Op 14 oktober 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen. De zaak betreft een tijdelijke omgevingsvergunning voor het gebruik van een voormalig kassencomplex aan het Skieppedykje 2 te Midlum als parkeerterrein. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, omdat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de belangenafweging van betrokken partijen. De rechtbank heeft eerder in een tussenuitspraak op 6 mei 2022 geconstateerd dat de belangen van kleine parkeerbedrijven niet adequaat zijn meegewogen in het besluit van verweerder. In de aanvullende motivering heeft verweerder weliswaar gegevens over de bezetting van gemeentelijke parkeerterreinen gepresenteerd, maar de rechtbank oordeelt dat de belangen van andere parkeeraanbieders onvoldoende zijn onderzocht. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twaalf weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de geconstateerde gebreken. Tevens is bepaald dat het door eisers betaalde griffierecht moet worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging in bestuursrechtelijke procedures.