Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.1. Procesverloop
2.2. Beoordeling
3.Beslissing
mr. R.R. van der Heide.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 6 oktober 2022 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. R.R. van der Heide. Dit verzoek was ingediend door dhr. [verzoeker 1] en mw. [verzoeker 2], die beiden betrokken waren bij verschillende bestuursrechtelijke procedures. De wraking werd ingediend op 28 september 2022, na een zitting op 27 september 2022, waar dhr. [verzoeker 1] aanwezig was als gemachtigde van mw. [verzoeker 2]. De verzoekers gaven aan dat zij de rechter wraken wegens vooringenomenheid, maar gaven geen verdere toelichting op hun verzoek. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet gemotiveerd was en verklaarde de verzoekers niet-ontvankelijk. De rechtbank benadrukte dat een gemotiveerd wrakingsverzoek noodzakelijk is en dat alle feiten en omstandigheden die tot de wraking leiden, gelijktijdig moeten worden gepresenteerd. De rechtbank besloot dat de procedures met nummers LEE 22/26 en LEE 22/1647 voortgezet worden in de stand waarin zij zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.