’. Vervolgens kreeg aangever meerdere klappen en is de telefoon door medeverdachte [medeverdachte] meegenomen naar de woning van verdachte. Er is geen geweld gebruikt door verdachte, maar zijn handelingen zijn voldoende om te kunnen spreken van medeplichtigheid aan de diefstal met geweld. Verdachte was samen met medeverdachte ’s nachts op pad. Zodra aangever passeert gaat medeverdachte [medeverdachte] erachteraan om de telefoon weg te nemen. Hierbij houdt verdachte de uitkijk en nadat de telefoon in het bezit is van medeverdachte [medeverdachte] gaan beide verdachten er snel vandoor. Verdachte heeft het uitgeoefende geweld door medeverdachte [medeverdachte] op de koop toegenomen. Het wegnemen van de tas kan niet worden bewezen verklaard en van dat onderdeel moet verdachte worden vrijgesproken.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primaire en subsidiaire feit. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte heeft het slachtoffer niet achtervolgd noch geweld gebruikt. Verdachte heeft ingegrepen toen het escaleerde tussen slachtoffer en medeverdachte [medeverdachte]. Er is geen sprake van medeplegen dan wel medeplichtigheid aan een diefstal met geweld. De weggenomen telefoon van aangever is in de woning van verdachte geweest. Medeverdachte [medeverdachte] nam de telefoon mee naar de woning van verdachte en toen medeverdachte [medeverdachte] wegging nam hij de telefoon ook weer mee. Mocht de rechtbank dat voldoende achtten voor een strafbare heling dan is het een heling geweest van zeer korte duur.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Ten aanzien van het primaire en subsidiaire ten laste gelegde is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om te kunnen spreken van medeplegen dan wel medeplichtigheid aan een diefstal met geweld. Uit geen van de bewijsmiddelen volgt dat verdachte geweld heeft gebruikt en/of dat er sprake was van een vooraf besproken plan en/of dat hij op de uitkijk heeft gestaan. Het enkel niet ingrijpen is onvoldoende om te kunnen spreken van medeplichtigheid. De omstandigheid dat verdachte ’s nachts op pad was maakt dit niet anders. Bovendien volgt uit de aangifte dat het slachtoffer door één persoon is geslagen en uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] blijkt dat hij degene is geweest die geweld heeft gebruikt én de telefoon heeft weggenomen bij het slachtoffer.
Om dezelfde redenen is er naar het oordeel van de rechtbank evenmin wettig en overtuigend bewijs voorhanden om tot een bewezenverklaring te komen van het primair ten laste gelegde in de zin dat verdachte dit feit zelf zou hebben gepleegd. Dit betekent dat de rechtbank verdachte hiervan zal vrijspreken. Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank verdachte eveneens vrijspreken van subsidiaire ten laste gelegde nu op grond van het dossier evenmin kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid.
Ten aanzien van het meer subsidiaire ten last gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Uit de bewijsmiddelen blijkt onvoldoende of verdachte op 20 december 2019 daadwerkelijk zelf handelingen heeft verricht met de weggenomen telefoon. Vast staat enkel dat de telefoon meegenomen is naar de woning van verdachte. Dat is op zichzelf echter onvoldoende om aan te kunnen nemen dat verdachte opzet had op het voorhanden hebben van deze telefoon. De rechtbank zal verdachte daarom ook vrijspreken van het meer subsidiaire ten laste gelegde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. M.S. van der Kuijl en mr. J. van Boven, rechters, bijgestaan door mr. H.A. Vonk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 februari 2022.
Mr. M.S. van der Kuijl is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.