ECLI:NL:RBNNE:2022:3731

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
18-148581-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewapende overval op nachtwinkel met diefstal en bedreiging

Op 10 oktober 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van een gewapende overval op een nachtwinkel in Groningen op 15 juni 2022. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tweede tenlastelegging, die betrekking had op winkeldiefstal bij Kruidvat, omdat er onvoldoende bewijs was om de verdachte aan deze diefstal te linken. De rechtbank oordeelde dat er twijfel bestond over de gang van zaken en dat het door de verdachte geschetste scenario niet kon worden uitgesloten. Echter, de rechtbank achtte de eerste tenlastelegging, diefstal met geweld, wettig en overtuigend bewezen. De verdachte had tijdens de overval een mes gebruikt om de winkelmedewerker te bedreigen en had sigaretten en geld weggenomen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van twee jaar op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het delict en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsdelicten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen verantwoordelijkheid had genomen voor zijn daden en dat de overval een grote impact had op de veiligheid in de samenleving. De rechtbank gelastte ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18-148581-22
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18-116528-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 10 oktober 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , zonder vaste woon- of verblijfplaats, thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 september 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.M. Hoogenraad, advocaat te Zoetermeer. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Hij op of omstreeks 15 juni 2022 te Groningen, een (aantal) pakken sigaretten (te weten onder meer Marlboro en/of Camel en/of Lucky Strike) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele, aan winkelbedrijf [naam winkel] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een mes aan voornoemde [naam slachtoffer] te tonen en/of zichtbaar voor die [naam slachtoffer] voorhanden te hebben en/of tegen die [naam slachtoffer] te zeggen: “Kassa, kassa en sigaretten” en/of de “De kassa opendoen” althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
2.
Hij op of omstreeks 15 juni 2022 te Groningen, deodorant en/of douchegel en/of een nagelknipper en/of wenkbrauwscheermesjes, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan winkelbedrijf Kruidvat, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen op grond van de bewijsmiddelen in het dossier in onderlinge samenhang beschouwd. Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen op grond van de aangifte en het proces-verbaal van aanhouding, waaruit blijkt dat er onder verdachte gestolen goederen, afkomstig van de Kruidvat, zijn aangetroffen zonder dat verdachte daarvoor een goede verklaring kan geven.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het dossier geen enkel bewijsmiddel bevat dat verdachte direct linkt aan de overval, waardoor er onvoldoende overtuigend bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen. Het dossier is op een heel aantal punten onduidelijk. Zo is het onder andere onduidelijk welke goederen bij de diefstal exact zijn weggenomen, hoeveel muntgeld bij verdachte aangetroffen is, de vraag of de kleding die verdachte droeg bij de aanhouding daadwerkelijk overeenkomt met de kleding van de overvaller en welke schoenen verdachte aan had ten tijde van de aanhouding. De camerabeelden zijn onvoldoende duidelijk om de overvaller te herkennen. Bovendien voldoet verdachte niet aan het door aangever opgegeven signalement, nu verdachte niet van Somalische of Egyptische afkomst is. Ook valt uit de telefoongegevens van verdachte en de bij verdachte aangetroffen sigaretten niet af te leiden dat verdachte de overval gepleegd heeft. Verdachte kan de sigaretten bijvoorbeeld van iemand gekocht hebben en bovendien komt de hoeveelheid bij verdachte aangetroffen sigaretten niet overeen met het aantal bij de overval weggenomen pakjes sigaretten. De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte mogelijk een aantal pakjes sigaretten zou hebben verkocht, maar dit is onaannemelijk omdat bij verdachte minder geld is aangetroffen dan dat bij de overval weggenomen is. Op basis van het dossier kan al met al niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verdachte het feit gepleegd heeft en dat hij derhalve moet worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het dossier enkel een aangifte bevat en dat er geen steunbewijs is. Verdachte heeft verklaard dat hij de bij hem aangetroffen goederen gekocht heeft in een ander filiaal van de Kruidvat, voorafgaand aan de vermeende diefstal. Nu het door verdachte beschreven scenario op basis van het dossier niet kan worden uitgesloten en niet voldaan is aan het wettelijke bewijsminimum, dient verdachte ook van dit feit vrijgesproken te worden.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. Hoewel er op zichzelf voldoende wettig bewijs voorhanden is, heeft de rechtbank niet de overtuiging gekregen dat buiten redelijke twijfel gesteld kan worden dat verdachte zich op 15 juni 2022 in de Kruidvat schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal. De rechtbank heeft bij dit oordeel in aanmerking genomen dat in de aangifte slechts zeer summier opgemerkt wordt dat een aantal goederen door verdachte uit zicht zijn gebracht en in een plastic tas zijn gestopt, zonder verdere toelichting, en dat het dossier ook geen beschrijving bevat van camerabeelden, hoewel uit het dossier blijkt dat deze wel beschikbaar waren. Verdachte heeft zelf verklaard dat hij de aangetroffen goederen eerder heeft gekocht bij een ander filiaal van de Kruidvat. De rechtbank stelt vast dat bij de aanhouding van verdachte een grote som contant geld en ook andere goederen die hij had gekocht bij de Kruidvat, zijn aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er twijfel over de exacte gang van zaken in de Kruidvat en dient verdachte het voordeel van deze twijfel te krijgen nu op grond van het strafdossier het door hem geschetste alternatieve scenario niet kan worden uitgesloten.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 26 september 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat ik die avond in de buurt van die nightshop was. Ik kreeg in die periode ongeveer € 50,weekgeld.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 juni 2022,opgenomen op pagina 36 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022179712 d.d. 12 juli 2022, inhoudend als verklaring van [naam slachtoffer] :
Op woensdag 15 juni 2022 omstreeks 00:33 uur stond ik achter de kassa van mijn nachtwinkel genaamd " [naam winkel] ". Omstreeks 00:34 uur was ik bezig achter de kassa. Opeens zag ik een voor mij onbekende man om de toonbank van de kassa lopen en ik zag dat hij recht op mij afliep. Ik zag dat hij in zijn linkerhand een groot slagersmes had. Ik hoorde de man zeggen: "kassa, kassa en sigaretten". De man sprak Nederlands maar had een buitenlands accent. Ik kan de man als volgt omschrijven: - getinte huidskleur
  • ongeveer 1.80 meter lang
  • grijze hoodie met capuchon op zwart mondmasker/coronamasker voor zijn mond en neus
  • zwart petje op onder zijn capuchon
  • zwarte handschoenen
  • zwarte trainingsbroek
  • blauwe plastic Albert Heijn tas
  • zwarte schoenen met witte streep langs de zolen
Ik kon nergens heen. Ik zat vast tussen de muur en de overvaller. Ik zag dat de overvaller met het mes in zijn linkerhand en een blauwe Albert Heijn tas om zijn linkerpols met zijn rechterhand meerdere pakken sigaretten uit het schap haalde uit de stelling achter de kassa en deze in de plastic tas deed. Vervolgens moest ik de kassa opendoen van de overvaller. Ik heb dit gedaan en ik zag dat de overvaller al het briefgeld uit de kassa haalde en ook dit in de plastic tas deed. Ik voelde mij bedreigd door de man en het grote mes wat hij beet hield en in mijn richting hield. Nadat de overvaller de kassa had leeggehaald verliet de overvaller mijn winkel. Ik zag dat hij richting het Noorderplantsoen liep.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juni 2022,opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Aangever [naam slachtoffer] verklaarde dat de dader van de overval uit de kassa een aantal briefjes van 20 euro, een aantal briefjes van 10 euro en een aantal briefjes van 5 euro had weggenomen. Verder verklaarde de aangever dat de dader veel munten van 2 en 1 euro uit de kassa had weggenomen. Over de weggenomen sigaretten verklaarde de aangever dat het grootste deel van het merk Marlboro was. Dit waren pakjes Marlboro Gold, Red, Mix en 100 inhoudende 20, 24 en 35 sigaretten. Verder verklaarde de aangever dat het schap met Camel sigaretten leeg was. Dit betrof Camel geel sigaretten inhoudende 35 stuks. Verder was het schap met sigaretten van het merk Lucy Strike red leeg. Dit betrof pakjes sigaretten inhoudende 20 en 22 sigaretten.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juni 2022,opgenomen op pagina 66 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik vroeg aan de aangever of hij specifieker kon zijn over de gestolen goederen. Ik hoorde van hem dat het ging om ongeveer 80 pakjes sigaretten en 200 euro.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juni 2022,opgenomen op pagina 52 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op de beelden zag ik, verbalisant, het volgende:
Op 15 juni 2022 om 00.32.49 uur zijn komt een manspersoon (hierna te noemen verdachte) de nachtwinkel binnen. De verdachte draagt:
  • een grijs kleurige hoodie trui met capuchon welke hij over zijn hoofd draagt. Onder de capuchonsteekt een deel van een pet uit
  • een donker kleurige broek
  • donker kleurige schoenen met witte zolen
  • zwart kleurige handschoenen
  • een zwart kleurig mondkapje voor zijn mond
De verdachte loopt direct naar de kassa. Te zien is dat de verdachte een blauw kleurige plastic tas van
Albert Heijn bij zich heeft. De tas is op dat moment opgevouwen en zichtbaar leeg. Wanneer de verdachte bij de kassa staat beweegt hij met zijn rechterarm in de richting van de medewerker. Om 00:35.28 uur loopt de verdachte met de blauwe plastic tas in zijn handen richting de uitgang van de nachtwinkel. De tas is zichtbaar gevuld. De verdachte maakt een gebaar met zijn hand naar de winkelmedewerker, waarschijnlijk met de bedoeling hem op afstand te houden. Om 00:35.34 uur verlaat de verdachte de winkel en rent de Nieuwe Ebbingestraat op in de richting van de Boteringesingel te Groningen.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d. 15 juni 2022,opgenomen op pagina 10 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 15 juni 2022, omstreeks 11.15 uur, kregen wij de opdracht om te gaan naar het Waagplein te Groningen. Hier zou de beveiliging van de Kruidvat op een verdachte liggen die even daarvoor een winkeldiefstal had gepleegd. Na later bleek dit te zijn [verdachte] . Tijdens de insluitingsfouillering kwam naar voren dat de verdachte in zijn tas 60 pakjes sigaretten had. Tevens zat er in deze tas een mes, zwarte pet, zwarte bandana, zwarte trainingsbroek, zwart mondkapje en zwarte handschoenen. In de jas en portemonnee van de verdachte zat een geld bedrag van in totaal 155,80 euro.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juni 2022,opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Het geldbedrag uit de portemonnee bestond uit drie briefjes van 20, twee briefjes van 10 en drie briefjes van 5 euro. Verder zaten er 23 munten van 2, 12 munten van één en vijf munten van 0,50 euro in zijn portemonnee.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juni 2022,opgenomen op pagina 61 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik verbalisant heb de pakjes sigaretten geteld en hieronder beschreven:
  • 4 x Lucky Strike Amber L 20 st
  • 5 x Lucky Strike Red XL 22 st
  • lx Camel Yellow 26 st
  • 2 x Camel Yellow 35 st
  • 4 x Camel Activate blue 22 st
  • 4 x L&M Red L 27 st 10,00 eu
  • 3 x Gauloises blondes blue Giga 27 st
  • 3 x Pall Mall red mega 32 st
  • 2 x Winston red 37 st
  • 8 x Marlboro gold 20 st
  • 4 x Marlboro red M 24 st
  • 3 x Marlboro gold M 24 st
  • lx Marlboro red 100 20 at
  • 3 x Marlboro gold xxl 35 at
  • 6 x Marlboro mix 20 st
  • 2 x Marlboro red xxl 35 st
  • 5 x Marlboro red 20 st
In totaal zijn er zestig pakjes sigaretten in beslag genomen met een totale waarde van € 571,70.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juni 2022,opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Aangever heeft een tekening gemaakt van het mes waarmee de dader hem had bedreigd. Volgens de aangever betrof het een mes van ongeveer 20 cm met een zilverkleurig lemmet en een zwart handvat. Volgens de aangever was het bovenste gedeelte van het handvat ook zilverkleurig. Door mij, verbalisant, werd een foto van het mes, welke in de tas van de verdachte werd aangetroffen, gemaakt. Dit mes vertoont grote overeenkomsten met het door de aangever beschreven mes. Ik zag op de beelden dat de verdachte een grijs vest c.q. hoodie droeg. Ik, verbalisant, zag dat de verdachte een zwarte broek, een zwarte pet en zwarte handschoenen droeg. Deze kleding kwam overeen met de kleding die bij de verdachte werd aangetroffen.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juni 2022,opgenomen op pagina 63 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik onderzocht de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen telefoon.
Web history/ Searched items:
Op 09 juni 2022 om 23:46 uur werd via Google gezocht op 'nightshop'.
Op 11 juni 2022 om 23:11 uur werd via Google gezocht op 'nightshop openingstijden'
Op 12 juni 2022 om 18:27 uur werd via Google gezocht op 'nightshop Groningen'
Op 13 juni 2022 om 17:38 uur werd via Google gezocht op 'nightshop Groningen openingstijden'
Op 13 juni 2022 om 19:59 uur werd via Google gezocht op 'nightshop Groningen openingstijden'
Op 14 juni 2022 om 00:52 uur werd via Google gezocht op 'nightshop openingstijden'
Op 14 juni 2022 om 23:20 uur werd via Google gezocht op 'nightshop openingstijden'
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal digitaal onderzoek d.d. 12 juli 2022,opgenomen op pagina 78 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: In de veiliggestelde gegevens van de extractie van de telefoon zag ik onder andere het volgende:
  • Ik zag dat met de telefoon op 14 juni 2022 te 18:31:32 uur een selfie (img_0018.HEIC) is gemaaktnabij het Groninger Forum;
  • lk zag dat deze foto verwijderd was;
  • Ik zag dat op 14 juni 2022 omstreeks 23:20 uur in de internetbrowser Safari de volgende zoektermwas vastgelegd: nightshop openingstijden;
  • Aan de hand van vastgelegde locatiegegevens zag ik dat de telefoon zich zowel vlak voor als vlak nadeze zoekvraag nabij het Groninger Forum bevond;
  • Aan de hand van de vastgelegde locatiegegeven zag ik dat de telefoon op 15 juni 2022 omstreeks00:11 uur begon te bewegen in de richting van het Noorderplantsoen te Groningen;
  • Aan de hand van de vastgelegde locatiegegevens zag ik dat de telefoon op 15 juni 2022 omstreeks00:30 uur in de omgeving van het Noorderplantsoen aanwezig was;
  • Aan de hand van de vastgelegde locatiegegevens zag ik dat de telefoon op 15 juni 2022 tussenomstreeks 00:30 uur en 01:28 uur in de omgeving was van het Noorderplantsoen;
  • Ik zag dat alle weergegeven locatiegegevens het kenmerk verwijderd hadden;
  • Ik zag dat in de gezondheidsapp tussen 15 juni 00:00 uur en 01:00 uur 1854 stappen warenvastgelegd;
  • Ik zag dat in de gezondheidsapp tussen 15 juni 01:00 uur en 02:00 uur 2287 stappen warenvastgelegd.
De rechtbank volgt de raadsvrouw niet in het betoog dat uit het door aangever gegeven signalement niet kan worden afgeleid dat het verdachte is die de overval op de nachtwinkel heeft gepleegd. Aangever heeft een gedetailleerde beschrijving gegeven van onder andere de kleding van de overvaller en het bij de overval gebruikte mes. Deze beschrijving komt naar de overtuiging van de rechtbank overeen met de kleding en het mes die bij verdachte zijn aangetroffen ten tijde van zijn aanhouding later diezelfde dag. Dat aangever ook heeft gezegd dat hij denkt dat het een man van Somalische of Ethiopische afkomst is, doet naar het oordeel van de rechtbank aan het voorgaande niet af. Daarbij is van belang dat bij de aanhouding van verdachte eveneens (een groot deel van) de bij de overval weggenomen sigaretten en geld zijn aangetroffen. Dat de aangetroffen hoeveelheid niet overeenkomt met de weggenomen buit, zoals de raadsvrouw heeft betoogd, geeft de rechtbank mede gelet op het tijdsverloop van enkele uren tussen de overval en de aanhouding van verdachte, geen aanleiding tot een ander oordeel.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
Hij op 15 juni 2022 te Groningen, een aantal pakken sigaretten (te weten onder meer Marlboro en Camel en Lucky Strike) en een hoeveelheid geld, die geheel aan winkelbedrijf [naam winkel] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een mes aan voornoemde [naam slachtoffer] te tonen en tegen die [naam slachtoffer] te zeggen: “Kassa, kassa en sigaretten” en/of de “De kassa opendoen” althans woorden van soortgelijke aard of strekking;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft aangevoerd dat zij bij haar strafeis rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheid dat gelet op de (proces)houding van verdachte hulpverlening niet mogelijk is gebleken en dat verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft over de strafmaat geen opmerkingen gemaakt.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een zeer brutale nachtelijke gewapende overval op een nachtwinkel. Bij de overval heeft verdachte het slachtoffer bedreigd door hem een mes te tonen en te roepen ‘Kassa, kassa en sigaretten’. Verdachte heeft de overval willens en wetens en op berekenende wijze gepleegd, waarbij verdachte puur vanuit winstbejag gehandeld heeft en zich niets heeft aangetrokken van de belangen van het slachtoffer. Het slachtoffer, dat achter de kassa stond, kon nergens heen op het moment dat verdachte hem met het mes bedreigde. Het slachtoffer heeft zich ten tijde van het delict angstig en onveilig gevoeld. Overvallen leiden bovendien tot gevoelens van onveiligheid en angst in de samenleving. Verdachte heeft met die gevoelens kennelijk geen rekening gehouden toen hij besloot op een brutale en dreigende manier snel aan geld en sigaretten te willen komen. De rechtbank neemt verdachte zijn handelen zeer kwalijk.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de op te leggen straf voor dit feit de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS). Het LOVS heeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting ten aanzien van een winkeloverval met bedreiging met geweld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren vastgesteld.
Als strafverzwarende omstandigheid heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een geweldsdelict en voor bedreiging. Bovendien houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met het feit dat verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen factoren waarmee in strafmatigende zin rekening dient te worden gehouden. Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat uit het dossier en ter terechtzitting is gebleken dat verdachte niet met de reclassering in gesprek heeft willen gaan om een reclasseringsrapport op te laten stellen.
Ook voor het overige ziet de rechtbank geen omstandigheden waarmee in strafmatigende zin rekening dient te worden gehouden.
Alles afwegend komt de rechtbank tot het volgende oordeel. Nu er geen omstandigheden zijn gebleken waarmee in strafmatigende zin rekening dient te worden gehouden zal de rechtbank aan verdachte - gelijk aan het toepasselijke LOVS-oriëntatiepunt - een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 2 jaren. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf, mede in het licht van de LOVS-oriëntatiepunten, geen recht doet aan de aard en de ernst van het door verdachte gepleegde delict, waardoor de rechtbank een hogere straf zal opleggen dan geëist.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk vonnis van 30 november 2021 van de politierechter in de rechtbank NoordNederland te Groningen is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 300,-, met een proeftijd van twee jaren. De proeftijd is ingegaan op 15 december 2021. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 23 augustus 2022 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde het bewezenverklaarde feit heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen goederen die afkomstig zijn van de Kruidvat worden teruggeven aan de rechthebbende, te weten de Kruidvat. De in beslag genomen kleding dient te worden verbeurdverklaard en het in beslag genomen mes dient te worden onttrokken aan het verkeer, aldus de officier van justitie.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft over de in beslag genomen goederen geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen toiletartikelen (G1509328) dienen te worden teruggegeven aan verdachte [verdachte] als redelijkerwijs aan te wijzen rechthebbende. Met betrekking tot de in beslag genomen kleding die verdachte droeg ten tijde van het onder 1 ten laste gelegde (G1509334) is de rechtbank van oordeel dat deze dient te worden verbeurdverklaard. De rechtbank is van oordeel dat de overige bij verdachte aangetroffen kleding (G1509332) dient te worden teruggegeven aan verdachte [verdachte] als redelijkerwijs aan te wijzen rechthebbende. Tot slot dient naar het oordeel van de rechtbank het in beslag genomen mes (G 1501363) te worden onttrokken aan het verkeer.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 18-116528-21:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 30 november 2021, te weten: een geldboete van € 300,-.
Gelast de teruggave aan rechthebbende [verdachte] van in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 3 STK Toiletartikel gekocht met geld van de overval (G1509328) - 2 STK Kleding gekocht met geld van de overval (G1509332)

Verklaart verbeurd van in beslag genomen voorwerpen, te weten:

8 STK Kleding zwarte pet, zwarte handschoenen, zwarte zakdoek, etc. (G1509334)

Gelast de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen, te weten:

1. STK Keukenartikel (G1501363)
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Maring, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. A.G.D. Overmars, rechters, bijgestaan door mr. T.D. Pel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 oktober 2022.
Mrs. R.B. Maring en A.G.D. Overmars zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.