ECLI:NL:RBNNE:2022:3916
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van een penthouse met dakterras
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser, eigenaar van een penthouse met dakterras, tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning door de heffingsambtenaar van de gemeente Emmen. De WOZ-waarde was vastgesteld op € 423.000 per 1 januari 2020, maar eiser betwist deze waarde en stelt dat deze niet hoger is dan € 355.000. De rechtbank heeft de zaak op 17 oktober 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en een taxateur namens verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld, omdat in de matrix die verweerder heeft overgelegd, geen rekening is gehouden met de dakterrassen van twee vergelijkingswoningen. De rechtbank stelt de waarde schattenderwijs vast op € 413.000, omdat beide partijen niet in hun bewijslast zijn geslaagd. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat de WOZ-waarde voor het jaar 2020 wordt vastgesteld op € 413.000, wat ook gevolgen heeft voor de belastingaanslagen.
Daarnaast moet verweerder het griffierecht aan eiser vergoeden en een vergoeding voor proceskosten betalen, vastgesteld op € 1.028. De rechtbank hanteert een wegingsfactor van 0,5 voor de proceskosten, omdat de werkzaamheden van de rechtsbijstandverlener van eenvoudige aard en beperkte duur zijn en er sprake is van een gering financieel belang. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen en is openbaar uitgesproken op 28 oktober 2022.