Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1 primair, medeplegen:
De raadsvrouw heeft betoogd dat er geen sprake is van medeplegen bij drie hennepkwekerijen, te weten de kwekerij te Winsum, Warfstermolen en de [straatnaam] te Leeuwarden.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank over de betrokkenheid van verdachte bij de genoemde drie hennepkwekerijen het volgende af.
Verdachte heeft zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerijen op de locaties [straatnaam] te Winsum, [straatnaam] te Warfstermolen en [straatnaam] te Leeuwarden bekend.
Ter terechtzitting van 2 september 2022 heeft verdachte over de [straatnaam] verklaard dat hij een koelmachine heeft gerepareerd, daarna een test heeft uitgevoerd en daarom de schakelapparatuur heeft aangeraakt, aanpassingen aan de planten heeft gedaan, en een voedingsschema heeft verstrekt. Verdachte verklaart dat [medeverdachte 1] de hennepkwekerij onderhield maar dat [medeverdachte 1] één keer per twee weken bij verdachte thuis kwam met foto’s van de hennepplanten. Verdachte verklaart dat [medeverdachte 1] dan wilde weten van verdachte of het goed ging met de hennepplanten en of “dit is wat verdachte bedoelde”. Ten slotte verklaart medeverdachte [medeverdachte 1] dat verdachte eigenaar is van de hennepkwekerij en dat verdachte de kwekerij opbouwde en ook onderhield. De winst van de kwekerij zou door drieën worden gedeeld. Verdachte zou samen met een ander de kweekmaterialen hebben geregeld, de hennepplantjes/hennepstekken hebben geregeld, en de stroomvoorziening hebben aangelegd.
Tevens heeft verdachte ter terechtzitting verklaard over zijn rol op de [straatnaam] . Hij verklaart dat hij op deze locatie de aanleg van de hennepkwekerij heeft gedaan, ook de koeling heeft aangesloten, een stukje elektra heeft aangelegd en advies heeft gegeven. Verdachte verklaart dat [medeverdachte 2] de koelmachine zelf niet kon aansluiten, en niet heel bekend was met het kweken van hennep. Ook verklaart verdachte dat hij advies heeft gegeven omdat [medeverdachte 2] dan meer zou kunnen verdienen, en verdachte dan ook iets kon krijgen volgens afspraak. Tevens verklaart verdachte dat hij wist hoe lang het nog duurde voordat er geoogst kon worden, en dat hij nadat de kwekerij is geruimd heeft geholpen met opruimen. Ten slotte verklaart verdachte dat wanneer de hennep geoogst kon worden, hij [medeverdachte 2] en [naam 4] met elkaar in contact zou brengen. Uit het dossier blijkt dat [naam 4] werkzaam was in een knipperij/drogerij. Bij de politie heeft verdachte ook verklaard dat hij water heeft aangelegd ten behoeve van de hennepkwekerij, hij een vergoeding zou krijgen en hij [medeverdachte 2] Bij heeft geadviseerd het droogproces niet bij hem thuis te doen. Verdachte zou eventueel ook zijn bus ter beschikking willen stellen om de hennep van de hennepkwekerij naar de drooglocatie te brengen.
Op de zitting van 2 september 2022 heeft verdachte over de [straatnaam] verklaard dat hij twee keer een koelmachine heeft aangesloten, de groepenkast heeft geïnstalleerd en na de ruiming heeft opgeruimd. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat [medeverdachte 3] een kwekerij thuis had, hij [medeverdachte 3] heeft geadviseerd, en hij water en elektra bij [medeverdachte 3] heeft aangelegd. Verder verklaart verdachte dat [medeverdachte 3] vastliep met de aansluitwerkzaamheden en zo bij verdachte terecht kwam. [medeverdachte 3] zou verdachte een paar keer hebben bericht omdat het niet goed zou de kwekerij gaan waarna verdachte een paar keer bij [medeverdachte 3] is gaan kijken en hem heeft geadviseerd. Ook verklaart verdachte aan de politie dat hij geholpen heeft met de aanleg.
Naast de verklaringen van verdachte gebruikt de rechtbank de gegevens van de peilbakens als bewijs. Uit de resultaten van de stelselmatige observatie blijkt dat verdachte in de periode 26 oktober 2021 tot en met 6 januari 2022 tien keer op de locatie [straatnaam] is geweest, en in de periode 28 oktober 2021 tot en met 21 januari 2022 vijf keer op de locatie [straatnaam] .
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van alle hennepkwekerijen de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de verschillende medeverdachten is komen vast te staan. Verdachte is in de opstartfase, groeifase en eindfase van de hennepkwekerijen betrokken geweest. Hij verrichtte installatiewerkzaamheden, hij kocht elektronica ten behoeve van een kwekerij, verstrekte of regelde in veel gevallen stekjes, gaf advies over de inrichtingen van de kwekerij, maar ook over het kweekproces (onder andere groeischema’s). Hij voerde verschillende keren de geoogste hennepplanten af naar een mede door hem ingerichte drogerij/knipperij, en bemiddelde bij de afvoer van de oogst. De onderhavige kwekerijen vertoonden qua opbouw en de goederen die werden gebruikt grote overeenkomsten. Verdachte is blijkens de stelselmatige observatie meerdere keren op de onderhavige locaties geweest. Hieruit blijkt ook dat hij in meerdere fases van het proces was betrokken. Verdachte heeft zelfs na de ruimingen van de hennepkwekerijen in de panden op de [straatnaam] en de [straatnaam] geholpen met opruimen. Verdachte heeft ook betaald gekregen voor zijn werkzaamheden; hij heeft van de hennepkwekerijen geprofiteerd.
Naar het oordeel van de rechtbank is verdachte een belangrijke schakel geweest in het opbouwen van de hennepkwekerijen, het laten groeien van de hennepplanten en het verwerken van de volgroeide hennepplanten. De bijdrage van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Alle feiten en omstandigheden overziend acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen ten aanzien van alle kwekerijen bewezen.
Ten aanzien van feit 1 primair, beroep of bedrijf
De rechtbank stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen vast dat verdachte bij in totaal zes hennepkwekerijen en één hennepdrogerij en -knipperij als medepleger betrokken is geweest. Verdachte is betrokken geweest bij het telen van in totaal rond de 1.000 hennepplanten en het bewerken en verwerken van meer dan 10 kilo hennep. Het laten slagen van een dergelijke hoeveelheid aan henneplocaties, hennepplanten en hennep vergt een aanzienlijke organisatie en afstemming met leveranciers, locatiebezitters en afnemers, waaraan verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Gelet op de hoeveelheid aan locaties en hennep(planten), de intensiteit van de bezoeken aan de henneplocaties, en de professionele en georganiseerde manier van kweken acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte telkens in de uitoefening van een beroep of bedrijf hennep heeft geteeld, verwerkt en bewerkt.
Ten aanzien van feit 3:
Uit de aangiftes van Liander blijkt dat de elektriciteit op de locaties [straatnaam] , [straatnaam] , [straatnaam] , [straatnaam] , [straatnaam] en [straatnaam] illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de aangetroffen hennepplantages. De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van feit 3, omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte elektriciteit heeft weggenomen en/of elektriciteit wederrechtelijk heeft toegeëigend (door middel van braak of verbreking).
Verdachte heeft ter terechtzitting van 2 september 2022 en/of bij de politie het volgende over de elektriciteit in de hennepkwekerijen verklaard.
Over de [straatnaam] verklaart verdachte dat hij de koeler heeft gerepareerd, de schakelapparatuur heeft aangeraakt en voor [medeverdachte 1] wat elektronica moest halen. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat verdachte de stroomvoorziening in de hennepkwekerij heeft aangelegd, samen met een ander.
Verder verklaart verdachte dat hij bij de [straatnaam] een stukje elektra heeft aangelegd, en wederom de koeling heeft aangesloten. Voorts zou verdachte op de locatie [straatnaam] een deel van de stroomvoorziening hebben gedaan, en daarbij de groepenkast hebben geïnstalleerd.
Ook op de [straatnaam] en de [straatnaam] zou verdachte de groepenkast hebben gedaan, en daarbij op de [straatnaam] wederom een koelmachine hebben aangesloten.
Op de locatie aan de [straatnaam] zou verdachte een koelmachine hebben aangesloten en de elektra hebben aangepast.
Verder verklaart verdachte dat hij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] (de rechtbank begrijpt: de medeverdachten van de locaties [straatnaam] en [straatnaam] ) heeft uitgelegd hoe zij de meterkast moesten veranderen, waarna zij dit zelf in de meterkast hebben veranderd. Op de vraag wie regelde dat het buiten de meter omging antwoordt verdachte namelijk “Dat deden ze zelf, het ging om 5 draden en met mijn uitleg lukte het ze.”.
Ook is van belang dat verdachte reparaties en installatiewerkzaamheden heeft verricht in de hennepkwekerijen. Verdachte heeft ervoor gezorgd dat bepaalde voor het kweken van hennep benodigde apparaten, die elektriciteit verbruiken, werkten. Door verdachte was het (mede) mogelijk om in de hennepkwekerijen elektriciteit af te nemen.
Uit de aangiftes van Liander blijkt dat op alle onderhavige locaties de elektriciteit illegaal kon worden afgenomen, doordat er de zegels van de verschillende (hoofd)aansluitkasten zijn verbroken. De rechtbank overweegt dat het onduidelijk is gebleven wie deze verbrekingshandeling heeft verricht en dat het voorstelbaar is dat dit iemand anders dan verdachte is geweest. Opvallend is naar het oordeel van de rechtbank wel dat er meerdere zegels in de bus van verdachte lagen.
Zoals hiervoor is overwogen heeft verdachte aan de illegale afname van de elektriciteit in de beschreven hennepkwekerijen een aanzienlijke intellectuele en materiële bijdrage geleverd. Verdachte heeft op alle ten laste gelegde locaties een rol heeft gehad in het aansluiten van de elektriciteit en het verrichten van reparaties en installatiewerkzaamheden. Verdachte heeft er mede voor gezorgd dat de elektriciteitsvoorzieningen in de hennepkwekerijen werkten, en apparaten op deze illegale elektriciteitsvoorziening werden aangesloten. Daar komt bij dat de rechtbank verdachte als een medepleger van het telen van hennep in de onderhavige hennepkwekerijen aanmerkt, en verdachte in die hoedanigheid ook heeft bijgedragen aan het illegaal afnemen van elektriciteit. Verdachte had ook de wetenschap van die illegale afname, omdat hij zich meerdere malen met de elektriciteit heeft bemoeid en advies gaf over de manipulatie van de stroommeters en wist dat op die locaties hennepkwekerijen stonden. De rechtbank overweegt ten slotte dat verdachte heeft geprofiteerd van de illegale afname van elektriciteit, omdat hij gebruik heeft gemaakt van de elektriciteit en daarvoor geen kosten heeft hoeven maken.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte een zodanige materiële en intellectuele bijdrage heeft geleverd aan de diefstal van elektriciteit, dat verdachte een medepleger is van de diefstal van elektriciteit. In dit kader overweegt de rechtbank in het bijzonder dat gelet op het verband tussen het telen van hennep en de diefstal van de voor die hennepteelt gebruikte elektriciteit, ook de diefstal van elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij onderdeel uitmaakt van de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten. Als medepleger van de diefstal van de elektriciteit kan hem ook de strafverzwarende verbreking strafrechtelijk worden toegerekend (zie o.a. HR 26 juni 1973, NJ 1974/80).