Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Gazprom Energy,
[gedaagde],
[gedaagde],
[gedaagde],
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Gazprom Marketing & Trading Retail Limited, eiseres, en een vennootschap onder firma, gedaagde. Gazprom vorderde hoofdelijk betaling van een bedrag van € 500.000, vermeerderd met rente en proceskosten, op basis van een overeenkomst tot levering van energie. Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat er geen overeenkomst is, en roepen subsidiair de vernietiging van de overeenkomst in op grond van dwaling.
De kantonrechter oordeelt dat Gazprom in de dagvaarding niet alle relevante feiten en onderbouwing heeft aangevoerd, waardoor het geschil niet tijdig uit de verf komt. Dit is in strijd met artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat partijen verplicht om de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. De kantonrechter concludeert dat deze schending van procesregels zo ernstig is dat de vordering integraal wordt afgewezen. Gazprom wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 150,00 voor het salaris van de gemachtigde.
De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Gazprom de kosten moet betalen, ongeacht een eventueel hoger beroep. Deze uitspraak benadrukt het belang van het naleven van procesregels en de verplichting om relevante feiten tijdig aan te voeren in civiele procedures.