Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter d.d. 11 oktober 2022
1.Procesverloop
- het tussenvonnis van 5 juli 2022;
- de akte overlegging producties tevens houdende uitlating en wijziging van eis van 7 september2022 van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling op 7 september 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeftgemaakt.
2.De verdere beoordeling
kinderrekeningmet € 1.000,00 heeft aangezuiverd en of zij recht heeft op € 160,00 als bijdrage van [eiser] voor een
brilvan een van de kinderen. Verder ligt voor of [gedaagde] het bedrag moet terugbetalen dat zij in 2019 van [eiser] heeft ontvangen in verband met de hypotheekrenteaftrek voor de woning. [eiser] heeft die vordering na het tussenvonnis vermeerderd tot het volledige bedrag van de voorlopige teruggave inkomstenbelasting dat hij in 2019 aan [gedaagde] heeft doorbetaald, te weten € 4.883,00. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling op 7 september 2022 nader toegelicht. [eiser] heeft voor die zitting het convenant overgelegd dat partijen op 10 mei 2018 hebben gesloten alsmede een e-mail van zijn belastingadviseur, de heer [naam] . [gedaagde] heeft geen nadere stukken ingebracht.
Beslissing