Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 weken.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich allereerst schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. Op de dag van het incident heeft verdachte naar aanleiding van een ruzie met het slachtoffer in het AZC te Delfzijl een mes opgehaald. Verdachte heeft het slachtoffer vervolgens op klaarlichte dag met een mes in de schouder gestoken. Op de spoedeisende hulp in het ziekenhuis is bij het slachtoffer een steekverwonding in zijn schouder geconstateerd, welke verwonding moest worden gehecht. Uit de toelichting op de vordering tot schadevergoeding blijkt dat het slachtoffer nog steeds nadelige gevolgen ondervindt van het handelen van verdachte. Verdachte heeft met zijn gedrag geen enkel respect getoond voor de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een kleine hoeveelheid softdrugs. De rechtbank rekent verdachte deze feiten aan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 29 augustus 2022, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Gelet op het voorgaande, alsmede de oriëntatiepunten van het LOVS, is oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel passend.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte overweegt de rechtbank dat uit het retourverslag van de reclassering d.d. 19 september 2022 volgt dat de reclassering geen contact heeft kunnen krijgen met verdachte. Verdachte moest vanwege de verdenking van de poging tot zware mishandeling vertrekken uit het AZC te Delfzijl, waarna hij zich kon melden bij het COA in Hoogeveen. Uit navraag bij het COA is gebleken dat verdachte daar sinds 15 juli jl. niet meer verblijft. Waar verdachte momenteel verblijft, is onbekend.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf met aftrek van voorarrest opleggen.