ECLI:NL:RBNNE:2022:3500
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging doodslag, poging zware mishandeling en openlijke geweldpleging in Leeuwarden
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, geboren in 2005, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 september 2022 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor poging tot doodslag, poging tot zware mishandeling en openlijke geweldpleging, gepleegd op 6 oktober 2021 in Leeuwarden. Tijdens de zitting op 8 september 2022 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, mr. T. van der Goot, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Veen.
De tenlastelegging omvatte dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk geweld had gepleegd tegen een slachtoffer, waarbij zij deze meermalen had geschopt en geslagen. De officier van justitie vorderde integrale vrijspraak, stellende dat er wel wettig bewijs was, maar geen overtuigend bewijs. De getuige [naam 1] had een gedetailleerde verklaring afgelegd, maar deze was niet consistent. De verdachte had verklaard dat zij enkel had geprobeerd om een medeverdachte weg te halen uit de vechtpartij.
De rechtbank oordeelde dat de verklaringen in het dossier niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen. Er waren tegenstrijdige verklaringen van getuigen, en de rechtbank concludeerde dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de verdachte had deelgenomen aan het geweld. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.R. de Vries, en is openbaar gemaakt op 22 september 2022.