ECLI:NL:RBNNE:2022:3808

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
21 oktober 2022
Zaaknummer
18-074657-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor wederrechtelijke vrijheidsberoving, bedreiging, vernieling en poging tot diefstal met ex-vriendin als slachtoffer

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder wederrechtelijke vrijheidsberoving, bedreiging, vernieling en poging tot diefstal. De verdachte, geboren in 1989, heeft zijn ex-vriendin op 20 februari 2022 in haar woning in Leeuwarden bedreigd met een vleesvork en haar gedwongen om naar beneden te gaan. Hij heeft haar gedurende langere tijd bedreigd en in haar vrijheid beroofd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van het slachtoffer consistent en gedetailleerd zijn, en dat deze steun vinden in andere bewijsmiddelen, zoals telefoongegevens en verklaringen van getuigen. De verdachte heeft aanvankelijk ontkend in de woning te zijn geweest, maar heeft zijn verklaring later gewijzigd.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarden een klinische behandeling en andere reclasseringsmaatregelen. De rechtbank heeft ook een contactverbod en een gebiedsverbod opgelegd, gezien de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en verslavingsproblematiek, en heeft geoordeeld dat de kans op herhaling groot is. De rechtbank heeft de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, maar heeft desondanks een stevige straf opgelegd om de veiligheid van het slachtoffer te waarborgen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18-074657-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken van 14 oktober 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 30 september 2022 en 14 oktober 2022. Op 30 september 2022 is verdachte verschenen, bijgestaan door mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 20 februari 2022 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, in een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers is/heeft verdachte toen aldaar
  • die woning van die [slachtoffer] binnengedrongen/binnengegaan en/of
  • de slaapkamer, waar die [slachtoffer] in bed lag, binnengegaan en/of
  • met een vleesvork in verdachtes hand naast dat bed (waar die [slachtoffer] in lag) gaan envervolgens blijven staan en/of
  • dreigend die vleesvork boven het lichaam van die [slachtoffer] gehouden en/of
  • tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij haar zou vermoorden/dood zou maken, althans woorden vangelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
  • die [slachtoffer] (onder bedreiging van dat mes) gedwongen naar beneden te gaan en/of (beneden) op een bank plaats te nemen en/of
  • gedurende langere tijd die [slachtoffer] (in die woning) met die vleesvork bedreigd en/of (nadatverdachte die [slachtoffer] had gedwongen weer naar boven te gaan)
  • ( op een bed) boven op die [slachtoffer] gaan en vervolgens blijven liggen en/of
  • in de keel/hals van die [slachtoffer] geknepenen zodoende die [slachtoffer] in haar woning (op enigerlei wijze) gedurende langere, althans enige, tijd wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden;
2 hij op of omstreeks 20 februari 2022 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, in een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door opzettelijk (be)dreigend
  • de woning van die [slachtoffer] binnen te dringen/gaan en/of
  • met een vleesvork in verdachtes hand naast het bed (waar die [slachtoffer] in lag) te gaan envervolgens te blijven staan en/of
  • die vleesvork boven het lichaam van die [slachtoffer] te houden en/of
  • tegen die [slachtoffer] heeft te zeggen dat hij haar zou vermoorden/dood zou maken, althanswoorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking en/of
  • gedurende langere tijd die [slachtoffer] (in die woning) met die vleesvork te bedreigen en/of
  • ( op een bed) boven op die [slachtoffer] te gaan en vervolgens te blijven liggen en/of
  • in de keel/hals van die [slachtoffer] te knijpen;
3. hij op of omstreeks 13 maart 2022 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, in een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] opzettelijk en wederrechtelijk meerdere jassen en/of een paar schoenen en/of meerdere truien en/of jurkjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4. hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 22 maart 2022 en 23 maart 2022 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] enig goed (van verdachtes gading), dat geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking, en/of inklimming en/of een valse sleutel (te weten een eerder door verdachte weggenomen sleutel van de woning van die [slachtoffer] ), door middel van die valse sleutel of door middel van braak of verbreking en/of inklimming die woning van die [slachtoffer] is binnengegaan en/of vervolgens in die woning heeft gezocht naar enig(e) goed(eren) van verdachtes gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle feiten. Ten aanzien van de feiten 1 en 2 heeft zij aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar is en steun vindt in de verklaring van de vader van verdachte en de telefoongegevens waaruit blijkt dat verdachte in de woning van
[slachtoffer] is geweest en foto’s heeft gemaakt.
Feit 3 kan wettig en overtuigend worden bewezen op grond van de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte.
Feit 4 kan ook wettig en overtuigend worden bewezen. Verdachte was in de woning van [slachtoffer] en is op de vlucht geslagen toen hij mensen hoorde. Deze gedragingen zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op het voltooien van een woninginbraak.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1 vanwege het ontbreken van wettig bewijs. De verklaring van de vader van verdachte biedt niet voldoende steun aan de aangifte om de onder 1 ten laste gelegde handelingen wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
Feit 2 kan wel wettig en overtuigend worden bewezen, omdat uit de verklaring van de vader van verdachte blijkt dat hij [slachtoffer] zou hebben bedreigd.
Feit 3 kan wettig en overtuigend worden bewezen, omdat verdachte dit feit heeft bekend. Ten slotte heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat vrijspraak moet volgen voor feit 4 vanwege het ontbreken van overtuigend bewijs. Verdachte was in de woning van [slachtoffer] om zijn eigen spullen op te halen. De uiterlijke verschijningsvorm van de gedragingen van verdachte passen daarbij.
Oordeel van de rechtbank
Feiten 1, 2 en 4
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 30 september 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
In de nacht van 20 februari 2022 was ik in de woning van [slachtoffer] aan de [straatnaam] in Leeuwarden. Ik kwam de woning binnen met een sleutel.
Op 23 maart 2022 was ik in de woning van [slachtoffer] aan de [straatnaam] in Leeuwarden. Toen [slachtoffer] er aan kwam, heb ik de woning verlaten via het raam op de bovenverdieping. De tv die in de woning stond was van [slachtoffer] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 26 maart 2022,opgenomen op pagina 157 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022072560 van 2 mei 2022 inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Welke spullen ging je ophalen?
A: Het ging om […] tv, kleding, foto's en papieren van mijn ID-kaart.
V: Waar lagen die spullen?
A: foto's en papieren lagen beneden. De tv ook. Maar die spullen heb ik nog niet. Ik ben niet zover gekomen want toen kwam [slachtoffer] er al aan.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 23 februari 2022,opgenomen op pagina 30 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op zondag 20 februari 2022 was ik in mijn woning aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Ik lag te slapen in mijn slaapkamer. Omstreeks 02:30 uur werd ik wakker van geluiden in de slaapkamer. Toen ik de ogen open deed zag ik een persoon naast het bed staan. Ik herkende deze persoon als [verdachte] . Ik zag dat hij in zijn hand een vleesvork vasthield. Ik zag dat [verdachte] deze vleesvork met gebalde vuist heel stevig vasthield. Ik zag dat hij deze vleesvork met de punten naar beneden vasthield zodat hij direct stekende bewegingen kon maken. Hij eiste dat ik naar beneden zou gaan. Ik hoorde [verdachte] tegen mij zeggen dat hij mij zou vermoorden. In de woonkamer moest ik van hem op de bank gaan zitten. In de tussentijd was ons zoontje wakker geworden. Ik heb toen ons zoontje wel de fles kunnen geven. [verdachte] bleef continu op de overloop staan met de vleesvork steeds in zijn handen. Na een tijdje moest ik van [verdachte] weer naar mijn slaapkamer toe. Ik moest van hem op bed gaan liggen. Dit wilde ik niet waardoor er een discussie ontstond. Steeds zei hij tegen mij dat hij ging vermoorden. Ik denk dat hij ongeveer 2.5 uren met de vleesvork in zijn handen stond en er mee dreigde. Meerdere keren zei hij tegen mij dat hij mij toch dood ging maken. Ik ben uiteindelijk onder dwang wel op bed gaan. Op bed kwam [verdachte] boven op mij liggen. Hij probeerde mijn keel dicht te knijpen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster van 24 februari
2022, opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer]
:
V: Je verklaarde dat hij op enig moment boven jou kwam staan. Kan je deze situatie voor mij omschrijven?
A: Hij is om het bed heen gelopen en hij leunde voorover en zei dat ik op moest staan en mee moest komen met hem. De vork had hij op dat moment ook nog in zijn handen.
V: Je verklaarde dat je van hem op de bank moest zitten en op enig moment je zoontje wakker werd. Hoe lang heb jij uiteindelijk op de bank gezeten?
A: Dat duurde niet heel erg lang. Ik denk een half uurtje of.
V: Hoe weet jij dit?
A: Ik heb een grote klok op mijn woonkamer.
V: Je verklaarde dat hij op dat moment ook je keel dicht kneep. Hoe deed hij dit?
A: Hij deed 1 hand om mijn keel en met de andere hand had hij mijn handen vast.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 31 maart 2022,opgenomen op pagina 98 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] :
[verdachte] vertelde mij dat hij met behulp van die nagemaakte sleutel de woning van [slachtoffer] was binnengegaan en haar die nacht had bedreigd. [verdachte] vertelde mij dat zoals [slachtoffer] het bij de politie had aangegeven wel klopte.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 22 maart 2022,opgenomen op pagina 115 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op maandag 21 maart 2022 bekeek ik de telefoongegevens van verdachte [verdachte] . Ik zie een whatsapp gesprek tussen [verdachte] en [slachtoffer] . Dit gesprek is op 20 februari 2022. In dit bericht staat het volgende:
[slachtoffer] 10:45:48: Ik wil je laten weten dat ik je vader wel ga bellen en ook overweeg om aangifte te doen. Je bent veel en veel te ver gegaan en lijkt niet eens door te hebben hoe fout je zit.
[verdachte] : [slachtoffer] doe dat ajb niet. Dan mag ik er niet meer in. En sta ik op straat.
[slachtoffer] : Dacht mocht je al niet meer toch. Ja en ik was bijna dood.
[verdachte] : Jawel. Wil je opnemen.
[slachtoffer] : Nee. Je bedreigd mij zelfs nog toen je weg ging.
[verdachte] : Heb je me vader echt bericht.
[slachtoffer] : Nee maar ik ga hem wel bellen
[verdachte] : Doe dat ajb niet
[slachtoffer] : [verdachte]
: Ja ik snap je punt wel
[slachtoffer] : Dit had je eerder moeten bedenken
[verdachte] : Dan help je me echt de goot in
[slachtoffer] : Nee dat heb je zelf gedaan. Dan had je niet midden in de nacht naast mijn bed komen staan met een mes.
[slachtoffer] : Ga je nog vertellen hoe je binnen bent gekomen?
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 23 maart 2022, opgenomen op pagina 68 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op woensdag 23 maart 2022 omstreeks 09:00 uur had ik een afspraak met de deurwaarder en dhr. [naam 2] om een schouw te houden in de woning. Toen ik binnen kwam hoorde ik gestommel boven en had direct in de gaten, dat moet mijn ex vriend zijn, genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1989.
Ik ben hierop direct naar achteren gelopen door de keuken naar de achterdeur. Toen ik die open deed en naar boven keek, zag ik het slaapkamer raam helemaal open staan. Ik vond dit vreemd, want deze laat ik nooit helemaal openstaan. Vervolgens zag ik dat op de stoel die tegen de wand aan staat [verdachte] zijn jas liggen.
Overweging ten aanzien van het eerste en tweede feit
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte in de nacht van 20 februari 2022 in de woning van [slachtoffer] is geweest. Verdachte en [slachtoffer] hebben een andere verklaring afgelegd over wat er zich die nacht in de woning heeft afgespeeld.
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij omstreeks 2:30 uur wakker werd en zag dat verdachte met een vleesvork in zijn hand naast haar bed stond. Zij moest van verdachte naar beneden gaan. Verdachte heeft meermalen gezegd dat hij haar zou vermoorden. Op enig moment moest zij weer op bed gaan liggen. Verdachte is op haar gaan liggen en heeft in haar keel geknepen.
Verdachte heeft aanvankelijk, bij de politie, ontkend dat hij in de woning van [slachtoffer] is geweest. Ter zitting heeft hij zijn verklaring gewijzigd en verklaard dat hij in de woning van [slachtoffer] is geweest. Hij handhaaft zijn ontkenning van de ten laste gelegde handelingen. Naar eigen zeggen was hij onder invloed van alcohol en drugs en is hij de woning binnen gegaan om – met toestemming van [slachtoffer] – zijn roes uit te slapen.
Bij het beoordelen van het bewijs neemt de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] als uitgangspunt. Zij heeft - in tegenstelling tot verdachte - gedetailleerd en consistent verklaard over de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in haar woning in de nacht van 20 februari 2022. De verklaring van [slachtoffer] vindt steun in de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen. Verdachte heeft tegen zijn vader gezegd dat hij [slachtoffer] heeft bedreigd. Ook heeft hij gezegd dat wat [slachtoffer] bij de politie heeft verteld, klopt. Daarnaast vindt haar verklaring steun in de appberichten die zij een aantal uren na het vertrek van verdachte naar hem heeft gestuurd. De rechtbank ziet daarom geen reden om te twijfelen aan haar verklaring.
Gelet op het voorgaande hecht de rechtbank geen geloof aan de verklaring van verdachte dat hij slechts in de woning was om zijn roes uit te slapen. De rechtbank acht de feiten 1 en 2 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Overweging ten aanzien van het vierde feit
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte omstreeks 23 maart 2022 wederom in de woning van [slachtoffer] was. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij daar was om enkele goederen, waaronder de tv, op te halen. Ter zitting heeft hij verklaard dat hij wist dat de tv van [slachtoffer] was. De rechtbank is daarom van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte omstreeks 23 maart 2022 heeft geprobeerd de tv van [slachtoffer] zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet duidelijk volgt dat sprake is van braak, verbreking, inklimming of een valse sleutel en zal verdachte daarom vrijspreken van dat onderdeel van de tenlastelegging.
Feit 3
De rechtbank acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 september 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 18 maart 2022,opgenomen op pagina 56 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022072560 van 2 mei 2022 inhoudend de verklaring van [slachtoffer] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij op 20 februari 2022 te Leeuwarden in een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers is/heeft verdachte toen aldaar
  • die woning van die [slachtoffer] binnengedrongen en
  • de slaapkamer, waar die [slachtoffer] in bed lag, binnengegaan en
  • met een vleesvork in verdachtes hand naast dat bed (waar die [slachtoffer] in lag) gaan envervolgens blijven staan en
  • dreigend die vleesvork boven het lichaam van die [slachtoffer] gehouden en
  • tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij haar zou vermoorden en
  • die [slachtoffer] gedwongen naar beneden te gaan en (beneden) op een bank plaats te nemen en
  • gedurende langere tijd die [slachtoffer] (in die woning) met die vleesvork bedreigd en (nadatverdachte die [slachtoffer] had gedwongen weer naar boven te gaan) - ( op een bed) boven op die [slachtoffer] gaan en vervolgens blijven liggen en
  • in de keel van die [slachtoffer] geknepenen zodoende die [slachtoffer] in haar woning gedurende enige tijd wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden;
2 hij op 20 februari 2022 te Leeuwarden in een woning gelegen aan de [straatnaam] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door opzettelijk (be)dreigend
  • de woning van die [slachtoffer] binnen te dringen en
  • met een vleesvork in verdachtes hand naast het bed (waar die [slachtoffer] in lag) te gaan envervolgens te blijven staan en
  • die vleesvork boven het lichaam van die [slachtoffer] te houden en
  • tegen die [slachtoffer] heeft te zeggen dat hij haar zou vermoorden en
  • gedurende langere tijd die [slachtoffer] (in die woning) met die vleesvork te bedreigen en
  • ( op een bed) boven op die [slachtoffer] te gaan en vervolgens te blijven liggen en- in de keel van die [slachtoffer] te knijpen;
3. hij op 13 maart 2022 te Leeuwarden in een woning gelegen aan de [straatnaam] opzettelijk en wederrechtelijk meerdere jassen en een paar schoenen en meerdere truien en jurkjes, die geheel aan [slachtoffer] , toebehoorden heeft vernield;
4. hij omstreeks 23 maart 2022 te Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] enig goed toebehorende aan [slachtoffer] weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaardeHet onder 1 en 2 bewezen verklaarde levert op:
de eendaadse samenloop van:
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle feiten wordt veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, waaronder de klinische behandeling. Het is wenselijk dat de klinische behandeling start op het moment dat het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf is uitgezeten. De officier van justitie heeft daarom voorgesteld het onderzoek ter terechtzitting van 30 september 2022 niet te sluiten in afwachting van een opnamedatum. Subsidiair heeft zij een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 14 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van 3 jaar gevorderd. De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM) ex artikel 38z Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) opgelegd moet worden. Ten slotte heeft de officier van justitie gevorderd dat een contactverbod met aangeefster en een gebiedsverbod voor Heerenveen wordt opgelegd in de vorm van de maatregel ex artikel 38v Sr, met een vervangende hechtenis van 1 week per overtreding, met een maximum van 6 maanden. Contact over het zoontje van aangeefster en verdachte mag uitsluitend plaatsvinden via hulpverleningsinstanties. De officier van justitie heeft rekening gehouden met het advies verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte gelet op zijn problematiek een klinische behandeling zal moeten ondergaan. Net als de officier van justitie heeft de raadsman ervoor gepleit dat de klinische behandeling aansluitend op detentie moet aanvangen. Verdachte heeft geen bezwaar tegen het gevorderde gebiedsverbod dus dat kan worden opgelegd. De raadsman heeft aangevoerd dat een contactverbod mogelijk niet haalbaar is, omdat verdachte en aangeefster contact moeten hebben over hun zoontje.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgestelde rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Verdachte heeft vier strafbare feiten gepleegd. Het slachtoffer was in alle gevallen zijn ex-vriendin. Hij is op 20 februari 2022 midden in de nacht haar woning binnengedrongen en heeft haar die nacht onder bedreiging van een vleesvork van haar vrijheid beroofd. Hij heeft daarbij gedreigd dat hij haar zou vermoorden. Het slachtoffer heeft daardoor doodsangsten uitgestaan.
Vanwege de gebeurtenissen in de nacht van 20 februari 2022 voelde het slachtoffer zich niet meer veilig in haar eigen woning en is zij noodgedwongen bij haar moeder gaan wonen. Toen zij op 13 maart 2022 naar huis ging om wat kleding op te halen, bleek dat verdachte in haar woning was geweest en haar kleding kapot had gemaakt.
Op 23 maart 2022 kwam slachtoffer bij haar woning. Ze hoorde gestommel op de bovenverdieping en trof de jas van verdachte aan. Verdachte was wederom haar woning binnengedrongen en wilde onder andere de tv van slachtoffer meenemen.
De rechtbank vindt het zeer ernstig dat verdachte tot drie keer toe de woning van het slachtoffer is binnengedrongen. Het staat buiten kijf dat dit soort feiten, met name de vrijheidsberoving en de bedreiging, een grove inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en zorgen voor gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer. Slachtoffer voelt zich door toedoen van verdachte niet meer veilig in haar eigen woning en moest samen met hun zoontje elders onderdak vinden. De rechtbank rekent dit verdachte zeer aan.
Naast de ernst van de feiten houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is gekomen vanwege huiselijk geweld.
Over verdachte heeft GZ-psycholoog drs. B.Y. van Toorn een rapportage opgemaakt. Uit het rapport volgt dat bij verdachte sprake is van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis van lichte ernst, een stoornis in gebruik van cocaïne, van antisociale persoonlijkheidskenmerken, een persisterende complexe rouwstoornis en een partner-relatieprobleem. Verdachte heeft door zijn problematiek geen oog voor het standpunt van een ander. De stoornissen waren aanwezig in de periode van het tenlastegelegde en hebben een rol gespeeld bij de gepleegde feiten. Het advies van de psycholoog is om verdachte het tenlastegelegde in verminderde mate toe te rekenen. De rechtbank neemt, mede gelet op de toedracht van de feiten en de omstandigheid dat niet is gebleken van aanwijzingen voor de juistheid van een andersluidend oordeel, deze conclusie over en zal de feiten in verminderde mate aan verdachte toerekenen.
Het risico op geweld bij toekomstig stalkinggedrag en het risico op geweld in zijn algemeenheid wordt door de psycholoog als hoog ingeschat. Om de kans op herhaling te verminderen is een intensieve klinische behandeling, gericht op de verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek noodzakelijk. Het advies is een behandeling op een afdeling voor mensen met LVB-problematiek, een hoge zorgintensiteit en een hoog beveiligingsniveau. De behandeling zou vorm kunnen krijgen in het kader van een bijzondere voorwaarde, in combinatie met een maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr.
Uit het reclasseringsrapport van 29 juli 2022 volgt dat de reclassering de kans op herhaling ook als groot inschat. Zij adviseert een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden de meldplicht, een klinische behandeling, een ambulante vervolgbehandeling, begeleid wonen, meewerken aan middelencontrole en een contactverbod.
Gevangenisstraf
De feiten rechtvaardigen de oplegging van een forse gevangenisstraf. De rechtbank is gelet op de adviezen van de psycholoog en de reclassering van oordeel dat verdachte daarnaast een intensieve klinische behandeling zal moeten ondergaan om de kans op herhaling te beperken. De rechtbank zal aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van 3 jaren. Als bijzondere voorwaarden legt de rechtbank de meldplicht, een klinische behandeling, een ambulante vervolgbehandeling, begeleid wonen en meewerken aan middelencontrole op. De klinische behandeling zal indien mogelijke aansluitend op de detentieperiode starten. De rechtbank zal de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde weer een misdrijf zal begaan dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam.
Vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr
Gelet op de aard van de bewezen verklaarde feiten en de vastgestelde problematiek van verdachte zal de rechtbank een vrijheidsbeperkende maatregel in de vorm van een contactverbod en een gebiedsverbod zoals bedoeld in artikel 38v Sr aan verdachte opleggen ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. Verdachte mag niet in Heerenveen komen en mag geen contact hebben met aangeefster. Contact over het zoontje van verdachte en aangeefster is alleen mogelijk als er sprake is van een goedgekeurd ouderschapsplan en met de uitdrukkelijke toestemming van Veilig Thuis, Fier Fryslân en/of Jeugdzorg. De rechtbank zal deze maatregel opleggen voor de duur van 3 jaren. De vervangende hechtenis bij het overtreden van deze verboden bedraagt 1 week per overtreding met een maximale totale duur van 6 maanden.
De rechtbank ziet, anders dan de officier van justitie, geen aanleiding om in aanvulling op de bijzondere voorwaarden een GVM ex artikel 38z Sr op te leggen. De doelen die door een GVM worden nagestreefd, worden voldoende gewaarborgd met het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 45, 55, 57, 282, 285, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 8 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
  • meewerkt aan het reclasseringstoezicht en zich op eerste uitnodiging meldt bij VerslavingszorgNoord Nederland te Leeuwarden, aan de Oostergoweg 6, en zich daarna blijft melden zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • zich laat opnemen in [instelling] te [plaats] of een andere kliniek, te bepalen door de justitiëleinstantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zo mogelijk aansluitend op de detentieperiode. De opname duurt maximaal 18 maanden, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Veroordeelde dient – indien opname aansluitend of tijdens detentie plaatsvindt – op de opnamedag door DV&O te worden vervoerd naar de [instelling] te [plaats].
  • zich ambulant laten behandelen door verslavingszorg te Leeuwarden of een soortgelijkezorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend op het klinische behandeltraject. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
  • verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, tebepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend op het klinische behandeltraject en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
  • meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te monitoren ente beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek ter controle inzetten. De reclassering bepaalt wanneer en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Legt op
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidinhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 3 jaren:
  • zich niet zal ophouden in Heerenveen;
  • op geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] met uitzondering van het contact met instemming van Veilig Thuis, Fier Fryslân of Jeugdzorg, indien en voorzover dit plaatsvindt in het kader van een goedgekeurd ouderschapsplan in het kader van de omgang met zoon [naam 3] , geboren op [geboortedatum] .
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van de vervangende hechtenis bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van in totaal zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Joha, voorzitter, mr. G.W.G. Wijnands en mr. M.M. Spooren, rechters, bijgestaan door mr. T.M. Doorn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 oktober 2022.
Mr. M.E. Joha is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.