ECLI:NL:RBNNE:2022:3915
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woonboerderij en de toepassing van de cultuurgrondvrijstelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 28 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woonboerderij beoordeeld. Eiser, eigenaar van een in 1839 gebouwde vrijstaande woonboerderij met een oppervlakte van 1,5 hectare, heeft bezwaar gemaakt tegen de door verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente Tynaarlo, vastgestelde WOZ-waarde van € 522.000 per 1 januari 2020. De rechtbank oordeelt dat de door verweerder gebruikte vergelijkingswoningen, ondanks hun verschillen in bouwjaar en kenmerken, voldoende vergelijkbaar zijn om de waarde van de woning te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld, waarbij rekening is gehouden met de kwaliteit en ligging van de vergelijkingswoningen.
Daarnaast wordt de vraag behandeld of de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is. Eiser stelt dat de grond landbouwgrond betreft en dus onder de vrijstelling valt. De rechtbank oordeelt echter dat eiser de grond niet bedrijfsmatig exploiteert, waardoor de vrijstelling niet van toepassing is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de uitspraak op bezwaar en de aanslag in stand blijven. Eiser krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.