ECLI:NL:RBNNE:2022:3498

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
18/036706-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan brandstichting met gemeen gevaar voor goederen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 september 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan brandstichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf vereist is dat het opzet van de verdachte gericht was op zijn handelingen als medeplichtige, zoals bedoeld in artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht, en dat dit opzet ook gericht was op het door de dader gepleegde misdrijf. De rechtbank oordeelde dat het verweer van de verdediging, dat stelde dat de verdachte ook opzet moest hebben gehad op het gemeen gevaar voor goederen, onjuist was. De rechtbank oordeelde dat het gevaar ten tijde van de brandstichting slechts voorzienbaar moest zijn geweest volgens algemene ervaringsregels.

De verdachte was betrokken bij brandstichtingen die plaatsvonden op 19 en 25 juni 2019 in Surhuisterveen, waarbij meerdere voertuigen in brand zijn gestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte inlichtingen heeft verschaft aan een medeverdachte, wetende dat deze informatie zou worden gebruikt om brand te stichten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de primair ten laste gelegde feiten, maar het subsidiair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 180 dagen met een proeftijd van drie jaren. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade niet direct voortvloeide uit het bewezen verklaarde feit.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18/036706-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 september 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T.W. Delhaye, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 19 juni 2019 en 20 juni 2019 te Surhuisterveen, in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een parkeerterrein (gelegen aan of bij de weg, de [straatnaam] ), opzettelijk brand heeft gesticht bij een of meer (personen)auto('s), door een zogenoemd aanmaakblokje en/of een propje papier en/of een doekje te doordrenken met wasbenzine/terpentine, althans een brandbare en/of vluchtige (vloei)stof, en vervolgens dat aanmaakblokje en/of propje papier en/of doekje op een band van een (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken ( [kenteken] ) te leggen en/of wasbenzine/terpentine over die band te gieten en vervolgens dat aanmaakblokje en/of propje papier en/of doekje en/of die band in brand te steken, althans open vuur in aanraking te brengen bij/aan/met die (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken
[kenteken] ), althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan (een of meer onderde(e)l(en) van) die (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of dat aanmaakblokje en/of propje papier en/of doekje en/of een (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor die (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of de in die voornoemde auto's aanwezige goederen en/of die een of meer in de directe omgeving van die (personen)auto's geparkeerde motorvoertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode omvattende de dagen 19 juni 2019 en 20 juni 2019 te Surhuisterveen, in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een parkeerterrein (gelegen aan of bij de weg, de [straatnaam] ), opzettelijk brand heeft gesticht bij een of meer (personen)auto('s), door een zogenoemd aanmaakblokje en/of een propje papier en/of een doekje te doordrenken met wasbenzine/terpentine, althans een brandbare en/of vluchtige (vloei)stof, en vervolgens dat aanmaakblokje en/of propje papier en/of doekje op een band van een (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] , toebehorende aan [benadeelde partij 1] ) te leggen en/of
wasbenzine/terpentine over die band te gieten en vervolgens dat aanmaakblokje en/of propje papier en/of doekje en/of die band in brand te steken, althans open vuur in aanraking te brengen bij/aan/met die (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ), althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan (een of meer onderde(e)l(en) van) die (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of dat aanmaakblokje en/of propje papier en/of doekje en/of een (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor die (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of de in die voornoemde auto's aanwezige goederen en/of die een of meer in de directe omgeving van die (personen)auto's geparkeerde motorvoertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode omvattende de maand(en) mei 2019 en/of juni 2019 (tot en met 20 juni 2019), in elk geval in het jaar 2019 (tot en met 20 juni 2019) te Boelenslaan en/of te Surhuisterveen, in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, en/of (elders) in de provincie Fryslân, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, immers heeft verdachte toen en aldaar opzettelijk de kentekengegevens van die (personen)auto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken ( [kenteken] , toebehorende aan [benadeelde partij 1] ) en/of de gegevens met betrekking tot de parkeerplaats waar die voornoemde (personen)auto van het merk Seat doorgaans geparkeerd stond (op diens verzoek) doorgegeven aan die [medeverdachte] , althans dat verdachte op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
2 hij op of omstreeks 25 juni 2019 te Surhuisterveen, in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een parkeerterrein (gelegen aan of bij een weg, de [straatnaam] ), opzettelijk brand heeft gesticht door een of meer brandba(a)r(e) goed(eren)/(vloei)stoffen bij/aan/van een (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) in brand te steken, althans open vuur in aanraking te brengen met die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken
[kenteken] ) en/of die een of meer brandba(a)r(e) goed(eren)/(vloei)stoffen, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of die een of meer brandba(a)r(e) goed(eren)/(vloei)stoffen en/of een (personen)auto van het merk Renault (type Laguna, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of een (bedrijfs)auto van het merk Renault (type Master, voorzien van het kenteken [kenteken] ) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of die (personen)auto van het merk Renault (type Laguna, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of die (bedrijfs)auto van het merk Renault (type Master, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of de in die voornoemde auto's aanwezige goederen en/of die een of meer in de directe omgeving van die (personen)auto's geparkeerde motorvoertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 25 juni 2019 te Surhuisterveen, in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een parkeerterrein (gelegen aan of bij een weg, de [straatnaam] ), opzettelijk brand heeft gesticht door een of meer brandba(a)r(e) goed(eren)/(vloei)stoffen bij/aan/van een (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] , in brand te steken, althans open vuur in aanraking te brengen met die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of die een of meer brandba(a)r(e) goed(eren)/(vloei)stoffen, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of die een of meer brandba(a)r(e) goed(eren)/(vloei)stoffen en/of een (personen)auto van het merk Renault (type Laguna, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of een (bedrijfs)auto van het merk Renault (type Master, voorzien van het kenteken [kenteken] ) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of die (personen)auto van het merk Renault (type Laguna, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of die (bedrijfs) auto van het merk Renault (type Master, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en/of de in die voornoemde auto's aanwezige goederen en/of die een of meer in de directe omgeving van die (personen)auto's geparkeerde motorvoertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode omvattende de maand(en) mei 2019 en/of juni 2019 (tot en met 25 juni 2019), in elk geval in het jaar 2019 (tot en met 25 juni 2019) te Boelenslaan en/of te Surhuisterveen, in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, en/of (elders) in de provincie Fryslân, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, immers heeft verdachte toen en aldaar opzettelijk
  • het merk en/of type en/of kenteken van die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo,voorzien van het kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] , en/of de plaats waar die auto stond, (op diens verzoek) doorgegeven aan die [medeverdachte] en/of
  • een foto van het kenteken van die (personen)auto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzienvan het kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] , gemaakt toen deze bij de woning van die [benadeelde partij 2] stond en deze (vervolgens) (op diens verzoek) doorgeappt/doorgegeven aan die [medeverdachte] , althans dat verdachte op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1 primair ten laste gelegde, en heeft veroordeling gevorderd voor het subsidiair ten laste gelegde. Voorts heeft zij vrijspraak gevorderd van het onder 2 primair ten laste gelegde en heeft zij veroordeling gevorderd voor het subsidiair ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde en het onder 2 primair ten laste gelegde. De raadsman heeft daarnaast ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde aangevoerd dat verdachte weliswaar opzet op brandstichting heeft gehad, maar dat het opzet van verdachte slechts was gericht op brandstichting in de personenauto die toebehoorde aan aangeefster [benadeelde partij 1] (de Seat Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ). Dat aan de Volkswagen Polo, toebehorende aan aangever [benadeelde partij 4], ook schade zou ontstaan als gevolg van de brandstichting aan de voornoemde Seat Ibiza, had verdachte niet voorzien. Verdachte heeft daarop geen opzet gehad. Van dit onderdeel van de tenlastelegging dient verdachte daarom te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Ten slotte heeft de raadsman -mede in het verlengde van het hiervoor aangevoerde- ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde aangevoerd dat verdachte niet heeft voorzien dat aan de Renault Laguna, een personenauto toebehorende aan aangever [benadeelde partij 3] , en de Renault
Master, een bedrijfsauto toebehorende aan Accolade, als gevolg van de brandstichting aan de Volkswagen Polo van aangeefster [benadeelde partij 2] , schade zou ontstaan. Van dit onderdeel dient verdachte ook te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht met de officier van justitie en de raadsman het onder 1 primair en het onder 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde:
De rechtbank acht het onder 1 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 september 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 juni 2019,opgenomen op pagina 223 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002019157494 d.d. 29 oktober 2020, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 1] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juni 2019,opgenomen op pagina 211 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 19 mei 2020, opgenomenop pagina 639 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [medeverdachte] .
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde:
De rechtbank acht het onder 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 september 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 28 juni 2019,opgenomen op pagina 245 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002019157494 d.d. 29 oktober 2020, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 2] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 juli 2019, opgenomenop pagina 265 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 3] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 19 mei 2020, opgenomenop pagina 639 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [medeverdachte] .
Bewijsoverwegingen:
Met betrekking tot het hiervoor weergegeven verweer van de raadsman overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° of 2º Sr, maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict). Bij de bewezenverklaring en kwalificatie van de medeplichtigheid moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook wanneer het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan. Het opzet van de medeplichtige behoeft niet te zijn gericht op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan.
1
Aan de hand van het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde vast dat verdachte inlichtingen heeft verschaft aan medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte heeft de kentekengegevens van de Seat Ibiza, toebehorende aan aangeefster [benadeelde partij 1] , en de gegevens met betrekking tot de parkeerplaats waar die voornoemde Seat doorgaans geparkeerd stond, doorgegeven aan die [medeverdachte] . Verdachte wist dat medeverdachte [medeverdachte] brand zou gaan stichten bij de Seat Ibiza.
Ook met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft verdachte inlichtingen verschaft aan medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte heeft het merk, type, kenteken en de plaats waar de Volkswagen Polo stond doorgegeven aan die [medeverdachte] . Verdachte heeft voorts een foto van het kenteken van die personenauto gemaakt en deze vervolgens geappt aan die [medeverdachte] . Verdachte heeft deze informatie verschaft, wetende dat [medeverdachte] deze informatie zou gebruiken om de Volkswagen Polo van aangeefster [benadeelde partij 2] in brand te steken.
Het verweer van de raadsman berust kennelijk op de opvatting dat in geval van vervolging ter zake van artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht het opzet van de verdachte niet alleen moet zijn gericht op brandstichting, maar tevens op het bestanddeel van artikel 157 dat in de tenlastelegging en bewezenverklaring is omschreven als: "terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is". Die opvatting is in haar algemeenheid onjuist, omdat bedoeld gevaar ten tijde van de brandstichting slechts naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest, zodat niet van belang is dat de dader zelf dat gevaar wellicht niet heeft voorzien.
2
Dat er ook aan de naast de in brand gestoken personenauto’s geparkeerde voertuigen schade ontstaat als gevolg van de brandstichtingen, is naar het oordeel van de rechtbank naar algemene ervaringsregels voorzienbaar. Dat verdachte dit wellicht niet heeft voorzien, is niet van belang.
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat de verdachte telkens zowel opzet heeft gehad op het verschaffen van inlichtingen als opzet op de brandstichting, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 subsidiair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Onder 1 subsidiair:
[medeverdachte] in de periode omvattende de dagen 19 juni 2019 en 20 juni 2019 te Surhuisterveen, op een parkeerterrein gelegen aan de weg, de [straatnaam] , opzettelijk brand heeft gesticht bij een personenauto, door een zogenoemd aanmaakblokje, een propje papier en een doekje te doordrenken met wasbenzine/terpentine, en vervolgens dat aanmaakblokje, propje papier en doekje op een band van een personenauto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] , toebehorende aan [benadeelde partij 1] ) te leggen en wasbenzine/terpentine over die band te gieten en vervolgens dat aanmaakblokje, propje papier en doekje in brand te steken, ten gevolge waarvan die personenauto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en een personenauto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, en daarmee gemeen gevaar voor die personenauto van het merk
Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en die personenauto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en de in die voornoemde auto's aanwezige goederen te duchten was, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode omvattende de maanden mei 2019 en juni 2019 (tot en met 20 juni 2019), in Nederland, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft, immers heeft verdachte toen en aldaar opzettelijk de kentekengegevens van die personenauto van het merk Seat (type Ibiza, voorzien van het kenteken ( [kenteken] , toebehorende aan [benadeelde partij 1] ) en de gegevens met betrekking tot de parkeerplaats waar die voornoemde personenauto van het merk Seat doorgaans geparkeerd stond (op diens verzoek) doorgegeven aan die [medeverdachte] ;
Onder 2 subsidiair:
[medeverdachte] op 25 juni 2019 te Surhuisterveen, op een parkeerterrein gelegen aan een weg, de
[straatnaam] , opzettelijk brand heeft gesticht door een of meer brandba(a)r(e) goed(eren)/vloeistoffen bij een personenauto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] , in brand te steken, ten gevolge waarvan die personenauto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en een personenauto van het merk Renault (type Laguna, voorzien van het kenteken
[kenteken] ) en een bedrijfsauto van het merk Renault (type Master, voorzien van het kenteken [kenteken] ) geheel of gedeeltelijk zijn verbrand en daarmee gemeen gevaar voor die personenauto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en die personenauto van het merk Renault (type Laguna, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en die bedrijfsauto van het merk Renault (type Master, voorzien van het kenteken [kenteken] ) en de in die voornoemde auto's aanwezige goederen te duchten was, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode omvattende de maanden mei 2019 en juni 2019 (tot en met 25 juni 2019) in Nederland opzettelijk inlichtingen heeft verschaft, immers heeft verdachte toen en aldaar opzettelijk
  • het merk, type en kenteken van die personenauto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien vanhet kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] , en de plaats waar die auto stond doorgegeven aan die [medeverdachte] en
  • een foto van het kenteken van die personenauto van het merk Volkswagen (type Polo, voorzien vanhet kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde partij 2] , gemaakt toen deze bij de woning van die [benadeelde partij 2] stond en deze vervolgens op diens verzoek geappt aan die [medeverdachte] .
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. subsidiair: medeplichtigheid aan opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
2 subsidiair: medeplichtigheid aan opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met een proeftijd van drie jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat bij het bepalen van de straf rekening moet worden gehouden met de positieve ontwikkelingen die verdachte sinds het bewezenverklaarde heeft doorgemaakt. In het kader van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf is er reclasseringstoezicht. In het verleden is dergelijk toezicht nooit geslaagd als gevolg van drugsgebruik. Er is bij verdachte inmiddels echter sprake van een intrinsieke motivatie om te stoppen met het drugsgebruik. De EMDR-therapie heeft verdachte met goed gevolg afgerond. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou deze positieve ontwikkelingen doorkruisen. Dit acht de raadsman onwenselijk. Verdachte heeft daarnaast werk en doorloopt behandelingstrajecten. Verdachte moet in staat worden geacht om een taakstraf te verrichten, maar de raadsman heeft verzocht rekening te houden met de beperkte belastbaarheid van verdachte.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Zoals uit hetgeen hiervoor met betrekking tot het bewezenverklaarde is overwogen, heeft de verdachte door te handelen als bewezenverklaard bevorderd dat er brand is gesticht in auto’s. Bij de brandstichtingen zijn meerdere auto’s verloren gegaan of beschadigd geraakt. Deze feiten hebben gevaarlijke situaties opgeleverd en hadden veel ernstiger kunnen aflopen. Door de bewezenverklaarde feiten zijn meerdere mensen en een woningcorporatie gedupeerd geraakt. De strafbare feiten hebben daarnaast in een woonwijk plaatsgevonden. Dergelijke strafbare feiten veroorzaken in de regel onrust en gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. Dit rekent de rechtbank verdachte aan. In strafverzwarende zin houdt de rechtbank voorts rekening met de omstandigheid dat de brandstichtingen uit wraak zijn gepleegd.
De rechtbank houdt evenwel rekening met de omstandigheid dat verdachte niet degene is geweest die daadwerkelijk de branden heeft gesticht.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 27 juli 2022, op 11 februari 2021 onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer overtreding van de Opiumwet. De rechtbank houdt daarom rekening met de toepasselijkheid van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de rapportages van de reclassering. Ten tijde van het bewezenverklaarde was verdachte dagelijks onder invloed van verdovende middelen. Sindsdien heeft verdachte echter een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Van maart 2021 tot augustus 2021heeft verdachte in het Intramuraal Motivatie Centrum verbleven, waar hij aan zijn verslaving heeft gewerkt en verschillende therapieën, waaronder EMDR-therapie, heeft gevolgd. Verdachte is ontvankelijk voor de hulpverlening en is gemotiveerd voor de behandelingen. Inmiddels woont verdachte in een sociaal pension in Drachten en heeft hij een baan. Oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou deze positieve ontwikkelingen op negatieve wijze doorkruisen. Dit acht de rechtbank dan ook onwenselijk.
In artikel 6, eerste lid, van het EVRM is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn (in beginsel twee jaar) te worden berecht. In dit geval is die redelijke termijn overschreden. Naar vaste rechtspraak moet overschrijding van de redelijke termijn in beginsel tot strafvermindering leiden. De rechtbank zal daarom bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met dit tijdsverloop.
De rechtbank acht, alles afwegende, een taakstraf voor de duur van 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis, passend en geboden. Om de ernst van de feiten te benadrukken en om verdachte ervan te weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen acht de rechtbank daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met een proeftijd van drie jaren passend en geboden.

Benadeelde partij

Mevrouw [benadeelde partij 2] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.250,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in haar vordering.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft eveneens betoogd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is door het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde niet de rechtstreekse schade toegebracht aan de benadeelde partij zoals door de benadeelde partij gevorderd. De vordering ziet immers op schade die zou zijn veroorzaakt door brandstichting in een Seat Ibiza, terwijl het onder 2 bewezen verklaarde feit ziet op brandstichting in een Volkswagen Polo. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 48, 49, 57, 63 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en onder 2 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

een taakstraf voor de duur van 140 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 70 dagen zal worden toegepast.
Verklaart de vordering van [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk. Deze vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A. Vlietstra, voorzitter, mr. A. de Jong en mr. L.M. Praamstra, rechters, bijgestaan door mr. D.H. Röben, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 september 2022. mr. A. de Jong is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
vgl. HR. 27 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1158.
vgl. HR 17 februari 2009, LJN BG1653, NJ 2009/120.